Dit document valt onder de volgende licentie:
Creative Commons Naamsvermelding-GeenAfgeleideWerken 4.0 Internationaal
In dit document wordt het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening Planteksten, IMROPT2012, beschreven. IMROPT2012 maakt het mogelijk om de teksten van ruimtelijk instrumenten objectgericht op te bouwen. In dit hoofdstuk is de achtergrond van de standaard gegeven evenals de strekking van de standaard.
In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is vastgelegd dat planologische visies, plannen, besluiten, verordeningen, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen digitaal vervaardigd en op elektronische wijze beschikbaar gesteld moeten worden. Daarnaast is ook in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) een verplichte elektronische beschikbaarstelling opgenomen voor sommige gevallen. Om dit mogelijk te maken zijn de RO standaarden ontwikkeld. Deze verplichte RO Standaarden zijn:
IMROPT2012 is onder voorwaarde verplicht. Toepassing van IMROPT2012 is verplicht wanneer de bronhouder ervoor kiest de planteksten in objectgerichte vorm (XML) beschikbaar te stellen. IMROPT2012 beschrijft de wijze waarop objectgerichte planteksten worden opgebouwd en uitgewisseld binnen de RO Standaarden 2012.
IMROPT2012 is van toepassing op alle instrumenten waarop IMRO2012 van toepassing is.
In Hoofdstuk 2 wordt het model zelf beschreven. In Hoofdstuk 3 wordt een basisindeling gepresenteerd voor plannen, besluiten en visies. Hoofdstuk 4 geeft de OCL model constraints. In Hoofdstuk 5 is het metadata object beschreven. Tenslotte worden in Hoofdstuk 6 de domeinlijsten gegeven.
In dit hoofdstuk wordt het model zelf uitgebreid beschreven en toegelicht.
Objectgerichte planteksten zijn opgebouwd uit objecten van twee klassen: TekstMetadata en TekstObject. TekstMetadata bevat een aantal algemene kenmerken die van toepassing zijn op de tekst en wordt beschreven in hoofdstuk 5. De tekst zelf bestaat uit TekstObjecten (“de inhoud”).
Bij een klasse, te beschouwen als een groep van objecten met dezelfde eigenschappen, worden attributen gedefinieerd die de eigenschappen van een object van die klasse kunnen bevatten.
Voorbeeld: een tekstobject heeft altijd een attribuut “titel”. De inhoud van dit attribuut is de titel van het tekstobject, bijvoorbeeld ”Wonen” .
De klasse TekstObject is van toepassing op alle instrumenten en heeft één bijzonder onderdeel: de tekst zelf. Dit attribuut is de eigenlijke inhoud. Binnen dit attribuut bevindt zich de tekst zelf, “de cijfers en letters”, evt. noodzakelijke opmaak zoals tabellen, lijsten, nadruk etc. In Figuur 1 is het IMROPT model als geheel in een UML diagram weergegeven.
De tekst is samengesteld uit één of meerdere TekstObjecten, een stuk tekst met een titel. Alle TekstObjecten kennen dezelfde set van mogelijke attributen. De waarde van een attribuut kan uiteraard verschillend zijn.
De verhouding tussen de verschillende TekstObjecten komt tot uitdrukking in de attributen niveau, volgnummer, ouderId en objecttype en in de volgorde in het document. Het is verplicht de TekstObjecten in de juiste volgorde in het XML document te plaatsen. Het TekstObject met volgnummer 1 wordt als eerste in het document geplaatst, het TekstObject met het hoogste volgnummer als laatste.
Label, nummer en titel bepalen samen wat de volledige titel, de kop boven de tekst wordt.
Voorbeeld: Hoofdstuk 2 “Beschrijving bestaande situatie” in de toelichting krijgt als label de waarde “Hoofdstuk”, als nummer de waarde “2” en als naam de waarde “Beschrijving bestaande situatie”. De kop wordt dus “Hoofdstuk 2 Beschrijving bestaande situatie”.
In tabel 1 Klasse TekstObject wordt de klasse TekstObject beschreven, waarbij per attribuut wordt aangegeven. Welke waarde gewenst is, welke dit moet zijn, of het gebruik van het attribuut verplicht is,
en of het attribuut meerdere keren mag voorkomen. Na de tabel wordt per attribuut een nadere toelichting gegeven over de toepassing ervan.
Klasse |
TekstObject |
|
---|---|---|
Definitie |
Zelfstandig leesbaar stuk tekst met een titel, dat begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. |
|
Herkomst definitie |
IMROPT |
|
Attributen |
||
Attribuutnaam |
m* |
Toelichting |
identificatie |
1 |
eigen identificatie (idn) van het TekstObject. De code moet uniek zijn binnen het plantekstenbestand. De identificatie begint met "NL.IMRO.PT." en wordt gevolgd door max. 32 alfanumerieke tekens. De waarde moet voldoen aan de volgende reguliere expressie: NL\.IMRO\.PT\.[A-Za-z0-9_\-,\.]{1,32} |
verwijzingNaarPlangebied |
1 |
identificatie (idn) van het IMRO Plangebied waar dit TekstObject bij hoort. |
volgnummer |
1 |
een oplopend volgnummer 1, 2, 3, ... dat de volgorde van de tekstobjecten aangeeft. |
niveau |
1 |
een oplopende waarde 0, 1, 2, ... dat het hiërarchische niveau van het object aangeeft. Het object met niveau 0 heeft het hoogste niveau. De waarde mag niet hoger zijn dan 11. |
ouderId |
1 |
identificatie (idn) van het bovenliggend TekstObject. |
type |
1 |
type van het object volgens domein ObjecttypePlan, ObjecttypeVisie of ObjecttypeBesluit |
typeTekst |
0..1 |
aanduiding van het type tekst waarnaar verwezen wordt. Domein: Teksttype. |
titelInfo |
1 |
TitelInfo: Een samengesteld attribuut:
|
interneVerwijzing |
0..n |
TekstObject identificatie (idn), koppelt TekstObjecten |
externeVerwijzing |
0..n |
verwijzingen naar een ander bronbestand waar het ruimtelijk instrument is opgebouwd of een specifieke locatie daarbinnen. |
tekstMetadata |
0..1 |
verwijzing naar object TekstMetadata. Alleen van toepassing en verplicht indien het type object gelijk is aan ‘document’ of ‘besluitdocument’. |
tekst |
0..1 |
de tekst. Wat hier mag worden opgenomen staat beschreven in paragraaf 2.3. |
* multipliciteit 1 = komt 1 keer voor 1..n = komt 1 of meer keer voor 0..1 = komt hooguit 1 keer voor 0..n = komt zo vaak voor als gewenst |
De inhoud van de tekstelementen is “mixed-content”. Dat betekent dat binnen deze klasse verschillende objecten door elkaar heen kunnen voorkomen. De basis word gevormd door een selectie uit XHTML. Deze wordt aangevuld met voor planteksten van belang geachte specifieke onderdelen.
XHTML elementen
De volgende XHTML 1.0 elementen (conform W3C) mogen worden gebruikt. Nadere definitie vindt plaats in het IMROPT2012 XML Schema (XSD) en dit modeldocument.
XHTML element |
betekenis |
---|---|
<!--...--> |
commentaar |
<strong> |
sterke nadruk |
<em> |
nadruk |
<sub> |
subscript |
<sup> |
superscript |
<ul> |
ongeordende lijst |
<ol> |
geordende lijst |
<li> |
item in een lijst |
<p> |
paragraaf |
<br> |
nieuwe regel |
<table> |
tabel |
<tr> |
rij in tabel |
<td> |
cel in tabel |
<th> |
kop in tabel |
<img> |
afbeelding |
Verwijzing naar afbeeldingen in de tekst
In de tekst attributen mag alleen worden verwezen naar afbeeldingen die deel uitmaken van het instrument en die dus ook in samenhang beschikbaar gesteld worden conform de STRI2012. Deze afbeeldingen worden middels een <img> tag in de tekst verwerkt.
Bij het beschikbaar stellen van objectgerichte planteksten is het mogelijk om gebruik te maken van een separaat Cascading Style Sheet (CSS bestand), waarin de gewenste opmaak van de planteksten is vastgelegd. Dit is vastgelegd in de STRI2012. De bepaling dat alleen mag worden verwezen naar afbeeldingen die deel uitmaken van het instrument is niet van toepassing op afbeeldingen waar vanuit het CSS bestand naar wordt verwezen.
Toevoegingen voor opsommingen
Voor de ongeordende lijst <ul> kunnen de volgende “classes” worden gebruikt om specifieke opsommingtekens te gebruiken. Als geen class wordt gebruikt, zal de standaard waarde worden verondersteld conform tabel 3:
Class |
Toelichting |
---|---|
disc |
Een gevulde cirkel. Dit is de standaard waarde van de <ul> |
circle |
Een open cirkel |
square |
Een vierkant |
nomarker |
Er wordt geen opsommingsteken getoond (list-style-type=none) |
Voor de geordende lijst <ol> kunnen de volgende “classes” worden gebruikt om specifieke opsommingtekens te gebruiken. Als geen class wordt gebruikt, zal de standaard waarde worden verondersteld conform tabel 4:
Class |
Toelichting |
---|---|
decimal |
Een numerieke waarde. Dit is de standaard waarde van de <ol> |
decimal-leading-zero |
Een numerieke waarde met voorloopnul (01, 02, 03, etc.) |
lower-alpha |
Een kleine letter (onderkast) (a, b, c, d, e, etc.) |
upper-alpha |
Een hoofdletter (kapitaal) (A, B, C, D, E, etc.) |
lower-roman |
Een Romeinse numerieke waarde in kleine letter (i, ii, iii, iv, v, etc.) |
upper-roman |
Een Romeinse numerieke waarde in hoofdletter (I, II, III, IV, V, etc.) |
XHTML element |
Betekenis |
---|---|
voetnoot |
voetnoot |
verwijderd |
Verwijderde tekst, alleen bedoeld voor het markeren van tekst waarvan vermeld wordt dat deze verwijderd wordt (in geval van herzieningen). |
toegevoegd |
Toegevoegde tekst, alleen bedoeld voor het markeren van tekst waarvan vermeld wordt dat deze een toevoeging vormt (in geval van herzieningen) |
interneVerwijzing |
TekstObject identificatie (idn), koppelt TekstObjecten |
externeVerwijzing |
verwijzingen naar een ander bronbestand waar het ruimtelijk instrument is opgebouwd of een specifieke locatie daarbinnen. |
Verwijzingen
Een verwijzing verwijst altijd naar een bepaald object in de plantekst. Deze verwijzing moet geïnterpreteerd worden als een verwijzing naar de aangegeven plek in de volledige tekst. In ieder geval moet de onderliggende tekst gemakkelijk bereikbaar zijn.
Voorbeeld: In een bestemmingsplan wordt verwezen worden naar het bestemmingsartikel “Wonen”. Hiermee wordt ook bedoeld de onderliggende leden bestemmingsomschrijving, bouwregels etc.
Verwijzingen worden binnen IMRO geïmplementeerd als XLink href (conform W3C). Dit kan een verwijzing binnen het planteksten bronbestand zijn, maar ook een verwijzing naar een ander bronbestand waaruit het instrument is opgebouwd. Binnen de tekst kunnen dezelfde verwijzingstypes worden gebruikt als die mogelijk zijn als attribuut bij het TekstObject, interneVerwijzing en externeVerwijzing.
De opbouw van de href bij een interneVerwijzing is altijd het interne identificatienummer van een TekstObject voorafgegaan door het symbool #, de fragment identifier.
Toelichting: de fragment identifier geeft aan dat binnen een href het volgende fragment een locatie betreft binnen het huidige bestand. Als er geen voorafgaand bestand is gespecificeerd, betreft het dus een locatie binnen het huidige bronbestand. Als de href begint met een # wordt er dus verwezen naar een lokaal object. Dat klopt ook met de bedoeling van de links tussen Tekstobjecten. Als er verwezen wordt naar een extern object, dan begint de href niet met het # maar wordt de fragment identifier facultatief gebruikt om een nadere locatie binnen het externe document aan te duiden.
Hier onder volgen enkele voorbeelden.
In dit hoofdstuk is voor de drie verschillende groepen ruimtelijke instrumenten de volgorde in planteksten aangegeven met behulp van tabellen. Elk TekstObject is benoemd onder de kolom objectType. Hoeveel keer het TekstObject mag voorkomen is aangegeven in de kolom Aantal. Tot slot is in de kolom “Mag voorkomen onder” aangegeven onder welk TekstObject dit TekstObject kan vallen.
Voor een bestemmingsplan, beheersverordening, inpassingsplan, rijksbestemmingsplan, wijzigingsplan en uitwerkingsplan kan de plantekst op een vaste wijze worden ingedeeld. Planteksten voor deze groep plannen kan in eerste plaats worden verdeeld in regels, bijlagen bij regels, toelichting, bijlagen bij toelichting. Ieder van deze onderdelen wordt verdeeld in hoofdstukken, paragrafen et cetera. De SVBP2012 schrijft de indeling van de hoofdstukken en paragrafen van de regels voor. Figuur 3 geeft de indeling voor de regels conform de SVBP2012. In de volgende tabellen wordt de indeling gegeven voor de bijlagen bij de regels (Tabel 6), toelichting (Tabel 7) en de bijlagen bij de toelichting (Tabel 8). In afwijking van deze tabellen mogen bijlagen ook beschikbaar gesteld worden in separate bronbestanden conform STRI2012.
objectType |
Aantal |
Mag voorkomen onder |
---|---|---|
bijlagen bij regels |
0..1 |
document, regels |
bijlage bij regels |
0..n |
bijlagen bij regels |
deel |
0..n |
bijlage bij regels |
hoofdstuk |
0..n |
bijlage bij regels, Deel |
paragraaf |
0..n |
hoofdstuk |
subparagraaf |
0..n |
paragraaf |
subsubparagraaf |
0..n |
subparagraaf |
subsubsubparagraaf |
0..n |
subsubparagraaf |
overig |
0..n |
hoofdstuk, paragraaf, subparagraaf, subsubparagraaf, subsubsubparagraaf |
objectType |
Aantal |
Mag voorkomen onder |
---|---|---|
toelichting |
1 |
document |
deel |
0..n |
toelichting |
hoofdstuk |
0..n |
toelichting, deel |
paragraaf |
0..n |
hoofdstuk |
subparagraaf |
0..n |
paragraaf |
subsubparagraaf |
0..n |
subparagraaf |
subsubsubparagraaf |
0..n |
subsubparagraaf |
overig |
0..n |
hoofdstuk, paragraaf, subparagraaf, subsubparagraaf, subsubsubparagraaf |
objectType |
Aantal |
Mag voorkomen onder |
---|---|---|
bijlagen bij toelichting |
0..1 |
document, toelichting |
bijlage bij toelichting |
0..n |
bijlagen bij toelichting |
deel |
0..n |
bijlage bij toelichting |
hoofdstuk |
0..n |
bijlage bij toelichting, deel |
paragraaf |
0..n |
hoofdstuk |
subparagraaf |
0..n |
paragraaf |
subsubparagraaf |
0..n |
subparagraaf |
subsubsubparagraaf |
0..n |
subsubparagraaf |
overig |
0..n |
hoofdstuk, paragraaf, subparagraaf, subsubparagraaf, subsubsubparagraaf |
Structuurvisies kennen in vergelijking met de plannen een vrijere basisindeling. Planteksten voor deze groep visies kan in eerste plaats worden verdeeld in beleidstekst, bijlagen, toelichting, bijlagen bij toelichting. Ieder van deze onderdelen wordt verdeeld in hoofdstukken, paragrafen et cetera. Tabel 9 geeft de indeling voor de beleidstekst. In de volgende tabellen wordt de indeling gegeven voor de bijlagen (Tabel 10), toelichting (Tabel 11) en de bijlagen bij de toelichting (Tabel 12). In afwijking van onderstaande tabellen mogen bijlagen ook beschikbaar gesteld worden in separate bronbestanden conform STRI2012.
objectType |
Aantal |
Mag voorkomen onder |
---|---|---|
document |
1 |
|
beleidstekst |
1 |
document |
band |
0..n |
beleidstekst |
deel |
0..n |
beleidstekst, band |
hoofdstuk |
0..n |
beleidstekst, band, deel |
paragraaf |
0..n |
hoofdstuk |
subparagraaf |
0..n |
paragraaf |
subsubparagraaf |
0..n |
subparagraaf |
subsubsubparagraaf |
0..n |
subsubparagraaf |
overig |
0..n |
hoofdstuk, paragraaf, subparagraaf, subsubparagraaf, subsubsubparagraaf |
objectType |
Aantal |
Mag voorkomen onder |
---|---|---|
bijlagen |
0..1 |
document, beleidstekst |
bijlage |
0..n |
bijlagen |
deel |
0..n |
bijlage |
hoofdstuk |
0..n |
bijlage, deel |
paragraaf |
0..n |
hoofdstuk |
subparagraaf |
0..n |
paragraaf |
subsubparagraaf |
0..n |
subparagraaf |
subsubsubparagraaf |
0..n |
subsubparagraaf |
overig |
0..n |
hoofdstuk, paragraaf, subparagraaf, subsubparagraaf, subsubsubparagraaf |
objectType |
Aantal |
Toegestane Bovenliggende objecten |
---|---|---|
toelichting |
0..1 |
document |
deel |
0..n |
toelichting |
hoofdstuk |
0..n |
toelichting, deel |
paragraaf |
0..n |
hoofdstuk |
subparagraaf |
0..n |
paragraaf |
subsubparagraaf |
0..n |
subparagraaf |
subsubsubparagraaf |
0..n |
subsubparagraaf |
overig |
0..n |
hoofdstuk, paragraaf, subparagraaf, subsubparagraaf, subsubsubparagraaf |
objectType |
Aantal |
Toegestane Bovenliggende objecten |
---|---|---|
bijlagen bij toelichting |
0..1 |
document |
bijlage bij toelichting |
0..n |
bijlagen bij toelichting |
deel |
0..n |
toelichting |
hoofdstuk |
0..n |
toelichting, deel |
paragraaf |
0..n |
hoofdstuk |
subparagraaf |
0..n |
paragraaf |
subsubparagraaf |
0..n |
subparagraaf |
subsubsubparagraaf |
0..n |
subsubparagraaf |
overig |
0..n |
bijlage bij toelichting, deel, hoofdstuk, paragraaf, subparagraaf, subsubparagraaf, subsubsubparagraaf |
Besluiten kennen in vergelijking met de plannen een vrijere basisindeling. Planteksten voor deze groep besluiten kunnen in eerste plaats worden verdeeld in besluittekst, bijlagen, toelichting, bijlagen bij toelichting. Ieder van deze onderdelen wordt verdeeld in hoofdstukken, paragrafen et cetera. Tabel 13 geeft de indeling voor de besluittekst. In de volgende tabellen wordt de indeling gegeven voor de bijlagen (Tabel 14), regels (Tabel 15), bijlagen bij regels (Tabel 16), toelichting (Tabel 17) en bijlagen bij de toelichting (Tabel 18). In afwijking van onderstaande tabellen mogen bijlagen ook beschikbaar gesteld worden in separate bronbestanden conform STRI2012.
objectType |
Aantal |
Mag voorkomen onder |
---|---|---|
besluitdocument |
1 |
|
besluittekst |
0..1 |
besluitdocument |
deel |
0..n |
besluittekst |
hoofdstuk |
0..n |
besluittekst, deel |
titel |
0..n |
hoofdstuk |
afdeling |
0..n |
titel |
paragraaf |
0..n |
besluittekst, hoofdstuk, titel, afdeling |
artikel |
0..n |
besluittekst, hoofdstuk, paragraaf |
lid |
0..n |
artikel |
onderdeel |
0..n |
lid |
subonderdeel |
0..n |
onderdeel |
overig |
0..n |
besluittekst, deel, hoofdstuk, titel, afdeling, paragraaf, artikel, lid, onderdeel, subonderdeel, overig |
objectType |
Aantal |
Mag voorkomen onder |
---|---|---|
bijlagen |
0..1 |
besluitdocument |
bijlage |
0..n |
bijlagen |
deel |
0..n |
bijlage |
hoofdstuk |
0..n |
bijlage, deel |
paragraaf |
0..n |
bijlage, hoofdstuk |
subparagraaf |
0..n |
paragraaf |
subsubparagraaf |
0..n |
subparagraaf |
subsubsubparagraaf |
0..n |
subsubparagraaf |
overig |
0..n |
bijlage, deel, hoofdstuk, paragraaf, subparagraaf, subsubparagraaf, subsubsubparagraaf, overig |
objectType |
Aantal |
Mag voorkomen onder |
---|---|---|
regels |
0..1 |
besluitdocument |
titel |
0..n |
regels |
hoofdstuk |
0..n |
regels, titel |
artikel |
0..n |
regels, titel, hoofdstuk |
lid |
0..n |
artikel |
sublid |
0..n |
lid |
subsublid |
0..n |
sublid |
subsubsublid |
0..n |
subsublid |
overig |
0..n |
hoofdstuk, artikel, lid, sublid, subsublid, subsubsublid, overig |
objectType |
Aantal |
Mag voorkomen onder |
---|---|---|
bijlagen bij regels |
0..1 |
besluitdocument, regels |
bijlage bij regels |
0..n |
bijlagen bij regels |
deel |
0..n |
bijlage bij regels |
hoofdstuk |
0..n |
bijlage bij regels, deel |
paragraaf |
0..n |
hoofdstuk |
subparagraaf |
0..n |
paragraaf |
subsubparagraaf |
0..n |
subparagraaf |
subsubsubparagraaf |
0..n |
subsubparagraaf |
overig |
0..n |
hoofdstuk, paragraaf, subparagraaf, subsubparagraaf, subsubsubparagraaf, overig |
objectType |
Aantal |
Mag voorkomen onder |
---|---|---|
toelichting |
1 |
besluitdocument |
deel |
0..n |
toelichting |
hoofdstuk |
0..n |
toelichting, Deel |
titel |
0..n |
hoofdstuk |
afdeling |
0..n |
titel |
paragraaf |
0..n |
toelichting, hoofdstuk, titel, afdeling |
artikel |
0..n |
toelichting, hoofdstuk, paragraaf |
lid |
0..n |
artikel |
onderdeel |
0..n |
lid |
subonderdeel |
0..n |
onderdeel |
subparagraaf |
0..n |
paragraaf |
subsubparagraaf |
0..n |
subparagraaf |
subsubsubparagraaf |
0..n |
subsubparagraaf |
overig |
0..n |
toelichting, deel, hoofdstuk, titel, afdeling, paragraaf, artikel, lid, onderdeel, subonderdeel, subparagraaf, subsubparagraaf, subsubsubparagraaf, overig |
objectType |
Aantal |
Mag voorkomen onder |
---|---|---|
bijlagen bij toelichting |
0..1 |
besluitdocument |
bijlage bij toelichting |
0..n |
bijlagen bij toelichting |
deel |
0..n |
bijlage bij toelichting |
hoofdstuk |
0..n |
bijlage bij toelichting, deel |
paragraaf |
0..n |
hoofdstuk |
subparagraaf |
0..n |
paragraaf |
subsubparagraaf |
0..n |
subparagraaf |
subsubsubparagraaf |
0..n |
subsubparagraaf |
overig |
0..n |
bijlage bij toelichting, deel, hoofdstuk, paragraaf, subparagraaf, subsubparagraaf, subsubsubparagraaf, overig |
De in dit hoofdstuk opgenomen constraints horen bij het conceptuele niveau van het UML-klassediagram. Voor toepassing op het implementatie niveau van GML (XML) moeten ze vertaald worden naar Schematron.
De constraints worden toegepast op objectklassen in het UML diagram van IMROPT2012. De constraints zijn hierdoor onderdeel van IMROPT2012. De overervingsregels uit de objectoriëntatie zijn van toepassing op constraints.
De constraints zijn uitgewerkt bij de objectklasse waarop ze van toepassing zijn. Elke constraintregel wordt eerst in woorden beschreven en daarna in OCL (versie 2.0).
TekstObject |
|
---|---|
T1 |
Alleen bij objecttype ‘document’ en ‘besluitdocument’ is er een verwijzing (verplicht) naar TekstMetadata. |
Context: IMROPT2012::TekstObject
|
|
T2 |
Relatie tussen toegestane objecttypen (attribuut ‘type’) en plantype (‘typePlan’). Plannen: bestemmingsplan, beheersverordening, inpassingsplan, rijksbestemmingsplan, wijzigingsplan en uitwerkingsplan Visies: structuurvisie Besluiten: provinciale verordening, amvb, regeling, aanwijzingsbesluit, beheersverordening, exploitatieplan, gerechtelijke uitspraak, omgevingsvergunning, reactieve aanwijzing, voorbereidingsbesluit |
Context: IMROPT2012::TekstObject
|
|
T3 |
Van de attributen label, nummer, naam moet er minstens 1 voorkomen. |
Context: IMROPT2012::TitelInfo
|
Metadata zijn gegevens over gegevens. Bepaalde metadata zijn in de gegevensset opgenomen. Onderstaand diagram en tabel geven de gegevens weer die als metadata in het plantekstenbestand in de klasse TekstMetadata zijn opgenomen.
De klasse TekstMetadata bevat een aantal algemene kenmerken die van toepassing zijn op de gehele tekst. Er is van deze klasse dus ook altijd maar één object per plan aanwezig.
Een groot deel van deze algemene eigenschappen hoort bij het plan als geheel (dus inclusief geometrie). Deze eigenschappen zijn bij de (geometrisch bepaalde) klasse Plangebied (IMRO2012) of in de metadata van de GML ondergebracht. De tekst is daaraan gekoppeld. Een objectgerichte plantekst kan dus nooit zelfstandig bestaan. Altijd is minimaal één plangebied vereist.
In Tabel 20 wordt de klasse TekstMetadata beschreven, de waarden aangegeven die deze attributen moeten bevatten en wordt aangegeven hoe vaak het attribuut voorkomt. Na de tabel wordt per attribuut een nadere toelichting gegeven.
Klasse |
TekstMetadata |
|
---|---|---|
Definitie |
Kenmerken die van toepassing zijn op de gehele tekst. |
|
Herkomst definitie |
IMROPT |
|
Attributen |
||
Attribuutnaam |
m* |
Toelichting |
identificatie |
1 |
eigen identificatie (idn) van de TekstMetadata . De code moet uniek zijn binnen het plantekstenbestand. De identificatie begint met "NL.IMRO.PT." en wordt gevolgd door max. 32 alfanumerieke tekens. De volgende reguliere expressie is van toepassing: NL\.IMRO\.PT\.[A-Za-z0-9_\-,\.]{1,32} |
verwijzingNaarPlangebied |
1 |
identificatie (idn) van het IMRO Plangebied waar het plantekstenbestand bij hoort. |
typePlan |
0..1 |
de waarde van het attribuut typePlan van het Plangebied waar het plantekstenbestand bij hoort. |
naam |
0..1 |
volgens de (aanhaal)titel |
beleidsmatigVerantwoordelijkeOverheid |
0..1 |
één van de waarden volgens domein Overheden_XX |
naamOverheid |
0..n |
volgens format in de vorm: gemeente …., deelgemeente/ stadsdeel …., provincie …. of ministerie ….; alleen bij meerdere verantwoordelijke ministeries wordt naamOverheid evenzoveel ingevuld |
overheidsCode |
0..1 |
4 cijfers; ingeval Rijk: "0000"; ingeval provincie: CBS-nummer provincie, met voorafgaand 2 voorloopnegens; indien deelgemeente/stadsdeel: CBS-nummer gemeente |
creatiedatum |
0..1 |
in de vorm: jjjj-mm-dd |
naamPraktijkrichtlijn |
1 |
de vaste waarde PRPT2012 |
In dit hoofdstuk zijn de in IMROPT voorkomende domeinen van attribuutwaarden opgenomen. Voor definities en notatie wordt verwezen naar IMRO2012.
<<enumeration>> ObjecttypePlan |
---|
afwijken van de bouwregels |
afwijken van de gebruiksregels |
algemene aanduidingsregels |
algemene afwijkingsregels |
algemene bouwregels |
algemene gebruiksregels |
algemene procedureregels |
algemene regels |
algemene wijzigingsregels |
anti-dubbeltelregel |
begrippen |
bestemming |
bestemmingsomschrijving |
bestemmingsregels |
bijlage bij regels |
bijlage bij toelichting |
bijlagen bij regels |
bijlagen bij toelichting |
bouwregels |
deel |
definitieve bestemming bij voorlopige bestemming |
document |
dubbelbestemming |
geldigheidstermijn van de voorlopige bestemming |
hoofdstuk |
inleidende regels |
lid |
nadere eisen |
omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk |
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
overgangs- en slotregels |
overgangsrecht |
overig |
overige regels |
paragraaf |
regels |
slotregel |
specifieke gebruiksregels |
sublid |
subparagraaf |
subsublid |
subsubparagraaf |
subsubsublid |
subsubsubparagraaf |
toelichting |
uit te werken bestemming |
uitwerkingsregels |
verwezenlijking in de naaste toekomst |
voorlopige bestemming |
wijze van meten |
wijzigingsbevoegdheid |
<<enumeration>> ObjecttypeVisie |
---|
band |
beleidstekst |
bijlage |
bijlagen |
deel |
document |
hoofdstuk |
overig |
paragraaf |
subparagraaf |
subsubparagraaf |
subsubsubparagraaf |
toelichting |
<<enumeration>> ObjecttypeBesluit |
---|
afdeling |
artikel |
besluitdocument |
besluittekst |
bijlage |
bijlage bij regels |
bijlage bij toelichting |
bijlagen |
bijlagen bij regels |
bijlagen bij toelichting |
deel |
hoofdstuk |
lid |
onderdeel |
overig |
paragraaf |
regels |
sublid |
subonderdeel |
subparagraaf |
subsublid |
subsubparagraaf |
subsubsublid |
subsubsubparagraaf |
titel |
toelichting |
<<enumeration>> Teksttype |
---|
beleid |
beleid gemandateerd aan GS |
besluitdocument |
besluittekst |
bijlage |
bijlage bij besluitdocument |
bijlage bij besluittekst |
bijlage bij regel met voorbereidingsbescherming |
bijlage bij regel zonder voorbereidingsbescherming |
bijlage bij regels |
bijlage bij toelichting |
bijlage bij voorschriften/regels |
document |
regel met voorbereidingsbescherming |
regel zonder voorbereidingsbescherming |
regels |
toelichting |
voorschriften/regels |