Dit document beschrijft een praktijkrichtlijn voor het n:m berichtenverkeer tussen Geo en BAG applicaties o.b.v. StUF-Geo BAG berichtenverkeer.
Dit is de definitieve versie van de praktijkrichtlijn. Een praktijkrichtlijn is een product die informatie geeft, vaak met een technisch karakter, die nodig is voor het toepassen van een standaard. Een praktijkrichtlijn hoort altijd bij een standaard/norm.
De specificaties van het Geo-BAG berichtenverkeer beschrijven de uitwisseling van berichten tussen één zender en één ontvanger. Bij dit 1:1 berichtenverkeer is er altijd sprake van één Geo-applicatie en één BAG-applicatie.
In een Geo-BAG bericht wordt in de StUF:stuurgegevens de adressering van zender en ontvanger opgenomen bestaande uit de volgende elementen:
Organisatie: gemeente, samenwerking of andere type publiek of privaatrechtelijke vorm die werkzaamheden uitvoert of applicatie onderhoud/hoost voor Geo of BAG
Applicatie: software voor Geo of BAG bronhouder werkzaamheden
Administratie: een dataset binnen een applicatie die specifiek voor een bepaalde gemeente is als bronhouder
Gebruiker
In het Geo-BAG berichtenverkeer is afgesproken dat tenminste organisatie, applicatie en administratie opgenomen dient te worden bij zender en ontvanger in de StUF:stuurgegevens.
In de praktijk komen binnen een organisatie configuraties voor waarbij er één of meer Geo-applicaties berichten uitwisselen met één of meer BAG applicaties. Een applicatie kan weer uit één of meer administraties bestaan, waarbij elke administratie een eigen unieke adressering heeft conform StUF. Dit noemen we n:m berichtenverkeer. Onder andere kunnen de volgende situatie voorkomen:
Er is één Geo-applicatie en er zijn meerdere BAG-applicaties (1:m)
Er is één Geo-applicatie en er is één BAG applicatie met meerdere BAG-administraties van verschillende gemeenten (1:m)
Er is één BAG-applicatie en er zijn meerdere GEO-applicaties (n:1)
Er is één BAG applicatie en er is één Geo-applicatie met meerdere BGT-administraties van verschillende gemeenten (n:1)
Meerdere Geo-applicaties en/of administraties wisselen uit met meerdere BAG-applicaties en/of administraties (n:m).
Een applicatie kan uit één of meer administraties bestaan, waarbij elke administratie een eigen unieke adressering heeft conform StUF.
Om een n:m berichtenverkeer werkend te krijgen binnen een organisatie, worden de volgende aanvullende afspraken in deze praktijkrichtlijn vastgelegd.
De volgende uitgangspunten gelden:
De zendende applicatie is verantwoordelijk voor het verzenden van een bericht aan juiste ontvanger.
Er wordt altijd 1 bericht verstuurd naar 1 ontvanger bij leveringen/verzoeken en goed-/afkeuringen.
StUF:stuurgegevens moeten een zender en ontvanger uniek adresseren, d.w.z. de combinatie van organisatie, applicatie en administratie is uniek voor elke zender en ontvanger.
De BAG-gemeentecode is in de regel gelijk aan de BGT-bronhoudercode minus de vaste prefix ‘G’ voor gemeentelijke BGT-bronhouders. Dus voor gemeente Amersfoort geldt, BAG-gemeentecode = 0307 en BGT-bronhoudercode = G0307.
Voor de unieke adressering van berichten wordt afgesproken dat elke Geo- en BAG-applicatie in de adressering van de berichten tenminste de combinatie van <organisatie>, <applicatie>, en <administratie> in de StUF:stuurgegevens van ontvanger en zender opneemt, en wel als volgt.
<organisatie> code of naam van de organisatie die de Geo of BAG-applicatie beheert.
<applicatie> Unieke aanduiding van de applicatie
<administratie> de code of naam van de administratie van de gemeente waarbinnen het (geconstateerde) object ligt conform de gemeentegrens van de BAG
De <organisatie> mag/kan gelijk zijn aan <administratie>.
De volgende uitgangspunten gelden voor de stuurgegevens van de Geo-applicatie:
In het Geo-BAG berichtenverkeer hanteert de Geo-applicatie dezelfde stuurgegevens als wordt toegepast in het berichtenverkeer met SVB-BGT.
In het BGT berichtenverkeer geldt dat één organisatie één BGT administratie heeft; voor het Geo-BAG berichtenverkeer geldt dit ook.
Het stuurgegeven <organisatie>is gelijk aan de bronhoudercode.
Onder een samenwerkingsverband kunnen meerdere organisaties (=bronhouders) vallen, echter de naam of code van het samenwerkingsverband wordt niet opgenomen in de stuurgegevens.
Bij 1 Geo en meerdere BAG-applicaties:
Bij een verzoek vanuit BAG, vult de BAG-applicatie de stuurgegevens zo specifiek in dat Geo altijd 1 bericht terug kan sturen naar de juiste ontvanger. Filtering aan de kant van Geo is niet nodig.
Bij een levering voor bestaande BAG-objecten is de gemeentecode bekend, en kan Geo de juiste ontvangende stuurgegevens ( o.a. administratie) invullen.
Bij een levering met geconstateerde objecten vanuit Geo filtert Geo (bijvoorbeeld geometrisch op de gemeentegrens om de gemeentecode te bepalen) zodanig dat de levering naar de juiste ontvangende organisatie wordt gestuurd.
Geo vult de stuurgegevens als volgt in: <organisatie>is gemeentecode, <applicatie>is naam BAG-applicatie, en <administratie>de uitfiltering verkregen gemeentecode bij meerdere BAG-administraties[^1].
[^1]: immers de exacte BAG-administratie kan Geo niet bepalen
Bij 1 BAG-applicatie en meerdere Geo-applicaties:
De stuurgegevens voor de ontvangende Geo-applicatie worden als volgt door BAG bepaald/ingevuld: in <organisatie>de organisatie waar de applicatie staat, in <applicatie>de naam van de Geo-applicatie, in <administratie> de code van de gemeente van de BGT-administratie.
Bij 1 BAG-applicatie en één Geo-applicatie met meerdere BGT-administratie van verschillende gemeenten:
Een respons-bericht wordt altijd verstuurd naar met in de stuurgegevens van de ontvanger, de stuurgegevens van de zender van het bericht waarop het respons wordt teruggegeven.