Informatie Model Geluid (IMGeluid) versie 2.0

Informatieobject dat gegevens specificeert over alle geluidproductieplafonds of basisgeluidemissies, de voor de berekening daarvan gebruikte geluidbrongegevens (geluidemissie- en geluidoverdrachtsobjecten), de onderliggende (juridische) documententatie, de monitoringsgegevens, de cumulatie bronnen en het geluidaandachtsgebied, die gezamenlijk deel uitmaken van hetzelfde type geluidbron.

• Dit object is de kern het informatiemodel geluid; het verbindt alle objecten met elkaar en houdt de historie bij. Door ook informatie op te nemen over het soort geluidbron en de herkomst van de Geluidgegevenscollectie wordt ook aangegeven met welke juridische werkelijkheid de gegevenscollectie te maken heeft.
• Aangezien iedere geluidbron aan andere regels moet voldoen, is de geluidbron bepalend voor de juridische werkelijkheid waaraan de Geluidgegevenscollectie moet conformeren.

• Er mag alleen geen Geluidaandachtsgebied in een Geluidgegevenscollectie zitten indien Geluidgegevenscollectie.systematiek=GPP of Geluidgegevenscollectie.systematiek=BGE, EN het Geluidgegevenscollectie.type=vaststelling;
• Wanneer geluidbron van Geluidgegevenscollectie = industrieterrein OF luchtvaart OF schiet- of springterrein, moet de Geluidgegevenscollectie 1 terrein bevatten, anders 0;
• Wanneer Geluidgegevenscollectie.type = vaststelling: mag de Geluidgegevenscollectie (een specialisatie van) de volgende objecttypen bevatten: Geluidemissieobject, Geluidoverdrachtobject, Basisgeluidemissieobject, Geluidproductieplafondobject, Geluidaandachtsgebied, Documentverwijzing, Geluidberekeningobject, Lijnbronindustrie, Vlakbronindustrie, Geluidcontour, Terrein;
• Wanneer Geluidgegevenscollectie.type = brongegevens monitoring: mag de Geluidgegevenscollectie (een specialisatie van) de volgende objecttypen bevatten: Geluidemissieobject, Geluidoverdrachtobject, Lijnbronindustrie, Vlakbronindustrie, Terrein;
• Wanneer Geluidgegevenscollectie.type = prognose: mag de Geluidgegevenscollectie (een specialisatie van) de volgende objecttypen bevatten: Geluidemissieobject;
• Wanneer Geluidgegevenscollectie.type = monitoringresultaat: mag de Geluidgegevenscollectie (een specialisatie van) de volgende objecttypen bevatten: Monitoringresultaat, Geluidberekeningobject, Documentverwijzing, Terrein;
• Wanneer Geluidgegevenscollectie.geluidbron=Lokale spoorweg EN Geluidgegevenscollectie.systematiek =GPP: moeten alle Geluidsoverdrachtsobjecten meegeleverd worden;
• Wanneer Geluidgegevenscollectie.geluidbron=Lokale spoorweg EN Geluidgegevenscollectie.systematiek =BGE: mag geen Geluidsoverdrachtsobject meegeleverd worden;

• Een Geluidgegevenscollectie heeft alleen Geluidproductieplafondobjecten indien Geluidgegevenscollectie.systematiek=GPP.

Unieke identificatie van het object binnen het domein van NEN 3610.

Het jaar waarop de Geluidgegevenscollectie betrekking heeft

Geeft aan voor welke type toepassing de Geluidgegevenscollectie is gebruikt.

Geluidbron waar Geluidgegevenscollectie betrekking op heeft.

Informatie over de herkomst van een Geluidgegevenscollectie.

Tijdstip waarop deze instantie van het object is opgenomen in het geluidregister.

Einde van de periode waarop deze instantie van het object geldig is in het geluidregister. Wanneer deze waarde niet is ingevuld is de instantie nog geldig

Geeft aan of bij aanlevering sprake is van GPP, BGE of anders (geen van beiden, bij cummulatie bijv)

Een Geluidgegevenscollectie bevat wel of geen Geluidaandachtsgebied. Een Geluidaandachtsgebied kan worden samengesteld van 1 of meerdere Geluidgegevenscollecties.

Gebied rondom een industrieterrein of langs een weg of spoorweg, waarbinnen de geluidproductie hoger kan zijn dan de standaardwaarde.

• Overlap van geluidaandachtsgebieden is toegestaan. Omdat alle gegevens van een bepaald type van een bepaalde geluidbron met betrekking op een bepaalde periode in dezelfde geluidgegevenscollectie zitten kan worden getraceerd waar gegevens bij horen.
• Geluidaandachtsgebieden kunnen zowel per bronhouder, per geluidbronsoort of landelijk voorkomen.

Unieke identificatie van het object binnen het domein van NEN 3610.

2D Multivlak geometrie van een geluidaandachtsgebied.

Type geluidbron waarbij het geluidaandachtsgebied hoort.

Een Geluidgegevenscollectie bevat wel of geen Geluidaandachtsgebied. Een Geluidaandachtsgebied kan worden samengesteld van 1 of meerdere Geluidgegevenscollecties.

Verwijzing naar het onderliggende besluit voor GPP, onderliggende bepaling voor BGE of onderliggende monitoringsrapportage voor een Monitoringswaarde of overige besluiten of meldingen.

De bronhouder is verantwoordelijk voor het onderhouden van een stabiele verwijzing. Het is toegestaan om meerdere besluiten bij een GPP op te nemen, inclusief een tijdelijk ontheffingsbesluit. Een documentverwijzing kan verbonden zijn aan een monitoringsresultaat dat toebehooort aan een basisgeluidemissieobject. Om die reden heeft een documentverwijzing geen of meerdere geluidproductieplafondobjecten [0..*].

De officiele naam van het document waarnaar verwezen wordt.

De link naar het betreffende besluit, bepaling of monitoringsverslag.

Het type document waarnaar verwezen wordt.

De start van de periode waarop het document, gespecificeerd onder Documentverwijzing.documenttype, geldig is in de werkelijkheid.

Documentatie waarin het geluidproductieplafond met bijbehorend referentiepunt is opgenomen.

Door het bevoegde gezag opgstelde documentatie waarin waarin alle geluidproductieplafondwaarden voor het gehele grondgebied van een bevoegd gezag zijn opgenomen, inclusief (aparte) documentatie over een eventueel geldende tijdelijke ontheffing of vrijstelling.

Gegevens over en verwijzing naar de nalevingsrapportage

Basiselement om aan te geven dat een object deel kan uitmaken van een Geluidgegevenscollectie.

Een punt in Nederland waar ter referentie is vastgesteld wat de maximale toegstane geluidbelasting per etmaalperiode mag zijn die geproduceerd wordt door een Rijksweg, een provinciale weg, een industrieterrein, of het hoofdspoor.

Het geluidproductieplafondobject is een verzamelobject dat de in een besluit vastgestelde GPP-waarde op een referentiepunt opslaat, samen met informatie over een eventueel van toepassing zijnde ontheffing of een vrijstelling.

Dit objecttype kan alleen worden aangeleverd indien Geluidgegevenscollectie.geluidbron = rijksweg, OF provinciale weg, OF hoofdspoor, OF (lokale spoorweg en Geluidgegevenscollectie.systematiek=GPP ); EN geluidgegevenscollectie.type=vaststelling

De als een 3D punt gemodelleerde meetkundige representatie van de locatie, van een door het bevoegd gezag vastgesteld geluidproductieplafond, op vaste afstand t.o.v. van een rijksweg, een provinciale weg, een spoorbaan of een industrieterrein.

Hoogteverschil tussen de z-waarde uit de geometrie van referentiepunt en het plaatselijk maaiveld uitgedruk in meters met 1 cijfer achter de komma.

De door het bevoegd gezag vastgestelde maximaal toegestane jaargemiddelde geluidbelasting (Lden) in d­B op een referentiepunt over de periode van een etmaal met één cijfer achter de komma.

Aantal d­B waarmee het geldende GPP verhoogd wordt gedurende de geldigheid van de tijdelijke ontheffing met 1 cijfer achter de komma.

Begindatum van de tijdelijke ontheffing voor de naleving op de vastgestelde GPP-waarde op het bijbehorende referentiepunt.

Einddatum van de tijdelijke ontheffing voor de naleving op de vastgestelde GPP-waarde op het bijbehorende referentiepunt.

Begindatum van de situatie waarin wel een geluidproductieplafond is vastgesteld, maar waarop voor de duur van een bepaalde periode niet gemonitord hoeft te worden aan het geluidproductieplafond.

Einddatum van de situatie waarin wel een geluidproductieplafond is vastgesteld, maar waarop voor de duur van een bepaalde periode niet gemonitord hoeft te worden aan het geluidproductieplafond.

Indicatie of de initiële vastelling van het geluidproductieplafond van rechtswege is.

Metagegevens over de rekeninstellingen waarmee het GPP is berekend.

0 of meer Geluidsproductieplafondobjecten horen bij 0 of 1 Terrein.

Documentatie waarin het geluidproductieplafond met bijbehorend referentiepunt is opgenomen.

Door het bevoegde gezag opgstelde documentatie waarin waarin alle geluidproductieplafondwaarden voor het gehele grondgebied van een bevoegd gezag zijn opgenomen, inclusief (aparte) documentatie over een eventueel geldende tijdelijke ontheffing of vrijstelling.

Geen of meerdere Monitoringresultaten hebben wel of geen betrekking op een Geluidproductieplafondobject.

Basiselement om aan te geven dat een object deel kan uitmaken van een Geluidgegevenscollectie.

Lokaal Geluidproductieplafondobject voor industrie.

Wordt alleen gebruikt wanneer "geluidbron" van Geluidgegevenscollectie "Industrieterrein" is.

Vastgestelde GPP waarde in d­B met één cijfer achter de komma voor de representatieve situatie van geluidproductie op een industrieterrein in de nacht.

Aantal d­B waarmee het geldende Lnight verhoogd wordt gedurende de geldigheid van de tijdelijke ontheffing met 1 cijfer achter de komma.

Begindatum van de tijdelijke ontheffing voor de naleving op de vastgestelde Lnight-waarde op het bijbehorende referentiepunt.

Einddatum van de tijdelijke ontheffing voor de naleving op de vastgestelde Lnight-waarde op het bijbehorende referentiepunt.

Een punt in Nederland waar ter referentie is vastgesteld wat de maximale toegstane geluidbelasting per etmaalperiode mag zijn die geproduceerd wordt door een Rijksweg, een provinciale weg, een industrieterrein, of het hoofdspoor.

Monitoringresultaat voor industrie.

Wordt alleen gebruikt wanneer "geluidbron" van Geluidgegevenscollectie "Industrieterrein" is.

Vastgestelde monitoringwaarde voor de representatieve situatie van geluidproductie op een industrieterrein in de nacht in d­B met één cijfer achter de komma.

Monitoringgegevens voor geluidproductieplafonds of basisgeluidemissie zoals opgenomen in het meest recente openbare verslag over de monitoring.

Indien geen waarde is ingevuld voor monitoringwaarde dan verwijst verslag­Monitoring naar een schriftelijke toelichting waarin het bevoegd gezag verklaart dat de monitoringswaarde lager zal zijn dan de basisgeluidemissie + 1,5 d­B.

Een verzamelobject van de basisgeluidemissiewaarde en de Geluidemissieobjecten waarop deze waarde betrekking heeft.

• De basisgeluidemissie is de referentie bij de monitoring van het geluid van gemeentewegen, waterschapswegen en lokale spoorwegen waarvoor geen geluidproductieplafond als omgevingswaarde is vastgesteld.
• De basisgeluidemissie wordt bepaald over een deel van de (spoor)weg waarover de geluidemissie min of meer constant kan worden verondersteld. Er geldt één gemiddelde geluidemissie voor een wegvak (wegen) of een emissietraject (spoor). Een wegvak kan bestaan uit een enkele rijlijn, maar ook uit combinaties van meerdere rijlijnen en/of spoorbaandelen. Een emissietraject kan bestaan uit een of enkele spoorbaandelen.

Kan alleen de volgende specialisaties van een Geluidemissieobject bevatten: WANNEER Geluidgegevenscollectie.geluidbron = gemeenteweg: Wegdeel­BGE en Spoordeel­BGE; WANNEER Geluidgegevenscollectie.geluidbron = waterschapsweg: Wegdeel­BGE; WANNEER Geluidgegevenscollectie.geluidbron = lokale spoorweg EN Geluidgegevenscollectie.systematiek=BGE : Spoordeel­BGE;

De basisgeluidemissiewaarde is de geluidemissie in d­B afgerond met één cijfer achter de komma in Lden (jaargemiddelde geluidemissie) in het referentiejaar, waarmee de geluidemissie in Lden in het monitoringsjaar vergeleken wordt .

Administratieve gegevens over de totstandkoming van het geluidproductieplafond, dan wel de basisgeluidemissie.

1 of meerdere basisgeluidemissieobjecten gelden voor 1 of meerdere geluidemissieobjecten. Zo kan bijvoorbeeld een basisgeluidemissie voor wegen een relatie hebben met meerdere rijlijnen (BGEwegdelen) en soms aanvullend ook nog op n of meerdere spoorbaandelen (Spoordeel­BGE). Een basisgeluidemissie voor spoor kan daarentegen alleen bestaan uit n of meerdere spoorbaandelen.

Geen of meerdere Monitoringresultaten hebben wel of geen betrekking op een Basisgeluidemissieobject.

Basiselement om aan te geven dat een object deel kan uitmaken van een Geluidgegevenscollectie.

Monitoringgegevens voor geluidproductieplafonds of basisgeluidemissie zoals opgenomen in het meest recente openbare verslag over de monitoring.

Indien geen waarde is ingevuld voor monitoringwaarde dan verwijst verslag­Monitoring naar een schriftelijke toelichting waarin het bevoegd gezag verklaart dat de monitoringswaarde lager zal zijn dan de basisgeluidemissie + 1,5 d­B.

• Monitoring voor geluidproductieplafonds als omgevingswaarden vindt plaats door de geluidproductie te berekenen.
• Monitoring van de basisgeluidemissie vindt plaats door het verschil tussen de gemiddelde geluidemissie in een kalenderjaar en de basisgeluidemissie zoals opgenomen in het meest recente openbare verslag over de monitoring te berekenen of te schatten.

• Een gemeente of waterschap mag de basisgeluidsemissie (BGE) ook schriftelijk onderbouwen. In dat geval hoeft geen monitoringswaarde opgegeven te worden.

• Dit object mag alleen gebruikt worden indien: Geluidgegevenscollectie.type='monitoringresultaat'.

De berekende geluidwaarde van het jaar waarop de monitoring betrekking heeft in d­B afgerond op 1 decimaal.

Gegevens over en verwijzing naar de nalevingsrapportage

Geen of meerdere Monitoringresultaten hebben wel of geen betrekking op een Geluidproductieplafondobject.

Geen of meerdere Monitoringresultaten hebben wel of geen betrekking op een Basisgeluidemissieobject.

Een of meerdere Monitoringsresultaten hebben een geluidberekening.

Basiselement om aan te geven dat een object deel kan uitmaken van een Geluidgegevenscollectie.

Industrieterrein is een subtype van objecttype Terrein.

• Voor een Industrieterrein moet het attribuut type­Terrein van het Terreintype industrieterrein zijn.

Als 2D-multivlak gemodelleerde meetkundige representatie van de afbakening van een terrein.

Absorptiefractie van grond waar geen bodem vlak gedefinieerd is.

Terreinen waar bij algemene maatregel van bestuur aangewezen activiteiten kunnen worden verricht die in aanzienlijke mate geluid kunnen veroorzaken.

Terreinen waar bij algemene maatregel van bestuur aangewezen activiteiten kunnen worden verricht die in aanzienlijke mate geluid kunnen veroorzaken.

• Wanneer geluidbron van Geluidgegevenscollectie = industrieterrein OF luchtvaart OF schiet- of springterrein, moet de Geluidgegevenscollectie 1 terrein bevatten, anders 0;

Combinatie naam van het terrein in tekst.

Lang tekstveld voor omschrijving van het terrein.

Geeft aan van wat voor type terrein geluidgegevens worden geregistreerd, gebaseerd op de geluidbron.

0 of meer Geluidsproductieplafondobjecten horen bij 0 of 1 Terrein.

Een Geluidcontour hoort bij 1 Terrein.

Basiselement om aan te geven dat een object deel kan uitmaken van een Geluidgegevenscollectie.

Object met achtergrondinformatie over een geluidberekening die van toepassing is voor een Geluidgegevenscollectie.

• Dit object is toegevoegd om het transparant te maken welke partij het akoestisch onderzoek heeft uitgevoerd met welke software.

• Bij spoor kunnen twee verschillende geluidberekeningobjecten voorkomen, omdat spoorweg emplacementen onder de industrie rekenvoorschriften vallen.

Unieke identificatie van het object binnen het domein van NEN 3610.

Naam van de organisatie die de berekening heeft uitgevoerd in tekst.

Versienummer van het toegepaste rekenmodel.

Naam van het softwarepakket waarmee berekening is uitgevoerd.

Versie van het softwarepakket dat gebruikt is voor de berekening.

Datum waarop berekening is uitgevoerd.

Metagegevens over de rekeninstellingen waarmee het GPP is berekend.

Administratieve gegevens over de totstandkoming van het geluidproductieplafond, dan wel de basisgeluidemissie.

Een of meerdere Monitoringsresultaten hebben een geluidberekening.

0 of meer Geluidcontouren worden berekend in 1 of meer Berekeningen.

Standaard rekeninstellingen die zijn gebruikt bij een berekening gerelateerd aan een industrieterrein.

Bij het uitvoeren van akoestisch onderzoek binnen domein industrie, moet een akoestisch expert enkele rekeninstellingen bepalen.

Een specificatie, per octaafband, voor de demping door de lucht.

Object met achtergrondinformatie over een geluidberekening die van toepassing is voor een Geluidgegevenscollectie.

Een verzameling van geluidcontouren met één gemeenschappelijke geluidbron

Door het invoeren van de Geluidcontour­Set, kunnen attributen die per set gelden daar aan gekoppeld worden. Attributen die per geluidcontour gelden, blijven bij de geluidcontour. Daarmee wordt minder informatie dubbel opgeslagen.

Kort tekstveld voor de naam van de geluidbron.

Lang tekstveld voor omschrijving van de geluidbron waar contour bij hoort.

Geeft aan welk type maat voor het berekenen van geluidbelasting bij de geluidcontour hoort.

Een Geluidcontour hoort bij 1 Terrein.

0 of meer Geluidcontouren worden berekend in 1 of meer Berekeningen.

Basiselement om aan te geven dat een object deel kan uitmaken van een Geluidgegevenscollectie.

Abstractie van alle volgens wet- en regelgeving relevante infrastructurele- en industrieterrein-objecten uit de werkelijkheid die geluid produceren.

Een geluidemissieobject heeft verschillende functies:

1. Het kan een object zijn dat gebruikt is voor de bepaling van de hoogte van een geluidproductieplafond of basisgeluidemissie;
2. Het kan ook gebruikt zijn in de berekening van de monitoringswaarde in van een bepaald jaar. Indien een bevoegd gezag ervoor kiest om de emissieobjecten die ten grondslag liggen aan de monitoringsberekening mee te leveren, is het noodzakelijk om deze te koppelen aan het monitoringsjaar waarop ze betrekking hebben.
3. Het object kan gebruikt worden gebruikt voor het aanleveren van prognose gegevens. Het Geluidgegevenscollectie.type is dan prognose:

Er mogen alleen GEEN geluidemissieobjecten in een Geluidgegevenscollectie zitten, wanneer geluidbron van Geluidgegevenscollectie = Luchtverkeer, schiet- of springterrein.

Korte naam voor het Geluidemissieobject.

Meer uitgebreide omschrijving van een geluidemissieobject als aanvulling op de naam.

Het jaartal van de situatie waarop het emissieobject betrekking heeft.

1 of meerdere basisgeluidemissieobjecten gelden voor 1 of meerdere geluidemissieobjecten. Zo kan bijvoorbeeld een basisgeluidemissie voor wegen een relatie hebben met meerdere rijlijnen (BGEwegdelen) en soms aanvullend ook nog op n of meerdere spoorbaandelen (Spoordeel­BGE). Een basisgeluidemissie voor spoor kan daarentegen alleen bestaan uit n of meerdere spoorbaandelen.

Basiselement om aan te geven dat een object deel kan uitmaken van een Geluidgegevenscollectie.

Geluidafstralend toestel, apparaat, gebouw of activiteit, dan wel een combinatie hiervan, binnen een inrichting of industrieterrein.

Dit object wordt zowel voor binnen het domein GPP-industrie als GPP-spoor gebruikt. In dat laatste geval alleen voor stilstaande treinen op emplacementen/opstelterreinen.

• Indien toegepast op emplacementen/opstelterreinen, dan zijn de volgende velden nodig: bedrijfsduurcorrectie, geometrie, uitstralingsrichting, relevante­Bronsterkte;

Als 3D-punt gemodelleerde meetkundige representatie van een geluidbronindustrie.

Hoogte van een punt (in meters met 1 cijfer achter de komma) ten opzichte van NAP waarop eerste reflectie van een Geluidbron­Industrie op een oppervlak plaatsvindt.

Geluidsvermogensniveau van een denkbeeldige bron, gelegen in het centrum van de werkelijke geluidsbron, die in de richting van het geluidimmissiepunt dezelfde geluiddrukniveaus veroorzaakt als de werkelijke geluidbron.

Richting waarop Geluidbron­Industrie emissie uitstraalt.

Bedrijfsduurcorrectie in d­B per dagdeel.

Geeft aan of Geluidbron­Industrie onderdeel is van een normale puntbron, uitstralende gevel of uitstralend dak.

Geeft aan dat gebouwen waarbinnen de bron zich bevindt geen effect hebben op de geluidsoverdracht van bron naar ontvanger.

Geeft aan dat procesinstallatiegebieden waarbinnen de Geluidbron­Industrie zich bevindt geen effect hebben op de geluidsoverdracht van bron naar ontvanger.

Indien geen reflectie in de dichtstbijzijnde zijde van een gebouw is berekend, is dit waar.

Een of meerdere Geluidbron­Industrie objecten horen wel of niet bij een Lijnbron­Industrie.

Een of meerdere Geluidbron­Industrie objecten horen wel of niet bij een Vlakbron­Industrie.

Abstractie van alle volgens wet- en regelgeving relevante infrastructurele- en industrieterrein-objecten uit de werkelijkheid die geluid produceren.

Object dat aangeeft op basis van welke lijnbron de geluidbronindustrie tot stand gekomen is.

• Voor herleidbaarheid van de berekening kunnen deze punten gelinkt worden aan de bijbehorende lijnbron.
• Een lijnbron is afgeleid uit de lijn geometrie van een geluidbrontype uit rekensoftware.

Unieke identificatie van het object binnen het domein van NEN 3610.

Korte naam van het Geluidbronlijn.

Meer uitgebreide omschrijving van een Geluidbronlijn als aanvulling op de naam.

Als 3D-lijn gemodelleerde meetkundige representatie van een lijnbron of een mobielebron, die afkomstig is uit een softwarepakket.

Een of meerdere Geluidbron­Industrie objecten horen wel of niet bij een Lijnbron­Industrie.

Object dat aangeeft op basis van welke vlakbron de geluidbronindustrie tot stand gekomen is.

• Voor herleidbaarheid van de berekening kunnen deze punten gelinkt worden aan de bijbehorende vlakbron.
• Een vlakbron is afgeleid uit de vlak geometrie van een geluidbrontype uit een rekenpakket. Deze vlakbron kan ook extra eigenschappen hebben die worden gebruikt door rekensoftware.

Unieke identificatie van het object binnen het domein van NEN 3610.

Korte naam van het Geluidbronvlak.

Meer uitgebreide omschrijving van een Geluidbronvlak als aanvulling op de naam.

Als 3D-vlak gemodelleerde meetkundige representatie van een vlakbron die afkomstig is uit een softwarepakket.

Wanneer dit waar is, kan worden opgegeven dat eventuele gebouwen en schermen binnen de vlakbron niet worden gezien door de puntbronnen welke tot de vlakbron behoren.

Een of meerdere Geluidbron­Industrie objecten horen wel of niet bij een Vlakbron­Industrie.

Kleinste functioneel onafhankelijk stukje van een NEN 3610 Weg met gelijkblijvende, homogene akoestische eigenschappen en relaties en primair bedoeld voor het representeren van akoestische eigenschappen van wegverkeer op rijkswegen of provinciale wegen.

Een 3D-Lijn gelegen boven een wegdeel die fungeert als meetkundige representatie van de geluidbron.

Het hoogteverschil tussen het op een brug of fly-over gelegen wegdeel en het onderliggende maaiveld. De waardes worden gegeven in meters.

Getal (met één cijfer achter de komma) waarmee de geluidemissie van een daarbij in het geluidregister aangegeven gedeelte van een weg of spoorweg wordt vermeerderd voor het bepalen van de geluidproductie of de geluidbelasting.

Classificatie van typen toplagen op een wegdeel waarvan geluidreducerende effecten per type zijn vertaald naar correctiewaarden die gezamenlijk worden uitgedrukt met de bronterm C_wegdek.

Verkeersgegevens met betrekking op een wegdeel, bestaande uit de gemiddelde intensiteit en snelheid voor iedere motorvoertuigklasse tijdens een dagdeel. De intensiteit is gegeven als het aantal motorvoertuigen, per dagdeel, per motorvoertuigklasse, dat gemiddeld over een kalenderjaar per uur passeert. De gegeven snelheid is de representatief te achten snelheid in kilometer per uur zonder cijfers achter de komma van een klasse motorvoertuigen tijdens een dagdeel.

Abstractie van alle volgens wet- en regelgeving relevante infrastructurele- en industrieterrein-objecten uit de werkelijkheid die geluid produceren.

Gedeelte van een spoorbaan met homogene akoestische eigenschappen.

• Een spoorbaan in het informatiemodel is opgebouwd uit allemaal afzonderlijke segmenten, de Spoordelen.
• Een Spoordeel dient homogene eigenschappen te hebben.
• Indien één van de eigenschappen van een Spoordeel verandert, bijvoorbeeld de snelheid, dan ontstaat er een nieuw Spoordeel.

Meetkundige representatie van een deel van een spoorweg, gemodelleerd als een 3D-lijn, waarover de geluidemissie van spoorvoertuiggeluid min of meer constant kan worden verondersteld, gelet op de snelheden, intensiteiten, bovenbouwconstructie en de baangesteldheid.

Het hoogteverschil tussen het op een brug of fly-over gelegen spoordeel en het onderliggende maaiveld. De waardes worden gegeven in meters.

Getal (met één cijfer achter de komma) waarmee de geluidemissie van een daarbij in het geluidregister aangegeven gedeelte van een weg of spoorweg wordt vermeerderd voor het bepalen van de geluidproductie of de geluidbelasting.

Een wissel is een installatie in een spoorweg om een trein, metro of tram naar een ander spoor te leiden

De constructie die het dragen en geleiden van spoorvoertuigen verzorgd en gelegen is op de onderbouw (het geheel van aardenbaan en kunstwerken. Dit is de dragende constructie voor de bovenbouw).

Indicatie van ruwheid van het spoordeel middels een catagorie.

Als de ruwheid van de spoorstaaf met een categorie is aangegeven dan is de relatie spoorstaafruwheid­Middels­Meting leeg.

Categorie-indeling van de bovenbouw.

Index die een indicatie geeft van de aanwezigheid van onderbrekingen in de geprofileerde ijzeren staaf die onderdeel is van een spoordeel.

Verzameling van gegevens over het gemiddeld aantal voertuigverplaatsingen per dagdeel, spoorvoertuigcategorie, profieltype, rijrichting, treintype, op het betreffende Spoordeel.

Gemiddelde uurintensiteit per etmaalperiode, per voertuigcategorie.

Maximum snelheid als geheel geat in km/u van een spoorvoertuig uit een bepaalde spoorvoertuigcategorie.

(Maatgevende) karakteristiek van de snelheid van de treinvoertuigen over een lengte van een spoortak.

Een algemene classificering van een spoorvoertuig.

Categorie-indeling van spoorvoertuigtypen.

Naam van het materieeltype van een spoorvoertuig dat hoort bij een instantie van Intensitieitgegevens­Spoor.

Geeft aan of het Spoordeel in de richting van oplopende (O) dan wel aflopende (A) kilometerwaardes bereden wordt, wanneer van het eerste naar het tweede dienstregelpunt van het Conversie­Traject gereden wordt, kijkend naar de geldende kilometrering.

Afgebakend tijdsvak binnen etmaal, waarvan het geheel van tijdsvakken samen een etmaal beslaat.

Verzameling van snelheidsgegevens van treinvoertuigen met betrekking tot de *representatieve snelheid * per treintype, profieltype, remindicatie en rijrichting op het betreffende Spoordeel.

De representatieve snelheid van materieel in kilometer per uur in gehele cijfers.

(Maatgevende) karakteristiek van de snelheid van de treinvoertuigen over een lengte van een Spoordeel.

Een algemene classificering van een spoorvoertuig.

Geeft aan of volgens het snelheidsprofiel treinen afremmen.

Geeft aan of het Spoordeel in de richting van oplopende (O) dan wel aflopende (A) kilometerwaardes bereden wordt, wanneer van het eerste naar het tweede dienstregelpunt van het Conversie­Traject gereden wordt, kijkend naar de geldende kilometrering.

Afgebakend tijdsvak binnen etmaal, waarvan het geheel van tijdsvakken samen een etmaal beslaat.

Abstractie van alle volgens wet- en regelgeving relevante infrastructurele- en industrieterrein-objecten uit de werkelijkheid die geluid produceren.

Kleinste functioneel onafhankelijk stukje van een NEN 3610 Weg waarover de geluidemissie van wegverkeer constant kan worden verondersteld, gelet op het type wegdek, gemiddelde snelheid en verkeersintensiteiten.

• Dit een op akoestische toepassingen toegespitste definitie van een BGT-wegdeel.

Als 2D-Lijn gemodelleerde meetkundige representatie van de geluidafstraling.

Classificatie van typen toplagen op een wegdeel waarvan geluidreducerende effecten per type zijn vertaald naar correctiewaarden die gezamenlijk worden uitgedrukt met de bronterm C_wegdek.

Verkeersgegevens met betrekking op een wegdeel, bestaande uit de gemiddelde intensiteit en snelheid voor iedere motorvoertuigklasse tijdens een dagdeel. De intensiteit is gegeven als het aantal motorvoertuigen, per dagdeel, per motorvoertuigklasse, dat gemiddeld over een kalenderjaar per uur passeert. De gegeven snelheid is de representatief te achten snelheid in kilometer per uur zonder cijfers achter de komma van een klasse motorvoertuigen tijdens een dagdeel.

Abstractie van alle volgens wet- en regelgeving relevante infrastructurele- en industrieterrein-objecten uit de werkelijkheid die geluid produceren.

Kleinste functioneel onafhankelijk stukje van een NEN 3610 Weg met gelijkblijvende, homogene akoestische eigenschappen en relaties en primair bedoeld voor het representeren van akoestische eigenschappen van lokaal spoorverkeer, zoals een metro, tram of lightrail.

• Dit een op akoestische toepassingen toegespitste definitie van een BGT-wegdeel.

• Mag alleen voorkomen wanneer Geluidgegevenscollectie.geluidbron = gemeenteweg OF Geluidgegevenscollectie.geluidbron = waterschapsweg OF Geluidgegevenscollectie.geluidbron = lokale spoorweg, EN Geluidgegevenscollectie.geluidbron.systematiek=BGE;

Als 2D-lijn gemodelleerde meetkundige representatie van een deel van een spoorweg, waarover de geluidemissie van spoorvoertuiggeluid min of meer constant kan worden verondersteld, gelet op de snelheden, intensiteiten, bovenbouwconstructie en de baangesteldheid.

Een wissel is een installatie in een spoorweg om een trein, metro of tram naar een ander spoor te leiden

De constructie die het dragen en geleiden van spoorvoertuigen verzorgd en gelegen is op de onderbouw (het geheel van aardenbaan en kunstwerken. Dit is de dragende constructie voor de bovenbouw).

Indicatie van ruwheid van het spoordeel middels een catagorie.

Als de ruwheid van de spoorstaaf met een categorie is aangegeven dan is de relatie spoorstaafruwheid­Middels­Meting leeg.

Categorie-indeling van de bovenbouw.

Index die een indicatie geeft van de aanwezigheid van onderbrekingen in de geprofileerde ijzeren staaf die onderdeel is van een spoordeel.

Verzameling van gegevens over het gemiddeld aantal voertuigverplaatsingen per dagdeel, spoorvoertuigcategorie, profieltype, rijrichting, treintype, op het betreffende Spoordeel.

Gemiddelde uurintensiteit per etmaalperiode, per voertuigcategorie.

Maximum snelheid als geheel geat in km/u van een spoorvoertuig uit een bepaalde spoorvoertuigcategorie.

(Maatgevende) karakteristiek van de snelheid van de treinvoertuigen over een lengte van een spoortak.

Een algemene classificering van een spoorvoertuig.

Categorie-indeling van spoorvoertuigtypen.

Naam van het materieeltype van een spoorvoertuig dat hoort bij een instantie van Intensitieitgegevens­Spoor.

Geeft aan of het Spoordeel in de richting van oplopende (O) dan wel aflopende (A) kilometerwaardes bereden wordt, wanneer van het eerste naar het tweede dienstregelpunt van het Conversie­Traject gereden wordt, kijkend naar de geldende kilometrering.

Afgebakend tijdsvak binnen etmaal, waarvan het geheel van tijdsvakken samen een etmaal beslaat.

Verzameling van snelheidsgegevens van treinvoertuigen met betrekking tot de *representatieve snelheid * per treintype, profieltype, remindicatie en rijrichting op het betreffende Spoordeel.

De representatieve snelheid van materieel in kilometer per uur in gehele cijfers.

(Maatgevende) karakteristiek van de snelheid van de treinvoertuigen over een lengte van een Spoordeel.

Een algemene classificering van een spoorvoertuig.

Geeft aan of volgens het snelheidsprofiel treinen afremmen.

Geeft aan of het Spoordeel in de richting van oplopende (O) dan wel aflopende (A) kilometerwaardes bereden wordt, wanneer van het eerste naar het tweede dienstregelpunt van het Conversie­Traject gereden wordt, kijkend naar de geldende kilometrering.

Afgebakend tijdsvak binnen etmaal, waarvan het geheel van tijdsvakken samen een etmaal beslaat.

Abstractie van alle volgens wet- en regelgeving relevante infrastructurele- en industrieterrein-objecten uit de werkelijkheid die geluid produceren.

Een verzameling van geluidbrongegevens die gebruikt word om de geluid productie van een windturbine in de werkelijkheid te simuleren.

Voor windturbines worden alleen de brongegevens opgeslagen in de centrale voorziening. Een windturbine heeft geen geluidaandachtsgebied.

Als 3D-punt gemodelleerde meetkundige representatie van de wieken-as van de windturbine.

Afstand tussen wieken-as en het maaiveld in meters met 1 cijfer achter de komma.

Een link naar het document waar de melding of het besluit waarin plaatsing windmolen is aangevraagd bij bevoegd gezag.

Jaargemiddelde Geluidemissiewaarde per octaafband overdag.

Jaargemiddelde Geluidemissiewaarde per octaafband in dagdeel Avond.

Jaargemiddelde Geluidemissiewaarde per octaafband in dagdeel Nacht.

Abstractie van alle volgens wet- en regelgeving relevante infrastructurele- en industrieterrein-objecten uit de werkelijkheid die geluid produceren.

Object met een geluid reflecterende, afschermende of absorberende werking.

Een geluidoverdrachtsobject kan gebruikt zijn in de berekening van de monitoringswaarde in van een bepaald jaar. Indien een bevoegd gezag ervoor kiest om de overdrachtsobjecten die ten grondslag liggen aan de monitoringsberekening mee te leveren, is het noodzakelijk om deze te koppelen aan het monitoringsjaar waarop ze betrekking hebben.

Korte naam van het Geluidoverdrachtobject.

Meer uitgebreide omschrijving van een overdrachtsobject als aanvulling op de naam.

Basiselement om aan te geven dat een object deel kan uitmaken van een Geluidgegevenscollectie.

Deel van een geluidscherm of wal dat geplaatst is als een geluidwerende maatregel binnen een geluidaandachtsgebied (zie Omgevingswet) is of dat geplaatst is om andere redenen, maar toch ook geluidswerend is.

• Dient voor afscherming en heeft een reflectiefactor die aan de twee zijden verschillend kan zijn.

• Het gaat hier net als bij rijlijnen om homogene 'geluidschermdelen'. M.a.w. indien één eigenschap van het scherm wijzigt, heb je een nieuw afschermend object nodig.

• Het correct invullen van het Schermtype is alleen van belang voor GPP spoor. In alle andere gevallen volstaat de waarde 'geluidscherm'.

Als 3D-lijn gemodelleerde meetkundige representatie van de voet en de hoogte van de top van het afschermende object.

De reflectiefactor van de door de linkerzijde van het geluidscherm gereflecteerde geluidsenergie per octaafband.

De reflectiecoefficient van de door de rechterzijde van het geluidscherm gereflecteerde geluidenergie per octaafband.

De hoek van het geluidscherm uitgedrukt in hele graden ten opzichte van de loodlijn op de ondergrond.

Vormaanduiding met betrekking op de profielcorrectiewaarde van het geluidschermdeel.

Indicator voor de aan- of afwezigheid van een doorgang onder het afschermende object.

Indicator of het object geplaatst is vanuit een geluidwerende maatregel.

De gehanteerde categorisering van het type geluidschermen.

Object met een geluid reflecterende, afschermende of absorberende werking.

Breuklijn om het hoogteverloop van het terrein te modelleren

Het object Hoogtelijn is optioneel. Het is niet verplicht om hoogtelijnen in de berekening van het GPP gebruiken, behalve als deze binnen de grenzen van een industrieterrein ligt.

De als een 3D-lijn gemodelleerde meetkundige representatie van een hoogtelijn.

Classificatie van het soort breuklijn.

Object met een geluid reflecterende, afschermende of absorberende werking.

Object dat de geluid-absorberende werking van een vlak hardere of zachtere bodem simuleert.

• Komt alleen voor bij Geluidgegevenscollectie.geluidbron = Rijkswegen, Provinciale wegen en Industrie.
• Is optioneel gegeven, behalve als het Bodemvlak binnen de grenzen van een industrieterrein ligt.

De als een 2D vlak gemodelleerde meetkundige representatie van een akoestisch bodemvlak.

Aanduiding voor de akoestische hardheid van de bodem.

Object met een geluid reflecterende, afschermende of absorberende werking.

Geluidoverdrachtobject dat de absorberende en reflecterende akoestische werking van een statisch fysiek object modelleert.

• Een Bouwwerk kan bij akoestisch onderzoek voor industrieterreinen worden gebruikt, om de reflecterende en absorberende werking van een fysiek object zoals een gebouw te modelleren.
• In de reken- en meetvoorschriften wordt er gesproken van een Gebouw in plaats van Bouwwerk. In IMGeluid hebben we ervoor gekozen de naam Bouwwerk te gebruiken, omdat dit object niet per definitie een Gebouw hoeft te zijn zoals dit begrip gedefinieerd is in andere registraties.

Als 3D-vlak gemodelleerde meetkundige horizontaal platte representatie van het dak van een bouwwerk.

Lijst waar elke lijstwaarde een verschil in hoogte uitdrukt tussen de z waarde uit een coordinaat in de geometrie en het maaiveld.

De fractie van de door het geveloppervlak gereflecteerde geluidenergie per octaafband.

De profielcorrectie geeft de mogelijkheid de schermwerking in alle frequenties te verlagen bij flauwe tophoeken van daken, taluds of wallen met de ingevoerde waarde.

Geeft aan of een Bouwwerk cilindervormig is.

Object met een geluid reflecterende, afschermende of absorberende werking.

Gebied dat een dempende invloed heeft op de geluidemissie van bronnen.

Als 3D-vlak gemodelleerde meetkundige representatie van een procesinstallatiegebied.

Lijst waar elke lijstwaarde een verschil in hoogte uitdrukt tussen de z waarde uit een coordinaat in de geometrie en het maaiveld.

Dempingswaarde voor een Procesinstallatiegebied per octaafband, per meter dat geluid door procesinstallatiegebied aflegt.

Maximale waarde in d­B die attribuutsoort demping kan hebben per octaafband.

Object met een geluid reflecterende, afschermende of absorberende werking.

Overdracht object dat een gebied afbakent, waarin door vegetatie de overdracht van geluid wordt beperkt met een vast waarde .

Als 3D-vlak gemodelleerde meetkundige representatie van een vegetatiegebied.

Lijst waar elke lijstwaarde een verschil in hoogte uitdrukt tussen de z waarde uit een coordinaat in de geometrie en het maaiveld.

Dempingswaarde voor een vegetatiegebied per octaafband.

Object met een geluid reflecterende, afschermende of absorberende werking.

Een geluidgoot of geluidafbuiger is een experimentele geluidsreducerende maatregel langs (spoor)wegen.

• Een diffractor is een betonnen constructie met daarin holtes die parallel aan het wegdek lopen (resonatoren), waardoor geluid geabsorbeerd wordt en vanwege verschillen in geluidsdruk de geluidsgolven naar boven worden gericht.

Als 3d-lijn gemodelleerde meetkundige representatie van de middellijn van een diffractor of geluidgoot.

De fractie van de door de geluidgoot/-afbuiger gereflecteerde geluidsenergie per octaafband.

De breedte in meters van de diffractor, gezien vanuit de geluidbron (weg/spoor)kortste afmeting van een geluidbeperkende voorziening.

Indicator voor de aan- of afwezigheid van een doorgang onder het afschermende object.

Object met een geluid reflecterende, afschermende of absorberende werking.

Een civiel-technisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen.

Als 3D of 2D vlak gemodelleerde meetkundige representatie van een kunstwerk.

Object met een geluid reflecterende, afschermende of absorberende werking.

Kunstwerk over een watervlakte of waterloop, bestaande uit een brugdek gesteund door pijlers en/of landhoofden.

Dit object is voor de berekening van het GPP op twee manieren relevant:

1. Het bepaalt waar de brugtoeslag geldt
2. Als het een betonnen brug is, geldt de brug als een reflecterend bodemvlak op hoogte, met z-waarde t.o.v. N.A.P. afgeleid van spoorhoogte (spoorhoogte minus 20cm).

Attribuutsoort die aangeeft of een toeslag geldt.

Het verschil tussen de emissie van de door het kunstwerk beïnvloede bronnen en dezelfde bronnen zonder de invloed van het kunstwerk. Per spoorvoertuigcategorie kan een toeslag per octaafband worden opgenomen.

De emissietoeslag per octaafband voor stalen kunstwerken, gebaseerd op de methode zoals omschreven in de Omgevingsregeling.

Categorie-indeling van spoorvoertuigtypen.

Een civiel-technisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen.

Geluidoverdrachtsobject met tegenhoudende en absorberende werking, dat zich typisch boven een Spoordeel bevind.

Dit gegevens is akoestisch relevant voor de berekening van het GPP, maar indien overkappingszijwanden ontbreken is onbekend wat het effect van de overkapping is. Indien er wel overkappingszijwanden zijn, in hoeverre verschilt de combinatie van objecten dan van een tunnel?

Een civiel-technisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen.

Onderdeel van een kunstmatig aangelegde, kokervormige onderdoorgang dat essentieel is voor de constructie.

Alle Spoordelen die binnen dit vlakken vallen worden op emissiewaarde "0" gezet. In tegenstelling tot de andere infraobjecten wordt voor een tunnel zelf geen onderscheid gemaakt tussen, bodem, zijwand en overkapping. De tunnel sluit het geluid namelijk volledig af, dus de ligging van de tunnel is volstaat.

Een civiel-technisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen.

Het bodemvlak (vloer) van de niet overkapte helling die een tunnel verbindt met het maaiveld.

• Dit beteft het bodemvlak van de tunnelbak.
• De wanden van de tunnelbak worden als Geluidscherm­Spoor.schermtype=tunnelbakwand gemodelleerd en behoren niet de geometrie van dit object.

De fractie van de door het bodemvlak van de tunnelbak gereflecteerde geluidsenergie per octaafband.

Een civiel-technisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen.

Punt waarvoor een toeslag wordt berekend ten gevolge van het optrekken omdat er een kruispunt ligt.

Een kental dat gebruikt wordt als functie van het type kruispunt. Het is ook bekend onder de naam "qwaarde"

Punt waarvoor een toeslag wordt berekend ten gevolge van het optrekken omdat er een kruispunt of obstakel ligt.

Vlak waarbinnen een kruising of ander obstakel zich bevindt, dat dient voor de berekening van de bijbehorende optrektoeslagpunten.

Unieke identificatie van het object binnen het domein van NEN 3610.

Korte naam voor het Optrektoeslagvlak

Meer uitgebreide omschrijving van een optrektoeslagvlak op de naam.

Een 2D-vlak geometrie van een optrektoeslagvlak.

Basiselement om aan te geven dat een object deel kan uitmaken van een Geluidgegevenscollectie.

Unieke identificatie van het object binnen het domein van NEN 3610.

Punt waarvoor een toeslag wordt berekend ten gevolge van het optrekken omdat er een kruispunt of obstakel ligt.

Voorbeelden zijn: kruisingen, drempels of minirotondes.

Abstractie van alle volgens wet- en regelgeving relevante infrastructurele- en industrieterrein-objecten uit de werkelijkheid die geluid produceren.

Een lijn die punten met een gelijke geluidbelasting verbindt.

• Per 1 d­B moet een contour worden berekend.
• Bij luchtvaart is het bereik van 48 d­B Lden tot 70 d­B.

Als 2D-Lijn gemodelleerde meetkundige representatie van een geluidcontour.

Vlakgeometrie van een geluidcontour boven Nederlands grondgebied.

Geeft het geluidniveau aan in d­B (zonder cijfers achter de komma) waarbij de Contour hoort.

Gemeten amplitude per golflengte van de oneffenheden in een spoorstaaf.

Golflengtes zijn in mm en worden aflopend ingevoerd.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 630 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 500 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 400 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 315 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 250 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 200 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 160 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 125 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 100 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 80 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 63 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 50 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 40 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 31,5 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 25 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 20 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 16 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 12,5 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 10 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 8 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 6,3 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 5 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 4 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 3,15 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 2,5 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 2 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 1,6 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 1,25 millimeter.

Gemeten amplitude voor een golflengte van 1 millimeter.

Indicatie van de spoorstaafruwheid middels verwijzing naar een meting object.

Deze relatie is alleen ingevuld als er geen kenmerk spoorstaafruwheid­Middels­Categorie is ingevuld.

Basiselement om aan te geven dat een object deel kan uitmaken van een Geluidgegevenscollectie.

Identificatie van de leverancier en bronhouder van een "Geluidgegevenscollectie".

Unieke identificatie van de bronhouder van de "Geluidgegevenscollectie".

Unieke identificatie van de leverancier van de Geluidgegevenscollectie.

Verzameling van geluidtoeslaggegevens van treinvoertuigen per octaafband die zich over een brug verplaatsen.

• Een brugwand is een zwevend scherm waardoor ook geluidimmissies van onderliggende sporen goed berekend kunnen worden. Er moet in zo een geval nader onderzoek gedaan worden naar de geluiduitstraling van het kunstwerk.

De emissietoeslag per octaafband voor stalen kunstwerken, gebaseerd op de methode zoals omschreven in de Omgevingsregeling.

Categorie-indeling van spoorvoertuigtypen.

De constructie die het dragen en geleiden van spoorvoertuigen verzorgt en gelegen is op de onderbouw (het geheel van aardebaan en kunstwerken. Dit is de dragende constructie voor de bovenbouw).

Het geheel van spoorconstructie: (dikte van) ballastbed, dwarsligger, bevestiging, voegen en railruwheid. Er bestaan 2 bovenbouwconstructies, te weten:

1. De ballastconstructie; deze bestaat uit ballast, dwarsliggers, spoorstaven en wissels alsmede het bijbehorende bevestigingsmateriaal;
2. Ballastloze constructie; deze bestaat uit: een doorlopende plaat van beton, spoorstaven, bevestigingsmiddelen al dan niet gevat in een gietmassa. Komt o.a. voor bij tankinstallatie, wasinstallaties en kunstwerken

De spoorstaafruwheid is altijd maar op één manier opgenomen: als een catagorie is ingevuld dan is er geen verwijzing naar een meting en omgekeerd.

Indicatie van ruwheid van het spoordeel middels een catagorie.

Als de ruwheid van de spoorstaaf met een categorie is aangegeven dan is de relatie spoorstaafruwheid­Middels­Meting leeg.

Categorie-indeling van de bovenbouw.

Index die een indicatie geeft van de aanwezigheid van onderbrekingen in de geprofileerde ijzeren staaf die onderdeel is van een spoordeel.

Indicatie van de spoorstaafruwheid middels verwijzing naar een meting object.

Deze relatie is alleen ingevuld als er geen kenmerk spoorstaafruwheid­Middels­Categorie is ingevuld.

Verzameling van intensiteitgegevens van treinvoertuigen die zich per etmaalperiode over een Spoordeel verplaatsen.

• Geheel van informatie over de intensiteit waarmee treinvoertuigen zich over een spoortak verplaatsen, waarbij per dagdeel het snelheidsprofiel, de intensiteit, de rijrichting, de spoorvoertuigcategorie en het treintype worden vastgelegd.
• Het dagdeel (ook wel: etmaalperiode) is het gedeelte van een etmaal waarover het equivalent geluidsniveau wordt bepaald.

Etmaalperioden

• Dagperiode (7.00-19.00 uur)
• Avondperiode (19.00-23.00 uur)
• Nachtperiode (23.00-7.00 uur)

Gemiddelde uurintensiteit per etmaalperiode, per voertuigcategorie.

Maximum snelheid als geheel geat in km/u van een spoorvoertuig uit een bepaalde spoorvoertuigcategorie.

(Maatgevende) karakteristiek van de snelheid van de treinvoertuigen over een lengte van een spoortak.

Een algemene classificering van een spoorvoertuig.

Categorie-indeling van spoorvoertuigtypen.

Naam van het materieeltype van een spoorvoertuig dat hoort bij een instantie van Intensitieitgegevens­Spoor.

Geeft aan of het Spoordeel in de richting van oplopende (O) dan wel aflopende (A) kilometerwaardes bereden wordt, wanneer van het eerste naar het tweede dienstregelpunt van het Conversie­Traject gereden wordt, kijkend naar de geldende kilometrering.

Afgebakend tijdsvak binnen etmaal, waarvan het geheel van tijdsvakken samen een etmaal beslaat.

Verzameling van snelheidgegevens van treinvoertuigen die zich over een Spoordeel verplaatsen.

• Het geheel van snelheidgerelateerde gegevens van een treinvoertuig zoals tenminste de snelheid en het treintype (BGE en GPP).
• Voor het hoofdspoor wordt ook opgegeven wat het profieltype van de snelheid is, de remindicatie en de rijrichting.

De representatieve snelheid van materieel in kilometer per uur in gehele cijfers.

(Maatgevende) karakteristiek van de snelheid van de treinvoertuigen over een lengte van een Spoordeel.

Een algemene classificering van een spoorvoertuig.

Geeft aan of volgens het snelheidsprofiel treinen afremmen.

Geeft aan of het Spoordeel in de richting van oplopende (O) dan wel aflopende (A) kilometerwaardes bereden wordt, wanneer van het eerste naar het tweede dienstregelpunt van het Conversie­Traject gereden wordt, kijkend naar de geldende kilometrering.

Afgebakend tijdsvak binnen etmaal, waarvan het geheel van tijdsvakken samen een etmaal beslaat.

Verkeersgegevens met betrekking op een wegdeel, bestaande uit de gemiddelde intensiteit en snelheid voor iedere motorvoertuigklasse tijdens een dagdeel. De intensiteit is gegeven als het aantal motorvoertuigen, per dagdeel, per motorvoertuigklasse, dat gemiddeld over een kalenderjaar per uur passeert. De gegeven snelheid is de representatief te achten snelheid in kilometer per uur zonder cijfers achter de komma van een klasse motorvoertuigen tijdens een dagdeel.

De etmaalperiode (ook wel: dagdeel) is het gedeelte van een etmaal waarover het equivalent geluidsniveau wordt bepaald.

Etmaalperioden:

• Dag (7.00-19.00 uur)
• Avond (19.00-23.00 uur)
• Nacht (23.00-7.00 uur)

De motorvoertuigklassen bestaan uit:

• Licht
• Middelzwaar
• Zwaar