Praktijkrichtlijn Analoge Bestemmingsplan Kaart (PRABPK2012) v1.3.2

Geonovum Praktijkrichtlijn
Vastgestelde versie

Deze versie:
https://docs.geostandaarden.nl/ro/def-pr-abpk2012-20240214/
Laatst gepubliceerde versie:
https://docs.geostandaarden.nl/ro/abpk2012/
Vorige versie:
https://docs.geostandaarden.nl/ro/def-pr-abpk2012-20221215/
Laatste werkversie:
https://geonovum.github.io/ROST/
Redacteur:
Beheerteam DRO, Geonovum
Auteur:
Beheerteam DRO, Geonovum
Doe mee:
GitHub geonovum/ROST
Dien een melding in
Revisiehistorie
Pull requests
Rechtenbeleid:

Status van dit document

Deze paragraaf beschrijft de status van dit document ten tijde van publicatie. Het is mogelijk dat er actuelere versies van dit document bestaan. Een lijst van Geonovum publicaties en de laatste gepubliceerde versie van dit document zijn te vinden op https://www.geonovum.nl/geo-standaarden/alle-standaarden.

Dit is de definitieve versie van de praktijkrichtlijn. Wijzigingen naar aanleiding van consultaties zijn doorgevoerd. Dit is de definitieve versie van de praktijkrichtlijn. Een praktijkrichtlijn is een product dat informatie geeft, vaak met een technisch karakter, dat nodig is voor het toepassen van een standaard. Een praktijkrichtlijn hoort altijd bij een standaard/norm.

Versiebeheer

Dit document is aan verandering onderhevig. Het versiebeheer van het document geeft inzicht in wijzigen en de actualiteit ervan.
Versie Datum Status Aanpassing
1.0 1 januari 2012 Vervallen Eerste versie
1.1 1 maart 2012 Vervallen
1.2 15 november 2012 Vervallen In hele document: bestemmingsplankaart vervangen door bestemmingsplan-kaart
In hele document: figuur niet vet
Paragraaf 5.4 toegevoegd ‘uit functielijst’
Paragraaf 5.5 tekstaanpassing
Paragraaf 5.7 gebiedsaanduidingen geluidzone – industrie vervangen door ‘geluidzone-spoor’ en ‘geluidzone-weg’
1.3 oktober 2015 Werkversie Versiebeheer toegevoegd
Voorbeeld lettercode toegevoegd in paragrafen 3.4 en 3.5
Wetgevingszone paragraaf 5.7 veranderd in wetgevingzone
14 december 2015 Definitief Besproken met BROS en softwareleveranciers; wijzigingen definitief.
1.3.1 23 november 2022 Definitief Kleine verbeteringen en foutherstel

1. Vergelijkbare bestemmingsplannen

De Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen geeft normen voor de vormgeving en inrichting van het digitale bestemmingsplan. Deze praktijkrichtlijn geeft richtlijnen voor de opmaak van de analoge bestemmingsplankaart.

1.1 Grondslagen in Wro, Bro en Regeling standaarden ruimtelijke ordening

Deze richtlijn is van toepassing op bestemmingsplannen, provinciale inpassingsplannen, rijksinpassingsplannen en rijksbestemmingsplannen. Omwille van de leesbaarheid worden deze typen instrumenten in dit document samen aangehaald met de term bestemmingsplan, tenzij hier expliciet van wordt afgeweken.

In de Regeling standaarden ruimtelijke ordeningWet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) wordt een bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting in digitale geautoriseerde bronbestanden vastgelegd en in die vorm vastgesteld. Daarnaast kent de Wro een papieren versie van (hetzelfde) bestemmingsplan. Indien de inhoud van digitale stukken tot een andere uitleg leidt dan de stukken op papier, dan is de digitale inhoud beslissend. Het bestemmingsplan is daarmee een digitaal juridisch authentiek document. De informatie die is vastgelegd in het plan moet in elektronische vorm volledig toegankelijk en raadpleegbaar zijn. Dit wordt de digitale verbeelding genoemd.

De SVBP2012 geeft normen voor de opbouw van de regels en voor de digitale verbeelding van het bestemmingsplan. Dit document geeft de aanvullende richtlijnen voor de opmaak van de analoge bestemmingsplan kaarten. Daarbij dient opgemerkt te worden dat dit document zich dus uitsluitend richt op de analoge plankaart van het bestemmingsplan, terwijl de SVBP2012 zich richt op het digitale bestemmingsplan als geheel.

1.2 Leeswijzer

In de volgende hoofdstukken zijn de richtlijnen voor de analoge plankaart van het bestemmingsplan beschreven. Hoofdstuk 2 bevat de richtlijnen die van toepassing zijn op de plankaart als geheel, Hoofdstuk 3 de richtlijnen voor de op de kaart voorkomende bestemmingen, Hoofdstuk 4 de richtlijnen voor dubbelbestemmingen en Hoofdstuk 5 de richtlijnen voor aanduidingen.

In dit document worden de volgende aanduidingen gehanteerd:

specificatie tussen <> haakjes : de gespecificeerde waarde wordt bepaald door de bronhouder;

specificatie tussen <<>> haakjes : de gespecificeerde waarde wordt gekozen uit een lijst;

specificatie tussen [] haakjes : de gespecificeerde waarde wordt letterlijk opgenomen;

[spatie] : er wordt een enkele spatie opgenomen;

rgb(x,y,z) : een kleurcodering. De codering is opgebouwd uit drie primaire additieve kleuren rood, groen en blauw. De hoeveelheid van een kleur loopt van 0 (niets van die kleur) tot en met 255 (alles van die kleur). Het eerste cijfer (x) geeft de hoeveelheid van de kleur rood aan, het tweede twee cijfer (y) geeft de hoeveelheid van de kleur groen aan, het derde cijfer (z) geeft de hoeveelheid van de kleur blauw aan.

2. Het bestemmingsplan

Dit hoofdstuk bevat de richtlijnen die van toepassing zijn op de vormgeving en inrichting van de analoge bestemmingsplankaart als geheel.

2.1 Opbouw van de analoge bestemmingsplankaart

De analoge bestemmingsplankaart bevat alle te verbeelden informatie die ook in het digitaal bestemmingsplan is opgenomen. Het gaat hierbij om het plangebied, de bestemmingen, de dubbelbestemmingen en de aanduidingen. Het bestemmingsplan wordt vastgesteld met gebruikmaking van een duidelijke ondergrond. Bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan moet worden aangegeven welke ondergrond is gebruikt. Los van de ondergrond die gebruikt is bij de vaststelling van het bestemmingsplan, wordt de analoge bestemmingsplankaart altijd getekend op een heldere en duidelijke ondergrond, waarop de belangrijkste wegen en waterwegen zijn aangegeven. Indien het plangebied het noodzakelijk maakt om meerdere analoge bestemmingsplan kaarten te produceren, blijkt uit een overzichtskaart de aansluiting van de kaarten onderling en de aansluiting aan het daaromheen gelegen gebied. Tot slot wordt op de analoge bestemmingsplankaart een noordpijl en schaalaanduiding aangegeven.

De legenda is steeds op dezelfde wijze is opgebouwd. De legenda op de analoge bestemmingsplankaart van het bestemmingsplan ziet er als volgt uit:

De bestemmingen worden in de legenda in alfabetische volgorde geplaatst, gevolgd door eventuele voorlopige en uit te werken bestemmingen, beide eveneens in alfabetische volgorde. Ook de dubbelbestemmingen worden bij elkaar geplaatst en in alfabetische volgorde gezet. Tot slot worden de aanduidingen per soort bij elkaar geplaatst en in alfabetische volgorde gezet.

De planregels verwijzen naar de digitale verbeelding van het bestemmingsplan. De analoge bestemmingsplankaart voegt zich hier naar. Bij verschillen in naamgeving in de digitale verbeelding en de analoge bestemmingsplankaart, is de digitale verbeelding leidend.

2.2 Het plangebied op de analoge bestemmingsplankaart

Centraal op de analoge bestemmingsplankaart staat de weergave van het plangebied. Het plangebied is gevuld met bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen.

Op de analoge bestemmingsplankaart wordt de begrenzing van het plangebied weergegeven met een ononderbroken bolletjeslijn, conform de specificatie in Figuur 1.


Figuur 1 Het plangebied op de analoge bestemmingsplankaart

3. Bestemmingen

Dit hoofdstuk bevat de richtlijnen die van toepassing zijn op de vormgeving en inrichting van de op de analoge bestemmingsplan aart voorkomende bestemmingen.

3.1 Algemeen

Dit hoofdstuk is van toepassing op de op de analoge bestemmingsplankaart voorkomende bestemmingen die ingevolge artikel 3.1 Wro aan gronden worden toegekend. Een bestemming heeft betrekking op een geometrisch bepaald vlak. Bestemmingen in de vorm van een lijn of een punt komen niet voor.

3.2 Hoofdgroepen van bestemmingen

In de SVBP2012 is een bindende lijst met hoofdgroepen van bestemmingen opgesteld. Van iedere specifieke bestemming, voorlopige bestemming en uit te werken bestemming is vastgelegd onder welke hoofdgroep deze valt. Op de analoge bestemmingsplankaart krijgen alle geometrisch bepaalde vlakken waar de bestemmingen, voorlopige bestemmingen en uit te werken bestemmingen betrekking op hebben, de kleur van de hoofdgroep waar deze onder valt, conform de specificatie in Figuur 2. De begrenzing van deze vlakken wordt weergegeven door een ononderbroken lijn. Op de analoge bestemmingsplankaart wordt tevens gebruik gemaakt van lettercodes. Deze lettercodes zijn uitsluitend zichtbaar op de analoge bestemmingsplankaart en in de bijbehorende legenda; ze worden niet in de planregels opgenomen en zijn ook niet zichtbaar in de digitale verbeelding


Figuur 2 Weergave hoofdgroepen van bestemmingen op de analoge bestemmingsplankaart

3.3 Lettercode van een bestemming

Iedere bestemming heeft een lettercode op de analoge bestemmingsplankaart. De letters worden in zwarte hoofdletters weergegeven. Voor de lettercode van een bestemming zijn vier varianten mogelijk:

Variant 1 – lettercode van de hoofdgroep hanteren
Indien de naam van de bestemming gelijk is aan de naam van de hoofdgroep wordt de lettercode op de analoge bestemmingsplankaart van de bestemming gelijk aan de lettercode van de hoofdgroep. Dit komt overeen met variant 1 in de SVBP2012. De lettercode van de bestemming wordt als volgt opgenomen:

<<LETTERCODE HOOFDGROEP>>
Voorbeeld: A

Variant 2 - specifieke lettercode gebruiken
Indien de naam van de bestemming nader gespecificeerd is conform variant 2 in de SVBP2012, dan wordt de lettercode van de bestemming als volgt opgenomen:

<<LETTERCODE HOOFDGROEP>> [-] <LETTERCODE VAN DE BESTEMMING>
Voorbeeld: de bestemming Agrarisch – Viskwekerij wordt weergegeven als A-VK

Voor bepaalde specifieke bestemmingen wordt een vaste lettercode gespecificeerd. Hiertoe is een functielijst opgesteld die als separate bijlage naast de SVBP2012 van toepassing is. De functielijst is verdeeld in drie kolommen: functies, hoofdgroepen en lettercodes. De lettercode genoemd bij de functie wordt gebruikt. Indien er een bestemming wordt gespecificeerd waarvan de functie niet voorkomt op de functielijst, dan kiest de bronhouder zelf een unieke lettercode die het meest van toepassing is. De gekozen lettercode komt nog niet voor op de functielijst en behoort niet toe aan andere enkel- en dubbelbestemming, bouwaanduidingen en gebiedsaanduidingen.

Variant 3 - Bestemming splitsen
Indien de naam van de bestemming nader gesplitst is conform variant 3 in de SVBP2012, dan wordt de lettercode van de bestemming als volgt opgenomen:

<<LETTERCODE HOOFDGROEP>> [-] <cijfer>
Voorbeeld: de bestemming Gemengd - 1 wordt weergegeven als GD-1

Variant 4 – lettercode van een bestemming onder de hoofdgroep Overig
Indien de naam van de bestemming nader gespecificeerd is binnen de hoofdgroep Overig conform variant 4 in de SVBP2012, dan kiest de bronhouder zelf een unieke lettercode. De gekozen lettercode komt nog niet voor op de functielijst en behoort niet toe aan andere enkel- en dubbelbestemming, bouwaanduidingen en gebiedsaanduidingen. De lettercode van de bestemming wordt als volgt opgenomen:

<LETTERCODE VAN DE BESTEMMING>
Voorbeeld: de bestemming Enclave wordt weergegeven als E

3.4 Lettercode van een voorlopige bestemming

Iedere voorlopige bestemming heeft een lettercode. De lettercode van een voorlopige bestemming wordt als volgt opgenomen:

<<LETTERCODE HOOFDGROEP>> [-] [VRL]
Voorbeeld: de bestemming Agrarisch – Voorlopig wordt weergegeven als A-VRL

In het geval een voorlopige bestemming wordt gespecificeerd, wordt de lettercode van de bestemming als volgt opgenomen:

<<LETTERCODE HOOFDGROEP>> [-] <LETTERCODE VAN DE BESTEMMING>. [spatie] [VRL]
Voorbeeld: Agrarisch – Grondgebonden Voorlopig wordt weergegeven als A-GRG-VRL

In het geval dat een voorlopige bestemming wordt gesplitst, wordt de lettercode van de bestemming als volgt opgenomen:

<<LETTERCODE HOOFDGROEP>> [-] [VRL] <cijfer>
Voorbeeld: Agrarisch – Voorlopig 1 wordt weergegeven als A-VRL1

3.5 Lettercode van een uit te werken bestemming

Iedere uit te werken bestemming heeft een lettercode. De lettercode van een uit te werken bestemming wordt als volgt opgenomen:

<<LETTERCODE HOOFDGROEP>> [-] [U]
Voorbeeld: de bestemming Agrarisch – Uit te werken wordt weergegeven als A-U

In het geval dat een uit te werken bestemming wordt gesplitst, wordt de lettercode van een uit te werken bestemming als volgt opgenomen:

<<LETTERCODE HOOFDGROEP>> [-] [U] <cijfer>
Voorbeeld: Agrarisch – Uit te werken 1 wordt weergegeven als A-U1

4. Dubbelbestemmingen

Dit hoofdstuk bevat de richtlijnen die van toepassing zijn op de vormgeving en inrichting van de op de analoge bestemmingsplankaart voorkomende dubbelbestemmingen.

4.1 Algemeen

Dit hoofdstuk is van toepassing op de dubbelbestemmingen die op de analoge bestemmingsplankaart voorkomen. Een dubbelbestemming heeft betrekking op een geometrisch bepaald vlak. Dubbelbestemmingen in de vorm van een lijn of een punt komen niet voor.

4.2 Hoofdgroepen van dubbelbestemmingen

In de SVBP2012 is een bindende lijst met hoofdgroepen van dubbelbestemmingen opgesteld. Van iedere specifieke dubbelbestemming is in de functielijst vastgelegd onder welke hoofdgroep deze valt.

Op de analoge bestemmingsplankaart krijgen alle geometrisch bepaalde vlakken waar de bestemmingen, voorlopige bestemmingen en uit te werken bestemmingen betrekking op hebben, de kleur van de hoofdgroep waar deze onder valt, conform de specificatie in Figuur 3. De begrenzing van deze vlakken wordt weergegeven door een ononderbroken lijn. In verband met de raadpleegbaarheid is het mogelijk in de kolom- en rijafstanden van de patronen van de verschillende dubbelbestemmingen te variëren. Op de analoge bestemmingsplankaart wordt tevens gebruik gemaakt van lettercodes. Deze lettercodes worden niet in de planregels of de digitale verbeelding opgenomen, maar zijn uitsluitend zichtbaar op de analoge bestemmingsplankaart en in de bijbehorende legenda.


Figuur 3 Weergave hoofdgroepen van dubbelbestemmingen op de analoge bestemmingsplankaart

4.3 Lettercode van een dubbelbestemming

Iedere dubbelbestemming heeft een lettercode op de analoge bestemmingsplankaart. Voor de specificatie van de lettercode van een dubbelbestemming is paragraaf 3.3 van toepassing.

5. Aanduidingen

Dit hoofdstuk bevat de richtlijnen die van toepassing zijn op de vormgeving en inrichting van de op de analoge bestemmingsplankaart voorkomende aanduidingen.

5.1 Algemeen

Behalve bestemmingen en dubbelbestemmingen zijn binnen het bestemmingsplan aanduidingen te onderscheiden. Er zijn zes soorten aanduidingen te onderscheiden:

Voor ieder type aanduiding is in dit hoofdstuk de weergave op de analoge bestemmingsplankaart gegeven. Met uitzondering van de aanduiding figuur zijn de hiervoor genoemde aanduidingen geometrisch begrensd en hebben zij betrekking op een vlak. Een figuur bestaat uit lijnstukken.

5.2 Bouwvlak

Een bouwvlak is een aanduiding waarvan er slechts 1 soort is. Een bouwvlak wordt op de analoge bestemmingsplankaart weergegeven door dikke lijnen overeenkomstig Figuur 4. Voor het bouwvlak wordt op de analoge bestemmingsplankaart geen gebruik gemaakt van lettercodes.

Een bouwvlak wordt als volgt weergegeven op de analoge bestemmingsplan kaart:


Figuur 4 Weergave bouwvlak op de analoge bestemmingsplankaart

5.3 Functieaanduiding

Functieaanduidingen worden op de analoge bestemmingsplankaart weergegeven met een zwarte lettercode tussen ronde haken. In Figuur 5 is de wijze waarop de begrenzing van een aanduidingvlak wordt weergegeven, evenals de lettercode van de functieaanduiding.

Voor de lettercode van een functieaanduiding zijn twee varianten mogelijk:

Variant 1 - lettercode uit de functielijst opnemen
Er is een functielijst opgesteld die als separate bijlage naast de SVBP2012 van toepassing is. Indien er gebruik gemaakt wordt van een functie die voorkomt op deze lijst, dan wordt de lettercode van de functieaanduiding als volgt opgenomen:

[(] <<lettercode>> [)]
Voorbeeld: bedrijfswoning wordt opgenomen als (bw)

In het geval dat een functie die voorkomt op de functielijst niet is toegestaan op een locatie in het bestemmingsplan, wordt deze negatieve functieaanduiding als volgt opgenomen:

[(] [-] <<lettercode>> [)]
Voorbeeld: bedrijfswoning uitgesloten wordt opgenomen als (-bw)

Variant 2 - specifieke lettercode opnemen
Naast het werken met functies van de functielijst mag er als dat nodig is voor een goede ruimtelijke ordening, ook gewerkt worden met specifieke functies. Een specifieke functie is een functie die niet voorkomt op de functielijst. De lettercode van een specifieke functie wordt geheel met kleine letters geschreven, cijfers worden als Arabische cijfers geschreven en de functieaanduiding wordt als volgt opgenomen:

[(] [s] <<lettercode hoofdgroep>> [-] <specificatie> [)]
Voorbeeld 1: specifieke vorm van agrarischdeels grondgebonden wordt opgenomen als (sa-dgg)
Voorbeeld 2: specifieke vorm van maatschappelijk - 1 wordt opgenomen als(sm-1)

Voor de <<lettercode hoofdgroep>> wordt gekozen uit een van de hoofdgroepen die gehanteerd worden bij bestemmingen en dubbelbestemmingen, behalve de hoofdgroep ‘Overig’. De gekozen waarde wordt met kleine letters opgenomen.

In het geval dat een specifieke functie niet is toegestaan op een locatie in het bestemmingsplan, wordt deze uitgesloten functie als volgt opgenomen:

[(] [-] [s] <<lettercode hoofdgroep>> [-] <specificatie> [)]
Voorbeeld: specifieke vorm van recreatie uitgesloten - groepsverblijf wordt opgenomen als (-sr-grv)


Figuur 5 Weergave functieaanduidingen op de analoge bestemmingsplankaart

5.4 Bouwaanduiding

Bouwaanduidingen worden met kleine zwarte cursieve lettercodes tussen blokhaken weergegeven. Deze gebruikte lettercodes worden niet opgenomen in de planregels. De begrenzing van de bouwaanduiding is in Figuur 6 weergegeven. Voor de lettercode van een bouwaanduiding zijn twee varianten mogelijk:

Variant 1 – lettercode uit de functielijst opnemen
In de SVBP2012 is een bindende lijst met bouwaanduidingen opgesteld. In deze variant wordt een aanduiding uit deze lijst cursief en tussen blokhaken op de analoge bestemmingsplankaart opgenomen. Voor iedere aanduiding uit deze lijst is een vaste lettercode van toepassing:

aaneengebouwd aeg
antennemast am
bijgebouwen bg
gestapeld gs
kap kap
karakteristiek ka
nokrichting nr
onderdoorgang ond
plat dak pd
twee-aaneen tae
vrijstaand vrij

Deze aanduidingen wordt als volgt opgenomen:

[[] <<bouwaanduidingcode>> []]
Voorbeeld: de bouwaanduiding aaneengebouwd wordt opgenomen als [aeg]

In het geval dat een bepaalde bouwwijze of verschijningsvorm die voorkomt op de vaste lijst niet is toegestaan op een locatie in het bestemmingsplan, wordt gebruik gemaakt van een negatieve bouwaanduiding. Deze negatieve bouwaanduiding wordt als volgt opgenomen:

[[] [-] <<bouwaanduidingcode>> []]
Voorbeeld: de bouwaanduiding aaneengebouwd uitgesloten wordt opgenomen als [-aeg]

Variant 2 - specifieke lettercode opnemen
Naast het werken met bouwaanduidingen uit de vaste lijst uit de SVBP2012 mag er als dat nodig is voor een goede ruimtelijke ordening, ook gewerkt worden met specifieke bouwaanduidingen. Een specifieke bouwaanduiding is een bouwaanduiding die niet voorkomt op de genoemde lijst. De lettercode van de specifieke bouwaanduiding wordt als volgt opgenomen:

[[] [sba] [-] <specifieke code> []]
Voorbeeld 1: specifieke bouwaanduiding - stolp wordt opgenomen als [sba-sto]
Voorbeeld 2: specifieke bouwaanduiding - 1 wordt opgenomen als [sba-1]

In het geval dat een bepaalde bouwwijze of verschijningsvorm niet is toegestaan op een locatie in het bestemmingsplan, wordt gebruik gemaakt van een negatieve specifieke aanduiding. De negatieve verzamelaanduiding wordt als volgt opgenomen:

[[] [-] [sba] [-] <specifieke code> []]
Voorbeeld 1: specifieke bouwaanduiding uitgesloten - stolp wordt opgenomen als [-sba-sto]
Voorbeeld 2: specifieke bouwaanduiding uitgesloten - 1 wordt opgenomen als [-sba-1]

In het geval het voor de leesbaarheid van de analoge bestemmingsplankaart gewenst is dezelfde lettercode voor de bouw­aanduiding binnen één bestemmingsvlak, bouwvlak of gebiedsaandui­ding een of meerdere keren te herhalen, dan worden meerdere plaatsingspunten aangegeven.


Figuur 6 Weergave bouwaanduiding op de analoge bestemmingsplankaart

5.5 Maatvoering

Op de analoge bestemmingsplankaart worden de maatvoeringvlakken weergegeven op de wijze, zoals in Figuur 8 aangegeven maatvoeringsymbolen. De maatvoering wordt in het maatvoeringvlak door middel van een maatvoeringsymbool (ook wel matrix of matrixsymbool genoemd) weergegeven. Er worden vaste symbolen en symboolcodes gebruikt op de analoge bestemmingsplankaart. Bij het gebruik van een maatvoeringsymbool op de analoge bestemmingsplankaart, is het conform IMRO verplicht de code van het symbool op te nemen in het digitale bestemmingsplan. Voor het plaatsen van een maatvoeringsymbool op de analoge bestemmingsplankaart worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:


Figuur 7 Maatvoeringsymbolen

In de symbolen s128, s129 en s130 wordt op de plaats van de letter j de waarde weergegeven die behoort bij de maatvoeringsaanduiding. Op de plaats van x wordt de keuze uit Tabel 1 met maatvoeringsymbolen weergegeven. Daarbij wordt alleen de specificatie na de algemene symboolcode s128, s129 en s130 opgenomen.

De volledige lijst met mogelijke maatvoeringsaanduiding met symboolcodes is opgenomen in Tabel 1.

Tabel 1 Maatvoering waarde met symboolcode

Maatvoering SymboolCode
waarde gebruik zonder voorvoegsel gebruik met voorvoegsel [minimum] gebruik met voorvoegsel [maximum] gebruik met voorvoegsel [minimum en maximum]
aantal s128a
aantal aaneen te bouwen wooneenheden s128ab s129x s121
aantal bedrijven s128b s129a s130a
aantal bezoekers s128c s129b s130b
aantal bouwlagen s128d s129c s120
aantal gebouwen s128e s129d s130c
aantal parkeerplaatsen s128f s129e s130d
aantal rijstroken s128g s129f s130e
aantal sporen s128h s129g s130f
aantal winkels s128i s129h s130g
aantal wooneenheden s128j s129i s119
bebouwd oppervlak (m2) s128l s129j s130h
bebouwingspercentage (%) s128m s129k s109
bouwhoogte (m) s128r s103 s104 s105
breedte (m) s128n s129l s130i
dakhelling (graden) s128o s106 s107 s108
diepte (m) s128p s129m s130s
goothoogte (m) s128s s100 s101 s102
hoogte (m) s128q s129n s130j
hoogteligging vlak (m) s128t s129o s130k
lengte (m) s128u s129p s130l
maatvoering s128k
oppervlakte (m2) s128v s129q s130m
verticale bouwdiepte (m) s122 s129y s130t
vloeroppervlakte (m2) s128ac s129r s130n
vloeroppervlakte; bruto (m2) s128w s129s s130o
vloeroppervlakte; bvo (m2) s128x s129t s127
vloeroppervlakte; netto (m2) s128y s129u s130p
vloeroppervlakte; vvo (m2) s128z s129v s130q
volume (m3) s128aa s129w s130r
goothoogte en bouwhoogte (m) s110 s111 s112
goothoogte, bouwhoogte (m), dakhelling (graden) s113 s114 s115
goothoogte, bouwhoogte (m), dakhelling (graden), maximum bebouwingspercentage (%) s116 s117 s118
bouwhoogte (m), maximum bebouwingspercentage (%) s123 s125
goothoogte, bouwhoogte (m), maximum bebouwingspercentage (%) s124
bouwhoogte (m), aantal bouwlagen, maximum bebouwingspercentage (%) s126
<overige waarde 1> s128ad s129z s130u
<overige waarde 2> s128ae s129aa s130v
<overige waarde 3> s128af s129ab s130w

In het geval het voor de leesbaarheid gewenst is op de analoge bestemmingsplankaart hetzelfde maatvoeringsymbool binnen één bestemmingsvlak, bouwvlak of gebiedsaanduiding een of meerdere keren te herhalen, dan worden meerdere plaatsingspunten in één object Maatvoering geplaatst.


Figuur 8 Weergave maatvoering op de analoge bestemmingsplankaart

5.6 Figuur

Figuren worden op de analoge bestemmingsplankaart weergegeven conform de aanduidingen in Figuur 9. Bij leidingen kan de hartlijn van de aanduiding worden geplaatst in het vlak van de dubbelbestemming. In de hartlijn kan worden aangegeven om welke leiding het gaat.


Figuur 9 Weergave figuren op de analoge bestemmingsplankaart

5.7 Gebiedsaanduidingen

In de SVBP2012 is een bindende lijst met hoofdgroepen van gebiedsaanduidingen opgesteld. Van iedere specifieke gebiedsaanduiding is vastgelegd onder welke hoofdgroep deze valt.

In de legenda op de analoge bestemmingsplankaart wordt de volledige naam van de aanduiding gegeven. Voor de weergave van een gebiedsaanduiding op de analoge bestemmingsplankaart zijn twee varianten mogelijk:

Variant 1 - naam van de hoofdgroep hanteren
De naam van de gebiedsaanduiding is gelijk aan de naam van de hoofdgroep. De gebiedsaanduiding wordt weergegeven door de arceringen en kleuren zoals in Figuur 10. De naam van de gebiedsaanduiding wordt als volgt opgenomen:
Voorbeeld: geluidzone

Variant 2 - specificieke gebiedsaanduiding gebruiken
In deze variant wordt de gebiedsaanduiding weergegeven door de arceringen in de kleuren die in Figuur 10 zijn weergegeven.
Voorbeeld: wetgevingzone - afwijkingsgebied

Als het voor een goede ruimtelijke ordening wenselijk is om meerdere varianten van dezelfde specifieke gebiedsaanduiding te gebruiken, dan kunnen deze verder gespecificeerd worden met een nadere tekstuele aanduiding in de vorm van een woord of een Arabisch cijfer. Wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende vlakken/soorten door aan de arcering in een zwart cursief weergegeven Arabisch cijfer toe te voegen, dan is dit Arabisch cijfer ook in de naam van de gebiedsaanduiding opgenomen.
Voorbeeld 1: wetgevingzone – wijzigingsgebied 1
Voorbeeld 2: wetgevingzone - afwijkingsgebied milieu

Ook is het mogelijk onderscheid tussen deze gebiedsaanduidingen te maken door de arcering dichter of opener weer te geven.


Figuur 10 Weergave gebiedsaanduidingen op de analoge bestemmingsplankaart