Informatiemodel Omgevingswet (IMOW) 3.1

Verwijzing naar een OW-bestand in deze OW-Aanlevering.

• Als een bestand genoemd wordt dan moet het aanwezig zijn in de aanlevering. (LVBB1016)

• Bij object­Type zijn de volgende waardes toegestaan: Activiteit, Gebiedsaanwijzing, Gebied, Gebiedengroep, Hoofdlijn, Punt, Puntengroep, Lijn, Lijnengroep, Regeltekst, Regel­Voor­Iedereen, Instructieregel, Omgevingswaarderegel, Omgevingsnorm, Omgevingswaarde, Pons, Tekstdeel, Kaart, Kaartlaag, Ambtsgebied, Divisie of Divisietekst. (LVBB1025)

De naam van het bestand.

Lijst van specifieke object­Typen die voorkomt in de OW-aanlevering.

Specifiek bestand in Aanlevering.

• Een OW-Bestand moet voldoen aan het xmlschema: bestanden-ow/generiek/standlevering-generiek.xsd (TPOD1250)

Dit XML bestand bevat een lijst met OW-objecten.

Omschrijving van de dataset.

Naam van het gebied.

Een identificatie van de levering.

Lijst van specifieke object­Typen die voorkomen in het OW-bestand.

Bij een aanlevering aan de LVBB meegeleverd bestand dat de OW-aanleveringen behorend bij de aanlevering vastlegt.

• Als een LVBB-aanlevering een regeling initieert, wijzigt, of intrekt moet voor elke regelingversie die daardoor ontstaat of eindigt een OW-aanlevering gekoppeld zijn. (TPOD1225)

Als een Besluit meerdere regelingen instelt of wijzigt vermeldt het OW-manifest meerdere OW-aanleveringen. Ook kan het bij gefaseerde inwerkingtreding voorkomen dat één besluit resulteert in meerdere regelingversies van dezelfde regeling.

Het domein geeft het wetgevingsdomein aan. Het element heeft een vaste waarde 'Omgevingswet'.

Versienummer van het IMOW gebruikt in deze aanlevering.

Aanlevering van nieuwe, gewijzigde en beëindidge OW-objecten behorend bij een van de initiaties, mutaties of intrekkingen die in de LVBB-aanlevering gebeuren.

• Als doel­ID is ingevuld dan moet expression­IDRegeling leeg zijn en gelden de de regels van IMOW 3.0. Een aanlevering met doel­ID wordt niet geaccepteerd als er gebruik is gemaakt van de in STOP 1.4 geïntroduceerde consolidatiescenario's. (TPOD2150)
• Als doel­ID leeg is dan worden de in STOP 1.4 geïntroduceerde consolidatiescenario's gebruikt. Voor verdere invulling zie paragraaf
  5.3.

De drie attributen wijzen een unieke initiatie, mutatie of intrekking aan in de LVBB-aanlevering.

Work­ID van de Regeling waar deze OW-aanlevering bij hoort.

het Doel van de OP-aanlevering.

waarde van de van de FRBRExpression in de Expression­Identificatie van de Regeling­Versie­Informatie die aangeeft waar de OW-aanlevering bij hoort.

Identificeerbaar object in een OW-aanlevering

• De identificatie van een OW-object moet overeenkomen met het type OW-object (TPOD1890)

Dit is de superklasse van alle objecten die in OW-aanlevering kunnen worden aangeleverd en bevat de attributen die OW-objecten met elkaar gemeen hebben.

De status van een OW-object kan actief of beëindigd zijn. In de uitwisseling heeft dit attribuut de waarde 'B' of geeen waarde:

• Als status geen waarde heeft is het OW-object actief.
• Als status de waarde 'B' heeft is het OW-object beëindigd.

Identificatie van dit object.

Object dat verwijst naar een tekstelement in STOP.

Identificatie (w­Id) van tekstelement uit Regeling waarnaar verwezen wordt.

Identificeerbaar object in een OW-aanlevering

Identificatie volgens de NEN3610 standaard.

Regeltekst is de kleinste zelfstandige eenheid van (een of meer) bij elkaar horende Juridische regels in het Lichaam van de Regeling van omgevingsdocumenten met Artikelstructuur, te weten een artikel of een lid.

• Alle Juridische regels die naar dezelfde Regeltekst verwijzen moeten van hetzelfde type zijn. (TPOD1850)
• Indien een Artikel is onderverdeeld in Leden zijn annotaties alleen toegestaan op Leden. (TPOD2060)
• Alleen bij een Lid of Artikel dat een STOP-element Inhoud bevat is een Regeltekst toegestaan; in dat geval moet er precies één Regeltekst zijn. (TPOD2061)

het werkingsgebied van een Regeltekst wordt afgeleid op basis van de locatieaanduidingen van Juridische regels en zit niet in de uitwisseling

Een Juridische­Regel wordt in Artikelen en Leden van een Regeling vastgelegd. De relatie artikel­Of­Lid verwijst naar het relevante Artikel c.q. Lid.

Object dat verwijst naar een tekstelement in STOP.

Object dat een Activiteit verbindt met een Locatie en de regel over die Activiteit voor die Locatie kwalificeert.

Wanneer een Regel­Voor­Iedereen een Activiteit reguleert hoort daar een Activiteit­Locatieaanduiding bij die vastlegt waar de Activiteit gereguleerd wordt en een kwalificatie geeft van de Regel.

Identificatie van dit object.

Door het bevoegd gezag zelf te kiezen symboolcode uit de Symbolenbibliotheek die in een viewer gebruikt kan worden om dit object een symbolosatie te geven die afwijkt van de standaard symbolisatie.

Activiteit­Locatieaanduiding(en) die onderdeel zijn van de kaartlaag.

Regel waarmee een bestuursorgaan een ander bevoegd gezag een opdracht geeft over het verrichten van een taak of een bevoegdheid.

• Van de attributen instructieregel­Instrument en instructieregel­Taakuitoefening moet er precies één voorkomen. (TPOD2080)

De naam van het instrument waarin de instructieregel moet worden uitgewerkt.

Het type bestuurslaag of organisatie dat de taak waarover de instructieregel gaat moet uitvoeren.

De omgevingsnormen en locaties die bij deze Instructueregelhoren.

De beschrijving van een regel met juridische werkingskracht.

Regel over een omgevingswaarde als bedoeld in afdeling 2.3 Omgevingswet, die op zichzelf alleen gericht is tot de bestuursorganen van het bevoegd gezag dat de omgevingswaarde heeft vastgesteld.

De omgevingswaarden en locaties die bij deze omgevingswaarderegel horen.

De beschrijving van een regel met juridische werkingskracht.

Een Juridische regel die voor een ieder relevant is of relevant kan zijn en geen Instructieregel of Omgevingswaarderegel is.

De beschrijving van een regel met juridische werkingskracht.

De beschrijving van een regel met juridische werkingskracht.

• Alle Juridische regels die verwijzen naar dezelfde Regeltekst moeten dezelfde waarde hebben voor idealisatie. (TPOD2027)

Vastlegging van de manier waarop de begrenzing van de Locatie(s) voor deze Juridische regel geïnterpreteerd moet worden en door het bevoegd gezag bedoeld is.

Kernachtige weergave van de grondgedachte achter een regel.

Specifiek type gebied dat in deze regel is aangewezen of waarover de regel gaat.

Attribuut dat een of meer specifieke Locatie(s) aanduidt waar deze Juridische regel van toepassing is.

De verwijzing van een specifieke Juridische regel naar (de identificatie van) de Kaart waarop de Locaties en OW-objecten worden weergegeven die horen bij de betreffende Juridische regel.

Een Juridische­Regel wordt in Artikelen en Leden van een Regeling vastgelegd. De relatie artikel­Of­Lid verwijst naar het relevante Artikel c.q. Lid.

Identificeerbaar object in een OW-aanlevering

Machineleesbare vastlegging van het gebied waar de volledige Regeling van toepassing is.

Duiding van de geografische locatie van het Regelingsgebied

Identificeerbaar object in een OW-aanlevering

Generalisatie van Omgevingsnorm en Omgevingswaarde.

• Voor ieder punt op de kaart mag een Norm maar één waarde hebben. (TPOD2101)
• Locaties van een Norm mogen elkaar niet geheel of gedeeltelijk overlappen. (TPOD2102)
• Eenheid mag alleen voorkomen als de Normwaarde het attribuut kwantitatieve­Waarde heeft en is dan verplicht (TPOD2100).
• Een Normwaarde geldt voor iedere individuele geometrie van Gebied, Lijn, Punt, Gebiedengroep, Lijnengroep of Puntengroep respectievelijk van de Multi­Surface, Multi­Curve of Multi­Point van de Locatie waarnaar die Normwaarde verwijst. (TPOD2103)

Mensleesbare beschrijving waarmee de Norm wordt aangeduid.

Nadere typering van de Norm volgens de waardelijst.

Aanduiding van de eenheid waarin de kwantitatieve waarde van de Norm wordt uitgedrukt.

Waarden van deze Norm.

Identificatie van deze Normwaarde

Een tekstuele vastlegging van een Normwaarde.

Een numerieke vastlegging van een Normwaarde.

Attribuut dat wordt gebruikt om aan te geven dat de Normwaarde in de tekst van het artikel of lid is opgenomen.

Symboolcode uit de symbolenbibliotheek die in een viewer gebruikt kan worden om dit object een symbolosatie te geven die afwijkt van de standaard symbolisatie.

Normen die onderdeel zijn van de kaartlaag.

Identificeerbaar object in een OW-aanlevering

Het objecttype dat machineleesbaar maakt dat een Juridische regel en de bijbehorende Locatie(s) gaan over een norm over de fysieke leefomgeving die in een kwantitatieve of kwalitatieve waarde wordt uitgedrukt en geen omgevingswaarde is.

Een categorie, of groep, waaronder een omgevingsnorm valt.

De omgevingsnormen en locaties die bij deze Instructueregelhoren.

Generalisatie van Omgevingsnorm en Omgevingswaarde.

Norm die van (een onderdeel van) de fysieke leefomgeving de gewenste staat of kwaliteit, de toelaatbare belasting door activiteiten en/of de toelaatbare concentratie of depositie van stoffen als beleidsdoel vastlegt.

Een categorie, of groep, waaronder een omgevingswaarde valt.

De omgevingswaarden en locaties die bij deze omgevingswaarderegel horen.

Generalisatie van Omgevingsnorm en Omgevingswaarde.

Een activiteit is ieder menselijk handelen waarbij, of ieder menselijk nalaten waardoor een verandering of effect in de fysieke leefomgeving wordt of kan worden bewerkstelligd.

Er wordt niet een activiteit bedoeld die een initiatiefnemer wil uitvoeren, maar het type activiteit waarover regels opgesteld zijn. De regel geeft aan dat activiteiten van een bepaald type wel of niet zijn toegestaan op deze locatie en onder welke voorwaarden.

Een (korte) omschrijving van de activiteit.

Een categorie, of groep, waaronder een activiteit valt.

Een activiteit en daaraan gekoppelde regels die contextueel relevant is voor deze activiteit.

De verwijzing van een specifieke Activiteit naar een andere Activiteit, die inhoudelijk generieker is dan de Activiteit die wordt geannoteerd.

Identificeerbaar object in een OW-aanlevering

Pons is het OW-object voor het omgevingsplan waarmee het bevoegd gezag aangeeft dat op de Locatie van de Pons één of meer ruimtelijke plannen, of delen daarvan, die in de overbruggingsfunctie van DSO-LV aanwezig zijn, niet langer geldig zijn en dat er voor zorgt dat de overbruggingsfunctie van DSO-LV die ruimtelijke plannen niet meer toont.

• Bij een Regeling hoort ten hoogste één Pons. (OZON0104)

Locatie van de Pons

Identificeerbaar object in een OW-aanlevering

Gebiedsaanwijzing geeft aan dat een Juridische regel of een­Tekstdeel en de bijbehorende Locatie(s) een specifiek type gebied aanwijzen of over een specifiek type gebied gaan.

De Gebiedsaanwijzing kan zowel bij Juridische regels (artikelstructuur) als bij Tekstdelen (vrijetekststructuur) voorkomen.

Het type van de Gebiedsaanwijzing.

De naam van de specifieke vorm van een bepaald type Gebiedsaanwijzing.

De groep waartoe de Gebiedsaanwijzing behoort. De waarde die gekozen kan worden uit de waardelijst gebiedsaanwijzinggroep is afhankelijk van de waarde die gekozen wordt bij 'type'.

Door het bevoegd gezag zelf te kiezen symboolcode uit de Symbolenbibliotheek die in een viewer gebruikt kan worden om dit object een symbolosatie te geven die afwijkt van de standaard symbolisatie.

De locaties waarnaar de Gebiedsaanwijzing verwijst

Specifiek type gebied dat in deze regel is aangewezen of waarover de regel gaat.

Gebiedsaanwijzingen die onderdeel zijn van de kaartlaag.

Identificeerbaar object in een OW-aanlevering

Één van de kwantitatieve of kwalitatieve waarden van een norm.

• Van de attributen kwalitatieve­Waarde, kwantitatieve­Waarde en waarde­In­Regeltekst moet er precies één voorkomen. (TPOD1650)
• Een Normwaarde die bedoeld is als gezamenlijke waarde voor meerdere geometrieën is niet toegestaan. (TPOD2104)

De normwaarde geeft aan wat de specifieke kwantitatieve of kwalitatieve eisen zijn, inclusief de toewijzing ervan aan de specifieke locatie(s) waar de normwaarde voor geldt.

Identificatie van deze Normwaarde

Een tekstuele vastlegging van een Normwaarde.

Een numerieke vastlegging van een Normwaarde.

Attribuut dat wordt gebruikt om aan te geven dat de Normwaarde in de tekst van het artikel of lid is opgenomen.

Symboolcode uit de symbolenbibliotheek die in een viewer gebruikt kan worden om dit object een symbolosatie te geven die afwijkt van de standaard symbolisatie.

verwijzing naar de Locaties waar de Normwaarde geldt.

Annotatie op een STOP Divisie.

• Het w­Id van een OW-object Divisie moet verwijzen naar een STOP-tekstelement van het type Divisie in de Regelingtekst. (TPOD2041)

Object dat verwijst naar een tekstelement in STOP.

Annotatie op een STOP Divisietekst.

• Het w­Id van een OW-object Divisietekst moet verwijzen naar een STOP-tekstelement van het type Divisietekst in de Regelingtekst. (TPOD2042)

Object dat verwijst naar een tekstelement in STOP.

Tekstdeel is het objecttype dat de relatie vormt tussen een beleids- of realisatietekst en de daarmee samenhangende annotaties.

• Als er bij een Tekstdeel direct of indirect een Locatie hoort dan is idealisatie verplicht. (TPOD2110)
• Alle Tekstdelen die verwijzen naar dezelfde Divisie moeten dezelfde waarde hebben voor idealisatie. (TPOD2111)
• Alle Tekstdelen die verwijzen naar dezelfde Divisietekst moeten dezelfde waarde hebben voor idealisatie. (TPOD2112)

Vastlegging van de manier waarop de begrenzing van de Locatie(s) voor dit Tekstdeel geïnterpreteerd moet worden en door het bevoegd gezag bedoeld is.

Kernachtige weergave van de grondgedachte achter dit tekstdeel.

Verwijzing van een specifiek Tekstdeel naar (de identificatie van) de Kaart waarop de Locaties en OW-objecten worden weergegeven die horen bij het betreffende Tekstdeel.

Identificeerbaar object in een OW-aanlevering

Element dat de hoofdlijn weergeeft van het beleid voor of de kwaliteit, ontwikkeling of staat van de fysieke leefomgeving dat of die in het Tekstdeel wordt beschreven.

Verwijzing van een specifieke Hoofdlijn naar een andere Hoofdlijn die aangeeft dat er een bijzondere relatie bestaat tussen die twee Hoofdlijnen

Identificeerbaar object in een OW-aanlevering

Keuzeelement waarmee wordt vastgelegd of een annotatie wordt gekoppeld op structuurniveau of op het niveau van de inhoud.

Het objecttype dat machineleesbaar vastlegt waar een Juridische regel, Tekstdeel en/of de domeinspecifieke objecttypen van toepassing zijn.

Mensleesbare term of frase waarmee een Locatie wordt aangeduid.

het werkingsgebied van een Regeltekst wordt afgeleid op basis van de locatieaanduidingen van Juridische regels en zit niet in de uitwisseling

Attribuut dat een of meer specifieke Locatie(s) aanduidt waar deze Juridische regel van toepassing is.

Duiding van de geografische locatie van het Regelingsgebied

verwijzing naar de Locaties waar de Normwaarde geldt.

Locatie van de Pons

De locaties waarnaar de Gebiedsaanwijzing verwijst

Identificeerbaar object in een OW-aanlevering

Op zichzelf staande geometrisch afgebakende puntlocatie in een virtuele weergave van de fysieke leefomgeving.

Iedere verwijzing naar een Geometrie vanuit een Locatie van het type Punt moet een verwijzing zijn naar een geometrie van het type GM_Point of GM_Multi­Point. (TPOD1970)

Verwijzing naar de punten van de puntengroep

Het objecttype dat machineleesbaar vastlegt waar een Juridische regel, Tekstdeel en/of de domeinspecifieke objecttypen van toepassing zijn.

Een op zichzelf staande geometrisch afgebakende lijnlocatie in de fysieke leefomgeving.

• Iedere verwijzing naar een Geometrie vanuit een Locatie van het type Lijn moet een verwijzing zijn naar een geometrie van het type GM_Curve of GM_Multi­Curve. (TPOD1960)

Verwijzing naar de lijnen van de lijnengroep

Het objecttype dat machineleesbaar vastlegt waar een Juridische regel, Tekstdeel en/of de domeinspecifieke objecttypen van toepassing zijn.

Op zichzelf staande geometrisch afgebakende ‘ruimte’ in een virtuele weergave van de fysieke leefomgeving.

• Iedere verwijzing naar een Geometrie vanuit een Locatie van het type Gebied moet een verwijzing zijn naar een geometrie van het type GM_Surface of GM_Multi­Surface. (TPOD1980)

Verwijzing naar de gebieden van de gebiedengroep

Het objecttype dat machineleesbaar vastlegt waar een Juridische regel, Tekstdeel en/of de domeinspecifieke objecttypen van toepassing zijn.

Locatie die samenvalt met het ambtsgebied van een bevoegd gezag: het gebied waarover dat bevoegd gezag de bevoegdheid tot regeling en bestuur heeft.

De geometrie van het ambtsgebied wordt opgehaald uit de bestuurlijke grenzen voorziening. Voor het vinden van de juiste geometrie in deze voorziening zjn de gegevens van de bestuurlijke­Grenzen­Verwijzing nodig.

gegevens ten behoeve van het vinden van de juiste Geometrie in de bestuurlijke grenzen voorziening.

Het onderdeel van de bestuurlijke­Grenzen-voorziening waarin de ambtsgebieden worden bijgehouden. Wordt ingevuld met de verplichte waarde ‘NL.BI.Bestuurlijk­Gebied’.

De identificatie van het gebied in de bestuurlijkegrenzenvoorziening: de CBS-code respectievelijk de RVIG-code van het bevoegd gezag, inclusief de letteraanduiding in hoofdletters van de bestuurslaag.

De datum waarop Ambtsgebied geldig is. De verwijzing is altijd statisch: met de Locatie Ambtsgebied wordt bedoeld het ambtsgebied zoals dat gold op de ingevulde datum.

Het objecttype dat machineleesbaar vastlegt waar een Juridische regel, Tekstdeel en/of de domeinspecifieke objecttypen van toepassing zijn.

een groep of verzameling van bij elkaar behorende Punten, die samen de Locatie vormen.

Verwijzing naar de punten van de puntengroep

Het objecttype dat machineleesbaar vastlegt waar een Juridische regel, Tekstdeel en/of de domeinspecifieke objecttypen van toepassing zijn.

een groep of verzameling van bij elkaar behorende Lijnen, die samen de Locatie vormen.

Verwijzing naar de lijnen van de lijnengroep

Het objecttype dat machineleesbaar vastlegt waar een Juridische regel, Tekstdeel en/of de domeinspecifieke objecttypen van toepassing zijn.

een groep of verzameling van bij elkaar behorende Gebieden, die samen de Locatie vormen.

Verwijzing naar de gebieden van de gebiedengroep

Het objecttype dat machineleesbaar vastlegt waar een Juridische regel, Tekstdeel en/of de domeinspecifieke objecttypen van toepassing zijn.

Geometrie is het object dat de geometrie bevat: de geometrische bepaling van een gebied, lijn of punt door middel van coördinaten.

Regels voor Geometrie staan in STOP. Een samenvatting van de regels is ook te vinden in Hoofdstuk 6

Een OW-aanlevering bevat geen serialisatie van Geometrie. De geometrie waar een Punt, Lijn of Gebied naar verwijst is te vinden door de geometrie met de id waarnaar verwezen wordt op te zoeken in de GIO's behorend bij deze regeling. De GIO's bij de regeling worden aangeleverd conform STOP.

Klasse die de gegevens voor het doen van een verwijzing naar de bestuurlijke­Grenzen-voorziening bevat

Het onderdeel van de bestuurlijke­Grenzen-voorziening waarin de ambtsgebieden worden bijgehouden. Wordt ingevuld met de verplichte waarde ‘NL.BI.Bestuurlijk­Gebied’.

De identificatie van het gebied in de bestuurlijkegrenzenvoorziening: de CBS-code respectievelijk de RVIG-code van het bevoegd gezag, inclusief de letteraanduiding in hoofdletters van de bestuurslaag.

De datum waarop Ambtsgebied geldig is. De verwijzing is altijd statisch: met de Locatie Ambtsgebied wordt bedoeld het ambtsgebied zoals dat gold op de ingevulde datum.

De in samenhang getoonde door het bevoegd gezag geselecteerde collectie van domeinspecifieke OW-objecten.

Nummer van de kaart.

Minimum x-coördinaat.

Minimum y-coördinaat.

Maximum x-coördinaat.

Maximum y-coördinaat.

De verwijzing van een specifieke Juridische regel naar (de identificatie van) de Kaart waarop de Locaties en OW-objecten worden weergegeven die horen bij de betreffende Juridische regel.

Verwijzing van een specifiek Tekstdeel naar (de identificatie van) de Kaart waarop de Locaties en OW-objecten worden weergegeven die horen bij het betreffende Tekstdeel.

Identificeerbaar object in een OW-aanlevering

Het objecttype waarmee de lagen worden gedefinieerd waaruit een kaart wordt opgebouwd.

De verwijzingen naar Activiteit­Locatieaanduiding, Gebiedsaanwijzing, Omgevingswaarde of Omgevingsnorm geven aan welke objecten onderdeel uitmaken van de kaartlaag.

Naam van de kaartlaag

Niveau waarop de kaartlaag gestapeld wordt bij het opbouwen van de kaart. (1 is het onderste niveau)

Normen die onderdeel zijn van de kaartlaag.

Gebiedsaanwijzingen die onderdeel zijn van de kaartlaag.

Activiteit­Locatieaanduiding(en) die onderdeel zijn van de kaartlaag.

Identificeerbaar object in een OW-aanlevering

Minimum en maximum van coördinaten (in RD) die samen een rechthoekig gebied definiëren.

Minimum x-coördinaat.

Minimum y-coördinaat.

Maximum x-coördinaat.

Maximum y-coördinaat.