Abstract

Dit document beschrijft een praktijkrichtlijn voor het n:m berichtenverkeer tussen Geo en BAG applicaties o.b.v. StUF-Geo BAG berichtenverkeer.

Status of This Document

Dit is de definitieve versie van de praktijkrichtlijn. Een praktijkrichtlijn is een product die informatie geeft, vaak met een technisch karakter, die nodig is voor het toepassen van een standaard. Een praktijkrichtlijn hoort altijd bij een standaard/norm.

1. Inleiding

De specificaties van het Geo-BAG berichtenverkeer beschrijven de uitwisseling van berichten tussen één zender en één ontvanger. Bij dit 1:1 berichtenverkeer is er altijd sprake van één Geo-applicatie en één BAG-applicatie.

In een Geo-BAG bericht wordt in de StUF:stuurgegevens de adressering van zender en ontvanger opgenomen bestaande uit de volgende elementen:

In het Geo-BAG berichtenverkeer is afgesproken dat tenminste organisatie, applicatie en administratie opgenomen dient te worden bij zender en ontvanger in de StUF:stuurgegevens.

2. Waarom deze praktijkrichtlijn?

In de praktijk komen binnen een organisatie configuraties voor waarbij er één of meer Geo-applicaties berichten uitwisselen met één of meer BAG applicaties. Een applicatie kan weer uit één of meer administraties bestaan, waarbij elke administratie een eigen unieke adressering heeft conform StUF. Dit noemen we n:m berichtenverkeer. Onder andere kunnen de volgende situatie voorkomen:

Een applicatie kan uit één of meer administraties bestaan, waarbij elke administratie een eigen unieke adressering heeft conform StUF.

Om een n:m berichtenverkeer werkend te krijgen binnen een organisatie, worden de volgende aanvullende afspraken in deze praktijkrichtlijn vastgelegd.

3. Uitgangspunten

De volgende uitgangspunten gelden:

  1. De zendende applicatie is verantwoordelijk voor het verzenden van een bericht aan juiste ontvanger.

  2. Er wordt altijd 1 bericht verstuurd naar 1 ontvanger bij leveringen/verzoeken en goed-/afkeuringen.

  3. StUF:stuurgegevens moeten een zender en ontvanger uniek adresseren, d.w.z. de combinatie van organisatie, applicatie en administratie is uniek voor elke zender en ontvanger.

  4. De BAG-gemeentecode is in de regel gelijk aan de BGT-bronhoudercode minus de vaste prefix ‘G’ voor gemeentelijke BGT-bronhouders. Dus voor gemeente Amersfoort geldt, BAG-gemeentecode = 0307 en BGT-bronhoudercode = G0307.

4. Stuurgegevens

Voor de unieke adressering van berichten wordt afgesproken dat elke Geo- en BAG-applicatie in de adressering van de berichten tenminste de combinatie van <organisatie>, <applicatie>, en <administratie> in de StUF:stuurgegevens van ontvanger en zender opneemt, en wel als volgt.

De <organisatie> mag/kan gelijk zijn aan <administratie>.

De volgende uitgangspunten gelden voor de stuurgegevens van de Geo-applicatie:

5. Scenario’s

5.1 Geometrieverzoeken en –leveringen

Bij 1 Geo en meerdere BAG-applicaties:

Geo vult de stuurgegevens als volgt in: <organisatie>is gemeentecode, <applicatie>is naam BAG-applicatie, en <administratie>de uitfiltering verkregen gemeentecode bij meerdere BAG-administraties[^1].

[^1]: immers de exacte BAG-administratie kan Geo niet bepalen

Bij 1 BAG-applicatie en meerdere Geo-applicaties:

De stuurgegevens voor de ontvangende Geo-applicatie worden als volgt door BAG bepaald/ingevuld: in <organisatie>de organisatie waar de applicatie staat, in <applicatie>de naam van de Geo-applicatie, in <administratie> de code van de gemeente van de BGT-administratie.

Bij 1 BAG-applicatie en één Geo-applicatie met meerdere BGT-administratie van verschillende gemeenten:

5.2 Responsberichten

Een respons-bericht wordt altijd verstuurd naar met in de stuurgegevens van de ontvanger, de stuurgegevens van de zender van het bericht waarop het respons wordt teruggegeven.