Handreiking Visualisatie (PMKL) - versie 3.0rc2

Geonovum Standaard
Consultatieversie

Deze versie:
https://docs.geostandaarden.nl/kl/cv-st-pmkl30rc2-20241204/
Laatst gepubliceerde versie:
https://docs.geostandaarden.nl/kl/pmkl30rc2/
Laatste werkversie:
https://geonovum.github.io/kl-pmkl30rc2/
Vorige versie:
https://docs.geostandaarden.nl/kl/IMKLversie2.0.1rc/PMKL-Handreiking-visualisatie-2.0.1rc.pdf
Redacteurs:
Edward Mac Gillavry (Webmapper)
Paul Janssen (Geonovum)
Auteur:
Edward Mac Gillavry (Webmapper)
Doe mee:
GitHub Geonovum/imkl-werkomgeving
Dien een melding in
Revisiehistorie
Pull requests

Status van dit document

Dit is een consultatieversie. Commentaar kan ingediend worden via de consultatieprocedure gepubliceerd als nieuwsbericht op www.geonovum.nl.

1. Visualisatie

De visualisatie is geen onderdeel van een informatiemodel, maar is een apart aspect. De gegevenscatalogus bevat de objectdefinities; de visualisatie van deze objecten wordt buiten de gegevenscatalogus beschreven in visualisatieregels, die zijn vastgelegd in de bijlagen. In elke visualisatieregel is ook vastgelegd van welke selectie van objecten dit de visualisatie is.

1.1 Visualisatieregels

De visualisatie is vastgelegd in een bepaalde, voorgeschreven vorm volgens de template visualisatie die Geonovum heeft opgesteld in combinatie met de Handreiking Visualisatie. Het template bevat bovendien een toelichting op de ingevulde velden.

De template bevat de volgende onderdelen:

Voor elk objecttype is er een tabel met visualisatieregels weergegeven. Bij elke visualisatieregel is daarin een voorbeeld opgenomen hoe het object eruit komt te zien als het gevisualiseerd wordt.

Daarnaast zijn er technische bestanden, die direct ingelezen kunnen worden in geo-webservices en diverse GIS pakketten, beschikbaar in Styled Layer Descriptor (SLD) formaat. De iconen zijn gepubliceerd in Scalable Vector Graphics (SVG) formaat en zijn tevens in EPS en PNG formaat beschikbaar.

Het kan zijn dat voor het visualiseren van een groep objecten meerdere symbolen gebruikt worden, bijvoorbeeld een vlak-, lijn- of puntsymbool in combinatie met een tekstsymbool. In deze gevallen wordt er op meerdere sheets een visualisatieregel opgenomen: één voor vlak, lijn, of punt, en één voor de tekst.

1.2 Inbedding

De visualisatie van IMKL die hier wordt gepresenteerd sluit aan bij NEN 3116 “Tekeningen in de bouw: basissymbolen voor de uitwisseling van gegevens over de ligging van ondergrondse leidingen”.

De template is gebaseerd op de Styled Layer Descriptor (SLD) 1.1. standaard van het Open Geospatial Consortium (OGC)[1] OGC Styled Layer Descriptor Profile of the Web Map Service Implementation Specification, #05-078r4, http://portal.opengeospatial.org/files/?artifact_id=22364
. Dit is een open standaard en wordt ondersteund door een breed scala aan geografische informatiesystemen (GIS) en services, waarmee kaarten op het Web kunnen worden gepubliceerd. Hierdoor is er geen afhankelijkheid van een specifieke softwareleverancier en wordt aangesloten bij internationale standaarden voor visualisatie.

2. Algemene visualisatieregels

2.1 Inleiding

2.1.1 Grafische variabelen

In de regels voor het weergeven van de geografische objecten in het IMKL-model wordt er gewerkt met verschillende “grafische variabelen”. Hiermee wordt de visuele indruk van een symbool wordt gemaakt:

  • Kleur: de grafische variabele “kleur” is de meest in het oog springende. Daarom worden hiermee de verschillende thema’s van elkaar onderscheiden.

  • Vorm: bij de visualisatie van puntobjecten en lijnobjecten wordt de grafische variabele “vorm” gebruikt. Dit komt bij puntobjecten tot uitdrukking in het icoon of het symbool, dat voor een puntobject gebruikt wordt. Dit komt bij lijnobjecten tot uitdrukking in het patroon. Hiermee worden de verschillen in status van elkaar onderscheiden.

  • Grootte: bij de visualisatie van lijnobjecten wordt de grafische variabele “grootte” gebruikt om een visuele indruk met lijndikte te realiseren.

  • Transparantie: bij de visualisatie van vlakobjecten wordt de grafische variabele “transparantie” gebruikt om de omvang van het object aan te geven zonder teveel van de achterliggende tekening af te dekken. Let op: in de implementatie wordt hierbij de Engelse term “opacity” gebruikt, die eigenlijk de tegengestelde eigenschap aangeeft: een transparantie van 40% is gelijk aan een opacity van 60%.

2.1.2 Schaalniveaus

De visualisatie van de geografische objecten en tekstlabels is afhankelijk van de weergaveschaal. De minimale en maximale weergaveschalen in de SLD-bestanden volgen de “MaxScaleDenominator” uit de vierde kolom. Naast de 17 schaalniveaus uit de Nederlandse richtlijn tiling v.1.1. van Geonovum wordt zo ook recht gedaan aan WMS-requests die niet exact de schaalniveaus van de Richtlijn tiling hebben.

Schaalniveau

Resolutie (m/pixel)

Schaal

MaxScaleDenominator

12.500.000

0

3440.64

12.288.000

6.500.000

1

1720.32

6.144.000

5.000.000

2

860.16

3.072.000

3.000.000

3

430.08

1.536.000

1.500.000

4

215.04

768.000

400.000

5

107.52

384.000

200.000

6

53.76

192.000

100.000

7

26.88

96.000

50.000

8

13.44

48.000

25.000

9

6.72

24.000

12.500

10

3.36

12.000

10.000

11

1.68

6.000

5.000

12

0.84

3.000

2.500

13

0.42

1.500

1.250

14

0.21

750

500

15

0.105

375

250

16

0.0525

188

2.1.3 Leeswijzer

In de volgende hoofdstukken worden de algemene IMKL-visualisatieregels voor het weergeven van IMKL-conforme kabel- en leidinginformatie voorgesteld. Niet-geografische eigenschappen van een geografisch object worden gevisualiseerd met behulp van tekst (labels) die een typografie hebben met bijvoorbeeld een kleur en grootte. Ook de visualisatie van deze eigenschappen komen in de volgende hoofdstukken aan bod.

2.2 Kleur

In de visualisatie van het IMKL onderscheiden we de volgende kleuren voor de verschillende thema’s:

Thema

Kleurnaam

RGB

RGB (Hex)

Kleurafbeelding

Datatransport

Groen

0,255,0

#00ff00

Gas lage druk

OranjeGeel

255,215,80

#ffd750

Gas hoge druk

OranjeGeel

255,175,60

#ffaf3c

Buisleiding gevaarlijke inhoud

Oranje

255,127,0

#ff7f00

Landelijk Hoogspanningsnet

Rood-1

255,0,0

#ff0000

Hoogspanning

Rood-1

255,0,0

#ff0000

Middenspanning

Rood-2

200,0,0

#c80000

Laagspanning

Rood-3

150,0,0

#960000

(Petro)chemie

Bruin

182,74,0

#b64a00

Riool vrijverval

Paars

186,56,168

#ba38a8

Riool onder over- of onderdruk

Violet

128,0,128

#800080

Warmte

GroenBlauw

0,128,128

#008080

Water

Blauw

0,0,255

#0000ff

Wees

Beige

145,138,111

#918a6f

Overig

Olijfgroen

111,92,16

#6f5c10

Deze kleuren zijn ook in het IMKL 1.2. model gebruikt. Naast de thema’s wordt kleur ook gebruikt voor de visualisatie van de informatiepolygoon, graafpolygoon en oriëntatiepolygoon:

Functie

Kleurnaam

RGB

RGB (Hex)

Kleurafbeelding

Graafpolygoon,

Informatiepolygoon,

Oriëntatiepolygoon

Magenta

255,0,255

#ff00ff

2.3 Vorm

2.3.1 Puntobjecten

Er zijn zes geografische objecten met een puntgeometrie:

  • Leidingelementen (Appurtenance)

  • Containerleidingelementen

    • Kast (Cabinet)

    • Mangat (Manhole)

    • Mast (Pole)

    • Technisch gebouw

    • Toren (Tower)

Voor leidingelementen is in de visualisatie één standaardsymbool gemaakt, waarbij specifieke leidingelementen weer hun eigen symbool hebben. Elk van de containerleidingelementen krijgen in de visualisatie één standaardsymbool toegewezen. Met de vorm van de lijnomtrek – het lijnpatroon – worden de verschillen in status van deze leidingelementen en containerelementen aangeduid.

Daarnaast zijn er nog vier “toelichtende” elementen met een puntgeometrie:

  • DiepteTovMaaiveld

  • DiepteNAP

  • Maatvoeringspijlpunt

  • Annotatiepijlpunt

2.3.2 Lijnobjecten

De vorm van de lijnsymbolen, het patroon wordt in IMKL aangepast om de verschillen in status van elkaar onderscheiden. Dit “currentStatus” attribuut maakt gebruik van de INSPIRE codelijst ConditionOfFacilityValue waarvan er in IMKL drie worden gebruikt:

  • projected (Geprojecteerd)

  • functional (in gebruik)

  • disused (buiten gebruik)

Om een duidelijk onderscheid te maken, hebben de lijnen met status “projected” en “disused” verschillende lijnpatronen gekregen.

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Picture
Figuur 1

Dash-array

4, 16

Geen

40, 12, 8, 12

2.4 Grootte

2.4.1 Schermresolutie

De grootte wordt beschreven conform de schermresolutie in “Dots per Inch” (DPI) die het OGC voorschrijft: 0,28 mm per pixel, wat overeenkomt met ~91 dpi. Een WMS genereert een symbool op de pixelgrootte in de SLD op basis van 91 dpi. Wordt de visualisatie niet door een kaart-service gerealiseerd, maar in de Web-browser, dan dient rekening gehouden te worden met DPI van het scherm.

2.4.2 Puntobjecten

De visuele variabele “grootte” wordt gebruikt om geografische objecten met een puntgeometrie op de verschillende Schaalniveau's van het Nederlandse Richtlijn Tiling versie 1.1 te visualiseren.

Schaalniveau

Leidingelement

Pijlpunt

Dieptepunt

5-10

X

X

X

11

X

X

X

12

X

X

X

13

X

X

X

14

11 px

X

X

15

25 px

5 px

44 px

16

25 px

5 px

44 px

2.4.3 Lijnobjecten

Bij de visualisatie van lijnobjecten wordt de grafische variabele “grootte” gebruikt om een visuele indruk met lijndikte te realiseren. Enerzijds wordt de lijndikte gebruikt om een onderscheid te maken tussen een Kabel, Leiding, Duct, Kabelbed of een Mantelbuis. Anderzijds wordt de lijndikte gebruikt om een lijn op de verschillende Schaalniveau's van de Nederlandse Richtlijn Tiling versie 1.1. te visualiseren.

Schaalniveau

Kabel, Leiding, Duct, Kabelbed

Mantelbuis

5-10

1 px

X

11

2 px

X

12

2 px

X

13

2 px

X

14

2 px

8 px

15

4 px

16 px

16

4 px

16 px

2.5 Transparantie

Bij de visualisatie van vlakobjecten wordt de grafische variabele “transparantie” gebruikt om de omvang van het object aan te geven zonder teveel van de achterliggende tekening af te dekken. Let op: in de implementatie wordt hierbij de Engelse term “opacity” gebruikt, die eigenlijk de tegengestelde eigenschap aangeeft: een transparantie van 40% is gelijk aan een opacity van 60%.

3. Kabels en leidingen

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de algemene visualisatieregels toegepast op de kabels en leidingen. Aan de hand van een visualisatieregel wordt uitgelegd welk IMKL objecttype met bijhorende attributen gebruikt worden voor de visualisatie. In de meeste gevallen is deze visualisatieregel eenvoudig, maar in sommige gevallen wordt er gebruik gemaakt van meerdere attributen van een objecttype. Het deel “Visualisatie” geeft een overzichtstabel.

Kabels en leidingen overerven de lijngeometrie van UtilityLink door middel van <net:link>. Deze objecten overerven het Thema van UtilityNet door middel van <net:inNetwork>. Deze objecten overerven de CurrentStatus van UtilityLink door middel van <net:link>. Op deze manier worden alle kabels en leidingen gevisualiseerd door een lijnobject. De kleur wordt toegekend naar het thema van het netwerk. De lijnsignatuur wordt toegekend naar gelang de status van het object. Indien kabels en leidingen bovendien een extraGeometrie als 2D vlakgeometrie hebben, dan worden deze als polygonen gevisualiseerd.

De visualisatie voor kabels en leidingen is vastgelegd in de volgende SLD-bestanden:

  1. sld-kabelleiding.xml

  2. sld-kabelleidingmetextrageometrie.xml

3.2 Datatransport

3.2.1 Regel

Het objecttype Datatransport omvat kabels die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “datatransport” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #00ff00

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.2.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image1
Figuur 2

Schaalniveau 11-14

Image2
Figuur 3

Schaalniveau 15-16

Image3
Figuur 4

Schaalniveau 15-16

(fictief ingetekend)

Image112
Figuur 5

3.3 Gas lagedruk

3.3.1 Regel

Het objecttype Gas lagedruk omvat leidingen die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “gasLageDruk” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #ffd750

  • Vorm

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.3.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image4
Figuur 6

Schaalniveau 11-14

Image5
Figuur 7

Schaalniveau 15-16

Image6
Figuur 8

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image113
Figuur 9

3.4 Gas hogedruk

3.4.1 Regel

Het objecttype Gas hogedruk omvat leidingen die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “gasHogeDruk” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #ffaf3c

  • Vorm

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.4.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image7
Figuur 10

Schaalniveau 11-14

Image8
Figuur 11

Schaalniveau 15-16

Image9
Figuur 12

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image114
Figuur 13

3.5 Buisleiding gevaarlijke inhoud

3.5.1 Regel

Het objecttype Buisleiding gevaarlijke inhoud omvat leidingen die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “buisleidingGevaarlijkeInhoud” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #ff7f00

  • Vorm

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.5.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image10
Figuur 14

Schaalniveau 11-14

Image11
Figuur 15

Schaalniveau 15-16

Image12
Figuur 16

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image115
Figuur 17

3.6 Landelijk hoogspanningsnet

3.6.1 Regel

Het objecttype Landelijk hoogspanningsnet omvat kabels die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “landelijkHoogspanningsnet” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #ff0000

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.6.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image13
Figuur 18

Schaalniveau 11-14

Image14
Figuur 19

Schaalniveau 15-16

Image15
Figuur 20

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image116
Figuur 21

3.7 Hoogspanning

3.7.1 Regel

Het objecttype Hoogspanning omvat kabels die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “hoogspanning” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #ff0000

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.7.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image16
Figuur 22

Schaalniveau 11-14

Image17
Figuur 23

Schaalniveau 15-16

Image18
Figuur 24

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image117
Figuur 25

3.8 Middenspanning

3.8.1 Regel

Het objecttype Middenspanning omvat kabels die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “middenspanning” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #c80000

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.8.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image19
Figuur 26

Schaalniveau 11-14

Image20
Figuur 27

Schaalniveau 15-16

Image21
Figuur 28

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image118
Figuur 29

3.9 Laagspanning

3.9.1 Regel

Het objecttype Laagspanning omvat kabels die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “laagspanning” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #960000

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.9.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image22
Figuur 30

Schaalniveau 11-14

Image23
Figuur 31

Schaalniveau 15-16

Image24
Figuur 32

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image119
Figuur 33

3.10 (Petro-) chemie

3.10.1 Regel

Het objecttype (Petro-) chemie omvat leidingen die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “petrochemie” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #b64a00

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.10.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image25
Figuur 34

Schaalniveau 11-14

Image26
Figuur 35

Schaalniveau 15-16

Image27
Figuur 36

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image120
Figuur 37

3.11 Riool vrij verval

3.11.1 Regel

Het objecttype Riool vrij verval omvat leidingen die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “rioolVrijVerval” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #ba38a8

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.11.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image28
Figuur 38

Schaalniveau 11-14

Image29
Figuur 39

Schaalniveau 15-16

Image30
Figuur 40

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image121
Figuur 41

3.12 Riool onder over- of onderdruk

3.12.1 Regel

Het objecttype Riool onder over- of onderdrukomvat leidingen die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “rioolOnderOverOfOnderdruk” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #800080

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.12.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image31
Figuur 42

Schaalniveau 11-14

Image32
Figuur 43

Schaalniveau 15-16

Image33
Figuur 44

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image122
Figuur 45

3.13 Warmte

3.13.1 Regel

Het objecttype Warmte omvat leidingen die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “warmte” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #008080

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.13.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image34
Figuur 46

Schaalniveau 11-14

Image35
Figuur 47

Schaalniveau 15-16

Image36
Figuur 48

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image123
Figuur 49

3.14 Water

3.14.1 Regel

Het objecttype Water omvat leidingen die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “water” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #0000ff

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.14.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image37
Figuur 50

Schaalniveau 11-14

Image38
Figuur 51

Schaalniveau 15-16

Image39
Figuur 52

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image124
Figuur 53

3.15 Wees

3.15.1 Regel

Het objecttype Wees omvat kabels en leidingen die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “wees” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #918a6f

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.15.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image40
Figuur 54

Schaalniveau 11-14

Image41
Figuur 55

Schaalniveau 15-16

Image42
Figuur 56

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image125
Figuur 57

3.16 Overig

3.16.1 Regel

Het objecttype Overig omvat kabels en leidingen die behoren tot het UtilityNetwork met een IMKL-thema “overig” en wordt gevisualiseerd als lijnobject met de volgende eigenschappen:

  • Kleur: #6f5c10

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

    • Fictief ingetekend: de letter “V” in het lettertype Liberation Sans in fontgrootte 20 wordt om de 25 pixel op de lijn getekend voor Schaalniveau 15 – 16

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

3.16.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image43
Figuur 58

Schaalniveau 11-14

Image44
Figuur 59

Schaalniveau 15-16

Image45
Figuur 60

Schaalniveau 15-16

fictief ingetekend

Image126
Figuur 61

3.17 ExtraGeometrie

3.17.1 Regel

Het objecttype ExtraGeometrie omvat extra geometrie bij standaard kabels en leidingen. Indien het object een vlakgeometrie heeft, wordt zij gevisualiseerd als vlaksymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool): overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

    • Vlak: overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt

  • Vorm:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool)

      • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

      • In gebruik: doorgetrokken lijn

      • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 16

  • Transparantie: 0 %

In sommige gevallen is het object waar het ExtraGeometrie-object bij hoort, niet meegeleverd. Dan wordt de omtrek van het vlaksymbool getekend alsof deze de status ‘in gebruik’ heeft, ook al is deze informatie niet beschikbaar.

3.17.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image46
Figuur 62

Schaalniveau 11-16

Image47
Figuur 63

4.

5. Kabel- en leidingcontainers

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de algemene visualisatieregels toegepast op de kabel- en leidingcontainers. Aan de hand van een visualisatieregel wordt uitgelegd welk IMKL objecttype met bijhorende attributen gebruikt worden voor de visualisatie. In de meeste gevallen is deze visualisatieregel eenvoudig, maar in sommige gevallen wordt er gebruik gemaakt van meerdere attributen van een objecttype. Het deel “Visualisatie” geeft een overzichtstabel.

Kabel- en leidingcontainers omvatten de volgende objecttypen:

Deze objecttypen overerven de lijngeometrie van UtilityLink door middel van <net:link>. Deze objecten overerven het Thema van UtilityNet door middel van <net:inNetwork>. Deze objecten overerven de CurrentStatus van UtilityLink door middel van <net:link>. Op deze manier worden alle containerelementen gevisualiseerd door een lijnobject. De kleur wordt toegekend naar het thema van het netwerk. De lijnsignatuur wordt toegekend naar gelang de status van het object. Indien containerelementen bovendien een extraGeometrie als 2D vlakgeometrie hebben, dan worden deze als polygonen gevisualiseerd.

De visualisatie voor kabel- en leidingcontainers is vastgelegd in de volgende SLD-bestanden:

  1. sld-ductkabelbed.xml

  2. sld-ductkabelbedmetextrageometrie.xml

  3. sld-mantelbuis.xml

  4. sld-mantelbuismetextrageometrie.xml

5.2 Duct

5.2.1 Regel

Het objecttype Duct omvat kabel- en leidingcontainers die behoren tot het UtilityNetwork. Zij worden gevisualiseerd als lijnobject met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

5.2.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image48
Figuur 64

Schaalniveau 11-14

Image49
Figuur 65

Schaalniveau 15-16

Image50
Figuur 66

5.3 Kabelbed

5.3.1 Regel

Het objecttype Kabelbed omvat kabel- en leidingcontainers die behoren tot het UtilityNetwork. Zij worden gevisualiseerd als lijnobject met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

  • Vorm:

    • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

    • In gebruik: doorgetrokken lijn

    • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 14

    • 4 px voor Schaalniveau 15 – 16

5.3.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image51
Figuur 67

Schaalniveau 11-14

Image52
Figuur 68

Schaalniveau 15-16

Image53
Figuur 69

5.4 ExtraGeometrie: duct en kabelbed

5.4.1 Regel

Het objecttype ExtraGeometrie omvat extra geometrie bij het standaard duct en kabelbed. Indien het object een vlakgeometrie heeft, wordt zij gevisualiseerd als vlaksymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool): overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

    • Vlak: overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt

  • Vorm:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool)

      • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

      • In gebruik: doorgetrokken lijn

      • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 5 – 10

    • 2 px voor Schaalniveau 11 – 16

In sommige gevallen is het object waar de het ExtraGeometrie-object bij hoort, niet meegeleverd. Dan wordt de omtrek van het vlaksymbool getekend alsof deze de status ‘in gebruik’ heeft, ook al is deze informatie niet beschikbaar.

5.4.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 5-10

Image54
Figuur 70

Schaalniveau 11-16

Image55
Figuur 71

5.5 Mantelbuis

5.5.1 Regel

Het objecttype Mantelbuis omvat kabel- en leidingcontainers die behoren tot het UtilityNetwork. Zij worden gevisualiseerd als gestapeld lijnobject met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: Onderste lijn en het symbool krijgen de kleur overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt. De bovenste lijn krijgt de kleur wit (rgb: 255, 255, 255 en hex: #ffffff)

  • Vorm:

    • Symbool:

      • Eigenaar = “nee” op schaalniveau 14 – 16: cirkel op de lijn om de 128 pixels

    • Lijn

      • Geprojecteerd op Schaalniveau 14: 10px doorgetrokken, 10px onderbroken

      • Geprojecteerd op Schaalniveau 15 – 16: 16px doorgetrokken, 16px onderbroken

      • In gebruik: doorgetrokken lijn

      • Buiten gebruik op Schaalniveau 14: 40px doorgetrokken, 10px onderbroken, 12px doorgetrokken, 10px onderbroken

      • Buiten gebruik op Schaalniveau 15 – 16: 40px doorgetrokken, 11px onderbroken, 18px doorgetrokken, 11px onderbroken

      • Lijnuiteinde: beide lijnen krijgen een line-cap “butt”

  • Grootte:

    • Symbool:

      • Eigenaar = “nee” op schaalniveau 14: 18px

      • Eigenaar = “nee” op schaalniveau 15 – 16: 24px

    • Lijn:

      • 10 px onderste lijn, 6px bovenste lijn voor Schaalniveau 14

      • 16 px onderste lijn, 12px bovenste lijn voor Schaalniveau 15 – 16

5.5.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 14

Image56
Figuur 72

Schaalniveau 14

eigenaar = ‘nee’

Image127
Figuur 73

Schaalniveau 15-16

Image57
Figuur 74

Schaalniveau 15-16

eigenaar = ‘nee’

Image128
Figuur 75

5.6 ExtraGeometrie: mantelbuis

5.6.1 Regel

Het objecttype ExtraGeometrie omvat extra geometrie bij de standaard mantelbuis. Indien het object een vlakgeometrie heeft, wordt zij gevisualiseerd als vlaksymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool): overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

    • Vlak: wit #ffffff

  • Vorm:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool)

      • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

      • In gebruik: doorgetrokken lijn

      • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

  • Grootte (lijndikte):

    • 4 px voor Schaalniveau 14 – 16

  • Transparantie: 0 %

In sommige gevallen is het object waar de het ExtraGeometrie-object bij hoort, niet meegeleverd. Dan wordt de omtrek van het vlaksymbool getekend alsof deze de status ‘in gebruik’ heeft, ook al is deze informatie niet beschikbaar.

5.6.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 14-16

Image58
Figuur 76

6.

7. Containerleidingelementen

7.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de algemene visualisatieregels toegepast op de containerleidingelementen. Aan de hand van een visualisatieregel wordt uitgelegd welk IMKL objecttype met bijhorende attributen gebruikt worden voor de visualisatie. In de meeste gevallen is deze visualisatieregel eenvoudig, maar in sommige gevallen wordt er gebruik gemaakt van meerdere attributen van een objecttype. Het deel “Visualisatie” geeft een overzichtstabel.

Deze objecttypen hebben een eigen puntgeometrie. Deze objecten overerven het Thema van UtilityNet door middel van <net:inNetwork>. Deze objecten hebben een eigen attribuut CurrentStatus. Op deze manier worden alle containerelementen gevisualiseerd door een puntsymbool. De kleur wordt toegekend naar het thema van het netwerk. De lijnsignatuur van de omtrek van het puntsymbool wordt toegekend naar gelang de status van het object. Indien containerleidingelementen bovendien een extraGeometrie als 2D vlakgeometrie hebben, dan worden deze als vlaksymbolen gevisualiseerd.

De visualisatie voor containerleidingelementen is vastgelegd in de volgende SLD-bestanden:

  1. sld-kast.xml

  2. sld-kastmetextrageometrie.xml

  3. sld-mangat.xml

  4. sld-mangatmetextrageometrie.xml

  5. sld-mast.xml

  6. sld-mastmetextrageometrie.xml

  7. sld-technischgebouw.xml

  8. sld-technischgebouwmetextrageometrie.xml

  9. sld-toren.xml

  10. sld-torenmetextrageometrie.xml

Nota bene: om de iconen rondom het aangrijpingspunt te roteren, hebben de SVG-bestanden een vaste grootte gekregen van 50px hoogte bij 50px breedte. Het aangrijpingspunt is standaard het centrum van het bestand. Het daadwerkelijke icoon is 25px groot bij behoud van de hoogte en breedte bij een schermresolutie van 91dpi conform de OGC WMS-specificatie. Verschaal deze bestanden alleen ten behoeve van visualisatie op afwijkende schermresoluties.

7.2 Kast

7.2.1 Regel

Het objecttype Kast omvat containerleidingelementen die behoren tot het UtilityNetwork. Indien de rotatiehoek d.m.v. de eigenschap “rotatiehoekSymbool” wordt meegegeven, dan wordt het symbool geroteerd op basis van de rotatiehoek. Wordt de rotatiehoek niet meegegeven, dan wordt het symbool horizontaal afgebeeld. Zij worden gevisualiseerd als gestapeld puntobject met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Vlak: het puntsymbool krijgt de kleur overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

    • Lijn: #000000

    • Punt (aangrijpingspunt): #000000

  • Vorm:

    • Puntsymbool:

      • Vierkant op schaalniveau 11-14

      • Puntsymbool op schaalniveau 15-16

      • Cirkel op schaalniveau 15-16 (voor het aangrijpingspunt)

    • Lijnsymbool (omtrek van het puntsymbool)

      • Geprojecteerd:

  • Schaalniveau 11-14: 1px doorgetrokken, 1px onderbroken

  • Schaalniveau 15-16: 4px doorgetrokken, 4px onderbroken

    • In gebruik:

  • Schaalniveau 11-14: doorgetrokken lijn

  • Schaalniveau 15-16: geen

    • Buiten gebruik:

  • Schaalniveau 11-14: 4px doorgetrokken, 2px onderbroken, 2px doorgetrokken, 2px onderbroken

  • Schaalniveau 15-16: 12px doorgetrokken, 4px onderbroken, 4px doorgetrokken, 4px onderbroken

  • Grootte:

    • 3 px op schaalniveau 15-16 (voor het aangrijpingspunt)

    • 5 px op schaalniveau 11-12

    • 8 px op schaalniveau 13

    • 11 px op schaalniveau 14

    • 25 px op schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 60 %

7.2.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 11-12

Image59
Figuur 77

Schaalniveau 13

Image60
Figuur 78

Schaalniveau 14

Image61
Figuur 79

Schaalniveau 15-16

Image62
Figuur 80

7.3 Mangat

7.3.1 Regel

Het objecttype Kast omvat containerleidingelementen die behoren tot het UtilityNetwork. Indien de rotatiehoek d.m.v. de eigenschap “rotatiehoekSymbool” wordt meegegeven, dan wordt het symbool geroteerd op basis van de rotatiehoek. Wordt de rotatiehoek niet meegegeven, dan wordt het symbool horizontaal afgebeeld. Zij worden gevisualiseerd als gestapeld puntobject met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Vlak: het puntsymbool krijgt de kleur overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

    • Lijn: #000000

    • Punt (aangrijpingspunt): #000000

  • Vorm:

    • Puntsymbool:

      • Vierkant op schaalniveau 11-14

      • Puntsymbool op schaalniveau 15-16

      • Cirkel op schaalniveau 15-16 (voor het aangrijpingspunt)

    • Lijnsymbool (omtrek van het puntsymbool)

      • Geprojecteerd:

  • Schaalniveau 11-14: 1px doorgetrokken, 1px onderbroken

  • Schaalniveau 15-16: 4px doorgetrokken, 4px onderbroken

    • In gebruik:

  • Schaalniveau 11-14: doorgetrokken lijn

  • Schaalniveau 15-16: geen

    • Buiten gebruik:

  • Schaalniveau 11-14: 4px doorgetrokken, 2px onderbroken, 2px doorgetrokken, 2px onderbroken

  • Schaalniveau 15-16: 12px doorgetrokken, 4px onderbroken, 4px doorgetrokken, 4px onderbroken

  • Grootte:

    • 3 px op schaalniveau 15-16 (voor het aangrijpingspunt)

    • 5 px op schaalniveau 11-12

    • 8 px op schaalniveau 13

    • 11 px op schaalniveau 14

    • 25 px op schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 60 %

7.3.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 11–12

Image63
Figuur 81

Schaalniveau 13

Image64
Figuur 82

Schaalniveau 14

Image65
Figuur 83

Schaalniveau 15-16

Image66
Figuur 84

7.4 Mast

7.4.1 Regel

Het objecttype Kast omvat containerleidingelementen die behoren tot het UtilityNetwork. Indien de rotatiehoek d.m.v. de eigenschap “rotatiehoekSymbool” wordt meegegeven, dan wordt het symbool geroteerd op basis van de rotatiehoek. Wordt de rotatiehoek niet meegegeven, dan wordt het symbool horizontaal afgebeeld. Zij worden gevisualiseerd als gestapeld puntobject met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Vlak: het puntsymbool krijgt de kleur overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

    • Lijn: #000000

    • Cirkel (aangrijpingspunt): #000000

  • Vorm:

    • Puntsymbool:

      • Vierkant op schaalniveau 11-14

      • Puntsymbool op schaalniveau 15-16

      • Cirkel op schaalniveau 15-16 (voor het aangrijpingspunt)

    • Lijnsymbool (omtrek van het puntsymbool)

      • Geprojecteerd:

  • Schaalniveau 11-14: 1px doorgetrokken, 1px onderbroken

  • Schaalniveau 15-16: 4px doorgetrokken, 4px onderbroken

    • In gebruik:

  • Schaalniveau 11-14: doorgetrokken lijn

  • Schaalniveau 15-16: geen

    • Buiten gebruik:

  • Schaalniveau 11-14: 4px doorgetrokken, 2px onderbroken, 2px doorgetrokken, 2px onderbroken

  • Schaalniveau 15-16: 12px doorgetrokken, 4px onderbroken, 4px doorgetrokken, 4px onderbroken

  • Grootte:

    • 3 px op schaalniveau 15-16 (voor het aangrijpingspunt)

    • 5 px op schaalniveau 11-12

    • 8 px op schaalniveau 13

    • 11 px op schaalniveau 14

    • 25 px op schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 60 %

7.4.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 11-12

Image67
Figuur 85

Schaalniveau 13

Image68
Figuur 86

Schaalniveau 14

Image69
Figuur 87

Schaalniveau 15-16

Image70
Figuur 88

7.5 Technisch gebouw

7.5.1 Regel

Het objecttype Kast omvat containerleidingelementen die behoren tot het UtilityNetwork. Indien de rotatiehoek d.m.v. de eigenschap “rotatiehoekSymbool” wordt meegegeven, dan wordt het symbool geroteerd op basis van de rotatiehoek. Wordt de rotatiehoek niet meegegeven, dan wordt het symbool horizontaal afgebeeld. Zij worden gevisualiseerd als gestapeld puntobject met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Vlak: het puntsymbool krijgt de kleur overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

    • Lijn: #000000

    • Punt (aangrijpingspunt): #000000

  • Vorm:

    • Puntsymbool:

      • Vierkant op schaalniveau 11-14

      • Puntsymbool op schaalniveau 15-16

      • Cirkel op schaalniveau 15-16 (voor het aangrijpingspunt)

    • Lijnsymbool (omtrek van het puntsymbool)

      • Geprojecteerd:

  • Schaalniveau 11-14: 1px doorgetrokken, 1px onderbroken

  • Schaalniveau 15-16: 4px doorgetrokken, 4px onderbroken

    • In gebruik:

  • Schaalniveau 11-14: doorgetrokken lijn

  • Schaalniveau 15-16: geen

    • Buiten gebruik:

  • Schaalniveau 11-14: 4px doorgetrokken, 2px onderbroken, 2px doorgetrokken, 2px onderbroken

  • Schaalniveau 15-16: 12px doorgetrokken, 4px onderbroken, 4px doorgetrokken, 4px onderbroken

  • Grootte:

    • 3 px op schaalniveau 15-16 (voor het aangrijpingspunt)

    • 5 px op schaalniveau 11-12

    • 8 px op schaalniveau 13

    • 11 px op schaalniveau 14

    • 25 px op schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 60 %

7.5.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 11-12

Image71
Figuur 89

Schaalniveau 13

Image72
Figuur 90

Schaalniveau 14

Image73
Figuur 91

Schaalniveau 15-16

Image74
Figuur 92

7.6 Toren

7.6.1 Regel

Het objecttype Kast omvat containerleidingelementen die behoren tot het UtilityNetwork. Indien de rotatiehoek d.m.v. de eigenschap “rotatiehoekSymbool” wordt meegegeven, dan wordt het symbool geroteerd op basis van de rotatiehoek. Wordt de rotatiehoek niet meegegeven, dan wordt het symbool horizontaal afgebeeld. Zij worden gevisualiseerd als gestapeld puntobject met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Vlak: het puntsymbool krijgt de kleur overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

    • Lijn: #000000

    • Punt (aangrijpingspunt): #000000

  • Vorm:

    • Puntsymbool:

      • Vierkant op schaalniveau 11-14

      • Puntsymbool op schaalniveau 15-16

      • Cirkel op schaalniveau 15-16 (voor het aangrijpingspunt)

    • Lijnsymbool (omtrek van het puntsymbool)

      • Geprojecteerd:

  • Schaalniveau 11-14: 1px doorgetrokken, 1px onderbroken

  • Schaalniveau 15-16: 4px doorgetrokken, 4px onderbroken

    • In gebruik:

  • Schaalniveau 11-14: doorgetrokken lijn

  • Schaalniveau 15-16: geen

    • Buiten gebruik:

  • Schaalniveau 11-14: 4px doorgetrokken, 2px onderbroken, 2px doorgetrokken, 2px onderbroken

  • Schaalniveau 15-16: 12px doorgetrokken, 4px onderbroken, 4px doorgetrokken, 4px onderbroken

  • Grootte:

    • 3 px op schaalniveau 15-16 (voor het aangrijpingspunt)

    • 5 px op schaalniveau 11-12

    • 8 px op schaalniveau 13

    • 11 px op schaalniveau 14

    • 25 px op schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 60 %

7.6.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 11-12

Image75
Figuur 93

Schaalniveau 13

Image76
Figuur 94

Schaalniveau 14

Image77
Figuur 95

Schaalniveau 15-16

Image78
Figuur 96

7.7 ExtraGeometrie: ContainerLeidingElementen

7.7.1 Regel

7.7.2 Visualisatie

Het objecttype ExtraGeometrie omvat extra geometrie bij de standaard containerleidingelementen. Indien het object een vlakgeometrie heeft, wordt zij gevisualiseerd als vlaksymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool): overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

    • Vlak: geen vulling

  • Vorm:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool)

      • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

      • In gebruik: doorgetrokken lijn

      • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 11 – 16

  • Transparantie: 0%

In sommige gevallen is het object waar de het ExtraGeometrie-object bij hoort, niet meegeleverd. Dan wordt de omtrek van het vlaksymbool getekend alsof deze de status ‘in gebruik’ heeft, ook al is deze informatie niet beschikbaar.

7.7.3 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 11-16

Image79
Figuur 97

8.

9. Extra elementen

9.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de algemene visualisatieregels toegepast op de extra elementen. Aan de hand van een visualisatieregel wordt uitgelegd welk IMKL objecttype met bijhorende attributen gebruikt worden voor de visualisatie. In de meeste gevallen is deze visualisatieregel eenvoudig, maar in sommige gevallen wordt er gebruik gemaakt van meerdere attributen van een objecttype. Het deel “Visualisatie” geeft een overzichtstabel.

Het objecttype aanduidingEisvoorzorgsmaatregel heeft een eigen geometrie. De objecten overerven het Thema van UtilityNet door middel van <net:inNetwork>. Op deze manier worden alle objecten van het type aanduidingEisVoorzorgsmaatregel gevisualiseerd door een vlaksymbool. De kleur wordt toegekend naar het thema van het netwerk.

De visualisatie voor aanduidingEisVoorzorgsmaatregel is vastgelegd in de volgende SLD-bestanden:

  • sld-eigentopografie-punt.xml

  • sld-eigentopografie-lijn.xml

  • sld-eigentopografie-vlak.xml

  • sld-aanduidingeisvoorzorgsmaatregel.xml

  • sld-extradetailinfo-punt.xml

  • sld-extradetailinfo-vlak.xml

9.2 EigenTopografie: punt

9.2.1 Regel

Het objecttype EigenTopografie omvat topografie die wordt meegeleverd ter nadere bepaling of oriëntatie van de ligging van een leiding of leidingelement. Het zijn punten, lijnen of vlakken. De puntobjecten zijn geen sloten of waterlopen. Indien het object een puntgeometrie heeft, wordt zij gevisualiseerd als puntsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • omtrek: #666666

  • Vorm:

    • Puntsymbool:

      • Cirkel

    • Lijnsymbool (omtrek van het puntsymbool)

      • Plan:

  • Schaalniveau 13-14: 1px doorgetrokken, 1px onderbroken

  • Schaalniveau 15-16: 4px doorgetrokken, 4px onderbroken

    • Bestaand: doorgetrokken lijn

  • Grootte:

    • 8 px op schaalniveau 13

    • 11 px op schaalniveau 14

    • 25 px op schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

9.2.2 Visualisatie

Plan

Bestaand

Schaalniveau 13

Image80
Figuur 98

Schaalniveau 14

Image81
Figuur 99

Schaalniveau 15-16

Image82
Figuur 100

9.3 EigenTopografie: lijn

9.3.1 Regel

Het objecttype EigenTopografie omvat topografie die wordt meegeleverd ter nadere bepaling of oriëntatie van de ligging van een leiding of leidingelement. Het zijn punten, lijnen of vlakken. Indien het object een lijngeometrie heet, wordt zij gevisualiseerd als lijnsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #666666

  • Vorm:

    • Lijnsymbool

      • Plan: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

      • Bestaand: doorgetrokken lijn

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px op schaalniveau 13 – 16

  • Transparantie: 0 %

9.3.2 Visualisatie

Plan

Bestaand

Schaalniveau 13-16

Image83
Figuur 101

9.4 EigenTopografie: vlak

9.4.1 Regel

Het objecttype EigenTopografie omvat topografie die wordt meegeleverd ter nadere bepaling of oriëntatie van de ligging van een leiding of leidingelement. Het zijn punten, lijnen of vlakken. Indien het object een vlakgeometrie heeft, wordt zij gevisualiseerd als vlaksymboolsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur (omtrek van de vlakgeometrie): #666666

  • Vorm:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool)

      • Plan: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

      • Bestaand: doorgetrokken lijn

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px op schaalniveau 13 – 16

  • Transparantie: 0 %

9.4.2 Visualisatie

Plan

Bestaand

Schaalniveau 13-16

Image84
Figuur 102

9.5 AanduidingEisVoorzorgsmaatregel

9.5.1 Regel

Het objecttype AanduidingEisVoorzorgsmaatregel omvat objecten in het nutsvoorzieningennet waarop een eis voorzorgsmaatregel van toepassing is. Zij worden gevisualiseerd als vlaksymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen

  • Kleur:

    • Vlak: overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

  • Vorm:

    • Vlak:

      • vierkantjespatroon van 3 bij 3 pixels met een tussenruimte van 4 pixels

  • Transparantie:

    • Vlak: 0 % (AanduidingEisVoorzorgsmaatregel)

9.5.2 Visualisatie

AanduidingEisVoorzorgsmaatregel

Schaalniveau 5-16

Image85
Figuur 103

9.6 ExtraDetailInfo: punt

9.6.1 Regel

Het objecttype ExtraDetailInfo omvat extra informatie over één of meerdere utility network elementen via bijkomende bestanden. Zij worden gevisualiseerd als puntsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #000000

  • Vorm:

    • Puntsymbool:

      • witte i in zwarte ruit

      • wit boogje in zwarte ruit

  • Grootte:

    • 11 px op schaalniveau 14

    • 25 px op schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie: 0 %

9.6.2 Visualisatie generieke extradetailinfo: punt

Schaalniveau 14

Image87
Figuur 104

Schaalniveau 15-16

Image88
Figuur 105

9.6.3 Visualisatie gestuurde boring: punt

Schaalniveau 14

Image135
Figuur 106

Schaalniveau 15-16

Image136
Figuur 107

9.7 ExtraDetailInfo: lijn

9.7.1 Regel

Het objecttype ExtraDetailInfo omvat extra informatie over één of meerdere utility network elementen via bijkomende bestanden. Zij worden gevisualiseerd als puntsymbool in combinatie met een lijnsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Onderste lijn: #000000 (vanaf zoomniveau 14)

    • Middelste lijn: #ffffff (vanaf zoomniveau 14)

    • Bovenste lijn: #cccccc

  • Vorm:

    • Onderste lijn: doorgetrokken lijn (vanaf zoomniveau 14)

    • Middelste lijn: doorgetrokken lijn (vanaf zoomniveau 14)

    • Bovenste lijn: lijn 45° met een stroke-dasharray van 16.5, 3.5

  • Grootte:

    • Onderste lijn: 30 px (vanaf zoomniveau 14)

    • Middelste lijn: 28 px (vanaf zoomniveau 14)

    • Bovenste lijn: 3.5 px

  • Transparantie: 0 %

9.7.2 Visualisatie generieke extradetailinfo: lijn

Schaalniveau 5 – 13

Image111
Figuur 108

Schaalniveau 14

Image89
Figuur 109

Schaalniveau 15 – 16

Image90
Figuur 110

9.7.3 Visualisatie gestuurde boring: lijn

Schaalniveau 5 – 13

Image129
Figuur 111

Schaalniveau 14

Image130
Figuur 112

Schaalniveau 15 – 16

Image131
Figuur 113

9.8 ExtraDetailInfo: vlak

9.8.1 Regel

Het objecttype ExtraDetailInfo omvat extra informatie over één of meerdere utility network elementen via bijkomende bestanden. Zij worden gevisualiseerd als puntsymbool in combinatie met een vlaksymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Achtergrond: #ffffff

    • Vulling: #cccccc (patroon)

    • Lijn (omtrek van het vlak): #000000 (vanaf zoomniveau 14)

    • Puntsymbool: #000000

  • Vorm:

    • Vulling: lijn 45° met een stroke-dasharray van 16.5, 3.5 (patroon)

    • Lijn (omtrek van het vlak) doorgetrokken lijn (vanaf zoomniveau 14)

    • Puntsymbool:

      • witte i in zwarte ruit voor generieke extradetailinfo

      • wit boogje in zware ruit voor gestuurde boring

  • Grootte:

    • Vulling: 3,5 px brede lijn op een sjabloon van 20px bij 20px (patroon)

    • Lijn (omtrek van het vlak): 1 px breed (vanaf zoomniveau 14)

    • Puntsymbool: 11 px op schaalniveau 14

    • Puntsymbool: 25 px op schaalniveau 15 – 16

  • Transparantie:

    • Achtergrond: 90 %

    • Vulling: 0% (patroon)

    • Lijn: 0%

    • Puntsymbool: 0%

9.8.2 Visualisatie generieke extradetailinfo: vlak

Schaalniveau 5-13

Image110
Figuur 114

Schaalniveau 14

Image105
Figuur 115

Schaalniveau 15 – 16

Image109
Figuur 116

9.8.3 Visualisatie gestuurde boring: vlak

Schaalniveau 5-13

Image134
Figuur 117

Schaalniveau 14

Image132
Figuur 118

Schaalniveau 15 – 16

Image133
Figuur 119

10. Leidingelementen

10.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de algemene visualisatieregels toegepast op de leidingelementen. Aan de hand van een visualisatieregel wordt uitgelegd welk IMKL objecttype met bijhorende attributen gebruikt worden voor de visualisatie. In de meeste gevallen is deze visualisatieregel eenvoudig, maar in sommige gevallen wordt er gebruik gemaakt van meerdere attributen van een objecttype. Het deel “Visualisatie” geeft een overzichtstabel.

Het objecttype leidingelement heeft een eigen geometrie. De objecten overerven het Thema van UtilityNet door middel van <net:inNetwork>. Op deze manier worden alle objecten van het type gevisualiseerd door een puntsymbool. De kleur wordt toegekend naar het thema van het netwerk. Indien leidingelementen bovendien een extraGeometrie als 2D vlakgeometrie hebben, dan worden deze als vlaksymbolen gevisualiseerd.

De visualisatie voor leidingelementen is vastgelegd in de volgende SLD-bestanden:

  • sld-leidingelement.xml

  • sld-leidingelementmetextrageometrie.xml

10.2 Leidingelementen

10.2.1 Regel

Het objecttype Leidingelement omvat leidingelementen die behoren tot het UtilityNetwork. Indien de rotatiehoek d.m.v. de eigenschap “rotatiehoekSymbool” wordt meegegeven, dan wordt het symbool geroteerd op basis van de rotatiehoek. Wordt de rotatiehoek niet meegegeven, dan wordt het symbool horizontaal afgebeeld. Zij worden gevisualiseerd als puntobject met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: het puntsymbool krijgt de kleur overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

  • Vorm:

    • Puntsymbool:

      • Cirkel op schaalniveau 14

      • Puntsymbool op schaalniveau 15-16

  • Grootte:

    • Puntsymbool:

      • 11 px op schaalniveau 14

      • 25 px op schaalniveau 15 – 16

    • Omtrek: 1px

  • Transparantie: 0 %

Nota bene: verschaal de benodigde iconen altijd naar 25px bij een schermresolutie van 91dpi conform de OGC WMS-specificatie of naar een evenredige grootte voor afwijkende schermresoluties.

10.2.2 Visualisatie

Schaalniveau 14

Image93
Figuur 120

Schaalniveau 15-16

Image91
Figuur 121

Sommige puntsymbolen worden voor meerdere typen leidingelementen gebruikt. In onderstaande tabel wordt de relatie gelegd tussen het leidingelement en het bijbehorende puntsymbool:

Puntsymbool

Leidingelement

Waarde

Aansluiting

ElectricityAppurtenanceTypeValue

deliveryPoint

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeValue

deliveryPoint

SewerAppurtenanceTypeValue

connection

WaterAppurtenanceTypeValue

waterDischargePoint

WaterAppurtenanceTypeValue

waterExhaustPoint

WaterAppurtenanceTypeValue

waterServicePoint

ElectricityAppurtenanceTypeIMKLValue

hogbouwkoppelpunt

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

hoogbouwkoppelpunt

SewerAppurtenanceTypeIMKLValue

puntVanLevering

TelecommunicationsAppurtenanceTypeIMKLValue

puntVanLevering

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

puntVanLevering

WaterAppurtenanceTypeIMKLValue

puntVanLevering

Aarding

ElectricityAppurtenanceTypeIMKLValue

aarding

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

aarding

Afsluiter

SewerAppurtenanceTypeValue

cleanout

WaterAppurtenanceTypeValue

checkValve

WaterAppurtenanceTypeValue

controlValve

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

afsluiter

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

afsluiter

WaterAppurtenanceTypeIMKLValue

afsluiter

Anode

WaterAppurtenanceTypeValue

anode

ElectricityAppurtenanceTypeIMKLValue

kbInstallatie

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

anode

Blaasgat

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

blaasgat

Brandkraan

WaterAppurtenanceTypeValue

fireHydrant

Bron

WaterAppurtenanceTypeValue

well

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

bron

Compensator

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

compensator

Geulmof

ElectricityAppurtenanceTypeIMKLValue

geulmof

Infiltratievoorziening

SewerAppurtenanceTypeIMKLValue

infiltratievoorziening

kb-Meetpunt

ElectricityAppurtenanceTypeIMKLValue

kbMeetpunt

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

kbMeetpunt

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

lekdetectiemeetpunt

Lasnok

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

lasnok

Markering

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeValue

marker

Mof

ElectricityAppurtenanceTypeIMKLValue

mof

TelecommunicationsAppurtenanceTypeIMKLValue

mof

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

mof

Ontluchting

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

ontluchting

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

ontluchting

Ontspanningselement

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

ontspanningselement

Overgangsstuk

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

overgangsstuk

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

verloopstuk

WaterAppurtenanceTypeIMKLValue

diameterovergang

WaterAppurtenanceTypeIMKLValue

materiaalovergang

Overlengte

TelecommunicationsAppurtenanceTypeIMKLValue

overlengte

Pomp

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeValue

pump

SewerAppurtenanceTypeIMKLValue

gemaal

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

pomp

Put

SewerAppurtenanceTypeIMKLValue

kolk

SewerAppurtenanceTypeIMKLValue

overstort

SewerAppurtenanceTypeIMKLValue

reservoir

SewerAppurtenanceTypeIMKLValue

uitlaatconstructie

SewerAppurtenanceTypeIMKLValue

inspectieput

TelecommunicationsAppurtenanceTypeIMKLValue

handhole

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

put

WaterAppurtenanceTypeValue

junction

WaterAppurtenanceTypeIMKLValue

put

Sifon

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

sifon

Stootbeschermer

SewerAppurtenanceTypeValue

thrustProtection

Straatlantaarn

ElectricityAppurtenanceTypeValue

streetLight

T-stuk

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

tstuk

Overig of onbekend

ElectricityAppurtenanceTypeValue

connectionBox

ElectricityAppurtenanceTypeValue

generator

ElectricityAppurtenanceTypeValue

mainStation

ElectricityAppurtenanceTypeValue

netStation

ElectricityAppurtenanceTypeValue

subStation

ElectricityAppurtenanceTypeIMKLValue

adrespunt

ElectricityAppurtenanceTypeIMKLValue

afdekplaten

ElectricityAppurtenanceTypeIMKLValue

hoogteligging

ElectricityAppurtenanceTypeIMKLValue

kbContact

ElectricityAppurtenanceTypeIMKLValue

kbEindpunt

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeValue

gasStation

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeValue

oilGasChemicalsNode

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeValue

productionRegion

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeValue

pumpingStation

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeValue

storage

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeValue

terminal

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

adrespunt

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

afdekplaten

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

aftakzadel

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

algemeenGasTransportOnderdeel

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

bocht

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

bodem

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

buis

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

eindkap

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

expansiestuk

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

gasstopper

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

hoogteligging

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

isolatieKoppeling

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

isolatiestuk

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

meetpunt

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

raaginrichting

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

vloeistofvanger

SewerAppurtenanceTypeValue

barrel

SewerAppurtenanceTypeValue

catchBasin

SewerAppurtenanceTypeValue

dischargeStructure

SewerAppurtenanceTypeValue

specificStructure

SewerAppurtenanceTypeValue

tideGate

SewerAppurtenanceTypeValue

watertankOrChamber

SewerAppurtenanceTypeIMKLValue

afdekplaten

SewerAppurtenanceTypeIMKLValue

kunstwerk

TelecommunicationsAppurtenanceTypeIMKLValue

afdekplaten

TelecommunicationsAppurtenanceTypeIMKLValue

antenna

TelecommunicationsAppurtenanceTypeIMKLValue

doorvoerramen

TelecommunicationsAppurtenanceTypeIMKLValue

GTWP

TelecommunicationsAppurtenanceTypeIMKLValue

kabelverdeler

TelecommunicationsAppurtenanceTypeIMKLValue

stijgleiding

TelecommunicationsAppurtenanceTypeIMKLValue

termination

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

afdekplaten

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

gestuurdeBoring

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

inEnUittredepuntBoringen

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

mantelbuis

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

overdrachtsstation

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

pompstation

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

zinker

WaterAppurtenanceTypeValue

lateralPoint

WaterAppurtenanceTypeValue

meter

WaterAppurtenanceTypeValue

pressureController

WaterAppurtenanceTypeValue

pumpStation

WaterAppurtenanceTypeValue

samplingStation

WaterAppurtenanceTypeValue

storageFacility

WaterAppurtenanceTypeValue

treatmentPlant

WaterAppurtenanceTypeIMKLValue

afdekplaten

WaterAppurtenanceTypeIMKLValue

blindflens

WaterAppurtenanceTypeIMKLValue

eindpunt

WaterAppurtenanceTypeIMKLValue

productiegebied

ElectricityAppurtenanceTypeIMKLValue

onbekend

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

onbekend

OverigAppurtenanceTypeIMKLValue

onbekend

SewerAppurtenanceTypeIMKLValue

onbekend

TelecommunicationsAppurtenanceTypeIMKLValue

onbekend

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

onbekend

WaterAppurtenanceTypeIMKLValue

onbekend

ElectricityAppurtenanceTypeIMKLValue

overig

OilGasChemicalsAppurtenanceTypeIMKLValue

overig

OverigAppurtenanceTypeIMKLValue

overig

SewerAppurtenanceTypeIMKLValue

overig

TelecommunicationsAppurtenanceTypeIMKLValue

overig

ThermalAppurtenanceTypeIMKLValue

overig

WaterAppurtenanceTypeIMKLValue

overig

10.3 ExtraGeometrie: leidingelementen

10.3.1 Regel

Het objecttype ExtraGeometrie omvat extra geometrie bij de standaard leidingelementen. Indien het object een vlakgeometrie heeft, wordt zij gevisualiseerd als lijnsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool): overeenkomstig het “thema” van het nutsvoorzieningennet waarin het gebruikt wordt.

  • Vorm:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool)

      • Geprojecteerd: 4px doorgetrokken, 16px onderbroken

      • In gebruik: doorgetrokken lijn

      • Buiten gebruik: 40px doorgetrokken, 12px onderbroken, 8px doorgetrokken, 12px onderbroken

  • Grootte (lijndikte):

    • 1 px voor Schaalniveau 14 – 16

  • Transparantie: 0%

In sommige gevallen is het object waar de het ExtraGeometrie-object bij hoort, niet meegeleverd. Dan wordt de omtrek van het vlaksymbool getekend alsof deze de status ‘in gebruik’ heeft, ook al is deze informatie niet beschikbaar.

10.3.2 Visualisatie

Geprojecteerd

In gebruik

Buiten gebruik

Schaalniveau 15-16

Image92
Figuur 122

11. Gebiedsinformatielevering

11.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de algemene visualisatieregels toegepast op de Gebiedsinformatielevering. Aan de hand van een visualisatieregel wordt uitgelegd welk IMKL objecttype met bijhorende attributen gebruikt worden voor de visualisatie. In de meeste gevallen is deze visualisatieregel eenvoudig, maar in sommige gevallen wordt er gebruik gemaakt van meerdere attributen van een objecttype. Het deel “Visualisatie” geeft een overzichtstabel.

Containerelementen omvatten de volgende objecttypen:

De visualisatie van de Gebiedsinformatielevering is vastgelegd in de volgende SLD-bestanden:

  • sld-graafpolygoon.xml

  • sld-informatiepolygoon.xml

  • sld-orientatiepolygoon.xml

11.2 Graafpolygoon

11.2.1 Regel

Het objecttype Graafpolygoon omvat de geometrie van het gebied dat een grondroerder aanlevert, waarbinnen de graaflocatie zich bevindt. De graafpolygoon wordt gevisualiseerd als lijnsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool): #ff00ff

  • Vorm:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool):

      • 30px doorgetrokken, 6px onderbroken

  • Grootte (lijndikte):

    • 4 px

  • Transparantie van de lijn: 0%

11.3 Informatiepolygoon

11.3.1 Regel

Het objecttype Informatiepolygoon omvat de geometrie van het gebied (een polygoon) waarover informatie gevraagd wordt, niet zijnde het graafgebied. De informatiepolygoon wordt gevisualiseerd op basis van de geometrieVoorVisualisatie als vlaksymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #ff00ff

  • Transparantie: 65%

11.4 Oriëntatiepolygoon

11.4.1 Regel

Het objecttype Oriëntatiepolygoon is de geometrie van een aaneengesloten gebied ten aanzien waarvan een opdrachtgever , grondroerder of bestuursorgaan met het oog op een belang als bedoeld in artikel 7, eerste of tweede lid, om gebiedsinformatie verzoekt. De orëntatiepolygoon wordt gevisualiseerd als lijnsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool): #ff00ff

  • Vorm:

    • Lijn (omtrek van het vlaksymbool):

      • 30px doorgetrokken, 6px onderbroken

  • Grootte (lijndikte): 4 px

    • Transparantie van de lijn: 0%

12. Kaartbeschrifting

12.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de algemene visualisatieregels toegepast op de DiepteNAP, DiepteTovMaaiveld, Annotaties en Maatvoering. Aan de hand van een visualisatieregel wordt uitgelegd welk IMKL objecttype met bijhorende attributen gebruikt worden voor de visualisatie. In de meeste gevallen is deze visualisatieregel eenvoudig, maar in sommige gevallen wordt er gebruik gemaakt van meerdere attributen van een objecttype. Het deel “Visualisatie” geeft een overzichtstabel.

De visualisatie van kaartbeschrifting is vastgelegd in de volgende SLD-bestanden:

  • sld-dieptenap.xml

  • sld-dieptetovmaaiveld.xml

  • sld-maatvoering-lijn.xml

  • sld-maatvoering-punt.xml

  • sld-annotatie-lijn.xml

  • sld-annotatie-punt.xml

12.2 DiepteNAP

12.2.1 Regel

Het objecttype DiepteNAP dient om de afstand weer te geven in absolute waarde van het NAP-nulpunt tot de bovenkant van kabel of leiding, leidingcontainer, leidingelement of containerleidingelemen. Indien de rotatiehoek d.m.v. de eigenschap “rotatiehoekSymbool” wordt meegegeven, dan wordt het symbool geroteerd op basis van de rotatiehoek. Wordt de rotatiehoek niet meegegeven, dan wordt het symbool horizontaal afgebeeld. Zij worden gevisualiseerd als puntsymbolen op de kaart met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #000000

  • Vorm:

    • Puntsymbool: dieptenap.svg

  • Grootte:

    • 44 px

  • Transparantie: 0 %

De tekst wordt rechts ten opzichte van het puntobject geplaatst. Zij wordt gevisualiseerd als kaartbeschrifting met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #000000

  • Vorm: Liberation Sans lettertype

  • Tekst: dieptePeil

  • Grootte: 13 px (fontgrootte)

  • Transparantie: 0 %

12.2.2 Visualisatie

Schaalniveau 15-16

Image94
Figuur 123

12.3 DiepteTovMaaiveld

12.3.1 Regel

Het objecttype DiepteTovMaaiveld dient om de afstand weer te geven in absolute waarde van het maaiveld tot de bovenkant van kabel of leiding, leidingcontainer, leidingelement of containerleidingelement. Indien de rotatiehoek d.m.v. de eigenschap “rotatiehoekSymbool” wordt meegegeven, dan wordt het symbool geroteerd op basis van de rotatiehoek. Wordt de rotatiehoek niet meegegeven, dan wordt het symbool horizontaal afgebeeld. Zij worden gevisualiseerd als puntsymbolen op de kaart met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #000000

  • Vorm:

    • Puntsymbool: dieptetovmaaiveld.svg

  • Grootte:

    • 44px

  • Transparantie: 0 %

De tekst wordt rechts ten opzichte van het puntobject geplaatst. Zij wordt gevisualiseerd als kaartbeschrifting met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #000000

  • Vorm: Liberation Sans lettertype

  • Tekst: dieptePeil

  • Grootte: 13 px (fontgrootte)

  • Transparantie: 0 %

12.3.2 Visualisatie

Schaalniveau 15-16

Image95
Figuur 124

12.4 Maatvoeringslijn en maatvoeringshulplijn

12.4.1 Regel

Indien het objecttype Maatvoering voor het attribuut “maatvoeringsType” de waarde “maatvoeringslijn” of “maatvoeringshulplijn” heeft, wordt een lijn geplaatst. Zij worden gevisualiseerd als lijnsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #000000

  • Grootte: 1 px

  • Transparantie: 0 %

12.4.2 Visualisatie

Schaalniveau 15-16

Image86
Figuur 125

12.5 Maatvoeringspijl

12.5.1 Regel

Indien het objecttype Maatvoering voor het attribuut “maatvoeringsType” de waarde “maatvoeringspijl” heeft, wordt een lijn mét pijlpunten aan weerzijden geplaatst. Zij wordt gevisualiseerd als lijnsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #000000

  • Vorm:

    • Puntsymbool: shape://carrow

  • Grootte:

    • Lijndikte: 1 px

    • Symboolgrootte: 10 (gelijkbenige driehoek 5 px breed en 4 pixels hoog op een raster van 5px bij 5px)

  • Transparantie: 0 %

12.5.2 Visualisatie

Schaalniveau 15-16

Image96
Figuur 126
Image104
Figuur 127

12.6 Maatvoeringspijlpunt

12.6.1 Regel

Indien het objecttype Maatvoering voor het attribuut “maatvoeringsType” de waarde “maatvoeringspijlpunt” heeft, wordt een pijlpunt geplaatst. Indien de rotatiehoek wordt meegegeven, dan wordt de pijlpunt van het symbool gecentreerd op het puntobject en geroteerd om dit puntobject op basis van de rotatiehoek.Wordt de rotatiehoek niet meegegeven, dan wordt de pijlpunt horizontaal afgebeeld. Zij worden gevisualiseerd als puntsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #000000

  • Vorm:

    • Puntsymbool: shape://carrow

  • Grootte:

    • Symboolgrootte: 10 (gelijkbenige driehoek 5 px breed en 4 pixels hoog op een raster van 5px bij 5px)

  • Transparantie: 0 %

12.6.2 Visualisatie

Schaalniveau 15-16

Image97
Figuur 128
Image106
Figuur 129

12.7 Maatvoeringslabel

12.7.1 Regel

Indien het objecttype Maatvoering voor het attribuut “maatvoeringsType” de waarde “maatvoeringslabel” heeft, wordt een tekst geplaatst. Indien de rotatiehoek wordt meegegeven, dan wordt de tekst gecentreerd op een puntobject en geroteerd op basis van de rotatiehoek. Wordt de rotatiehoek niet meegegeven, dan wordt de tekst horizontaal afgebeeld. Door middel van aangrijpingHorizontaal en aangrijpingVerticaal wordt de tekst ten opzichte van het puntobject geplaatst. Zij worden gevisualiseerd als kaartbeschrifting met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #000000

  • Vorm: Liberation Sans lettertype

  • Tekst: label

  • Grootte: 13 px (fontgrootte)

  • Transparantie: 0 %

12.7.2 Visualisatie

Schaalniveau 15-16

Image98
Figuur 130

12.8 Annotatielijn

12.8.1 Regel

Indien het objecttype Annotatie voor het attribuut “annotatieType” de waarde “annotatielijn” heeft, wordt een lijn geplaatst. Zij worden gevisualiseerd als lijnsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #000000

  • Grootte: 1px

  • Transparantie: 0 %

12.8.2 Visualisatie

Schaalniveau 15-16

Image99
Figuur 131

12.9 Annotatiepijl

12.9.1 Regel

Indien het objecttype Annotatie voor het attribuut “annotatieType” de waarde “AnnotatiepijlEnkelgericht” of “AnnotatiepijlDubbelgericht”heeft, wordt een lijn mét een pijlpunt aan het einde van de lijn (attribuut “annotatieType” heeft de waarde “AnnotatiepijlEnkelgericht”) of mét pijlpunten aan weerzijden geplaatst (attribuut “annotatieType” heeft de waarde “AnnotatiepijlDubbelgericht”). Zij wordt gevisualiseerd als lijnsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #000000

  • Vorm:

    • Puntsymbool: shape://carrow

  • Grootte:

    • Lijndikte: 1 px

    • Symboolgrootte: 10 (gelijkbenige driehoek 5 px breed en 4 pixels hoog op een raster van 5px bij 5px)

  • Transparantie: 0 %

12.9.2 Visualisatie

AnnotatiepijlEnkelgericht

Image103
Figuur 132

AnnotatiepijlDubbelgericht

Image102
Figuur 133
Image107
Figuur 134

Afbeelding: tien maal vergrote weergave van de pijlpunt

12.10 Annotatiepijlpunt

12.10.1 Regel

Het objecttype Annotatie voor het attribuut “annotatieType” de waarde “annotatiepijlpunt” heeft wordt een driehoek geplaatst. Indien de rotatiehoek wordt meegegeven, dan wordt de pijlpunt van het symbool gecentreerd op het puntobject en geroteerd om dit puntobject op basis van de rotatiehoek. Wordt de rotatiehoek niet meegegeven, dan wordt de pijlpunt horizontaal afgebeeld. Zij worden gevisualiseerd als puntsymbool met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #000000

  • Vorm: shape://carrow

  • Grootte:

    • Symboolgrootte: 10 (gelijkbenige driehoek 5 px breed en 4 pixels hoog op een raster van 5px bij 5px)

  • Transparantie: 0 %

12.10.2 Visualisatie

Schaalniveau 15-16

Image100
Figuur 135
Image108
Figuur 136

Afbeelding: tien maal vergrote weergave van de pijlpunt

12.11 Annotatielabel

12.11.1 Regel

Indien het objecttype Annotatie voor het attribuut “annotattieType” de waarde “annotatielabel” heeft wordt een tekst geplaatst. Indien de rotatiehoek wordt meegegeven, dan wordt de tekst gecentreerd op een puntobject en geroteerd op basis van de rotatiehoek. Wordt de rotatiehoek niet meegegeven, dan wordt de tekst horizontaal afgebeeld. Door middel van aangrijpingHorizontaal en aangrijpingVerticaal wordt de tekst ten opzichte van het puntobject geplaatst. Zij worden gevisualiseerd als kaartbechrifting met de volgende (combinatie van) eigenschappen:

  • Kleur: #000000

  • Vorm: Liberation Sans lettertype

  • Tekst: label

  • Grootte: 13 px (fontgrootte)

  • Transparantie: 0 %

12.11.2 Visualisatie

Schaalniveau 15-16

Image101
Figuur 137

13.
Kaartsamenstelling

13.1 Inleiding

Naast de beschrijving van visualisatie van de objecttypen geeft onderstaande tabel aan, hoe de objecttypen geordend moeten worden om een kaart te realiseren:

Tekenvolgorde

Objecttype

1

EigenTopografie

2

ExtraDetailInfo (Lijn- en vlaksymbolen)

3

AanduidingEisVoorzorgsmaatregel

4

Kabelbed

5

Duct

6

Mantelbuis

7

Kabels en Leidingen

8

ExtraGeometrie-objecten die niet gerefereerd worden vanuit een ander object

9

Mangat

10

Kast

11

Technisch gebouw

12

Toren

13

Mast

14

Annotatie

15

Maatvoering

16

DiepteNAP

17

DiepteTovMaaiveld

18

ExtraDetailInfo (Puntsymbolen)

19

Leidingelementen

20

Informatiepolygoon

21

Graafpolygoon

22

Oriëntatiepolygoon

De objecten met de laagste waarde in de kolom “Tekenvolgorde” worden als eerste getekend. De objecten met de hoogte waarde in de kolom “Tekenvolgorde” worden als laatste getekend.

ExtraDetailinfo wordt op niveau 2 (lijn- en vlaksymbolen) en 17 (puntsymbolen) getekend.

13.2 Objecten met extra geometrie

Sommige objectklassen hebben naast de primaire geometrie ook een extra geometrie, die een uitgebreidere of nadere aanduiding geeft van de locatie en ligging van een bepaald object. Deze extra geometrie wordt binnen de objectklasse zodanig afgebeeld, dat de puntgeometrieën bovenop de lijngeometrieën, bovenop de vlakgeometrieën komen te liggen. De interactie van de viewer maakt het mogelijk voor gebruikers om de extra geometrie van een object te tonen of onzichtbaar te maken.

NB: ExtraGeometrie-objecten die niet gerefereerd worden vanuit een ander object, kunnen geen volgorde krijgen die daaraan gerelateerd is en komen daarom in tekenlaag 8.

14. Verklarende woordenlijst

Term

Uitleg

IMKL

Het Informatiemodel Kabels en Leidingen is opgezet om objectgericht ... uit te kunnen wisselen tussen partijen via de landelijke GML-standaard.

KML

De Keyhole Markup Language (KML) beschrijft zowel visualisatie van kaartobjecten voor online kaarten en digitale globes als de navigatie binnen de online kaart of digitale globe. KML is ontwikkeld door Google en is een standaard van het Open Geospatial Consortium.

OGC

Het wereldwijd opererende Open Geospatial Consortium heeft als belangrijkste doel om de uitwisselbaarheid van geo-informatie binnen en tussen organisaties te verbeteren op basis van open standaarden. Ook bekend onder de oude naam Open GIS Consortium.

SLD

De Styled Layer Descriptor (SLD) Implementation Specification beschrijft hoe de Web Map Server (versie 1.0 & 1.1) specificatie kan worden uitgebreid met als doel om gebruikersgedefinieerde symbolen voor object data toe te staan. In de WMS SLD specificatie wordt een XML syntax beschreven, die aanduidt hoe een OGC Web Map Server haar eigen data moet tonen.

SVG

De Scalable Vector Graphics (SVG) is een open specificatie van het World Wide Web Consortium (W3C) voor een bestandsformaat om tweedimensionale afbeeldingen mee te beschrijven. De bestanden kunnen worden bewerkt met behulp van tekenpakketten zoals Adobe Illustrator of Inkscape.

WMS

Web Map Service is een Open Geospatial Consortium (OGC) standaard voor het tonen van kaarten middels online diensten. Een Web Map Service (WMS) publiceert "kaarten" (dit betekent: een visuele voorstelling van de geografische en thematische data, niet de data zelf) op het Web. De WMS biedt een manier om gelijktijdig een visueel overzicht te krijgen van complexe en gedistribueerde geografische kaarten, met behulp van Internet technologie.

15. Documentatie

Document

Auteur

Versie

Styled Layer Descriptor Profile of the Web Map Service Implementation Specification

http://portal.opengeospatial.org/files/?artifact_id=12637

Open Geospatial Consortium

1.1

Handreiking Visualisatie

https://www.geonovum.nl/uploads/standards/downloads/handreiking%20webcartografie%201.0.1_0.pdf

Geonovum

1.0.1

Nederlandse Richtlijn Tiling

http://www.geonovum.nl/sites/default/files/nederlandse_richtlijn_tiling_-_versie_1.1.pdf

Geonovum

1.1

16. Changelog

Onderdeel

Wijziging

Issue

sld-kabelleiding.xml

Huidige status voor fictief ingetekende leiding toevoegen

354

sld-mantelbuis.xml

Toevoegen visualisatie eigenaarschap

324

sld-ductkabelbedmetextrageometrie.xml

Visualisatie van ExtraGeometrie objecten waarbij het gerelateerde object buiten het graafgebied zit

267

sld-kabelleidingmetextrageometrie.xml

Visualisatie van ExtraGeometrie objecten waarbij het gerelateerde object buiten het graafgebied zit

267

sld-kastmetextrageometrie.xml

Visualisatie van ExtraGeometrie objecten waarbij het gerelateerde object buiten het graafgebied zit

267

sld-leidingelementmetextrageometrie.xml

Visualisatie van ExtraGeometrie objecten waarbij het gerelateerde object buiten het graafgebied zit

267

sld-mangatmetextrageometrie.xml

Visualisatie van ExtraGeometrie objecten waarbij het gerelateerde object buiten het graafgebied zit

267

sld-mantelbuismetextrageometrie.xml

Visualisatie van ExtraGeometrie objecten waarbij het gerelateerde object buiten het graafgebied zit

267

sld-mastmetextrageometrie.xml

Visualisatie van ExtraGeometrie objecten waarbij het gerelateerde object buiten het graafgebied zit

267

sld-technischgebouwmetextrageometrie.xml

Visualisatie van ExtraGeometrie objecten waarbij het gerelateerde object buiten het graafgebied zit

267

sld-torenmetextrageometrie.xml

Visualisatie van ExtraGeometrie objecten waarbij het gerelateerde object buiten het graafgebied zit

267

PMKL-Versie-respec-Handreiking-visualisatie_3.0rc.docx

Toevoegen visualisatie eigenaarschap

324

PMKL-Versie-respec-Handreiking-visualisatie_3.0rc.docx

Visualisatie van ExtraGeometrie objecten waarbij het gerelateerde object buiten het graafgebied zit

267

PMKL-Versie-respec-Handreiking-visualisatie_3.0rc.docx

Huidige status voor fictief ingetekende leiding toevoegen

354

Geonovum Standaard - Consultatieversie