DiS Geo : Eisen aan model samenhangende objectenregistratie

Geonovum Algemeen
Werkversie

Deze versie:
https://geonovum.github.io/disgeo-inhoud-2
Laatst gepubliceerde versie:
https://docs.geostandaarden.nl/disgeo/emso/
Vorige versie:
https://docs.geostandaarden.nl/disgeo/cv-al-emso-20201005/
Laatste werkversie:
https://geonovum.github.io/disgeo-inhoud-2
Redacteur:
Dick Krijtenburg, Geonovum
Auteurs:
Sandra Leijten, VNG
Marcel Rietdijk, VNG
Dick Krijtenburg, Geonovum
Doe mee:
GitHub geonovum/disgeo-inhoud-2
Dien een melding in
Revisiehistorie
Pull requests
Rechtenbeleid:

Samenvatting

Consultatie

Consultatie

Hierbij nodigen wij u uit om uw mening te geven over dit conceptueel model van de SOR. Ook als u tevreden bent en geen verbeterpunten verwacht te kunnen geven, vragen wij u de vragenlijst in te vullen. Van zowel tevredenheid als ontevredenheid zijn wij graag op de hoogte, zo weten wij ook welke zaken gereed zijn voor de uitvoeringspraktijk en wat nog voor verbetering vatbaar is. De consultatie wordt uitgevoerd door onderzoeksbureau Statisfact. Uw antwoorden worden door hen verzameld en verwerkt en uitsluitend gebruikt voor deze openbare consultatie.

Hoe neemt u deel aan de consultatie?

Door naar deze pagina, https://statisfact.nl/login/consultatie_cm_sor te gaan, start u de vragenlijst. Afhankelijk van uw antwoorden wordt u door de vragenlijst heen geleid. Een PDF van de volledige vragenlijst vindt u hier (https://www.geobasisregistraties.nl/documenten/publicatie/2020/10/15/vragenlijst-consultatie-conceptueel-model-sor-versie-oktober-2020). U heeft 30 tot 45 minuten nodig om de vragenlijst volledig in te vullen. U kunt de vragenlijst tussentijds opslaan en op een later moment verder gaan.

Wij verzoeken u dit voor 13 november te doen.

Status van dit document

Deze paragraaf beschrijft de status van dit document ten tijde van publicatie. Het is mogelijk dat er actuelere versies van dit document bestaan. Een lijst van Geonovum publicaties en de laatste gepubliceerde versie van dit document zijn te vinden op https://www.geonovum.nl/geo-standaarden/alle-standaarden.

Dit is een werkversie die op elk moment kan worden gewijzigd, verwijderd of vervangen door andere documenten. Het is geen door de werkgroep goedgekeurde consultatieversie.

In dit document worden op basis van het hoofdlijnenrapport de inhoudelijke eisen aan het informatiemodel nader uitgewerkt.

Colofon en Voorwoord

Colofon

Deze versie van dit document is tot stand gekomen onder begeleiding van de werkgroep "inhoud van de samenhangende objectenregistratie" van DiSGeo, waar de volgende personen deel van uit hebben gemaakt:

Naam Organisatie
Martijn Odijk Ministerie BZK
Koos Boersma Informatiehuis Water
Annemiek Droogh Waarderingskamer
Stefan van Gerwen Provincie Noord Brabant
Remco in ’t Hout Rijkswaterstaat
Dick Krijtenburg Geonovum
Sandra Leijten VNG Realisatie
Marcel Rietdijk VNG Realisatie
Eric van der Ster Ministerie I&W
Richard Witmer Kadaster

Versiebeheer

Dit document is aan verandering onderhevig. Het versiebeheer van het document geeft inzicht in wijzigen en de actualiteit ervan.

Versie Datum Status Bewerking Toelichting
0.1 16-04-2020 concept Initieel document Kapstok document aangemaakt
0.4 4-10-2020 concept 1e opbouw Document met vertegenwoordigers werkveld vormgegeven

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

In Nederland wordt heel veel informatie bijgehouden over objecten die we buiten in het terrein aantreffen. Bij die objecten kan worden gedacht aan wegen, water, gebouwen, spoorlijnen en bomen. Een deel van de over deze objecten vastgelegde informatie is alleen van belang voor heel specifieke toepassingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het aantal keren dat een grasveld per jaar wordt gemaaid (maai-regiem). Deze informatie is in het algemeen niet voor iedereen van belang. Er is echter ook informatie die breed wordt gebruikt. Denk dan bijvoorbeeld aan het bouwjaar van een gebouw.

Op dit moment zijn veel van deze breder gebruikte gegevens over objecten verspreid over verschillende registraties. Het gaat daarbij zowel om registraties die de status van basisregistratie hebben gekregen, als om registraties waarin gegevens over deze objecten ten behoeve van een specifieke toepassing of ten behoeve van gebruik binnen een bepaalde sector zijn vastgelegd. De belangrijkste basisregistraties waarin informatie over fysieke objecten is opgenomen zijn de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT), de Basisregistratie Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en de Basisregistratie Topografie (BRT). Voorbeelden van andere registraties waarin gegevens over fysieke objecten zijn opgenomen zijn de registraties voor het Beheer van de Openbare Ruimte (BOR-registraties), Nationaal Wegenbestand (NWB) en het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN).

Elk van deze registraties kent op dit moment een eigen informatiemodel. Tussen verschillende van deze informatiemodellen heeft in de loop van de jaren afstemming plaatsgevonden. Toch is er nog steeds sprake van een gebrekkige aansluiting tussen deze verschillende informatiemodellen. Met de samenhangende objectenregistratie (SOR) wordt beoogd om meer samenhang aan te brengen tussen de verschillende objecttypen en de eigenschappen die daarover worden bijgehouden. Hiermee kunnen bijhoudingsprocessen worden vereenvoudigd, de informatievoorziening flexibeler worden opgezet en de wensen van gebruikers om meer samenhangende informatie worden ingewilligd.

1.2 Ontwikkeling van de objectenregistratie

Vanaf 2017 is er gewerkt aan de beeldvorming over de inhoud en werking van een samenhangende objectenregistratie. Daarbij zijn vanuit een interbestuurlijke kerngroep objectenregistratie eerste denkbeelden ontwikkeld over onder meer de context waarin een dergelijke registratie functioneert en de doelstellingen die met een dergelijke registratie zouden moeten worden bereikt. Ook is nagedacht over de wijze waarop de ontwikkeling van een samenhangende objectenregistratie zou moeten plaatsvinden uitgaande van de bestaande situatie en de behoefte een dergelijk traject beheersbaar te houden. Verder zijn er een aantal globale uitgangspunten geformuleerd voor het gegevensmodel van een samenhangende objectenregistratie, het voorziene inwinnings- en productieproces en de (architectuur van de) ontsluiting van gegevens. Tenslotte zijn ook eerste beelden ontwikkeld over de organisatie en governance en over de financiering. De resultaten van dit traject zijn vastgelegd in een beleidsvisie (schetsontwerp) (https://www.geobasisregistraties.nl/basisregistraties/documenten/beleidsnota/2019/11/29/beleidsvisie-samenhangende-objectenregistratie ) voor een samenhangende objectenregistratie. Deze is eind november 2019 door het BAG BAO en de Regieraad BGT vastgesteld.

Sindsdien wordt er gewerkt aan een verdere invulling van een drietal onderwerpen, die samenvallen met drie van de vijf lagen uit het NORA-vijflaagsmodel (https://www.noraonline.nl/wiki/Vijflaagsmodel) (figuur 1):

NORA5laagsmodel

Figuur 1 : NORA-vijflaagsmodel

1.3 Conceptueel model

Ten aanzien van de inhoud van een samenhangende objectenregistratie zijn er aanvullend op de ontwikkeling van de eerste denkbeelden over zo’n registratie door enkele interbestuurlijke werkgroepen verkenningen uitgevoerd naar de onderwerpen bouwwerken, wegen, water en natuur & landschap. Deze verkenningen vormden tezamen met eerder in verschillende trajecten geuite verbetersuggesties en nadere gedachtenvorming over de objectenregistratie de basis voor een eerste uitwerking van de inhoud van een samenhangende objectenregistratie. De resultaten van deze eerste uitwerking zijn vastgelegd in het hoofdlijnenrapport inhoud samenhangende objectenregistratie (https://docs.geostandaarden.nl/disgeo/hiso/). De op het hoofdlijnenrapport binnengekomen reacties in een reviewronde waren overwegend positief. Zij gaven geen aanleiding om de gepubliceerde versie van het hoofdlijnenrapport aan te passen. De gemaakte opmerkingen zijn (daar waar relevant) meegenomen in de nu voorliggende verdere uitwerking van de inhoud van de registratie.

Het hoofdlijnenrapport is daarbij verder uitgebouwd tot een eerste versie van een conceptueel model van de samenhangende objectenregistratie. Het opstellen hiervan is begeleid door een interbestuurlijke werkgroep inhoud. Aanvankelijk was het de bedoeling om de verdere uitwerking vorm te geven door het organiseren van brede werkbijeenkomsten. Vanwege de crisis als gevolg van COVID-19 moest er uiteindelijk worden gekozen voor een werkwijze, waarbij vanuit de werkgroep inhoud enkele subwerkgroepen en gelegenheidsverbanden zijn gecreëerd die los van elkaar verschillende onderdelen van het conceptueel model hebben voorbereid. Vanuit de werkgroep inhoud is op basis hiervan vervolgens een eerste samenhangende beschrijving van een conceptueel model samengesteld. Dit document betreft deze eerste samenhangende beschrijving.

Het conceptueel model heeft globaal betrekking op de reikwijdte van de bestaande basisregistraties BAG, BGT en BRT en onderdelen van de WOZ-administratie, NWB en enkele specifieke onderdelen van de BRK. Bestaande objecttypen en de daarbij behorende eigenschappen vanuit de BAG en de BGT, enkele bestaande eigenschappen van objecttypen die raken aan bebouwing vanuit de WOZ en objecttypen en de daarbij behorende eigenschappen vanuit de BRT die (in de toekomst) nodig blijven voor het maken van een vernieuwd BRT kaartproduct, vormden daarbij het startpunt voor het conceptueel model. Hierbij zijn objecttypen en eigenschappen overgenomen in het model, tenzij er expliciete redenen aanwezig waren om dat niet te doen. Deze redenen waren onder meer:

1.4 Hoe moet deze specificatie worden gezien?

Ten aanzien van dit document worden vooraf de volgende aandachtspunten meegegeven:

Daarnaast wordt er hier nogmaals op gewezen dat bij het opstellen van het conceptueel model is gewerkt vanuit het in de eerder genoemde beleidsvisie opgenomen uitgangspunt dat het ontwerp van een samenhangende objectenregistratie wordt vormgegeven vanuit een nadrukkelijke scheiding tussen de vastlegging van gegevens en de functionaliteit voor het bewerken, opvragen en presenteren daarvan. Hiermee wordt aangesloten op moderne inzichten over de organisatie van de gegevenshuishouding, zoals deze onder meer worden gehanteerd in het kader van Common Ground. Concreet betekent dit dat het conceptueel model conform de hierbij behorende architectuur van een gegevenslandschap uitsluitend een beschrijving geeft van het onderdeel gegevensbronnen (gebaseerd op eenduidige informatiemodellen).

Dat in deze gegevensbronnen ten opzichte van de bestaande situatie de nodige herordening van objecttypen en eigenschappen plaatsvindt, hoeft als gevolg van deze scheiding niet te betekenen dat dit voor degenen die de registratie beheren tot complexere bijhoudingsprocessen leidt. Door een herschikking van functionaliteit in de gebruikte software zullen veel van de voorgestelde wijzigingen voor de degenen die de registratie bijhouden slechts beperkt zichtbaar zijn. Datzelfde geldt ook voor de gebruikers. Gebruikers kunnen worden voorzien van zowel informatieproducten die aansluiten op de huidige producten als nieuwe informatieproducten waarmee optimaal wordt geprofiteerd van inhoudelijke vernieuwingen. Dat voor het samenstellen van deze informatieproducten gebruik wordt gemaakt van een andere combinatie van onderliggende gegevens, zal hierbij voor hen in principe niet zichtbaar zijn.

1.5 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt een opsomming gegeven van de verschillende uitgangspunten die zijn gehanteerd bij de uitwerking van het conceptueel model. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 een beschrijving gegeven van een aantal algemene onderwerpen die van toepassing zijn op de gehele inhoud van de samenhangende objectenregistratie. Het gaat onder meer om een algemene uitwerking van de wijze van identificeren, de omgang met geometrie, de opname van meta-gegevens en het gehanteerde historiemodel. In hoofdstuk 4 wordt kort ingegaan op zowel de samenhang van de samenhangende objectenregistratie als de samenhang hiervan met andere modellen (zoals NEN 3610). De verschillende SOR-begrippen, eigenschappen en waarden worden in hoofdstuk 5 (fysieke objecttypen), hoofdstuk 6 (functionele objecttypen), hoofdstuk 7 (registratieve objecttypen) en hoofdstuk 8 (geografische objecttypen) verder uitgewerkt. Om hetgeen in deze beschrijving is opgenomen beter te kunnen relateren aan hetgeen in de bestaande basisregistraties is opgenomen, bevat hoofdstuk 9 de transponering van de objecttypen uit de bestaande basisregistraties naar de samenhangende objectenregistratie. Ook is hier opgenomen welke objecttypen nieuw zijn ten opzichte van de bestaande situatie en welke objecttypen niet langer zullen worden opgenomen. In de bijlagen is de betekenis van verschillende afkortingen en een overzicht van onderliggende werkdocumenten opgenomen.

2. Uitgangspunten

2.1 Inleiding

In de beleidsvisie (schetsontwerp) zijn een groot aantal uitgangspunten opgenomen voor de verdere uitwerking van een samenhangende objectenregistratie. Alle uitgangspunten uit de beleidsvisie blijven onverminderd van toepassing. Een deel van deze uitgangspunten is min of meer direct toepasbaar bij de verdere uitwerking van de inhoud van de samenhangende objectenregistratie. Een ander gedeelte is in het kader van de ontwikkeling van een conceptueel denkkader (hoofdlijnenrapport) (https://docs.geostandaarden.nl/disgeo/hiso/) verder uitgewerkt.

In dit hoofdstuk is een samenhangende beschrijving opgenomen van zowel de eerdere uitgangspunten als van de verdere concretisering van enkele daarvan. Een aantal van deze uitgangspunten worden in het conceptueel model verder uitgewerkt. De uitgangspunten zijn niet alleen gehanteerd bij de verdere uitwerking van dit conceptueel model, maar worden ook in de volgende fase van het uitwerken van een informatiemodel toegepast. De uitgangspunten hebben in principe geen betrekking op andere registraties dan de objectenregistratie. Het gesprek daarover vindt plaats aan andere tafels. Alle uitgangspunten hebben betrekking op de uiteindelijke situatie.

2.2 Algemene uitgangspunten

2.2.1 Standaardisatie

Ontwerpprincipe:

In de SOR zijn uitsluitend gestandaardiseerde objecttypen en eigenschappen opgenomen.

De inhoud van de objectenregistratie is volledig beschreven in de vorm van een standaard. In de registratie komen dus geen objecttypen voor die niet voldoen aan deze standaard. Ook worden in de objectenregistratie uitsluitend gestandaardiseerde eigenschappen van deze objecttypen opgenomen.

Onderdeel van deze standaardisatie is dat van de verschillende objecttypen en eigenschappen ook de beoogde kwaliteit is beschreven. Van de objecttypen is dus opgenomen welke eisen er worden gesteld aan de volledigheid en actualiteit van de in de registratie opgenomen objecten. Van de eigenschappen van de objecttypen is vastgelegd wat de beoogde actualiteit en nauwkeurigheid van de in de registratie opgenomen gegevens is.

2.2.2 Definiëring

Ontwerpprincipe:

Definities van zowel objecttypen als eigenschappen van objecttypen zijn scherp afgebakend, niet multi-interpretabel en sluiten waar mogelijk aan op bestaande definities.

Het is van groot belang dat de basis van een informatiemodel voor een samenhangende objectenregistratie wordt gevormd door een aantal onderling goed afgestemde en heldere definities. In de bestaande basisregistraties is daarvan momenteel niet altijd sprake. Hierdoor wordt de onderlinge koppelbaarheid van gegevens beperkt en laat de uniformiteit van de opgenomen gegevens (door interpretatieverschillen of in de definities opgenomen vrijheidsgraden) nogal eens te wensen over. Bij de verdere uitwerking van de inhoud van een samenhangende objectenregistratie worden bestaande definities daarom zodanig uitgebreid en geharmoniseerd dat:

  • een scherp afgebakende en duidelijke definitie van objecttypen en eigenschappen ontstaat;
  • definities elkaar semantisch niet overlappen;
  • er niet langer gebruik wordt gemaakt van verzamelclassificaties;
  • een optimale aansluiting op overkoepelende modellen en sectorale modellen wordt gerealiseerd, zoals NEN 3610 (Basismodel Geo-informatie) en NEN 2660 (Ordeningsregels voor gegevens in de bouw - Termen, definities en algemene regels)

2.2.3 Flexibiliteit

Ontwerpprincipe:

Objecttypen en eigenschappen van objecttypen worden zodanig in de SOR opgenomen dat uitbreiding en inkrimping van het aantal objecttypen en eigenschappen en het aanpassen van de kwalificatie van objecttypen en eigenschappen als verplicht of vrijwillig binnen het informatiemodel eenvoudig mogelijk is.

Het moet mogelijk zijn om de inhoud van de samenhangende objectenregistratie relatief eenvoudig aan te kunnen passen. Dit begint met een informatiemodel dat dergelijke aanpassingen kan faciliteren. Dat betekent dat bijvoorbeeld het onderscheid tussen verplichte en vrijwillige objecten in de registratie niet diepgaand in het uitgewerkte informatiemodel moet worden verankerd. Of aanpassing ook daadwerkelijk zal plaatsvinden is uiteraard afhankelijk van de afspraken die er worden gemaakt over de wijze waarop besluitvorming over wijzigingen plaatsvindt en hoe er wordt omgegaan met de gevolgen daarvan voor bronhouders en gebruikers. Bij het doorvoeren van dit soort wijzigingen moeten er altijd heldere transitieafspraken worden gemaakt.

2.3 Uitgangspunten reikwijdte

2.3.1 Sector overstijgend

Ontwerpprincipe:

In de SOR worden uitsluitend objecttypen en eigenschappen van objecttypen opgenomen die van belang zijn voor gebruik in verschillende overheidsdomeinen.

Met dit uitgangspunt wordt invulling gegeven aan de ook nu al bestaande eisen die worden gesteld aan basisregistraties. De objectenregistratie fungeert daarbij als een onderdeel van het fundament voor een gegevenslandschap waarin aanvullend op dit fundament in sectorale en lokale registraties aanvullende objecttypen en eigenschappen worden geregistreerd. De samenhangende objectenregistratie fungeert daarmee dus als een verbindende schakel tussen de verschillende specifieke eigenschappen die van deze objecttypen zijn geregistreerd in de verschillende sectorale registraties. Daarnaast bevordert de samenhangende objectenregistratie indirect ook de samenhang met in die sectorale registraties opgenomen specifieke objecttypen en eigenschappen daarvan. Deze brugfunctie van de samenhangende objectenregistratie is daarmee essentieel voor het integraal kunnen gebruiken van gegevens.

Dit uitgangspunt betekent praktisch onder meer dat specifieke zoneringen en werkingsgebieden (zoals deze bijvoorbeeld voortvloeien vanuit de Omgevingswet) niet worden opgenomen in de SOR, maar “achterblijven” in sectorale registraties.

2.3.2 Primair bovengronds

Ontwerpprincipe:

In de SOR worden uitsluitend objecttypen opgenomen die primair bovengronds zijn gelegen en ondergrondse objecttypen die geschikt zijn voor het vervoer van personen als onderdeel van infrastructurele voorzieningen of voor het verbinden van twee bovengrondse waterobjecten en die voor mensen toegankelijk zijn.

De scope van de samenhangende objectenregistratie is in eerste instantie beperkt tot de bovengrond en de ondergrondse delen van objecttypen die ook in het terrein zichtbaar zijn. Bij dit laatste kan worden gedacht aan de ondergrondse delen van gebouwen en kunstwerken, parkeergarages en metrostations. Maar er kan ook worden gedacht aan bakken (zoals de bak waarin het ondergrondse gedeelte van een afvalcontainer zich bevindt). Daarnaast worden enkele objecttypen uit de BGT die daarin op een ander niveau zijn gepositioneerd ook in de scope van de samenhangende objectenregistratie betrokken. Het gaat daarbij met name om tunneldelen (voor spoor- en wegverbindingen) en duikers. Het tweede gedeelte van de formulering richt zich daarop.

Deze afbakening van de scope is een afgeleide van de wens om tot een helder en beheersbaar transitietraject te komen. Het ook opnemen van ondergrondse objecten in de SOR, zoals leidingnetwerken of de verschillende objecttypen die thans worden opgenomen in de Basisregistratie Ondergrond (BRO), zou op dit moment leiden tot een aanzienlijk hogere complexiteit. Ook specifieke ondergrondse objecten als niet gesprongen explosieven, archeologische vindplaatsen en in de grond achtergebleven oude funderingen en wrakken maken geen onderdeel uit van de SOR. Dit neemt niet weg dat opname van ondergrondse objecten in de toekomst niet wordt uitgesloten. Het model van de registratie is zodanig opgezet dat op termijn ook ondergrondse objecten in de registratie kunnen worden opgenomen. Deze opname zou in de loop van de tijd ook gefaseerd kunnen plaatsvinden.

2.3.3 Grondgebied Nederland

Ontwerpprincipe:

In de SOR worden uitsluitend objecten opgenomen die gelegen zijn binnen het grondgebied van Nederland.

De genoemde scope is met name van belang voor het bepalen van hetgeen voor bepaalde soorten objecten als grondgebiedsdekkend moet worden beschouwd. Hierbij kan er een onderscheid bestaan voor verschillende soorten objecten.

Op dit moment wordt daarbij primair de lijn gevolgd, zoals deze ook wordt gevolgd in het kader van de BAG en de BGT. Deze beperken zich tot het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden inclusief de daarbij behorende territoriale wateren. Een uitzondering hierop betreft de exclaves van het Koninkrijk België op het Nederlandse grondgebied (Baarle Hertog). Ook objecten in deze exclaves worden in de samenhangende objectenregistratie opgenomen. De scope van de samenhangende objectenregistratie wordt voor sommige soorten objecten uitgebreid met het continentaal plat. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om zich daar bevindende objecten (zoals windturbines) op te nemen in de registratie.

Op een later moment zal het ministerie van BZK nog een afzonderlijk besluit nemen over de vraag in hoeverre de samenhangende objectenregistratie zich ook zal uitstrekken tot het grondgebied van de bijzondere Nederlandse gemeenten (BES-eilanden) en de andere overzeese koninkrijksdelen. Het informatiemodel zal zodanig moeten worden opgezet dat deze uitbreiding mogelijk is.

2.4 Uitgangspunten structuur

2.4.1 Onderscheid verplicht en vrijwillig

Ontwerpprincipe:

Objecttypen en eigenschappen van objecttypen moeten in de SOR worden opgenomen als deze in het kader van de SOR als wettelijk verplicht zijn aangemerkt en mogen in de registratie worden opgenomen als deze als vrijwillig zijn aangemerkt in het kader van de SOR.

onderscheid verplicht en vrijwillig

De grondgedachte van de samenhangende objectenregistratie is dat deze bestaat uit:

  • verplichte en gestandaardiseerde objecttypen en eigenschappen (het formele basisregistratie gedeelte)
  • vrijwillige maar wel gestandaardiseerde objecttypen en eigenschappen

Vrijwillige eigenschappen kunnen ook aan 3D zijn gerelateerd.

Hierbij is het belangrijk dat opname van vrijwillige objecten en eigenschappen door een bronhouder ook betekent dat deze gegevens blijvend worden bijgehouden. Voor alle opgenomen objecten en eigenschappen (zowel in het verplichte als het vrijwillige gedeelte) gelden dus blijvend de bijhoudingsregels die behoren bij het betreffende objecttype en eigenschappen. Bij de verdere uitwerking van de organisatie van de samenhangende objectenregistratie zullen afspraken moeten worden gemaakt over de omgang met in de registratie opgenomen objecten en eigenschappen die blijvend niet aan de bijhoudingsregels voldoen.

Voor het basisregistratie gedeelte gelden de 12 eisen die aan basisregistraties worden gesteld (https://www.digitaleoverheid.nl/overzicht-van-alle-onderwerpen/gegevens/naar-een-gegevenslandschap/themas/twaalf-eisen-stelsel-van-basisregistraties/) en waarvan voor de verdere uitwerking van de inhoud van de samenhangende objectenregistratie met name de eisen 6 (er is duidelijkheid over inhoud en bereik van de registratie) en 11 (de positie van de basisregistratie binnen het stelsel van basisregistraties is duidelijk en de relaties met de basisregistraties zijn beschreven) van belang zijn.

Dit betekent dus dat gebruikers van het verplichte gedeelte van de samenhangende objectenregistratie zekerheid hebben over de volledigheid van de daarin opgenomen objecten en gegevens. Omdat bronhouders de keuze hebben om objecten of gegevens al dan niet op te nemen in het vrijwillige gedeelte van de objectenregistratie, hebben gebruikers van de samenhangende objectenregistratie die zekerheid niet bij de vrijwillig op te nemen objecten en gegevens. In de communicatie rondom de informatieproducten van de samenhangende objectenregistratie zal dit principe en de mate waarin verschillende bronhouders al dan geen gebruik maken van het vrijwillige gedeelte duidelijk gecommuniceerd moeten worden.

2.4.2 Onderscheid fysiek en functioneel

Ontwerpprincipe:

In de SOR wordt een expliciet onderscheid gemaakt tussen reële en functionele objecttypen.

Bij de uitwerking van de SOR wordt een scheiding aangebracht tussen reële objecttypen en functionele objecttypen. De aanleiding is dat definities van functionele objecttypen sterk samenhangen met specifieke gebruikstoepassingen of afsprakenkaders. reële objecttypen worden altijd gedefinieerd door hetgeen in het terrein zichtbaar is. Door in de SOR een strikte scheiding aan te brengen tussen reële objecttypen en functionele objecttypen, kunnen duidelijkere regels worden opgesteld over onder meer samenhang en overlap van verschillende objecttypen. Daar waar dat de in de huidige registraties vaak niet mogelijk is, wordt het in de SOR bijvoorbeeld mogelijk dat er meerdere functionele indelingen op één reële locatie voorkomen. Hiermee vergroten we de flexibiliteit en de gebruiksmogelijkheden van de SOR enorm. Functionele en reële objecttypen worden hierbij altijd als aparte objecttypen gedefinieerd, als de begrenzing ervan kan verschillen.

2.4.3 Kleinste semantische eenheden

Ontwerpprincipe:

Het objectenmodel van de SOR wordt opgebouwd vanuit de kleinste semantische eenheden die het minimum detailniveau aangeven waarvan is vastgesteld dat deze van waarde zijn voor meerdere gebruikers van de registratie.

Bij de uitwerking van de inhoud van de samenhangende objectenregistratie wordt voor de verschillende objecttypen bepaald wat de kleinste semantische eenheid is die nog van belang is voor meerdere gebruikers van de registratie. Dit minimum detailniveau bepaalt daarmee wat voor het betreffende gedeelte van de samenhangende objectenregistratie de kleinste bouwsteen vormt. Op het moment dat bepaalde gebruikers binnen deze kleinste semantische eenheid voor eigen gebruik nog een nadere detaillering wil aanbrengen, dan zal de gebruiker dat als onderdeel van de eigen sectorale registratie zelf nader moeten vormgeven. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het nader detailleren van een groenobject in verschillende beplantingsvakken als onderdeel van het werkproces voor het beheren van de openbare ruimte.

Een onderwerp dat in het kader van dit uitgangspunt in het vervolgtraject nog nader zal moeten worden uitgewerkt is de vraag op welke wijze binnen het conceptueel model zal worden omgegaan met objecten die het gevolg zijn van aggregatie. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de momenteel in de BRT voorkomende objecttype “gebouw” dat ontstaat door aggregatie van het in de BAG en de BGT voorkomende objecttype “pand”. Hierbij is in het kader van de SOR het uitgangspunt dat gegevens worden ingewonnen met een mate van detail die behoort bij een schaalniveau 1 : 1000. Geaggregeerde objecten moeten dus op basis van deze gegevens kunnen worden gevormd.

Vragen die daarbij eveneens zullen moeten worden beantwoord is in hoeverre geaggregeerde objecten ook terug te herleiden moeten zijn tot de verschillende oorspronkelijke objecten en wat er wordt voorgeschreven voor verplicht gebruik bij geaggregeerde objecten (het algoritme of een vastlegging van de uitkomst van dit algoritme).

2.4.4 Volledige levensloop

Ontwerpprincipe:

Objecten worden in de SOR opgenomen op het moment dat deze volgens de voor het betreffende objecttype gedefinieerde criteria ontstaan en blijven daarna altijd in de registratie aanwezig, waarbij voor elk objecttype is vastgelegd welke levensfasen in de vastlegging van een object worden onderscheiden.

Met dit uitgangspunt wordt beoogd dat de volledige levensloop van een object geregistreerd wordt. Deze levensloop begint op het gedefinieerde ontstaansmoment, dat per objecttype kan verschillen. Zo is voor bepaalde objecttypen een planstatus relevant, terwijl dit voor andere objecttypen minder relevant lijkt. De objecten blijven daarna altijd in de registratie aanwezig. Door middel van een vastlegging van de levensfase van een object kan worden bepaald of een object ook nog als zodanig bestaat. Objecten worden daarbij niet afgevoerd, maar historisch gemaakt. Belangrijk is dus dat gedurende de gehele levensloop sprake is van hetzelfde unieke object (met dezelfde identificatiecode).

In de samenhangende objectenregistratie betekent dit ook dat er eensluidende uitgangspunten moeten worden vastgesteld over het te hanteren historiemodel. Het gaat daarbij onder meer om de wijze waarop wordt omgegaan met de modellering van de formele en materiele historie.

2.5 Inhoudelijke uitgangspunten

2.5.1 Unieke identificatie

Ontwerpprincipe:

Elk object in de SOR wordt voorzien van een unieke identificatiecode die gedurende de gehele levensloop van een object ongewijzigd blijft .

Elk object in de registratie wordt voorzien van een unieke identificatiecode. Deze identificatiecode maakt het mogelijk om andere gegevens te koppelen aan het betreffende object. Hiervoor is het van belang dat de identificatiecode van een object gedurende de gehele levensloop van een object hetzelfde blijft. Een object blijft op deze wijze voor de gebruiker van de gegevens over het object herkenbaar. Mocht het desalniettemin noodzakelijk zijn wijzigingen aan te brengen in identificatiecodes van objecten, dan zal minimaal moeten worden geborgd dat de oude identificatiecodes gedurende een geruime tijd behouden blijven, om gebruikers de overgang naar de nieuwe identificatiecodes zorgvuldig te laten uitvoeren.

2.5.2 Typering

Ontwerpprincipe:

Van elk object in de SOR is helder wat de typering is van het betreffende object.

Elk object in de registratie zal altijd moeten worden gekarakteriseerd als een bepaald type object. In het informatiemodel zal daarom moeten worden geborgd dat deze typering is vast te stellen. Dat kan in de verdere uitwerking op twee manieren worden vormgegeven. De eerste manier is via de objecttypenaam. Uit de definitie van het betreffende objecttype volgt dan expliciet wat voor soort object het betreft. Een voorbeeld hiervan zou een objecttype “abri” zijn. Wat voor soort object het betreft kan ook worden vastgelegd door het registreren van een typering als eigenschap van het objecttype. In hetzelfde voorbeeld zou “abri” dan een van de typeringen kunnen zijn die kan worden toegekend aan een objecttype “straatmeubilair”. Op welke wijze typeringen worden opgenomen is afhankelijk van de keuzen die worden gemaakt rondom bepaalde groepen van objecten.

2.5.3 Geometrie

Ontwerpprincipe:

Van elk objecttype in de SOR wordt minimaal als eigenschap vastgelegd wat het geometrisch voorkomen is van een object in de registratie conform hetgeen daarover voor het betreffende objecttype is bepaald, waarbij de vastlegging hiervan zodanig wordt vormgegeven dat de driedimensionale (3D) beschrijving van een object kan worden opgenomen.

Opname van geometrie van alle objecten in de registratie is van essentieel belang voor het goed kunnen functioneren van een geo-basisregistratie. Met geometrie wordt daarbij expliciet bedoeld een geo-gerefereerde vastlegging van de begrenzing van een object. Met geo-gerefereerde vastlegging wordt bedoeld dat de geometrie is beschreven in de vorm van coördinaten die onderdeel uitmaken van een referentie coördinatenstelsel (zoals het RD stelsel of ETRS89). De registratie wordt daarbij direct voorbereid op 3D vastlegging van objecten.

Hierbij kan de wijze van vastlegging verschillen voor de diverse objecttypen. Sommige objecttypen zullen worden vastgelegd in de vorm van 3D volumes. Andere objecttypen als vlakken met een bepaalde hoogteligging. Voor bepaalde objecten met een minimale omvang kan ook geometrische vastlegging in de vorm van een enkel coördinatendrietal (x, y en z) worden vastgelegd (puntobject). Tenslotte wordt er rekening mee gehouden dat bij bepaalde objecttypen meerdere 3D geometrische representaties (zoals verschillende levels of detail) kunnen worden opgenomen.

Speciale aandacht vraagt het geometrisch voorkomen van netwerken. Aan deze geometrie zullen in de regel nadere eisen worden gesteld (zoals een eis dat het netwerk zich moet bevinden binnen de contouren van de bijbehorende reële objecten). Ook worden bij dit soort objecten soms ook andere benaderingen gekozen voor het bepalen van de positie op een netwerk (zoals lineair referencing). Daarnaast zal er in de verdere uitwerking ook nog aandacht moeten worden besteed aan andere wijzen van vastlegging van de locatie van objecten. Denk hierbij onder meer aan hectometerpaaltjes, verdiepingsnummers en bouwlagen.

De SOR is primair een geometrische gegevensverzameling en kaartbeelden kunnen daar als product van worden afgeleid. Hierbij is voor geometrie aansluiting op Simple Features (ISO19125) voorgeschreven. De SOR hanteert altijd expliciete geometrie en geen impliciete geometrie (zoals geparametriseerde geometriebeschrijvingen die in CAD/BIM voorkomen). Hiermee kunnen namelijk betere analyses en kwaliteitscontroles (zoals topologische controles) worden uitgevoerd en 2D geometrie worden ‘opgetrokken’ naar 3D geometrie

2.5.4 Meta-informatie

ontwerpprincipe:

Van elk object in de SOR wordt meta-informatie opgenomen conform hetgeen daarover voor het betreffende objecttype is bepaald.

Bij meta-informatie gaat het onder meer over informatie over de kwaliteit, ontstaansmoment en versie van het object. Voor het vastleggen van meta-informatie zullen nog nadere afspraken moeten worden ontwikkeld, waarbij het uitgangspunt is dat zoveel mogelijk wordt aangesloten op hiervoor bestaande standaarden. Deze zullen worden toegespitst op de verschillende soorten objecttypen. In de huidige basisregistraties wordt aan dit aspect op verschillende wijzen invulling gegeven. In de BAG wordt gewerkt met verwijzingen naar brondocumenten, in de BGT wordt hieraan op dit moment invulling gegeven met de opname van plaatsbepalingspunten en in de WOZ wordt hiervoor specifieke kwaliteitsinformatie aan de registratie toegevoegd.

Metagegevens kunnen ook informatie over de totstandkoming van 3D geometrie bevatten. Is deze afgeleid van andere gegevens of is deze in 3D ingewonnen?. Ook zal uit een LOD(-beschrijving) van geometrie duidelijk moeten worden in hoeverre bijvoorbeeld een dak plat is omdat deze in werkelijkheid plat is en dus zo in de gegevensverzameling is opgenomen of omdat er sprake is van een LOD1 representatie.

2.5.5 Aanvullende eigenschappen

Ontwerpprincipe:

In de SOR kunnen van bepaalde objecttypen aanvullende eigenschappen worden vastgelegd, als deze van belang zijn voor meerdere gebruikers vanuit verschillende gebruikersdomeinen.

De samenhangende objectenregistratie heeft primair het karakter van een basisregistratie. Dat betekent dat in de registratie van objecttypen alleen eigenschappen worden vastgelegd die in verschillende overheidsdomeinen worden gebruikt. Hierbij kunnen er tussen verschillende objecttypen grote verschillen bestaan tussen het aantal eigenschappen dat dit betreft. Bij het objecttype ‘pand’ worden bijvoorbeeld aanzienlijk meer eigenschappen vastgelegd dan bij een objecttype ‘tunneldeel’.

3. Generieke onderwerpen

3.1 Identificatie van objecten

Deze paragraaf beschrijft de algemene Ontwerpprincipes en uitgangspunten die betrekking hebben op identificatie van objecten.

Aan elk object wordt een uniek objectnummer (objectidentificatie) toegekend. Zolang het object bestaat, mag deze identificatie niet veranderen. De objectidentificatie moet uniek, betekenisloos, permanent en overal geldig zijn.

Vraag in de consultatie:

Welke aandachtspunten zou u willen meegeven bij de verdere uitwerking van de unieke identificatie van objecten?

3.1.1 Opbouw objectidentificatie

Bij de opbouw van de objectidentificatie worden de volgende Ontwerpprincipes gehanteerd.

Ontwerpprincipe:

De huidige wijze van objectidentificatie van NEN3610 wordt gehanteerd want de SOR conformeert zich aan de NEN3610-norm

In NEN3610 wordt over het ID het volgende gesteld. Binnen de ‘digitale ruimte’ moeten objecten uniek identificeerbaar zijn. De objectidentificatie is de pointer naar het informatie-object. Als men het over het informatie-object met een bepaalde identificatie heeft (of er naar verwijst) dan wil men zeker weten dat daadwerkelijk dat ene object wordt bedoeld en niet dat men er meerdere ‘terugkrijgt’. Belangrijk is ook om duidelijk te hebben wat de ‘digitale ruimte’ is. Er wordt mee bedoeld de ruimte waarin digitale objecten gezamenlijk voor kunnen komen. Dus in principe de ruimte waarin je informatie met elkaar uitwisselt of deelt.

Ontwerpprincipe:

De identificatie voor alle objecten is betekenisloos

Van belang is dat de objectidentificatie niet betekenisvol geïnterpreteerd mag worden.

Ontwerpprincipe:

De opbouw voor alle objecten is gelijk

Voor alle objecten in de SOR wordt dezelfde opbouw en toekenning van een objectidentificatie toegepast. De opbouw van de identificatiecode wordt op dit moment onderzocht in het externe project Regie Op Bouwgegevens (Unique Object Identifier, UOI). In fase 1 van dit project is een 0.8-versie van de UOI beschreven. Deze bestaat uit [OPZOEKEN 0.8-versie UOI]. In de start van fase 2 zal een UOI-versie 1.0 opgesteld worden die als basis kan dienen voor de identificatie van de objecten in de samenhangende objectenregistratie. Daarnaast wordt onderzocht, en beproefd in een aantal use cases of de waarde van de UOI ook buiten het domein van de samenhangende objectenregistratie bruikbaar is.

3.1.2 Identiteit

UNICITEIT

Ontwerpprincipe:

Een objectidentificatie binnen Nederland is volledig uniek

We willen zeker weten dat we in tijd en ruimte het over hetzelfde object in de SOR hebben. De objectidentificatie moet daarom uniek zijn. Ontwerpprincipe: een identificatie wordt mondiaal uniek gemaakt door er de landcode aan toe te voegen Dit is conform de identificatie in NEN3610.

HANTEERBAARHEID

Ontwerpprincipe:

Een objectidentificatie in de SOR is machineleesbaar bedoeld en niet mensleesbaar

De objectidentificatie van de SOR is bedoeld om in het kader van interoperabiliteit te gebruiken bij het volledig geautomatiseerd relaties bevragen tussen verschillende datasets.

IMPLEMENTATIE-VRIJ

Ontwerpprincipe:

Een objectidentificatie van de SOR kent een functionele versie

De SOR kent een functionele objectidentificatie. De functionele objectidentificatie is systeem (implementatie) onafhankelijk.

Ontwerpprincipe:

Een functionele objectidentificatie kan een of meer technische identificaties hebben

De technische objectidentificatie is de toepassing van de functionele identificatie in een technische omgeving. In de technische uitwerking kunnen aan de functionele identificatie een of meer technische identificaties worden gerelateerd die eenduidig met die ene functionele identificatie verbonden zijn, bijvoorbeeld GML,API of URI. Objecten geïmplementeerd in verschillende technische omgevingen moeten middels hun functionele identificatie aan elkaar te relateren zijn. Bijvoorbeeld: een object dat zowel in XML als in JSON als in LD is geïmplementeerd moet herkenbaar zijn als voorkomens van eenzelfde object.

SAMENHANG

Ontwerpprincipe:

Samenhang faciliteren van de koppeling tussen sectorale identificaties (interne ID) en de objectidentificatie in de SOR (externe ID)

Sectorregistraties kennen vaak hun eigen identificatie. Er zal gefaciliteerd moeten worden dat bij de objecten in de sectorregistraties de objectidentificaties van de SOR-objecten worden vastgelegd. De informatie die in de sector opgeslagen is daarmee te ontsluiten op basis van de SOR-objectidentificatie

Ontwerpprincipe:

Samenhang faciliteren van huidige basisregistratie-identificaties en de objectidentificatie van de SOR

De objecten in de huidige basisregistraties hebben een verplichte unieke identificatie, die in veel aanpalende sectorregistraties wordt gebruikt. Gedurende een nader te bepalen (transitie-)periode zal de samenhang moeten worden bijgehouden tussen de identificatie van de SOR en die van de objecten waaruit SOR-objecten zijn ontstaan.

3.1.3 Tijd

PERSISTENT IN DE TIJD

Ontwerpprincipe:

Een objectidentificatie mag niet veranderen in de levensloop van het object zodat tijdreizen maximaal wordt gefaciliteerd

De objectidentificatie van een object in de SOR moet persistent zijn over de levensloop van dat object, zodat altijd duidelijk is welk object het betreft, ook als het object inmiddels is gesloopt.

FILIATIE (AFKOMST/OVERGANG)

Ontwerpprincipe:

Het moet mogelijk zijn om de afkomst van een object na te gaan door de relatie vast te leggen met het object / de objecten waaruit een object is ontstaan

Dit is bedoeld om tijdreizen optimaal te ondersteunen. Objecten kunnen zijn ontstaan door samenvoeging of splitsing van andere objecten. Op een bepaald moment in de tijd bestond het specifieke object wellicht nog niet, maar wel een voorouder van dit object.

Ontwerpprincipe:

Het moet mogelijk zijn om de overgang van een object na te gaan door de relatie vast te leggen met het object / de objecten waarin een object is overgegaan

Dit is bedoeld om tijdreizen optimaal te ondersteunen. Objecten kunnen zijn overgegaan in andere objecten door samenvoeging of splitsing. Op een bepaald moment in de tijd bestaat het specifieke object wellicht niet meer, maar wel mogelijk een afstammeling van dit object.

LEVENSLOOP

Ontwerpprincipe:

De levensloop van een object, met een unieke objectidentificatie, begint in de samenhangende objectenregistratie

In het eerder genoemde externe project Regie Op Bouwgegevens (UOI) zal onderzocht worden of er eerder behoefte is aan identificatiecodes, dan dat deze in de SOR ontstaan.

Ontwerpprincipe:

De levensloop van een object, met een unieke objectidentificatie, eindigt in de samenhangende objectenregistratie

3.1.4 Uitgifte

Ontwerpprincipe:

Uitgifte van individuele objectidentificaties in de SOR moet dubbele objectidentificaties voorkomen

Er moet een methodiek worden ontwikkeld om uit te sluiten dat dubbele objectidentificaties worden uitgegeven. Tevens moet er direct op getoetst worden bij de voorbereiding van een uitgifte van een identificatie of deze al bestaat om latere schade te voorkomen.

Ontwerpprincipe:

Een objectidentificatie wordt toegekend aan een object in de SOR zodra er voor het eerst in de SOR iets over dit object wordt geregistreerd

Vanwege de eis van persistentie moet de uitgifte van de objectidentificatie direct worden gedaan bij welke registratie van een gegeven en welk moment in de tijdslijn van een object dan ook.

Ontwerpprincipe:

Uitgifte van identificaties vindt niet eerder dan de SOR plaats

Indien een object in een sectorregistratie mocht ontstaan, dan heeft dat object daar een unieke sectorregistratie-identificatie. Er is dan nog geen sprake van meervoudig gebruik buiten de sector. Als het object vervolgend wordt aangeboden aan de SOR, wordt dan pas en niet eerder een objectidentificatie (voor het object in de SOR) uitgegeven. Om de interoperabiliteit te borgen zal de sector op hetzelfde object ook de identificatie van het object in de SOR op moeten nemen.

3.2 Geometrie

Opname van geometrie van alle objecten in de registratie is van essentieel belang voor het goed kunnen functioneren van een geo-basisregistratie. Met geometrie wordt daarbij expliciet bedoeld een geo-gerefereerde vastlegging van de begrenzing van een object. Met geo-gerefereerde vastlegging wordt bedoeld dat de geometrie is beschreven in de vorm van coördinaten die onderdeel uitmaken van een referentie coördinatenstelsel (zoals het RD stelsel of ETRS89). De registratie wordt daarbij direct voorbereid op 3D vastlegging van objecten.

Hierbij kan de wijze van vastlegging verschillen voor de diverse objecttypen. Sommige objecttypen zullen worden vastgelegd in de vorm van 3D volumes. Andere objecttypen als vlakken met een bepaalde hoogteligging. Voor bepaalde objecten met een minimale omvang kan ook geometrische vastlegging in de vorm van een enkel coördinatendrietal (x, y en z) worden vastgelegd (puntobject).

Speciale aandacht vraagt het geometrisch voorkomen van netwerken. Aan deze geometrie worden nadere eisen gesteld (zoals een eis dat het netwerk zich moet bevinden binnen de contouren van de bijbehorende reële objecten). Ook worden bij dit soort objecten deels ook andere benaderingen gekozen voor het bepalen van de positie op een netwerk (zoals lineair referencing). Daarnaast wordt er in de verdere uitwerking ook nog aandacht besteed aan andere wijzen van vastlegging van de locatie van objecten. Denk hierbij onder meer aan hectometerpaaltjes, verdiepingsnummers en bouwlagen.

3.2.1 Coördinaatreferentiesysteem

Ontwerpprincipe:

In de SOR worden de regels voor het gebruik van coördinaatreferentiesystemen gevolgd

Het gaat hierbij in elk geval om de volgende regels:

  • Iedere geometrische dataset/geometrie moet zijn voorzien van een verwijzing naar het coördinaatreferentiesysteem waarin de coördinaten van de geometrie zijn beschreven.
  • Coördinaatreferentiesystemen moeten voldoen aan NEN-EN-ISO 19111 óf NEN-EN-ISO 19112 en bestaan uit een horizontaal en verticaal coördinaatreferentiesysteem. Een coördinaatreferentiesysteem is op zijn beurt weer opgebouwd uit een datum (horizontaal/verticaal) en een coördinaatsysteem.
  • Binnen de Europese continentale aardschol (waartoe ook Nederland en het Nederlandse deel van de Noordzee behoren) geldt dat coördinaten herleidbaar moeten zijn tot het European Terrestrial Reference System 1989 (ETRS89) voor wat betreft de horizontale component. De verticale component is bij voorkeur uitgedrukt ten opzichte van het Europese Verticale Referentie Stelsel (EVRS) dat één centimeter afwijkt van het in Nederland gebruikelijke NAP.

Coördinaatreferentiesystemen die naast ETRS89/EVRS kunnen worden gebruikt zijn de volgende.

  1. Het RD-NAP-coördinaatreferentiesysteem. Het RD-stelsel is gedefinieerd ten opzichte van het ETRS89. Hiervoor geldt dat de gebruikte horizontale datum Bessel 1841 is en het coördinaatsysteem de stereografische projectie. Als verticale datum wordt het NAP-vlak gebruikt. RDNAPTRANS™ is de officiële en nauwkeurige transformatie tussen het coördinatensysteem van de Rijksdriehoeksmeting (RD) en het Normaal Amsterdams Peil (NAP) enerzijds en het European Terrestrial Reference System 1989 (ETRS89) anderzijds.

Aanbeveling: controleer bij transformaties tussen ETRS89 en RD coördinaten of de gebruikte software de correcte transformatieprocedure heeft geïmplementeerd. In veel GIS software zijn oudere RDNAPTRANS™ procedures (ouder dan de 2018-versie) vaak niet correct geïmplementeerd, wat kan leiden tot onnauwkeurige transformaties.;

  1. De UTM-projectie (zone 31/32) (op het Nederlands continentaal plat). Voor dit systeem geldt dat het gebruikte horizontale datum vaak ofwel het European Datum 1950 (ED50) of het World Geodetic System 1984 (WGS84) is. Als verticale datum wordt van verschillende, getijgerelateerde, verticale datums, waaronder het Lowest Astronomical Tide en het Mean Sea Level, gebruikgemaakt.

  2. De WGS84 / Pseudo-Mercator projectie. Voor dit systeem geldt dat het horizontale datum het World Geodetic System 1984 is. Deze projectie is de de-facto standaard voor visualisatietoepassingen op het web.

Indien andere coördinaatreferentiesystemen worden gebruikt, moet worden aangegeven welke coördinaatconversie en coördinaattransformatie noodzakelijk zijn om van de gehanteerde coördinaten te komen tot coördinaten in het ETRS89.

Voor het definiëren van de coördinaatreferentiesystemen kunnen de EPSG-codes (European Petroleum Survey Group) worden gebruikt.

Voor de handliggende coördinaatreferentiesystemen en hun EPSG-codes zijn:

  • RD stelsel (2D): EPSG:28992

  • RD-NAP (3D): EPSG:7415

  • ETRS89 (2D): EPSG:4258 (lengte, breedte in graden)

  • ETRS89 (3D): EPSG:4937 (lengte, breedte in graden, hoogte in meters tov ellipsoide)

  • ETRS89 + EVRF2007 (3D): EPSG:7423 (lengte, breedte in graden, hoogte in meters tov NAP)

Een gangbare methode voor het specificeren van het coördinaatreferentiesysteem in een implementatieformat is verwijzen naar de URI van het desbetreffende coördinaatreferentiesysteem in het register met coördinaatreferentiesystemen van OGC, bijvoorbeeld http://www.opengis.net/def/crs/EPSG/0/28992 voor RD.

3.2.2 Coördinaten

Coordinaten opgenomen bij een geometrie worden standaard uitgewisseld met een getalsnauwkeurigheid van 1 mm of het equivalent daarvan in graden. Voor RD,NAP en ETRS89 komt dat overeen met de volgende nauwkeurigheden:

RD in meters 3 decimalen (1 mm); NAP-hoogte in meters 3 decimalen (1 mm); ETRS89-breedte in graden 8 decimalen (1,1 mm); ETRS89-lengte in graden 8 decimalen (0,7 mm); ETRS89-hoogte in meters 3 decimalen (1 mm).

Alles wat nauwkeuriger is wordt afgerond op deze nauwkeurigheid van 3 of 8 decimalen. Afronding is volgens de volgende regel: 0.0015 -> 0.002; 0.0014 -> 0.001.

3.2.3 3D

Ontwerpprincipe:

De SOR is 3D-voorbereid.

Van elk objecttype in de SOR wordt minimaal als eigenschap vastgelegd wat het geometrisch voorkomen is van een object in de registratie waarbij de vastlegging hiervan zodanig wordt vormgegeven dat een driedimensionale (3D) beschrijving van een object kan worden opgenomen.

Eén object kan meerdere geometrische representaties hebben, die het object in verschillende mate van detaillering beschrijven. Afhankelijk van het type object, kan de 3D geometrie gerepresenteerd worden met (multi-)punten, -lijnen, -vlakken of -volumes die in drie dimensies (x,y,z) worden vastgelegd. Een geometrie wordt geacht een 3D geometrie te zijn, wanneer deze in een drie dimensionale ruimte wordt vastgelegd (dus met x,y,z) en een 2D geometrie, wanneer deze in een twee dimensionale ruimte wordt vastgelegd (x,y). Het gaat hierbij dus om de coordinate dimension (ISO19107) en niet om de dimensie van de geometric primitive (ISO19107) die wordt gebruikt om de geometrie te representeren. Indirecte beschrijvingen van 3D (middels het vastleggen van beschrijvende eigenschappen als Hoogte of Relatieve hoogteligging in combinatie met een 2D geometrie) vallen niet onder de noemer 3D geometrie.

Bij de nadere uitwerking van het informatiemodel zal worden bepaald op welke wijze het informatiemodel de geleidelijke transitie van de bestaande 2D registratie naar een 3D registratie kan ondersteunen. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het voorlopig kunnen blijven vastleggen van de 2D geometrie van een gebouw (zowel grondvlakgeometrie als bovenaanzichtgeometrie) naast het mogelijk worden van een 3D vastlegging van gebouwgeometrie. Ook zal voor bepaalde objecttypen moeten worden bekeken in hoeverre de mogelijkheid moet worden geboden om 3D vastlegging van geometrie voorlopig mogelijk te maken, zonder dat dit aan alle uiteindelijk te stellen vereisten van 3D geometrie voldoet (transitie 3D-geometrie). Op een later moment zal worden bepaald voor welke objecttypen 3D vastlegging verplicht zal worden en vanaf welk moment dit het geval is. Voor ISO19107 zie: https://www.iso.org/standard/66175.html

Vraag in de consultatie:

In de SOR gaan we naar een driedimensionale beschrijving van objecten. Dit vraagt om een herziening van huidige topologie regels en het begrip maaiveld. Welke topologieregels moeten er volgens u worden vastgelegd om een driedimensionale beschrijving van objecten te faciliteren?

3.2.4 Geometrie-type

Er wordt hierbij verwezen naar de Simple Features, zoals vastgelegd in ISO19125 en OGC 06-103r4 OpenGIS® Implementation Standard for Geographic information - Simple feature access - Part 1: Common architecture Voor ISO19125 zie: https://www.iso.org/standard/40114.html

3.2.5 Topologie

Ontwerpprincipe:

Nen3610 doet geen uitspraken over topologie, voor de SOR van DisGeo gelden wel topologische regels

Ontwerpprincipe:

In de SOR wordt gewerkt met een referentielaag

Er is sprake van een referentielaag op het Nederlandse Grondgebied ten opzichte waarvan andere objecten kunnen worden gepositioneerd. Deze laag werd voorheen als ‘maaiveld’ aangeduid. Maar deze term is niet scherp genoeg omdat deze vanuit verschillende thema’s anders wordt bekeken.

Deze referentielaag wordt

  • In geval van reële objecttypen volledig bedekt door objecten uit de objecttypen water, begroeiing (inclusief onbegroeid) en constructies
    • Hierbij sluiten de objecten op elkaar aan volgens topologische regels, maar overlap is vooralsnog mogelijk.
    • Door deze werkwijze wordt de complexiteit van de topologie sterk gereduceerd ten opzichte van de huidige situatie in de BGT
  • In geval van functionele objecttypen NIET volledig bedekt omdat daar geen noodzaak voor is.

Hier is sprake van een andere benadering dan bij de BGT gebruikelijk is. Bij de BGT hebben alle vlakobjecten op de referentielaag een rol in het opdelen van de referentielaag. Dit geeft bij het beheer van de BGT veel extra werk, omdat als een aangrenzend object zelfs maar een tussenpunt in de geometrie krijgt, het aanpalende object ook moet worden aangepast. Bij de nieuwe benadering kunnen geregistreerde objecten elkaar als gevolg van bewerkingen geometrisch gaan overlappen. Dat kan verwarring geven over wat de werkelijke grens is tussen objecten.

Ontwerpprincipe:

In geval van nadere benoemde registratieve objecttypen is er sprake van een topologisch aaneengesloten situatie die echter niet het totale nederlandse grondgebied hoeft te bedekken

  • Voorbeeld: de gemeentelijke indeling van Nederland is een topologisch aaneengesloten verzameling van objecten die zich echter niet uitstrekt tot het continentale plat.

Vraag in de consultatie:

In de BGT zijn alle vlakobjecten opdelend, dit betekent dat ze naadloos op elkaar aansluiten. Dit is in de praktijk heel bewerkelijk. In de SOR stelt het expertteam voor om het bestaande onderscheid tussen opdelende objecttypen en inrichtende objecttypen te vervangen door vernieuwde topologieregels. In hoeverre bent u het met dit voorstel eens?

3.2.6 Relatieve hoogte

In een situatie waarin alle objecten een 3D-geometrie hebben is relatieve hoogte van objecten niet meer noodzakelijk. In de SOR zijn echter 2D-geometrieën verplicht en zijn 3D-geometrieën vrijwillig.

Objecten kunnen elkaar in verticale zin overlappen in de ruimte. Daarvoor zijn afspraken nodig over op welke wijze deze verticale informatie in de gegevensverzameling wordt vastgelegd.

Niveauaanduidingen per object

Het is noodzakelijk om de relatieve hoogteligging van objecten ten opzichte van elkaar vast te leggen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van niveaus die aangeven of een object zich op de referentielaag bevindt (niveau 0) of op een onder- of bovenliggend niveau. Het niveau wordt vastgelegd met het attribuut ‘relatieveHoogteligging’. Het niveaugetal geeft geen informatie over de absolute hoogte van een object.

3.2.7 Lineair referencing

De Lineair Referencing Methode (LRM) gebruiken we om het lokaliseren van veranderingen in de verbindingskenmerken vast te leggen als er geen dringende reden is om de structuur van het netwerk te verstoren door verder op te knippen. Dus een methode waarbij administratief wordt aangegeven vanwaar een verandering geldt: bv. vanaf 200 meter van af start verbinding geldt een toegestane snelheid van 70 km/h.

lineair referencing wordt door Inspire geadviseerd:

requirement inspire

Dit figuur laat de werking van linear referencing zien :

lineair referencing

Let op: als iets in de werkelijkheid zowel een reel voorkomen heeft als een functie, dan moet de geometrie van het functionele object afgeleid worden van het reële, ook als dit via lineair referencing wordt vastgelegd.

3.3 Netwerken

In de samenhangende objectenregistratie worden vier transportnetwerken onderscheiden: wegen, spoor, water en scheepvaart. Netwerken zijn een verdere uitwerking van de virtuele objecten transportvoorzieningen in het basismodel NEN3610. En zijn in de SOR opgenomen om functionele eigenschappen te kunnen registreren en om als basis kunnen dienen voor routeringsvraagstukken.

De structuur van een netwerk kenmerkt zich door knopen en verbindingen. De wijze van beschrijven van de structuur is voor alle netwerken hetzelfde. In generieke zin zouden alle netwerken als één geheel kunnen worden beschreven. De netwerken zijn immers ook onderling verbonden. Echter de inhoud verschilt dermate dat het vanuit beheer- en bruikbaarheid praktischer is om de netwerken los van elkaar te beschrijven.

3.3.1 Elementen van een netwerk: knopen en verbindingen

Een netwerk bestaat uit knopen en verbindingen. Een verbinding geeft de relatie aan tussen twee knopen. Een knoop is een keuzepunt. Bijvoorbeeld voor een weggebruiker. Een verbinding verbindt twee direct aanliggende keuzepunten.

Een knoop en verbinding hebben eigenschappen waarmee een knoop of verbinding beschreven kan worden. Administratieve eigenschappen zoals een straatnaam worden vooral gebruikt voor locatiebepaling. Voor routering zijn eigenschappen die een voorwaarde beschrijven belangrijk om te bepalen hoe een route over het netwerk loopt. Voor wegen zijn bijvoorbeeld rijrichtingen en maximum snelheden dergelijke eigenschappen. Voor waternetwerken bijvoorbeeld een weerstandscoefficient van de bak waar het water door stroomt.

3.3.2 Een netwerk is gerelateerd aan de reële infrastructuur

Een transportnetwerk beschrijft de functionele inrichting van de reële infrastructuur en is daarmee onlosmakelijk mee verbonden. Bij nieuwe aanleg van infrastructuur is het functioneel ontwerp (het netwerk) de basis voor de aanleg van reële infrastructuur.

Een netwerk heeft vanuit zichzelf geen geometrie, voor de beschrijving en positionering van transportnetwerken wordt een geometrie toegevoegd en/of wordt verwezen naar de geometrie van de reële infrastructuur.

Indien een geometrie wordt toegevoegd aan een knoop of verbinding dan ligt deze op het gerelateerde reële object.

Waternetwerken zijn een uitzondering hierop. In een waternetwerk is het water niet de infrastructuur maar de voorziening waar het water in zit of doorheen stroomt. De geometrie van de bodem van een rivier wordt niet opgenomen in de SOR. Daarom worden voor waternetwerken een geometrie toegevoegd die niet verwijst naar de reële infrastructuur maar wel overeenkomt met het wateroppervlak.

3.3.3 Detaillering waar nodig

Een netwerk is te beschrijven in verschillende niveau’s van detail. Of detaillering nodig iss hangt van de informatiebehoefte af. De transportnetwerken in de SOR kunnen dus een verschillend detail niveau hebben. Detailniveau van netwerken is niet per definitie hetzelfde als een schaalniveau zoals die gebruikt wordt voor kaarten.

Het detailniveau van een netwerk wordt bepaald door wat nodig is om het netwerk te kunnen beschrijven. Een wegennetwerk kent functioneel gezien drie niveau’s: een weg, een rijbaan en rijstrook niveau. Een eigenschap bepaalt het niveau van detail. Een straatnaam geldt voor de weg en daarmee ook voor de rijbanen en rijstroken die bij die weg behoren. Een busstrook wordt gedefinieerd op strook niveau en een busbaan op baan niveau.

3.3.4 Eigenschappen van knopen en verbindingen

Ontwerpprincipe:

Eigenschappen van verbindingen die niet voor de hele verbinding gelden worden vastgelegd met lineair referencing.

Eigenschappen kunnen meerdere malen van waarde veranderen langs een verbinding. Bijvoorbeeld als de straatnaam wijzigt bij het passeren van de gemeente- of woonplaatsgrens. Of als de snelheid op een provinciale weg vlak voor een kruising wordt teruggebracht naar 50 km/h. Als er geen dwingende reden is om de structuur van het netwerk te verstoren door een verbinding op te knippen, worden de eigenschappen bij een verbinding vastgelegd met de methode van lineair referencing. Lineair referencing is een methode waarbij administratief wordt aangegeven bij een verbinding waar op de verbinding een verandering van een bepaalde eigenschap plaatsvindt. Bij de beschrijving van de objecten in dit document is dit bij de eigenschap van het kenmerk aangegeven door de afkorting LR. Indien een eigenschap meerdere waarden kan bevatten zonder dat er sprake is van een afhankelijkheid van een locatie, dan wordt dit bij het eigenschap aangegeven door de afkorting MV (meervoudig). Bijvoorbeeld als er meerdere soorten modaliteiten zijn toegestaan op een verbinding of knoop.

3.3.5 Relaties bij netwerken

Een netwerk kent verschillende type relaties: Relaties die binnen het netwerk gelegd worden en relaties die met objecten gelegd worden die geen onderdeel zijn van het netwerk, maar wel van belang zijn voor het netwerk.

Relaties die binnen het netwerk gelegd worden zijn onderdeel van het netwerk. Bijvoorbeeld een rijbaan die bestaat uit een aantal rijstroken of een vistrap die hoort bij de rivier (of ventweg en de bijbehorende hoofdrijbaan).

Er zijn objecten die van belang zijn voor het netwerk maar die niet worden opgenomen als onderdeel van het netwerk. Parkeervakken langs een verbindingen worden wel gerelateerd aan het netwerk omdat dan bekend is bij welke verbinding een parkeervak hoort, maar maken er geen onderdeel uit. Dat wil zeggen dat er geen knoop wordt geïntroduceerd op een parkeervak alsof het een doodlopende weg is.

Binnen netwerk wordt onderscheidt gemaakt naar verbindingen tussen knopen en verbindingen waarover een voertuig/weggebruiker/water/trein zich kan verplaatsen en tussen (netwerk) objecten die een logische samenhang kennen. Deze laatste categorie wordt een hyperverbinding genoemd.

Een voorbeeld van een hyperverbinding is de relatie tussen een vistrap en de rivier waar de vistrap bij hoort. Ook objecten die van belang zijn voor he netwerk worden gedefinieerd met een hyperverbinding.

3.4 Mate van detail

Het uitgangspunt is dat het objectenmodel van de SOR wordt opgebouwd vanuit de kleinste semantische eenheden die het minimum detailniveau aangeven waarvan is vastgesteld dat deze van waarde zijn voor meerdere gebruikers van de registratie.

Bij de uitwerking van de inhoud van de samenhangende objectenregistratie wordt voor de verschillende objecttypen bepaald wat de kleinste semantische eenheid is die nog van belang is voor meerdere gebruikers van de registratie. Dit minimum detailniveau bepaalt daarmee wat voor het betreffende gedeelte van de samenhangende objectenregistratie de kleinste bouwsteen vormt.

In deze paragraaf worden op een generiek niveau ontwerpprincipes hiervoor benoemd. Hierbij worden de volgende begrippen gehanteerd:

cartografisch object Een object wat voor visualisatie (op een of meer schaalniveaus) wordt aangemaakt en in dat kader een tijdelijk karakter heeft, wat verbonden is met die specifieke versie van die visualisatie hoe lang die visualisatie ook beschikbaar is

generaliseren Dit betreft het zinvol vereenvoudigen, verplaatsen of ‘opblazen’ van de geometrie van objecten.

aggregeren Dit betreft het samenvoegen van objecten tot een nieuw object (zowel op dataniveau als cartografisch niveau). Aggregeren kan daarmee ook een aspect van generaliseren zijn.

3.4.1 Generaliseren

Uit eerdere consultaties blijkt dat gebruikers geen data-analyses doen op basis van afgeleide kaartschalen, hooguit voor aanpassen van visualisatie en symbologie en hooguit voor een eenmalige actie waarbij de identificatie niet nodig is. Daarmee:

  1. Is er geen informatiebehoefte aan gegeneraliseerde data-objecttypen
  2. Zijn cartografische objecttypen voldoende zonder (complexe) afstemmingsrelaties
  3. Is er ook geen behoefte aan unieke universele persistente identificatie van gegeneraliseerde objecten

Ontwerpprincipe:

Objecttypen worden enkel en alleen op het voor de SOR meest gedetailleerde noodzakelijke niveau vastgelegd (de kleinste semantische eenheden)

Dit detailniveau kan per objecttype verschillen. Voor met name geografische objecttypen is vaak een minder gedetailleerd niveau noodzakelijk. Denk bijvoorbeeld aan de begrenzing van een streek als de 'Utrechtse Heuvelrug' of het Continentaal Plat.

Ontwerpprincipe:

Gegeneraliseerde dataobjecttypen worden niet opgenomen in de SOR

Ontwerpprincipe:

Cartografische objecttypen worden als onderdeel van de producten van DisGeo opgenomen

cartografische objecten zijn voor gebruikers van belang. Deze kunnen op basis van de objecten uit de SOR worden gegenereerd (veelal door generalisatie en/of aggregatie) en in producten van DisGeo worden opgenomen.

Voor cartografische objecten geldt dat er een eigen tijdelijke identificatie aan wordt toegevoegd zodat de gebruiker daar mee verder kan. Deze identificatie wordt echter niet bewaard. Omdat de identificatie niet wordt bewaard is een eigen levensloop niet aan de orde. Omdat de identificatie niet wordt bewaard is een relatie naar de basisobjecten waaruit ze zijn ontstaan ook niet aan de orde. Dit ligt in lijn met de stelling dat we niet van een laag naar een hoog detailniveau teruggaan. Als het wenselijk is kunnen ten dienste van gebruikers in de producten geometrieën op een lager detailniveau worden aangeboden die gebaseerd zijn op geometrieën van onderliggende basisobjecten op een hoger detailniveau

3.4.2 Kwaliteit

Ontwerpprincipe:

De kwaliteit van de objecten en de bijbehorende gegevens worden in die mate geborgd dat geautomatiseerde generalisatie probleemloos kan verlopen

Als dit principe wordt gevolgd, wordt daarmee voorkomen dat bij generalisatie extra handwerk nodig is om het gewenste resultaat te bereiken.

Hiermee wordt concreet bedoeld:

  • Dataobjecten moeten op het basisniveau landelijk uniform en homogeen en aaneensluitend zijn
  • Dit moet nader uitgewerkt worden in de informatiemodellering en in de eisen aan de inwinningsregels. Er moet hiervoor één consistent systeem voor zijn en ook de implementatie moet consistent zijn
  • Objecten op verschillende relatieve hoogteniveaus moeten goed op elkaar aansluiten waar ze elkaar raken

Terugmeldingen op gegeneraliseerde objecten

Omdat gegeneraliseerde objecten geen deel uit zullen maken, wordt hier vast voor deze groep een aandachtspunt gegeven: Er kunnen wel terugmeldingen zijn op gegeneraliseerde cartografische objecten, maar deze werken niet door en moeten altijd eerst beoordeeld worden waarbij geconstateerd wordt dat

  • Of de terugmelding de aggregatie betreft en niet doorgezet hoeft te worden naar de bronhouders van de onderliggende data
  • of de terugmelding de data betreft en wordt toegewezen aan geselecteerde betrokken dataobjecten uit de SOR

Afhankelijk van de situatie hanteren we een van beide mogelijkheden, want een eindgebruiker ziet de producten en moet op basis daarvan een terugmelding kunnen doen. Deze kan niet 1 op 1 worden doorgezet naar alle onderliggende dataobjecten op het hoogste detailniveau, want dat is mogelijk helemaal niet aan de orde en dan zouden objecten op het hoogste detailniveau onnodig belast worden met terugmeldingen. Een beoordeling door een behandelaar of door artificiële intelligentie is daarom een belangrijke tussenstap.

3.5 Meta-informatie en bronverwijzing

3.5.1 Relevante aspecten meta-informatie

Mata-informatie is een breed begrip dat door Wikipedia als volgt wordt omschreven: "Meta-informatie bevat alle informatie die ertoe bijdraagt gegevens tot informatie te verheffen. Anders gezegd: omdat meta-informatie gegevens in een bepaalde context zet, is meta-informatie de factor die gegevens tot informatie verheft. Onder meta-informatie kan zowel de expliciet beschrijvende als de impliciet aanwezige informatie over structuur, betekenis, onderlinge relaties, locatie, status, eigenaarschap, enz. van gegevens worden verstaan. Ook alle informatie over de applicaties en processen die de gegevens manipuleren, valt onder de noemer meta-informatie." In dit document kijken we met name naar dat deel van de meta-informatie die inhoudelijk van belang is voor gebruikers van de gegevens uit de objectenregistratie en voor de bijhouding van de gegevens door bronhouders. Immers meta-informatie is essentieel voor de gebruiker van gegevens om te beoordelen of het gegeven in de objectenregistratie geschikt is voor het doel waarvoor de gegevens gebruikt worden. Een oppervlakte van een woning die 25 jaar geleden voor het laatst gecontroleerd is, kan geschikt zijn voor het bepalen van een algemeen kengetal over de totale omvang van de woningvoorraad in een gemeente, maar is ongeschikt voor het opleggen van een belastingaanslag aan de eigenaar van die woning. Aan de andere kant is meta-informatie essentieel voor de bronhouders van de gegevens, omdat ze de noodzakelijke stuurinformatie bieden over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan die verantwoordelijkheid en over de werkzaamheden die de komende periode gedaan moeten worden. Metagegevens zijn voor de bronhouders van betekenis voor beheersing van hun bijhoudingsproces. Ook deze aspecten gericht op de bijhoudingsprocessen maken een inherent onderdeel uit van de objectenregistratie. Alle meta-informatie die niet de inhoud van de gegevens betreft, laten we in dit document buiten beschouwing. Dat gedeelte van de meta-informatie is niet relevant voor het uitwerken van het informatiemodel voor de SOR. De niet-inhoudelijke aspecten van de meta-informatie worden opgepakt in het kader van de architectuur en de uitwerking daarvan. Bijvoorbeeld praktische aspecten omtrent beschikbaarheid, inclusief aandachtspunten als kosten, technische specificaties voor bevraging en ander services, url of andere toegangsinformatie. De voor de bronhouders en gebruikers van de SOR relevante inhoudelijke meta-informatie wordt in de context van dit document onderverdeeld in de volgende aspecten:

  • Definities (op niveau van objecten en attributen)
  • Tijdsaspecten (historie en levensfase)
  • Bronverwijzing
  • Autorisatie
  • Kwaliteitseisen
  • Kwaliteit
  • Status

Vraag in de consultatie:

Mist u meta-informatie die naar uw mening relevant is om in de SOR op te nemen? Welke meta-informatie is dit en voor welke gebruikstoepassing zouden deze moeten worden opgenomen?

  1. De formele definitie van objecten (objecttypen) en eigenschappen (attribuuttypen) die worden geregistreerd in de SOR moet voor bronhouder en gebruiker helder aangeven wat de betekenis is van een bepaald gegeven, maar ook over welke reële objecten bijvoorbeeld wel en welke niet geregistreerd worden in de SOR.

  2. Alle meta-informatie die een tijdsaspect heeft (historie, levensfase) komt in de volgende paragraaf van dit document afzonderlijk aan de orde.

  3. Bronverwijzing betreft aan de ene kant de formele onderbouwing van gegevens, bijvoorbeeld formele brondocumenten, zoals vergunningen en besluiten, maar aan de andere kant ook de meer technische bron van de gegevens, zoals plaatsbepalingspunten en indirect luchtfoto's, metingen en BIM-modellen. De plaatsbepalingspunten zijn daarmee een bijzondere vorm van bronverwijzing in het kader van de geometrie binnen de SOR. Een ander aspect van de bronverwijzing is de vastlegging van de reden van wijziging van een attribuut. Voor de SOR wordt voorgesteld het uitgangspunt te hanteren dat bij elke wijziging van een attribuut ook een reden wordt geregistreerd. Deze verplichting vereenvoudigt bijvoorbeeld het afhandelen van terugmeldingen. De bronhouder weet dan altijd waarom het gegeven geregistreerd is. Het is aan te bevelen om "reden van wijziging" vast te leggen aan de hand van een waardelijst, waarbij wellicht bij sommige "gebeurtenissen" sprake kan zijn van een combinatie van redenen uit deze waardelijst. Een correctie is ook een in deze waardelijst op te nemen "gebeurtenis".

Alleen in uitzonderingsgevallen is het nodig om de "reden van wijziging" ook vast te leggen in de vorm van een formeel brondocument. Alleen wanneer er sprake is van een bestaand brondocument (zoals een vergunning) heeft een verwijzing naar dit formele document toegevoegde waarde. In de SOR kunnen verplichtingen tot het opstellen van brondocumenten, uitsluitend om daarmee een "reden van wijziging" als metagegeven te kunnen vastleggen, dan vervallen.

  1. Het aspect autorisaties betreft de formele voorschriften over bronhouders en afnemers. Hieronder vallen bijvoorbeeld de gebruiksautorisaties en daarmee de mate van openbaarheid. Het uitgangspunt van de SOR is dat alle gegevens als open data beschikbaar zijn. Daarbij is het aspect van gebruikersautorisaties minder relevant. Naast gebruikersautorisatie is ook mutatieautorisatie gewenst, zodat bekend is wie bepaalde mutaties mag aanbrengen. Daarmee is ook duidelijk waar men moet zijn bij een vraag over een waarde van een gegeven. Default is dat de bronhouder van het desbetreffende objecttype/object, maar bij uitzondering kan dat een andere partij zijn en die moet daar dan wel voor zijn geautoriseerd en dat moet vastgelegd kunnen worden op attribuutniveau.

Bij geometrie kan het noodzakelijk zijn dat de bronhouder van een bepaald object ook aangrenzende objecten die in beheer zijn van andere bronhouders meeneemt in de mutatie van de geometrie. Anders is een dekkende geometrie niet te realiseren. Je moet dan de mogelijkheid hebben de geometrie van een object van een andere bronhouder te muteren, maar dan moet ook vastgelegd worden dat deze wijziging afkomstig is van een wijziging door deze andere bronhouder.

  1. De meta-informatie over de geldende kwaliteitseisen beschrijft de normkwaliteit die van belang is voor bronhouders voor de inrichting van de bijhoudingsprocessen en voor de gebruikers voor het beoordelen of de gegevens geschikt zijn voor de toepassing waarvoor men de SOR wil gebruiken. Deze meta-informatie kan de vorm hebben van kwantitatieve eisen aan de nauwkeurigheid (bijvoorbeeld de eis aan de gebruiksoppervlakte in de BAG), kwantitatieve eisen aan de frequentie van controle (bijvoorbeeld kenmerk moet tenminste eenmaal per vijf jaar worden gecontroleerd) of eisen aan de wijze van inwinning.

De gewenste controlefrequentie kan sterk verschillen per objecttype/attribuuttype. De begrenzing van een woonplaats zal immers in de werkelijkheid minder aan verandering onderhevig zijn dan de geometrie van de achtergevel van een woning.

  1. De meta-informatie over de precisie en betrouwbaarheid van de gegevens worden breed gezien als de belangrijkste metagegevens. Er bestaat echter nog geen gezamenlijk beeld hoe deze precisie en betrouwbaarheid objectief en kwantitatief op een doelmatige wijze bepaald en geregistreerd kan worden.

Tot de gewenste meta-informatie hoort in ieder geval wijze van inwinning (controle) en controledatum die wel eenvoudig geregistreerd kunnen worden. Voor het vastleggen van de precisie van gegevens (met name geometrie) lijkt het vastleggen van de bereikte precisie in de vorm van een klasse van nauwkeurigheid een haalbare optie. De geometrie van een zandweg valt dan in een minder nauwkeurige klasse dan de geometrie van een pand. De zorgen over de uitvoerbaarheid van het bijhouden van deze meta-informatie zullen moeten worden weggenomen door de functionaliteit van de bijhoudingssoftware. De bijhoudingssystemen zouden dan bijvoorbeeld in één keer voor alle objecten in een gecontroleerd gebied deze metagegevens moeten kunnen registreren. Het vastleggen van een controledatum, verhoogt de betrouwbaarheid, ook al is er aan de vastlegging van het object niets gewijzigd. Je laat daarmee zien aan de gebruikers dat de waarde van een gegeven nog steeds actueel is en een (aangrenzende) bronhouder in dat gebied kan zien dat object al bekeken is.

  1. Meta-informatie over de status van de gegevens is bijvoorbeeld om te beoordelen of een (overheids-) gebruikers van de registratie verplicht is de desbetreffende gegevens te gebruiken. Bijvoorbeeld wanneer een attribuut de status "inOnderzoek" heeft vervalt de gebruiksplicht. Daarnaast zal de SOR bestaan uit verplichte inhoud en optionele inhoud. De status "optioneel" zal dan ook betekenen dat het gebruiken van die gegevens niet verplicht is.

De status "inOnderzoek" is inmiddels binnen de basisregistraties voldoende bekend. Deze status hangt samen met formele terugmeldingen door gebruikers. Daarnaast valt te overwegen om op een vergelijkbare manier een status te kunnen aangeven voor "inBewerking" (bijvoorbeeld wanneer de gemeente zelf met de inmeting van een gegeven bezig is), voor "inDiscussie" (bij bijvoorbeeld een metingsverschil tussen twee aangrenzende bronhouders), "reactieBelanghebbende" (wanneer in het kader van "Regie op gegevens" een betrokkene suggesties heeft gedaan voor aanpassingen).

Voor de meta-informatie over "inOnderzoek" is het ook nuttig om apart te kunnen raadplegen dat een terugmelding is onderzocht en afgewezen. Het kan handig zijn (voor zowel een eventuele terugmelder als de bronhouder die moet onderzoeken) te weten dat er een melding is geweest, maar dat onderzoek heeft opgeleverd dat die melding onterecht was. Dat scheelt mogelijk bij een volgende melding, ook een in de directe nabijheid. Deze behoefte aan een metagegeven moet wel gezien worden in het licht van het vastleggen van de historie van terugmeldingen.

3.5.2 Specificeren meta-informatie in informatiemodel

De specificaties van het informatiemodel voor de SOR zullen uiteindelijk een deel van de in de inleiding beschreven meta-informatie geven. De informatiemodellering voor de SOR wordt gedaan conform het MIM (Metamodel voor informatiemodellering). Dit metamodel borgt dat diverse genoemde aspecten van de meta-informatie aandacht krijgen in het informatiemodel. Andere aspecten van de meta-informatie zullen bij het opstellen van de specificaties van het informatiemodel wel aparte aandacht moeten krijgen.

Ontwerpprincipe

De metagegevens per objecttype en per attribuuttype vormen een integraal onderdeel van de SOR

Om recht te doen aan dit Ontwerpprincipe zodat deze metagegevens net zo toegankelijk zijn als de gegevensverzameling zelf en er virtueel één geheel mee vormen, zodat bijvoorbeeld de kwaliteit van de data soepel en geautomatiseerd zonder extra handelingen met de normkwaliteit kan worden vergeleken" is het belangrijk dat de specificaties van dit informatiemodel optimaal ontsloten zijn en direct gerelateerd zijn aan de registratie zelf.

Per objecttype wordt in het informatiemodel de volgende meta-informatie vastgelegd:

  • Definitie van objecttype.

  • Autorisatie wat betreft gebruik en beheer. Als default zijn alle objecten in de SOR als open data voor iedereen beschikbaar. Uitzonderingen hierop worden in het informatiemodel expliciet benoemd.

Daarnaast wordt in het informatiemodel vastgelegd wie de bronhouder is voor een objecttype. Het is mogelijk dat in het informatiemodel wordt gespecificeerd dat er verschillende (categorieën) bronhouders zijn voor één objecttype. De bronhouder is de partij die objecten kan opvoeren en afvoeren.

  • Op terrein van de kwaliteitseisen wordt de populatie die wordt opgenomen in de SOR beschreven. Om helder te maken dat bijvoorbeeld niet alle bomen in de SOR worden opgenomen. Aanvullend zal een eis over binnen welke termijn (aantal dagen/maanden) na realisatie/ontstaan van een object, dit object beschikbaar moet zijn in de SOR, gespecificeerd moeten worden.
  • Per objecttype wordt aangegeven of het objecttype behoort tot de verplichte inhoud van de SOR of optioneel is.

Per attribuuttype wordt in het informatiemodel de volgende meta-informatie vastgelegd:

  • Definitie van attribuuttype.

  • Autorisatie wat betreft gebruik en beheer wanneer deze afwijken van de autorisatie voor het objecttype. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat in de SOR voor een bepaald attribuut een andere bronhouder (attribuuthouder) wordt aangewezen.

  • De kwaliteitseisen per attribuuttype vormen een belangrijk deel van de specificaties van een attribuuttype binnen het informatiemodel. Voorbeelden van relevante kwaliteitseisen per attribuuttype zijn kwantitatieve eisen aan de precisie (vergelijk de eis aan de nauwkeurigheid van de gebruiksoppervlakte in de BAG); eisen aan de wijze van inwinning van het attribuut (bijvoorbeeld de eis dat de geometrie op basis van een luchtfoto ingewonnen moet worden); eisen aan de minimale controlefrequentie (bijvoorbeeld de eis dat tenminste eenmaal per vijf jaar de juistheid van de objecttypering gecontroleerd moet worden).

Bij de geometrie kan sprake zijn van specifieke kwaliteitseisen die voortkomen uit de samenhang met de geometrie van andere objecten. Bijvoorbeeld de eis dat een punt valt binnen de vlakgeometrie van een gerelateerd object, of dat een vlak (naadloos) moet aansluiten op een naastgelegen vlak of moet vallen binnen een ander vlak (bijvoorbeeld de geometrie van de gemeentegrens. Deze kwaliteitseis is relevant voor bronhouders, omdat zij bij de inwinning en controle rekening kunnen houden met deze eisen. Wanneer een vlak wordt geregistreerd waarvoor een dergelijke eis geldt, wordt niet automatisch de geometrie van aangrenzende vlakken aangepast ter voorkoming van een groter aantal ongecontroleerde correcties.

De gebruikers/afnemers mogen erop vertrouwen dat in de producten die zij ontvangen wel aan deze eisen aan samenhang tussen geometrie wordt voldaan. Dit kan betekenen dat er in de afnemersproducten wordt afgeweken van de door de bronhouder geregistreerde geometrie om bijvoorbeeld de aansluiting te realiseren.

  • Per attribuuttype wordt aangegeven of het attribuuttype behoort tot de verplichte inhoud van de SOR of optioneel is.

Naast deze meta-informatie die in het informatiemodel zelf wordt vastgelegd, specificeert het informatiemodel ook welke metagegevens per object en/of per attribuut in de registratie worden opgenomen. Deze komen hierna aan de orde.

3.5.3 Registeren metagegevens per object

Per object worden de volgende metagegevens vastgelegd:

  • Bronverwijzing: Bij alle objecten wordt vastgelegd de wijziging op grond waarvan het betreffende object in de registratie is opgenomen (of is beëindigd) aan de hand van een waardelijst. Mogelijk "gebeurtenissen" op deze waardelijst zijn bijvoorbeeld "verlenen vergunning", constatering in luchtfoto", "onderzoek terugmelding", etc.).

Afhankelijk van de achtergrond van het opvoeren of beëindigen van een object in de registratie wordt (indien dit in het informatiemodel is gespecificeerd) een verwijzing opgenomen naar een bron(document). Dit kan een formeel document zijn, zoals een vergunning, maar ook bijvoorbeeld plaatsbepalingspunten of een BIM.

  • In het kader van de autorisatie kan per object vastgelegd worden wie de verantwoordelijke bronhouder is. Dat kan bijvoorbeeld de aanduiding zijn welke gemeente verantwoordelijk is voor het bijhouden van het betreffende object. Of dit relevant is en op welke wijze de verantwoordelijke bronhouder wordt geregistreerd, wordt gespecificeerd in het informatiemodel. Ook kan er sprake zijn van het vastleggen van specifieke gebruiksautorisaties (bijvoorbeeld specifieke/militaire objecten die niet openbaar zijn). Of dit aan de orde is, wordt ook gespecificeerd in het informatiemodel.

  • De metagegevens over kwaliteit en status worden in de SOR in beginsel op het niveau van de afzonderlijke attributen vastgelegd. Natuurlijk kunnen deze metagegevens betrekking hebben op alle attributen van het object (bijvoorbeeld het object met alle attributen is voor het laatst op 14-09-2020 gecontroleerd of alle attributen staan in onderzoek in verband met een terugmelding).

Naast de genoemde metagegevens die gericht zijn op zowel gebruikers als bronhouders, hebben bronhouders aangegeven behoefte te hebben aan een aantekenveld op objectniveau. Dit aantekenveld is met name van belang om als bronhouder onderling aandachtspunten te kunnen uitwisselen. Dat kan zijn verschillende medewerkers van formeel dezelfde bronhouder (verschillende afdelingen van een gemeente die betrokken zijn bij het beheer van de SOR), maar ook formeel verschillende bronhouders, bijvoorbeeld bij grenslijnen tussen objecten in beheer bij ProRail en bij de gemeente.

3.5.4 Registreren metagegevens per attribuut

Per attribuut worden de volgende metagegevens vastgelegd:

  • Bronverwijzing: Bij alle attributen wordt vastgelegd de wijziging op grond waarvan het betreffende attribuut (wijziging van een attribuut) in de registratie is opgenomen aan de hand van een waardelijst. Mogelijk "gebeurtenissen" op deze waardelijst zijn bijvoorbeeld "verlenen vergunning", constatering in luchtfoto", "onderzoek terugmelding", etc.).

  • Bronverwijzing: bij 3D-geometrie wordt vastgelegd hoe deze tot stand is gekomen, bijvoorbeeld door post-processing, door 3D inwinning of anders. Afhankelijk van de achtergrond van het opvoeren of wijzigen van een attribuut in de registratie wordt (indien dit in het informatiemodel is gespecificeerd) een verwijzing opgenomen naar een bron(document). Dit kan een formeel document zijn, zoals een vergunning, maar ook bijvoorbeeld plaatsbepalingspunten of een BIM. Bij het attribuut geometrie kan ook sprake zijn van een bronverwijzing naar een plaatsbepalingspunt (zie paragraaf 3.5.5).

  • In het kader van de autorisatie kan eventueel per attribuut vastgelegd worden wie de verantwoordelijke bronhouder is, wanneer dit een ander is dan de bronhouder voor het object. Of dit relevant is en op welke wijze de verantwoordelijke bronhouder wordt geregistreerd, wordt gespecificeerd in het informatiemodel. Ook kan er sprake zijn van het vastleggen van specifieke gebruiksautorisaties (bijvoorbeeld specifieke attributen die niet openbaar zijn). Of dit aan de orde is, wordt ook gespecificeerd in het informatiemodel.

Een bijzonder aandachtspunt betreft het vastleggen van de verantwoordelijk bronhouder van geometrie, wanneer dit (vlak)geometrie betreft die (verplicht) aansluit op vlakgeometrie in beheer bij een andere bronhouder. Wanneer de bronhouder dan geometrie heeft geregistreerd die niet voldoet aan deze eisen (bijvoorbeeld de gemeente registreert een vlak buiten de contour van de gemeentegrens) kan in een geleverd product sprake zijn van een "gecorrigeerde" geometrie. Het feit dat in het geleverde product sprake is van een correctie wordt ook zichtbaar in de meta-informatie door bij de "verantwoordelijk bronhouder" aan te geven dat sprake is van een correctie door een andere bronhouder.

  • Tot de basis metagegevens per attribuut op het aspect van kwaliteit behoren: wijze van inwinning (aan de hand van waardelijst) en uitvoerder inwinning, wijze en moment van controle en uitvoerder controle. Voor de geometrie wordt dit aangevuld met een aanduiding van de klasse van nauwkeurigheid van de geregistreerde geometrie.

  • De status inOnderzoek wordt per attribuut geregistreerd. Op overeenkomstige wijze wordt ook de status "inBewerking" (wanneer de bronhouder zelf gestart is met een onderzoek), en "reactieBelanghebbende" (wanneer een belanghebbende gereageerd heeft in het kader van regie op gegevens). Bij geometrie wordt in overweging gegeven een status "inDiscussie" mogelijk te maken voor gevallen waarin verschillende bronhouders een andere meetuitkomst hebben bij een gezamenlijke grenslijn tussen twee vlakken.

3.5.5 Plaatsbepalingspunten

Plaatsbepalingspunten (PBP's) worden gebruikt als bron en zijn daarmee een type meta-informatie (bronverwijzing) bij een specifiek object (attribuut geometrie). Een plaatsbepalingspunt is een punt dat is ingemeten en in coördinaten bekend is en vervolgens gebruikt is bij en onderdeel uitmaakt van de begrenzing van reële objecten. Plaatsbepalingspunten komen voor bij reële objecttypen. Objecten met de status 'gepland' hebben geen plaatsbepalingspunten. Het is niet voldoende om PBP's te beperken tot goed idealiseerbare reële objecttypen omdat van elk basisobject nagespeurd moet kunnen wordne wat de bron is en hoe de inwinning tot stand is gekomen.

Een eis daarbij is dat in de SOR bij het specifieke object/attribuut de administratieve relatie naar de gerelateerde PBP's expliciet wordt vastgelegd net zoals bij een verwijzing naar een document. Alleen dan kan sprake zijn van een beheersbare vorm van metagegevens. In de realisatie moet dit zo worden vormgegeven dat dit in de uitvoering praktisch makkelijk te hanteren is.

Het zorgvuldig omgaan met PBP's als onderdeel van de metagegevens is nodig:

  • Voor gebruikers is dan expliciet bekend welk(e) PBP(’s) bij welk object hoort/horen.
  • PBP’s die niet meer tot de actuele objecten behoren kunnen worden bepaald en in downloads zonder historie worden geschrapt.
  • Alleen voor objecten die goed idealiseerbaar zijn in het terrein worden voor de coördinaten die zijn ingemeten middels inwinningsmethoden fotogrammetrisch, terrestrisch, laserscanning of panoramabeelden, plaatsbepalingspunten opgenomen. De goed idealiseerbare objecten zijn de objecten met een positionele nauwkeurigheid van tenminste 30 centimeter.
  • De ligging van elk object is gedefinieerd door geometrie. Deze is vastgelegd bij een object in de vorm van een eigenschap ‘geometrie’. Deze geometrie moet overeenkomen met de geometrie van plaatsbepalingspunten van de goed idealiseerbare objecten, die deel uitmaken van de verzameling van de meetkundige afbakening.
  • Bij de objecten die op de referentielaag deel uitmaken van de groepen water + begroeiing (inclusief onbegroeid) + constructies vormen de verbindingen tussen de coördinaten meestal een grens zonder gaten tussen twee aangrenzende objecten, maar overlap is vooralsnog mogelijk

Eisen aan plaatsbepalingspunten

  • Elk plaatsbepalingspunt heeft een unieke identificatie.
  • De ligging van elk plaatsbepalingspunt is in coördinaten bekend.
  • In de SOR moet (anders dan op dit moment in de BGT) voor de reële objecttypen een administratieve koppeling plaatsvinden van de geometrie van een object naar de desbetreffende PBP's op basis van de identificatie.
  • Van elke plaatsbepalingspunt is de nauwkeurigheid, de inwinningsdatum, de inwinnende instantie die het heeft bepaald en de inwinningsmethode bekend.

Vraag in de consultatie:

Voorgesteld wordt plaatsbepalingspunten als meta-informatie te gaan behandelen. In hoeverre bent u het eens met het voorstel voor plaatsbepalingspunten?

3.5.6 Verdere aandachtspunten meta-informatie

In het voorgaande is een eerste schets gegeven van het onderwerp meta-informatie in de SOR. Bij de verdere uitwerking van het informatiemodel zal daaraan nog een verdere invulling moeten worden gegeven. Een aantal te maken keuzen zijn daarbij afhankelijk van besluiten die nog moeten worden genomen over onder meer de toewijzing van verantwoordelijkheden, de omgang met brondocumenten en de concreet te stellen kwaliteitseisen. Voor de verdere uitwerking worden nog een aantal aandachtspunten meegegeven:

  • Meta-informatie makkelijk kunnen registreren met ondersteuning vanuit de systemen, zodat het bijvoorbeeld eenvoudig is om metagegevens over te nemen naar andere objecten (bijvoorbeeld alle gebouwen binnen een luchtfoto de status "gecontroleerd" te geven,
  • Zo effectief en efficiënt mogelijk (en daarmee voor belangrijk deel geautomatiseerd) metadata vastleggen
  • Niet onnodig muteren (met name van geometrie) – alleen het relevante object muteren en niet de aangrenzende objecten in de omgeving allemaal gelijk ook muteren. Het zorgdragen van consistentie van de geometrie is iets voor de producten. Hoe dit het best kan worden opgelost, wordt nog verschillend over gedacht.
  • Zoveel mogelijk als kan werken met domeintabellen in de metadata. Voorbeeld bij inwinning kunnen kiezen uit b.v. terrestrisch, digitalisering, constructie. fotokartering. Dit geldt ook voor "wijze van controle".
  • De ervaring uit de BAG leert dat het opvoeren van brondocumenten een zeer tijdrovende bezigheid is met de vraag of het heeft voldaan aan haar doel. Daarom wordt alleen met formele brondocumenten gewerkt als deze om andere reden al bestaan (zoals vergunningen). In andere gevallen wordt gebruik van bijvoorbeeld plaatsbepalingspunten of een luchtfoto als bronverwijzing, dan wel een beschrijving van de herkomst van het gegeven. Dan kan volstaan worden met de aanduiding dat het object geconstateerd is in het veld, zonder de verplicht om een "proces verbaal van constatering" op te maken.

3.6 Historie

3.6.1 Uitgangspunten voor historiemodel

Het globaal semantisch historiemodel voor de samenhangende objectenregistratie is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • zo eenvoudig mogelijk. Dus geen registratie en bijhouding van data die niet strikt noodzakelijk zijn voor het beoogde tijdreizen, voor doelmatig beheer door de bronhouder en voor consistentiecontrole op elk willekeurig moment in de tijd. Zo eenvoudig mogelijk betekent ook zo gestandaardiseerd mogelijk. Het model moet geschikt zijn voor alle verschillende objecttypen die binnen de SOR een plek kunnen krijgen en bij voorkeur ook voor andere (basis)registraties. Maximaal aansluiten op bestaande standaarden en ervaringen hoort hier dus ook bij;
  • een eenduidig model. Dat wil zeggen voor alle attributen binnen de Samenhangende objectenregistratie hetzelfde model en dus geen onderscheid tussen geometrie en administratieve gegevens;
  • Stevige basis gelegen in een internationaal perspectief in combinatie met geldende Nederlandse standaarden. Dus zoveel mogelijk conform internationaal breed omarmde uitgangspunten en best practices, die ook teruggevonden worden in bestaande Nederlandse standaarden. Vanuit deze basis is het historiemodel gebaseerd op twee tijdlijnen (tijdlijn geldigheid en tijdlijn registratie);
  • tijdreizen in het verleden en in de toekomst. Voor het vastleggen van tijdlijnen in de toekomst wordt dezelfde systematiek gebruikt als voor tijdlijnen in het verleden. Natuurlijk is deze werkwijze alleen mogelijk wanneer tijdlijnen in de toekomst relatief eenvoudig bijgesteld kunnen worden. Natuurlijk kent alleen de tijdlijn geldigheid data in de toekomst. De tijdlijn registratie is gebaseerd op het moment van registreren en deze wordt in beginsel bepaald door de computerklok;
  • maximale ondersteuning door techniek. De bronhouder moet weinig inspanningen hoeven te doen om de tijdlijnen vast te leggen. Dat hangt deels samen met bepaalde definities (beginGeldigheid van geometrie gemeten in een luchtfoto zal gelijk zijn aan de datum waarop de foto gemaakt is, zonder verplichting tot nader onderzoek, wanneer de werkelijke beginGeldigheid niet blijkt uit andere processen). Ook de te bieden functionaliteit om te bewaken of toekomstmutaties niet ten onrechte in de registratie de actualiteit worden door het voortschrijden van de tijd, is daarbij een belangrijke randvoorwaarde.

Het globaal semantisch historiemodel laat zich het best beschrijven vanuit het perspectief van de gebruiker/afnemer. Het model geeft daarmee aan op welke wijze de gebruiker met de gegevens in de SOR een tijdreis kan maken

3.6.2 Tijdlijn geldigheid en tijdlijn registratie

Het historiemodel is gebaseerd op twee tijdlijnen, namelijk de tijdlijn geldigheid en de tijdlijn registratie. Daarmee adviseren de experts om de in Nederlandse standaarden veel gebruikte benamingen voor de twee tijdlijnen (materiële en formele historie) niet te gebruiken, omdat tijdens het onderzoek dat aan dit advies ten grondslag ligt, is gebleken dat de begrippen materiële en formele historie in verschillende standaarden en verschillende praktijktoepassingen anders gedefinieerd en toegepast worden. Hoewel de benaming van de gebruikte tijdlijnen daarmee afwijkt van de bestaande standaarden en praktijktoepassingen zullen de voor deze tijdlijnen gebruikte attributen wel door iedereen worden herkend. Dit zijn voor de tijdlijn geldigheid beginGeldigheid en eindGeldigheid (aangevuld met ingangsdatumObject en einddatumObject voor de bestaansperiode (levensduur) van het object). Voor de tijdlijn registratie is dit het attribuut tijdstipRegistratie. tijdstipRegistratie betreft de tijdstempel die door de computerklok wordt geplaats op het moment dat het desbetreffende gegeven (attribuut) beschikbaar wordt gesteld voor de gebruiker.

De tijdlijn registratie geldt hierbij als aanvulling op de tijdlijn geldigheid. Met andere woorden er zijn geen attributen waarvoor wel de tijdlijn registratie wordt bijgehouden, maar niet de tijdlijn geldigheid.

Deze keuze betekent een wijziging voor de basisregistraties met hoofdzakelijk geometrie (BGT en BRT), maar deze keuze is noodzakelijk om een eenduidig historiemodel te kunnen hanteren binnen de gehele samenhangende objectenregistratie. Maar door de wijze waarop de tijdlijn geldigheid wordt toegepast zal deze omschakeling niet veel consequenties hebben. Bijvoorbeeld geometrie die volledig wordt ontleend aan een opname (bijvoorbeeld luchtfoto) zal als beginGeldigheid (tijdlijn geldigheid) de datum van de luchtfoto krijgen, omdat de feitelijke ingangsdatum niet nauwkeuriger kan worden ingeschat. Wanneer de uit dezelfde foto gemeten geometrie echter betrekking heeft op de contouren van een gebouw, dan zal de beginGeldigheid van de geometrie gelijk zijn aan de beginGeldigheid van de overige attributen van dat gebouw "bij ingebruikname".

3.6.3 Toekomstmutaties

BeginGeldigheid en ook eindGeldigheid kunnen in de toekomst liggen. Hierop gelden geen formele beperkingen. Natuurlijk is van de aard van de gebeurtenis afhankelijk of inderdaad een toekomstmutatie voorzien kan worden en met welke nauwkeurigheid deze voorzien kan worden. Wanneer iemand een bouwvergunning krijgt, kan voorzien worden dat dit object in de toekomst ook geregistreerd zal worden. De datum vanaf wanneer daadwerkelijk sprake zal zijn van een "bestaand object" kan echter niet exact voorzien worden. Een inschatting van deze datum zal de basis vormen voor de tijdlijn geldigheid in de toekomst. Een besluit om met ingang van een bepaalde datum een straatnaam te wijzigen kan wel met een exacte in de toekomst gelegen datum worden geregistreerd. Wij gaan ervan uit dat er adequate voorzieningen worden gerealiseerd die bronhouders ondersteunen om te voorkomen dat voorziene wijzigingen in de toekomst ineens als de bestaande realiteit worden gezien, uitsluitend door verloop van de tijd. Deze voorziening kan bijvoorbeeld bestaan uit een overzicht van de wijzigingen die in de loop van de komende week/maand de "actuele" situatie gaan worden, omdat de geregistreerde beginGeldigheid ligt in die periode van een week/maand. De bronhouder kan dan of de geregistreerde beginGeldigheid naar verder in de toekomst schuiven op basis van een nadere inschatting van het moment van realiseren of kan constateren dat inderdaad in die periode sprake is van een zodanige wijziging in de "werkelijkheid" dat de geregistreerde "toekomstmutatie" inderdaad in die periode de "werkelijkheid" wordt.

Bij de registratie zijn toekomstmutaties mogelijk, maar dit is niet "de regel". Veel mutaties in de SOR worden aangebracht op basis van "constateringen" en deze worden dan dus vastgelegd met een beginGeldigheid in het verleden, bijvoorbeeld de datum van de luchtfoto waaraan de constatering wordt ontleend.

3.6.4 Levensduur

Hoewel het vastleggen van de levensduur van een object (ingangsdatumObject en einddatumObject) redundant is, omdat deze levensduur altijd afgeleid kan worden uit de tijdlijn geldigheid, wordt in het historiemodel er vanuit gegaan dat de levensduur afzonderlijk wordt geregistreerd. De ingangsdatumObject zal gelijk zijn aan de oudste beginGeldigheid voor een status "bestaand/geldig" van het betreffende object. Een gebruiker kan deze ingangsdatumObject eventueel zelf afleiden uit de tijdlijn geldigheid, maar er wordt voor gekozen om, parallel aan de registratie van geboortedatum en overlijdensdatum bij personen, de ingangsdatumObject en einddatumObject wel afzonderlijk in de registratie (of in ieder geval in de informatieproducten) op te nemen.

3.6.5 Toepassing van historie

Het hierboven geschetste model wordt verplicht voor alle onderdelen van de SOR. Afnemers kunnen daarbij per attribuut informatie krijgen over beide tijdlijnen. Dit is volgens het historiemodel in samenhang met het voor de SOR op te stellen informatiemodel in beginsel beperkt tot die attributen waarvoor in het informatiemodel wordt vastgelegd dat zij voorzien worden van een tijdlijn geldigheid of van een tijdlijn geldigheid plus tijdlijn registratie. Het aanduiden van het relevant zijn van deze tijdlijnen kan in het informatiemodel, wanneer dat conform het Metamodel voor informatiemodellen (MIM 1.1) wordt opgesteld (Binnen het MIM 1.1 worden nog wel de begrippen materiële en formele historie gebruikt).

Er zou bijvoorbeeld afgezien kunnen worden van het vastleggen van deze tijdlijnen, wanneer geen enkele gebruiker nu of in de toekomst behoefte heeft aan deze tijdlijnen voor het desbetreffende attribuut. Een voorbeeld hiervan zou kunnen zijn de toegang tot een verblijfsobject. Dit kenmerk van een verblijfsobject is vooral van belang om hulpdiensten te ondersteunen bij het zo snel mogelijk binnenkomen van een verblijfsobject. Dit is uitsluitend relevant in de actuele situatie. Het in de SOR opnemen van een tijdlijn voor het attribuut toegang is daarom mogelijk niet relevant is, omdat geen enkele afnemer geïnteresseerd is in het feit dat in het verleden de toegang tot dit verblijfsobject elders was. Aan de andere kant kan ook de principiële keuze gemaakt worden dat gegevens in een basisregistratie "niet weggegooid worden". Dat uitgangspunt zou betekenen dat voor alle attributen in de SOR zowel de tijdlijn geldigheid als de tijdlijn registratie verplicht zouden zijn.

Tijdlijnen per attribuut gelden daarbij op semantisch niveau en moeten beschikbaar zijn in de informatieproducten voor gebruikers. Dit model geeft geen richtlijnen over de wijze waarop dit uiteindelijk in de registratie geïmplementeerd gaat worden.

Net als in het informatiemodel per attribuut kan worden vastgelegd of en zo ja welke historie geregistreerd wordt, wordt in het informatiemodel ook gedefinieerd of voor een bepaald objecttype de levensduur (ingangsdatumObject en einddatumObject) wordt vastgelegd. Ook hier hanteren we het uitgangspunt dat in beginsel voor alle objecttypen deze ingangsdatumObject en einddatumObject relevant zijn.

3.6.6 Levensfasen

Beschrijving levensfasen

Om het tijdreizen voor alle gebruikers begrijpelijk en ook flexibel te maken, wordt in de samenhangende objectenregistratie ook gewerkt met levensfasen (statussen) van objecten. Dit heeft te maken met het feit dat bij het tijdreizen in de registratie niet alle gebruikers dezelfde wensen hebben. Bij bijvoorbeeld het raadplegen van de "actuele" situatie in het kader van calamiteiten is alleen relevant wat er ook daadwerkelijk aan objecten aanwezig is (inclusief objecten "in aanbouw" of "aanleg in uitvoering"). Maar bij vergunningverlening zal men ook willen zien voor welke objecten inmiddels een vergunning is verleend of anderszins in planning zijn.

Objecten kunnen zich in verschillende fasen van ontwikkeling bevinden. Zo’n fase van ontwikkeling van een object duiden we aan met het begrip levensfase. De verschillende levensfasen van een object tezamen vormen de levenscyclus van een object. Welke levensfasen worden onderscheiden is afhankelijk van het specifieke objecttype. In de samenhangende objectenregistratie komen vier soorten objecttypen voor: reële objecttypen, functionele objecttypen, registratieve objecttypen en geografische objecttypen. Elk van deze soorten objecttypen kent dezelfde indeling in hoofdfasen en meestal dezelfde indeling in levensfasen.

Registratieve objecttypen ontstaan als gevolg van besluitvorming. De levenscyclus van registratieve objecttypen bestaat uit twee levensfasen:

  • Benoemd: het object is afgebakend op basis van wet- of regelgeving
  • Ingetrokken: het object is ingetrokken op basis van wet- of regelgeving of
  • Ten onrechte opgevoerd: het object is ten onrechte in de registratie opgenomen

Bij geografische objecttypen wordt eveneens een onderscheid gemaakt naar twee levensfasen:

  • Aangewezen: het object wordt als zodanig onderscheiden
  • Beëindigd: het object wordt niet langer als zodanig onderscheiden of
  • Ten onrechte opgevoerd: het object is ten onrechte in de registratie opgenomen

Bij reële objecttypen worden drie hoofdfasen onderscheiden waarbinnen meerdere levensfasen kunnen voorkomen. De te onderscheiden hoofdfasen zijn: planfase, aanwezigheidsfase en afwezigheidsfase. Welke levensfasen concreet worden onderscheiden is afhankelijk van het specifieke objecttype. Voor een vergunningplichtig bouwwerk zijn andere (meer) levensfasen van belang dan bijvoorbeeld voor een landschapselement. In het algemeen zullen voor niet-vergunningplichtige (veelal eenvoudigere) objecten en vergunningplichtige (veelal complexere) objecten de volgende aan het reel bestaan van objecten gerelateerde levensfasen voorkomen:

Hoofdfase Niet-vergunningplichtig Vergunningplichtig
Planfase Gepland Gepland
Bouwvergunning verleend
Aanwezigheidsfase Bestaand In aanbouw
Bestaand
In verbouw
Sloopvergunning verleend
Afwezigheidsfase Verwijderd Gesloopt
Niet gerealiseerd Niet gerealiseerd
Ten onrechte Ten onrechte

De bij de levensfasen voor niet-vergunningplichtige objecttypen behorende toelichtingen zijn:

Waarde status Beschrijving
Gepland Een object dat zich in de ontwerpfase bevindt of in aanbouw is.
Bestaand Een object dat in gebruik is of als gebruiksgereed kan worden beschouwd, dan wel buiten gebruik is gesteld
Verwijderd Een object dat feitelijk is verwijderd
Niet gerealiseerd Een gepland object dat niet als zodanig is gerealiseerd
Ten onrechte Een object dat ten onrechte is opgevoerd in de registratie

De bij de levensfasen voor vergunningplichtige objecttypen behorende toelichtingen zijn:

Waarde status Beschrijving
Gepland Een object dat zich in de ontwerpfase bevindt en waarvoor nog geen vergunning tot bouw of aanleg is verleend
Bouwvergunning verleend Een object dat nog niet is gebouwd of aangelegd maar waarvoor wel een vergunning tot bouw of aanleg is verleend
In aanbouw Een object waarvan de feitelijke bouw of aanleg is aangevangen
Bestaand Een object dat in gebruik is genomen of als gebruiksgereed kan worden beschouwd dan wel buiten gebruik is gesteld
In verbouw Een object waarvoor een vergunning tot verbouw of wijziging is verleend en waarbij de verbouwing of wijziging nog niet is voltooid
Sloopvergunning verleend Een object waarvoor een vergunning tot sloop of verwijdering is verleend
Gesloopt Een object waarvan de feitelijke sloop of verwijdering is afgerond
Niet gerealiseerd Een object waarvoor een bouw- of aanlegvergunning was verleend, maar waarvan is vastgesteld dat wordt afgezien van de bouw of aanleg of waarvan de vergunning is ingetrokken
Ten onrechte Object is ten onrechte opgevoerd in de registratie

Bij functionele objecttypen zijn de levensfasen van een object meer verbonden aan het gebruik ervan. Ook hier worden in het algemeen de drie genoemde hoofdfasen onderscheiden, waarbij de te onderscheiden levensfasen afhankelijk zijn van het specifieke objecttype. In het algemeen zullen de volgende levensfasen voorkomen:

Hoofdfase Transportvoorziening Functionele zonering
Planfase Gepland Gepland
Aanwezigheidsfase In aanleg Gevormd
In gebruik In gebruik
Buiten gebruik Buiten gebruik
Afwezigheidsfase Verwijderd Beëindigd
Niet gerealiseerd Niet gerealiseerd
Ten onrechte Ten onrechte

De hierbij behorende toelichtingen voor de levensfasen van transportvoorzieningen zijn:

Waarde status Beschrijving
Gepland Een object dat zich in de ontwerpfase bevindt.
In aanleg Een object dat in aanleg is en nog niet in gebruik is genomen.
In gebruik Een object dat in gebruik is genomen.
Buiten gebruik Een object dat in gebruik is genomen maar tijdelijk niet gebruikt kan worden.
Verwijderd Een object dat is verwijderd.
Niet gerealiseerd Een gepland object dat niet als zodanig is gerealiseerd.
Ten onrechte Een object dat ten onrechte is opgevoerd in de registratie.

De bij functionele zoneringen behorende toelichtingen voor de levensfasen zijn:

Waarde status Beschrijving
Gepland Een object dat zich in de ontwerpfase bevindt
Gevormd Een object dat is gevormd
In gebruik Een object dat in gebruik is genomen
Buiten gebruik Een object dat buiten gebruik is gesteld
Beëindigd Een object dat is opgeheven
Niet gerealiseerd Een gepland object dat niet als zodanig is gerealiseerd
Ten onrechte Een object dat ten onrechte is opgevoerd in de registratie

De levensfase van een object wordt in de registratie vastgelegd als de eigenschap “status” van het object. De verbetering (inmeten) van geometrie van een object wordt ten opzichte van bestaande basisregistraties niet langer opgevat als een statusverandering maar als een kwaliteitsverandering. Deze laatste wordt geregistreerd door de opname van meta-informatie.

Twee levensfasen op hetzelfde moment In de regel zal een object op enig moment in de tijd zich bevinden in één levensfase. Wanneer met de bouw van een woning wordt gestart, gaat het object over van de levensfase (status) "vergunning verleend" naar de fase "in aanbouw". Dat sluit allemaal aan bij het werken met een eenduidige tijdlijn geldigheid.

In deze tijdlijn geldigheid kunnen ook toekomstmutaties worden geregistreerd. Bij het registreren van een bouwvergunning kan ook gelijk worden geregistreerd op welk moment in de toekomst deze woning bijvoorbeeld de fase "in gebruik" zal bereiken (dat komt overeen met de werkwijze dat nu in de BAG op het moment van registratie van de vergunning ook het bouwjaar wordt geregistreerd).

Het slechts kunnen registreren van één levensfase (samenhangend met de kenmerken van het object die behoren bij die levensfase) op enig moment op de tijdlijn geldigheid knelt echter wanneer er sprake is van een bestaand object (levensfase bestaand/geldig), waarbij ook sprake is van een planfase voor bijvoorbeeld een verbouwing.

Dit kan worden geïllustreerd aan de hand van het voorbeeld van een school die momenteel als school in gebruik is, maar die na het lopende schooljaar verbouwd zal worden tot een woning. Wanneer in de loop van het schooljaar de bouwvergunning wordt verleend voor deze verbouwing, dan wordt volgens het huidige historiemodel van de BAG direct de registratie aangepast. Raadplegen van de actualiteit levert dan op dat sprake is van een woning, terwijl de situatie "in gebruik" nog betrekking heeft op een school met leerlingen. Toepassing van deze aanpak zou kunnen betekenen dat we de beoogde verbouwing niet registreren met beginGeldigheid het moment van verstrekken van de vergunning, maar met het verwachte moment van verbouwing (bijvoorbeeld aanstaande september). Bij die werkwijze kunnen we echter nog niet vastleggen dat op dit moment al sprake is van een verleende vergunning, terwijl je dat wel zou doen, wanneer sprake zou zijn van een nieuwbouwwoning.

Hieronder is een eerste voorstel oplossing van dit vraagstuk opgenomen. In de consultatie wordt iedereen uitgenodigd beargumenteerd aan te geven in hoeverre het genoemde voorstel al dan niet een goede oplossing is.Ook wordt iedereen van harte uitgenodigd om alternatieve oplossingen aan te dragen.

Daarom moet het in dit soort situaties (voor een "in gebruik" zijnde gebouw is een vergunning verleend voor verbouw, voor een "in gebruik" zijnde weg bestaat het plan voor uitbreiding) door het informatiemodel voor de SOR gefaciliteerd worden dat een tweede object (bijvoorbeeld gebouw of verblijfsobject of wegvak) wordt geregistreerd. Deze werkwijze komt overeen met de huidige werkwijze voor plantopografie binnen IMGeo. Dit nieuw object wordt wel gerelateerd aan het bestaande object waarop het plan betrekking heeft (en vice versa). De registratie van dit tweede object geschiedt verder alsof sprake is van een nieuwbouwsituatie. Echter zodra dit object gericht op een verbouwing ook daadwerkelijk de fase bestaand/geldig bereikt, wordt het nieuw opgevoerde object "beëindigd" en wordt de feitelijk situatie weer opgenomen in de tijdlijn geldigheid van het oorspronkelijke object dat vanaf dat moment daadwerkelijk "in verbouw" is.

4. Schets samenhang

4.1 SOR-begrippen, objecttypen, en typeringen

In het informatiemodel voor de samenhangende objectenregistratie wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van terminologie die aansluit op de wijze waarop hiermee wordt omgegaan in de hier relevante afsprakenstelsel voor informatiemodellering. Het gaat daarbij onder meer om het Metamodel Informatiemodellering (MIM) en de Nederlandse Technische Afspraak (NTA) 8035 over semantische Gegevensmodellering en -Integratie in de Gebouwde Omgeving. Dit betekent onder meer dat er wordt gesproken over objecttypen en de eigenschappen daarvan in plaats van over objecten en gegevens. De termen objecten en gegevens worden gebruikt om specifieke exemplaren van objecttypen en eigenschappen aan te duiden.

In deze fase van conceptuele modellering is het van belang dat de focus is gericht op het scherp benoemen van begrippen die we in het kader van de registratie willen hanteren. Van de begrippen die betrekking hebben op objecten zal een aantal daarvan in een volgende fase ook daadwerkelijk in het informatiemodel worden opgenomen als een objecttype. Van een groot aantal andere begrippen zal waarschijnlijk worden vastgesteld dat in de modellering beter gekozen kan worden voor een verzamel-objecttype waarvan de verschillende begrippen in de vorm van een typering van dit verzamel-objecttype terugkeren. In deze fase is het daarom ten aanzien van objecten wenselijk vooralsnog te spreken van SOR-begrippen en nog niet van SOR-objecttypen. In de volgende hoofdstukken wordt daarom gesproken van SOR-begrippen.

Het is voor de overzichtelijkheid echter ook niet wenselijk om in deze fase te volstaan met het uitsluitend opnemen van een lange lijst met relevante SOR-begrippen. Enige ordening daarin bevordert het overzicht en stelt anderen in staat om de samenhang tussen de verschillende begrippen beter te beoordelen. Om die reden is ervoor gekozen om in de volgende hoofdstukken de SOR-begrippen op één van de volgende twee wijzen te beschrijven:

Benadrukt wordt dat deze wijze van beschrijven niet betekent dat de nu opgenomen ordening van SOR-begrippen ook daadwerkelijk leidt tot de opgenomen verdeling in objecttypen en typeringen van verzamel-objecttypen. Deze keuze zal in de volgende fase van modellering worden gemaakt op basis van andere criteria (zoals de mate waarin de eigenschappen van verschillende SOR-begrippen ook daadwerkelijk overeen komen en de uiteindelijke keuzen ten aanzien van welke eigenschappen in de registratie zullen worden bijgehouden).

4.2 Nieuwe versie van NEN 3610 als kader

Het informatiemodel voor de samenhangende objectenregistratie zal zodanig worden opgesteld dat deze volledig aansluit op de nieuwe versie van het basismodel geo-informatie (“NEN 3610”). Dit basismodel geo-informatie wordt namelijk tegelijkertijd met het opstellen van het informatiemodel voor de samenhangende objectenregistratie vernieuwd. Hiermee ontstaat de mogelijkheid om begrippen in beide modellen over en weer zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. De resultaten van deze afstemming zijn verwerkt in de volgende hoofdstukken. Bij de afronding van beide modellen zal blijvende afstemming worden bewaakt. Dat kan betekenen dat in beide modellen in een latere fase nog kleine wijzigingen zullen worden aangebracht.

In de volgende hoofdstukken is daarom telkens aangegeven hoe SOR-begrippen zich verhouden tot objectentypen uit het vernieuwde basismodel geo-informatie. In enkele gevallen betekent dit dat de SOR-begrippen hetzelfde zijn als objecttypen uit het vernieuwde basismodel geo-informatie. In andere gevallen zijn de SOR-begrippen een verbijzondering van objecttypen uit het vernieuwde basismodel geo-informatie. Hierbij is uitgegaan van de versie van het nieuwe basismodel geo-informatie zoals deze in juli 2020 beschikbaar was. Daarin wordt het volgende semantische model onderscheiden:

semantisch model NEN3610

De daarin opgenomen begrippen waren ten tijde van het opstellen van dit conceptueel model als volgt (voorlopig) gedefinieerd:

Begrip Definitie
Geo-object Abstractie van een fenomeen in de werkelijkheid, dat direct of indirect is geassocieerd met een locatie relatief ten opzichte van de aarde.
Reëel object Geo-object waarvan het fenomeen in de werkelijkheid tastbaar, zichtbaar en begrensd aanwezig is.
Bodem Bovenste deel van het natuurlijke aardoppervlak.
Water Oppervlak permanent bedekt met water of waarvan wordt geaccepteerd dat deze met water bedekt kan worden.
Begroeiing Planten die op natuurlijke wijze zijn ontstaan of door mensen zijn aangeplant.
Constructie Gebouwd object dat direct of indirect met de grond is verbonden en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.
Gebouw Overdekte en geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten constructief zelfstandige eenheid bedoeld voor het in een afgeschermde omgeving onderbrengen van mensen, dieren of voorwerpen of voor de productie van goederen.
Kunstwerk Civiel-technisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen.
Verharding Een door egaliseren, verstevigen en/of verruwen voor het beoogde gebruik geschikt gemaakte oppervlak, bestaande uit in één of meer lagen over een ondergrond of onderliggende constructie aangelegd materiaal.
Leiding Een geheel van geleiders of ruimte welke voorzien zijn van één ommanteling en bestemd is voor transport van materie, data of energie.
Virtueel object Geo-object waarvan geen tastbaar, zichtbaar en begrensd fenomeen in de werkelijkheid aanwezig is, maar die slechts in abstracte en/of geregistreerde vorm bestaat.
Functioneel object Object met een specifieke functie.
Transport voorziening Natuurlijke of aangelegde transportlijnen of verbindingen met knooppunten waarlangs stromen zich verplaatsen.
Weg Transport voorziening voor wegverkeer.
Vaarweg Transport voorziening voor scheepvaart.
Spoorweg Transport voorziening voor voertuigen die zich over rails verplaatsen.
Waterelement Transport voorziening voor water.
Registratief object Op basis van wet- of regelgeving afgebakend object dat als eenheid geldt van politiek/bestuurlijke verantwoordelijkheid of voor bedrijfsvoering.
Geografisch object Object dat bekend staat onder een vanuit de historie of in in de volksmond bekende benaming of een fysisch-geografische samenhang kent.
Juridisch werkingsgebied Gebied waar een juridisch instrument beleid of regelgeving toepast.

4.3 Aansluiting sectormodellen

Het is belangrijk dat de verschillende sectorale informatiemodellen zoveel mogelijk aangesloten kunnen worden op het informatiemodel van de samenhangende objectenregistratie. Bij het opstellen van het conceptueel informatiemodel is daarom zoveel mogelijk beoordeeld in hoeverre een dergelijke aansluiting te realiseren is. Soms betekent dat een aanpassing van begrippen zoals deze in de huidige basisregistraties voorkomen, soms zal dit betekenen dat op termijn aanpassingen in de sectormodellen doorgevoerd moeten worden.

Hierbij is als grondgedachte gehanteerd dat gestreefd moet worden naar een “uitklapmodel”. Hiermee wordt bedoeld dat in de samenhangende objectenregistratie begrippen op een zodanig abstractieniveau worden opgenomen dat zij weliswaar voldoende concreet zijn om in de uitvoeringspraktijk herkenbaar te zijn, maar dat zij niet zo concreet zijn dat er sprake is van een mate van detail die passender is voor de opname in een sectorale registratie. De in de samenhangende objectenregistratie opgenomen begrippen moeten daarbij kunnen fungeren als een verzamelklasse van begrippen die in een sectoraal model zijn opgenomen. Bij begrippen kan het daarbij zowel gaan om objecttypen als om typeringen van objecttypen.

Deze benadering betekent ook dat ervoor is gekozen om in de eerste opzet van het conceptueel model een aantal gedetailleerde objecttypen of typeringen van objecttypen niet langer als zodanig op te nemen. Deze begrippen zijn dan samengevoegd tot een minder gedetailleerd begrip dat weliswaar nog steeds de essentie aangeeft van het betreffende object, maar dat een mindere mate van detaillering geeft dan in de huidige registratie. Het gaat hierbij overigens veelal om begrippen die in de huidige uitvoeringspraktijk niet of slechts zeer beperkt worden toegepast. Indien het gewenst is wel gedetailleerde informatie over deze objecten te verkrijgen, zal deze moeten worden afgenomen vanuit een sectorale registratie (indien aanwezig).

4.4 Overzicht van de SOR-begrippen

In aansluiting op de voorgestelde ordening van objecttypen in NEN 3610 en het eerder opgestelde conceptueel denkraam, wordt in de inhoud van de SOR een onderscheid gemaakt tussen reële objecttypen (voorheen fysieke objecttypen) en virtuele objecttypen (waaronder de functionele objecttypen en de registratieve objecttypen). Bij de verdere uitwerking van de inhoud is geconstateerd dat daaraan nog een aantal geografische objecttypen moeten worden toegevoegd. Alle hierbij behorende SOR-begrippen zijn in de hierna volgende hoofdstukken verder uitgewerkt. Het gaat daarbij om een aanzienlijk aantal begrippen.

Om enige ordening aan te brengen in de verschillende SOR-begrippen, zijn deze (in geaggregeerde vorm) opgenomen in het eerder opgestelde conceptueel denkraam. Hierbij ontstaat de volgende geactualiseerde versie van het conceptueel denkraam:

denkraamSOR

Dit denkraam geeft dus geen volledig overzicht van alle SOR-begrippen. De indeling in de vier kleurgroepen (bebouwing, water, groen en verharding) is geen onderdeel van het uiteindelijke informatiemodel, maar uitsluitend bedoeld als een hulpmiddel om de verschillende begrippen te kunnen ordenen en ten opzichte van elkaar te kunnen plaatsen.

Het conceptueel denkraam kan, voor die onderdelen van het model waar sprake is van een expliciete samenhang tussen verschillende begrippen, verder worden geconcretiseerd. Daar waar dit wenselijk is kan dit plaatsvinden bij de verdere uitwerking van het conceptueel model. Op dit moment is in elk geval een dergelijke uitwerking beschikbaar voor de verschillende begrippen die raken aan gebouwen:

denkraamSOR_gebouw

Vraag in de consultatie:

Voor welke objecttypen is de samenhang niet gedefinieerd en kunt u aangeven voor welke gebruikstoepassing de samenhang tussen betreffende objecttypen relevant is?

4.5 Beschrijving SOR-begrippen

Bij de uitwerking van de verschillende SOR-begrippen of verzamelbegrippen wordt telkens dezelfde structuur gehanteerd. De eerste stap hierbij is dat het begrip wordt gepositioneerd ten opzichte van de objectklasse zoals deze in het kader van het voorstel voor de nieuwe versie van het basismodel geo-informatie (“NEN 3610”) wordt gehanteerd. Hiermee wordt verhelderd hoe het begrip past in een bredere context.

In het tweede blok wordt het betreffende SOR-begrip of verzamelbegrip gedefinieerd. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten op bestaande definities. Soms moeten definities worden aangescherpt omdat deze onvoldoende onderscheidend zijn of omdat door de striktere scheiding tussen reële objecttypen en functionele objecttypen de definitie niet langer voldoet. De bron van de definitie wordt vermeld (voor zover deze beschikbaar is). Ook wordt zo nodig een toelichting gegeven en wordt indicatief beschreven hoe de objecten zich verhouden tot afbakeningen zoals deze momenteel in registraties zijn opgenomen.

Noot

De opgenomen eerste indicatie van de mate waarin bepaalde SOR-begrippen verplicht in de registratie zullen worden vastgelegd, betreft een expert-inschatting. Hierover zal nog nadere besluitvorming moeten plaatsvinden.

In het derde blokje wordt een overzicht gegeven van de verschillende eigenschappen die van een object zouden moeten worden vastgelegd. Een aantal eigenschappen keren bij alle beschreven SOR-begrippen terug (zoals identificatie, geometrie, status en overige metagegevens). Voor verschillende SOR-begrippen is ook een voorstel opgenomen voor de vastlegging van andere eigenschappen. De overige meta-gegevens zijn op dit moment nog nergens opgenomen. Deze zullen in een volgende fase verder worden uitgewerkt.

Noot

De opgenomen eerste indicatie van de mate waarin bepaalde eigenschappen verplicht in de registratie zullen worden vastgelegd, betreft een expert-inschatting. Hierover zal nog nadere besluitvorming moeten plaatsvinden.

Bij sommige SOR-begrippen is een blokje “relaties met andere objecttypen” opgenomen. Daarin wordt expliciet beschreven hoe een SOR-begrip zich verhoudt tot een ander SOR-begrip. Hierbij kan worden gedacht aan relaties als “ligt in” of “hoort bij”. Deze relaties zullen in een volgende fase nog verder worden gedetailleerd. Als dit blokje niet is opgenomen, dan zijn er op dit moment geen expliciete relaties gedefinieerd.

Het laatste blokje beschrijft een eerste overzicht van de domeinwaarden zoals deze behoren bij bepaalde eigenschappen. In alle gevallen is hier een voorstel voor de domeinwaarden van “status” opgenomen. In een groot aantal andere gevallen zijn daarnaast domeinwaarden voor de typering van SOR-begrippen opgenomen.

5. Reële objecttypen

Noot

De typering is in deze fase van het traject vooral bedoeld om een eerste indruk te geven van de richting waarin de inhoud van de samenhangende objectenregistratie zich beweegt. Typeringen kunnen nog wijzigen in het nog op te stellen informatiemodel van de samenhangende objectenregistratie.

Vraag in de consultatie:

Mist u bij reële objecten typen die naar uw mening relevant zijn om in de SOR op te nemen?

5.1 Water

Vraag in de consultatie:

Voor welke gebruikstoepassingen wordt de nu bestaande BGT-indeling van watervlakken en waterlopen gebruikt? Is een andere indeling wenselijker? Voor welke gebruikstoepassingen?

5.1.1 Watervlakte

Klasse Naam
SOR-begrip Watervlakte
Onderdeel van NEN3610-objecttype Water

Definitie

Naam Watervlakte
Definitie Een verlaging in het aardoppervlak van natuurlijke of kunstmatige oorsprong, die permanent of periodiek water bevat.
Herkomst definitie AQUO lex
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie watervlakte en zee zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een watervlakte. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een watervlakte. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de watervlakte zich bevindt. Ja
Type watervlakte De aanduiding van het soort watervlakte. Nee
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
gepland
bestaand
verwijderd
niet gerealiseerd
Ten onrechte

type watervlakte

Waarde Type watervlakte Beschrijving
zee Uitgestrekt oppervlak zout water.
meer Watervlakte (meestal zoet) die op natuurlijke wijze dan wel door menselijk ingrijpen (ingraving of afsluiting) is ontstaan.
plas Waterpartij, ontstaan door de winning van delfstoffen in dagbouw, die in contact staat met de vrije grondwaterspiegel.
ven Een natuurlijk ontstaan meer op heidegrond.
vijver Gegraven waterpartij, aangelegd in stedelijke omgeving of in een parklandschap.

5.1.2 Waterloop

Klasse Naam
SOR-begrip Waterloop
Onderdeel van NEN3610-objecttype Water

Definitie

Naam Waterloop
Definitie Een langgerekte verlaging in het terrein van natuurlijke of kunstmatige oorsprong die permanent of periodiek stromend water bevat.
Herkomst definitie AQUO lex
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie waterloop en greppel/droge sloot zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een waterloop. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een waterloop. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de waterloop zich bevindt. Ja
Type waterloop De aanduiding van het soort waterloop. Nee
Watervoerend De aanduiding of de waterloop wel of geen water bevat. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
gepland
bestaand
verwijderd
niet gerealiseerd
Ten onrechte

type waterloop

Waarde Type waterloop Beschrijving
rivier Het water, dat ten atmosferische neerslag op hellende terreinen valt, vloeit, voor zover het niet verdampt of door planten wordt opgenomen, tezamen tot een waterloop en stroomt naar laaggelegen streken. Zulk een natuurlijke afvloeiing heet een rivier.
sloot Een waterloop van beperkte breedte die stilstaand of langzaam stromend water bevat , welke is aangelegd met als doel het beheersen van het waterpeil.
kanaal Een gegraven grote waterloop die dient voor scheepvaart en/of watertransport.
beek Een natuurlijke smalle waterloop zonder getij, die veelal doorwaadbaar is en afwatert op een rivier.
gracht Een gracht is een gegraven greppel met water, die hoofdzakelijk voorkomt in oude steden.

5.1.3 Bron

Klasse Naam
SOR-begrip Bron
Onderdeel van NEN3610-objecttype Water

Definitie

Naam Bron
Definitie Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Herkomst definitie IMGeo 2.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie waterloop; Type bron zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een bron. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een bron. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de bron zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
hoort bij watervlakte ja
hoort bij waterloop ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
gepland
bestaand
verwijderd
niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.1.4 Getijdengebied

Klasse Naam
SOR-begrip Getijdengebied
Onderdeel van NEN3610-objecttype Water

Definitie

Naam Getijdengebied
Definitie Geheel of gedeeltelijk droogvallende gronden, buitendijks gelegen.
Herkomst definitie Basisregistratie Topografie: Catalogus en Productspecificaties (versie 1.2.0.1)
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie ondersteunend waterdeel; Type slik en begroeide terreindelen; Type kwelder zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een getijdengebied. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een getijdengebied. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het getijdengebied zich bevindt. Ja
Type getijdengebied De aanduiding van het soort getijdengebied Nee
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
gepland
bestaand
verwijderd
niet gerealiseerd
Ten onrechte

.

Waarde Type getijdengebied Beschrijving
slik Buitendijks aangeslibde, onbegroeide grond die bij vrijwel elk hoogwater onderloopt.
schor Buitendijks aangeslibd land, dat bij gewone vloed niet meer onderloopt en doorgaans begroeid is.

Vraag in de consultatie:

In hoeverre bent u het eens met het voorstel om niet voor te schrijven welke waterlijnen worden vastgelegd?”

5.2 Begroeiing

Vraag in de consultatie:

Hierna worden een aantal voorstellen gedaan waarover we in de consultatie graag uw mening horen:

  • Begroeiing indikken tot tot gras-en kruidachtigen (laag), struiken (midden) en bostypen (hoog)
  • Alle typen gras die nu in de BGT worden onderscheiden (grasland overig, grasland agrarisch en groenvoorziening) bundelen tot één type “gras- en kruidachtigen”
  • Bomen opnemen als bos, bomenrij of boom
  • Naast geografisch gebied (heidegebied, duingebied, bosgebied) ook begroeiing (heide, duin en bos) opnemen als reëel object

5.2.1 Bos

Klasse Naam
SOR-begrip Bos
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

Definitie

Naam Bos
Definitie Terrein begroeid met een dusdanige aantal bomen dat deze een min of meer gesloten geheel vormen of, na volgroeiing van de bomen, zullen vormen.
Herkomst definitie Gebaseerd op de definities van bos in de BGT 1.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie fysiek voorkomen loofbos, naaldbos en gemengdbos van begroeid terreindeel zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een bos. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een bos. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende bos zich bevindt. Ja
Type bos De aanduiding van het soort bos. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

.

Waarde Type bos Beschrijving
loofbos Terrein begroeid met een dusdanige aantal loofbomen dat deze een min of meer gesloten geheel vormen of, na volgroeiing van de bomen, zullen vormen.
naaldbos Terrein begroeid met een dusdanige aantal naaldbomen dat deze een min of meer gesloten geheel vormen of, na volgroeiing van de bomen, zullen vormen.
gemengd bos Terrein begroeid met een dusdanig aantal naald- en loofbomen dat deze een min of meer gesloten geheel vormen of, na volgroeiing van de bomen, zullen vormen.

5.2.2 Gras- en kruidachtigen

Klasse Naam
SOR-begrip Gras- en kruidachtigen
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

Definitie

Naam Gras- en kruidachtigen
Definitie (Grond met) een laagblijvende, aaneengesloten gras- en/of kruidachtige vegetatie.
Herkomst definitie IMBOR 2020
Verplicht ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie fysiek voorkomen gras- en kruidachtigen,grasland agrarisch en grasland overig zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van gras- en kruidachtigen. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van veld met gras- en kruidachtigen. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende veld met gras- en kruidachtigen zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.2.3 Struiken

Klasse Naam
SOR-begrip Struiken
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

Definitie

Naam Struiken
Definitie Terreindeel bedekt met lage, houtachtige, overblijvende planten gekenmerkt door verschillende vertakkingen dicht bij de wortel en eventueel aanwezigheid van enkele verspreid staande stammen.
Herkomst definitie BGT 1.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie fysiek voorkomen struiken zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van struiken. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van struiken. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende struiken zich bevinden. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.2.4 Onbegroeide grond

Klasse Naam
SOR-begrip Onbegroeide grond
Onderdeel van NEN3610-objecttype Bodem

Definitie

Naam Onbegroeide grond
Definitie Bovenste deel van het natuurlijke aardoppervlak.
Herkomst definitie Gebaseerd op definitie van bodem in concept NEN3610 2020
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier ten opzichte van de bestaande basisregistraties een nieuw objecttype, grotendeels het bestaande fysieke voorkomen type onverhard van wegen en terreinen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van onbegroeide grond. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van onbegroeide grond. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende stuk onbegroeide grond zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.2.5 Gewas

Vraag in de consultatie:

Gewas is nu opgenomen als een reëel object. Het zou ook kunnen worden opgenomen als een functioneel object. Wat vindt u daarvan? En wat zou dan de reële tegenhanger van dit functionele object moeten zijn?

Klasse Naam
SOR-begrip Gewas
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

Definitie

Naam Gewas
Gewas Terrein in gebruik als akker, met gewassen die in een teelt roulatieschema zijn opgenomen. Kan tijdelijk zonder gewas zijn of braak liggen.
Herkomst definitie Definitie gebaseerd op bouwland in de BGT 1.2
Verplicht ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie fysiek voorkomen bouwland zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie. BRT-object "Braakliggend" wordt voor zover het landbouwgrond betreft opgenomen in Gewas.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Gewas. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een Gewas. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende gewas zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.2.6 Fruit- of kweekbomen

Klasse Naam
SOR-begrip Fruit- of kweekbomen
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

Definitie

Naam Fruit- of kweekbomen
Definitie Terrein in gebruik voor het kweken van meerjarige siergewassen en bomen ten behoeve van een later gebruik elders of voor het kweken van fruit.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie fysiek voorkomen fruitteelt en boomteelt zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie. En de Boomkwekerij, Fruitkwekerij en Boomgaard zoals deze is opgenomen in de basisregistratie topografie. De hier bedoelde kwekerijen onderscheiden zich van kwekerijen van potplanten door de langdurige stand/teelt van gewassen.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van fruit- of kweekbomen. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van fruit- of kweekbomen. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende fruit- of kweekbomen zich bevinden. Ja
Type fruit- of kweekbomen De aanduiding van het soort fruit- of kweekbomen. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

.

Waarde Type fruit- of kweekbomen Beschrijving
laagstam boomgaarden Terreindeel begroeid met laagstamfruitbomen.
hoogstam boomgaarden Terreindeel begroeid met hoogstamfruitbomen.
wijngaarden Terreindeel begroeid met druivenstokken voor wijnbouw.
klein fruit Terreindeel begroeid met heesters voor zachtfruit zoals bessen of frambozen.
boomkwekerij Terrein, overwegend in gebruik t.b.v. het opkweken van bomen (inclusief coniferen en sparren) en struiken, waarbij de hoogte van de aanplant niet van belang is.

5.2.7 Natuurlijk groen

Klasse Naam
SOR-begrip Natuurlijk groen
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

MOERAS

Klasse Naam
SOR-begrip Moeras
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

Definitie

Naam Moeras
Definitie Terreindeel met moerasvegetatie in stilstaand water van geringe diepte zonder merkbare toe- of afvloeiing.
Herkomst definitie BGT 1.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie moeras zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Moeras. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een moeras. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het moeras zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
gepland
bestaand
verwijderd
niet gerealiseerd
Ten onrechte

RIETLAND

Klasse Naam
SOR-begrip Rietland
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

Definitie

Naam Rietland
Definitie Terreindeel overwegend begroeid met rietvegetatie.
Herkomst definitie BGT 1.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie rietland zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Rietland. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een rietland. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het rietland zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
gepland
bestaand
verwijderd
niet gerealiseerd
Ten onrechte

HEIDE

Klasse Naam
SOR-begrip Heide
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

Definitie

Naam Heide
Definitie Terreindeel overwegend begroeid met heide en heideachtige vegetaties.
Herkomst definitie BGT 1.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie heide zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Heide. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een heide. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de heide zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
gepland
bestaand
verwijderd
niet gerealiseerd
Ten onrechte

DUIN

Klasse Naam
SOR-begrip Duin
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

Definitie

Naam Duin
Definitie Verhoging of heuvel van zand of fijne losse aarde en verpulverd gesteente opgeworpen door wind of door stromend water.
Herkomst definitie BGT 1.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie duin zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Duin. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een duin. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het duin zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
gepland
bestaand
verwijderd
niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.2.8 Landschapselement

Klasse Naam
SOR-begrip Landschapselement
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

BOMENRIJ

Klasse Naam
SOR-begrip Bomenrij
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

Definitie

Naam Bomenrij
Definitie Opgaande rijvormige begroeiing van bomen zonder ondergroei van struiken.
Herkomst definitie BGT 1.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie bomenrij zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Bomenrij. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een bomenrij. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de bomenrij zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
gepland
bestaand
verwijderd
niet gerealiseerd
Ten onrechte

HOUTSINGEL

Klasse Naam
SOR-begrip Houtsingel
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

Definitie

Naam Houtsingel
Definitie Opgaande rijvormige begroeiing van bomen (enkelvoudige/meervoudige stammen) mét ondergroei van struiken.
Herkomst definitie BGT 1.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie houtwal zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Houtsingel. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een houtsingel. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de houtsingel zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
gepland
bestaand
verwijderd
niet gerealiseerd
Ten onrechte

HAAG

Klasse Naam
SOR-begrip Haag
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

Definitie

Naam Haag
Definitie Een rijvormige afscheiding van zeer beperkte breedte bestaande uit aangeplante aaneengesloten struiken.
Herkomst definitie BGT 1.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie haag zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Haag. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een haag. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de haag zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
gepland
bestaand
verwijderd
niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.2.9 Boom

Klasse Naam
SOR-begrip Boom
Onderdeel van NEN3610-objecttype Begroeiing

Definitie

Naam Boom
Definitie Een markante boom die geen onderdeel uitmaakt van bos of struiken.
Herkomst definitie IMGeo 2.2
Verplicht nee
Gevolgen afbakening nieuw object
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een boom. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een boom. Ja (punt)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende boom zich bevindt. Ja
Soortnaam De soortnaam o.b.v. ‘Naamlijst van houtige gewassen en vaste planten’, internationaal erkend als standaard. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

.

Waarde soortnaam
Betreffende soortnaam uit ‘Naamlijst van houtige gewassen en vaste planten’

5.3 Bebouwing

Vraag in de consultatie:

Kunt u aangeven welke statussen naar uw mening van belang zijn voor gebouw, bouwlaag, ruimte en gebouwcomponent?

5.3.1 Gebouw

Klasse Naam
SOR-begrip Gebouw
Onderdeel van NEN3610-objecttype Gebouw

Definitie

Naam Gebouw
Definitie Overdekte en geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten constructief zelfstandige eenheid bedoeld voor het in een afgeschermde omgeving onderbrengen van mensen, dieren of voorwerpen of voor de productie van goederen.
Herkomst definitie Gebaseerd op definitie “pand” in artikel 1 Wet basisregistratie adressen en gebouwen en de INSPIRE richtlijn
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie panden zoals deze is opgenomen in de basisregistratie adressen en gebouwen en de basisregistratie grootschalige topografie
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een gebouw. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een gebouw Ja (3D)
Typering Het doel waarvoor een gebouw gebruikt wordt. Ja
Aard De fysieke verschijningsvorm van een gebouw Ja
Oorspronkelijk bouwjaar De aanduiding van het jaar waarin een gebouw oorspronkelijk als bouwkundig gereed is of zal worden opgeleverd Ja
Naam Een breed geaccepteerde benaming van een gebouw zoals deze door de eigenaar is toegekend of zoals deze in de volksmond bekend staat Nee
Status De fase van de levenscyclus waarin het gebouw zich bevindt Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Domeinwaarden

Noot

De definitieve lijst met TYPE en AARD zal op een later moment worden opgeleverd. Het is daarbij de bedoeling dat deze lijst aansluit op de bij de WOZ in ontwikkeling zijnde lijst met domeinwaarden voor WOZ-deelobjecten. Ook moet nog een nadere uitlijning op typeringen vanuit de BRT.next plaatsvinden. Onderstaande domeinwaarden zijn uitsluitend voorbeelden van enkele waarschijnlijke typeringen om een indruk te geven van het soort waarden dat hier zal worden opgenomen.

Waarde Typering Beschrijving
Woning
Bedrijf

aard

Waarde Aard Beschrijving
Vrijstaand gebouw
Aangrenzende gelijksoortige gebouwen
Onderdeel heterogeen gebouwblok

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Bouwvergunning verleend
Sloopvergunning verleend
In aanbouw
In verbouw
Gesloopt
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.3.2 Bouwlaag

Klasse Naam
SOR-begrip Bouwlaag
Onderdeel van NEN3610-objecttype Gebouw

Definitie

Naam Bouwlaag
Definitie De verzameling van ruimten die zijn gelegen op hetzelfde niveau binnen een gebouw
Herkomst definitie Gebaseerd op de definitie van het begrip Bouwlaag (IfcBuildingStorey) uit de concepten rondom Bouwwerkinformatiemodellen (BIM)
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier ten opzichte van de bestaande basisregistraties een nieuw objecttype
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Bouwlaag. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een Bouwlaag Ja (2,5D)
Bouwlaagnummer Het niveau waarop de bouwlaag zich bevindt Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin een Bouwlaag zich bevindt Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
Ligt in Gebouw Ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bouwvergunning verleend
Sloopvergunning verleend
In aanbouw
Bestaand
In verbouw
Gesloopt
Niet gerealiseerd
Ten onrechte opgevoerd

5.3.3 Ruimte

Klasse Naam
SOR-begrip Ruimte
Onderdeel van NEN3610-objecttype Gebouw

Definitie

Naam Ruimte
Definitie Een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, dat ten minste aan de onderzijde en/of de bovenzijde wordt begrensd door een scheidingsconstructie en dat een netto-hoogte heeft van tenminste 1,5 m
Herkomst definitie Ontleend aan NEN 2580 en aansluitend op het begrip Ruimte (IfcSpace) uit de concepten rondom Bouwwerkinformatiemodellen (BIM)
Verplicht Nee
Gevolgen afbakening Het betreft hier ten opzichte van de bestaande basisregistraties een nieuw objecttype
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Ruimte. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een Ruimte Ja (2,5D)
Bouwlaagnummer De bouwlaag waarop de ruimte zich bevindt Ja
Oppervlakte De gebruiksoppervlakte van de ruimte Nee
Typering Het doel waarvoor een ruimte gebruikt wordt Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin een Ruimte zich bevindt Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
Ligt op Bouwlaag Ja

Domeinwaarden

Noot

De definitieve lijst met TYPE zal op een later moment worden opgeleverd. Het is daarbij de bedoeling dat deze lijst aansluit op de begrippen zoals deze in BIM modellen voor de bouw worden gehanteerd. Onderstaande domeinwaarden zijn uitsluitend voorbeelden van enkele waarschijnlijke typeringen om een indruk te geven van het soort waarden dat hier zal worden opgenomen.

Waarde Typering Beschrijving
Woonkamer
Keuken

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte opgevoerd
Bouwvergunning verleend
Sloopvergunning verleend
In aanbouw
In verbouw
Gesloopt

5.3.4 Gebouwcomponent

Vraag in de consultatie:

Mist u bij gebouwcomponenten nog typeringen die naar uw mening relevant zijn om in de SOR op te nemen? Welke typeringen zijn dit en voor welke gebruikstoepassing zouden deze moeten worden opgenomen?

Klasse Naam
SOR-begrip Gebouwcomponent
Onderdeel van NEN3610-objecttype Gebouw

Definitie

Naam Gebouwcomponent
Definitie Een component aan de buitenzijde van een gebouw, die het aanzicht van het gebouw mede bepaalt
Herkomst definitie IMGeo 2.2
Verplicht Deels (nog nader te bepalen welke onderdelen)
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie van gebouwinstallatie zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een gebouwcomponent. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een gebouwcomponent Ja (1,5D of 2,5D)
Aard Het soort gebouwcomponent Ja
Bijbehorend object Het object waarbij de betreffende gebouwcomponent behoort Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende gebouwcomponent zich bevindt Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
Hoort bij Verblijfsobject Ja
Hoort bij Gebouw Ja

Domeinwaarden

Noot

De definitieve lijst met AARD zal op een later moment worden opgeleverd. Het is daarbij de bedoeling dat deze lijst aansluit op de begrippen zoals deze elders worden gehanteerd. Onderstaande domeinwaarden zijn uitsluitend voorbeelden van enkele waarschijnlijke typeringen om een indruk te geven van het soort waarden dat hier zal worden opgenomen.

Waarde Aard Beschrijving
dakkapel Een uitbouw van het schuine dakvlak
luifel Afdak aangebracht aan de gevel van een pand, eventueel rustend op kolommen.
bordes Een verhard oppervlak, eventueel verhoogd en/of uitgevoerd met treden, grenzen aan een pand en primair bedoeld voor gebruik door voetgangers.
toegangstrap Niet afsluitbare trap (of trappenhuis) die toegang biedt aan een gebouw.

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte opgevoerd
Bouwvergunning verleend
Sloopvergunning verleend
In aanbouw
In verbouw
Gesloopt

5.3.5 Toegangsdeur

Klasse Naam
SOR-begrip Toegangsdeur
Onderdeel van NEN3610-objecttype Gebouw

Definitie

Naam Toegangsdeur
Definitie Deur of andere voorziening die vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte toegang geeft tot een object.
Herkomst definitie Begrip sluit aan bij het begrip Deur (IfcDoor) uit de concepten rondom Bouwwerkinformatiemodellen (BIM).
Verplicht Deels (nog nader te bepalen welke onderdelen)
Gevolgen afbakening Het betreft hier ten opzichte van de bestaande basisregistraties grotendeels een nieuw objecttype.
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een toegangsdeur. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een Toegangsdeur Ja (1,5D)
Toegangssoort De plaats waarvan de toegangsdeur toegang geeft Ja
Gebruiksaard De aard van gebruik van de toegangsdeur Ja
Bijbehorend object Het object waarin de betreffende toegangsdeur zich bevindt Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende toegangsdeur zich bevindt Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
Hoort bij Verblijfsobject Ja
Hoort bij Gebouw Ja

Domeinwaarden

toegangssoort

Waarde Toegangssoort Beschrijving
directe toegang vanaf eigen terrein de toegangsdeur bevindt zich op een erf, in een tuin of een andere specifiek terrein dat behoort bij het gebouw
directe toegang vanaf openbare weg de toegangsdeur bevindt zich direct aan een voor iedereen toegankelijke weg
toegang vanaf gemeenschappelijke verkeersruimte de toegangsdeur bevindt zich aan een inpandige ruimte die bedoeld is voor verplaatsingen door een gebouw door de verschillende gebruikers van dit gebouw

gebruiksaard

Waarde Gebruiksaard Beschrijving
Personen de toegangsdeur is primair bedoeld voor toegang tot een object door personen
Auto de toegangsdeur is primair bedoeld voor toegang tot een object door voertuigen
Vracht de toegangsdeur is primair bedoeld voor toegang tot een object door vracht zonder gebruik van een voertuig

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte opgevoerd

5.3.6 Open bouwwerk

Vraag in de consultatie:

Mist u bij open bouwwerken nog typeringen die naar uw mening relevant zijn om in de SOR op te nemen? Welke typeringen zijn dit en voor welke gebruikstoepassing zouden deze moeten worden opgenomen?

Klasse Naam
SOR-begrip Open bouwwerk
Onderdeel van NEN3610-objecttype constructie

Definitie

Naam Open bouwwerk
Definitie Een afzonderlijk staande overdekking rustend op een constructie met kolommen met één of meerder open gevels bedoeld voor het beschutten of stallen van objecten of voertuigen
Herkomst definitie Gebaseerd op definities “open loods” en “overkapping” uit de gegevenscatalogus BGT
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie open loodsen en overkappingen zoals deze is opgenomen in de basisregistratie adressen en gebouwen en de basisregistratie grootschalige topografie
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een open bouwwerk. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een open bouwwerk Ja (3D)
typering Het soort open bouwwerk
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende open bouwwerk zich bevindt Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Domeinwaarden

typering

Waarde typering Beschrijving
overkapping Een afzonderlijk staande overdekking rustend op kolommen
open loods Niet verplaatsbaar licht gebouw met een open gevel, bestemd als berg- of werkplaats of als tijdelijk onderdak voor andere doeleinden
parkeergarage Een open constructie die geheel of gedeeltelijk in gebruik is als voorziening voor het parkeren van motorvoertuigen.

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte opgevoerd

5.4 Verharding

Vraag in de consultatie:

Kunt u aangeven voor welke gebruikstoepassingen gedetailleerdere informatie over verhardingen nodig is?

Klasse Naam
SOR-begrip Verharding
Onderdeel van NEN3610-objecttype Verharding

Definitie

Naam Verharding
Definitie Een door egaliseren, verstevigen en/of verruwen voor het beoogde gebruik geschikt gemaakt oppervlak, bestaande uit in één of meer lagen over een ondergrond of onderliggende constructie aangelegd materiaal.
Herkomst definitie concept NEN3610-2020
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier een selectie van de bestaande populatie fysieke voorkomen van wegdelen, ondersteunende wegdelen en onbegroeide terreindelen zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting Een verhardingsvlak bestaat uit één Type verharding. Het gaat hierbij over het Type verharding waarmee het vlak overwegend is bedekt.

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een verharding. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een verhardingsvlak. Ja (vlak, 2.5D)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende verhardingsvlak zich bevindt. Ja
Type verharding De aanduiding van het soort verharding. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

type verharding

Waarde Type verharding Beschrijving
Asfaltverharding Gesloten verharding bestaande uit asfaltbeton of andere met bitumen gebonden materialen.
Betonverharding Gesloten verharding bestaande uit gewapend of ongewapend beton.
Elementenverharding Open verharding opgebouwd uit losse elementen die in meer of mindere mate met elkaar verbonden zijn.
Halfverharding Open verharding bestaande uit onsamenhangend materiaal dat meer draagkracht levert dan de originele grond.
Kunststofverharding Synthetisch vervaardigd materiaal dat als verharding dient.
Onverhard Onverhard oppervlakte bestaande uit natuurlijke materialen, voorzien van een fundering.

5.5 Kunstwerken

5.5.1 Overbrugging

Klasse Naam
SOR-begrip Overbrugging
Onderdeel van NEN3610-objecttype Kunstwerk

Definitie

Naam Overbrugging
Definitie Een beweegbare of vaste verbinding tussen twee punten, die door water, een weg of anderszins gescheiden zijn, bestaande uit een brugdek/-bak met landhoofden en veelal gesteund door pijlers.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie overbruggingsdelen; hoort bij Type overbrugging zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van overbrugging. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een overbrugging. Ja (vlak, 2.5D)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende overbrugging zich bevindt. Ja
Type overbrugging De aanduiding van het soort overbrugging. Ja
Naam Een breed geaccepteerde benaming van een overbrugging zoals deze door de eigenaar is toegekend of zoals deze in de volksmond bekend staat Nee
Beperkingen Verkeerskundige beperkingen die voor het betreffende kunstwerk gelden. Ja
Beweegbaar De aanduiding of overbrugging beweegbaar is (open en dicht kan) Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

type overbrugging

Waarde Type overbrugging Beschrijving
brug Overbruggingsconstructie over een watervlakte of waterloop, bedoelt voor verkeer.
aquaduct Overbruggingsconstructie waarmee een watergang door een bakvormige constructie over een weg, een spoorweg, een andere watergang, een leiding of een terrein wordt geleid.
viaduct Overbruggingsconstructie over een weg, spoorweg of terreinverdieping, bedoelt voor verkeer.
ecoduct Overbruggingsconstructie over een weg of spoorweg, bedoelt voor het passeren van dieren.
flyover Kunstwerk in de vorm van een viaduct dat deel uitmaakt van een verkeersbaan en waarmee een verkeersstroom over twee of meer ongelijkvloerse verkeersstromen wordt geleid.bestaande definitie niet consistent
overkluizing Een civieltechnisch kunstwerk waarmee een weg, een plein of een waterloop (kruiselings) wordt overwelft, waarbij het dek meestal niet uitsluitend uit een pad of weg bestaat.

.

Waarde Beperking Beschrijving
doorrijhoogte Maximale doorrijhoogte tussen het wegdek en de constructie boven het wegdek geldend op een weg, rijbaan of rijstrook (afhankelijk van de type verbinding).
doorrijbreedte Maximale doorrijbreedte tussen de dichtstbij gelegen objecten aan weerszijden van de weg, rijbaan, rijstrook(afhankelijk van de type verbinding).
toegestane massa Toegestane massa op een kunstwerk/verharding.
toegestane lengte Toegestane lengte op een locatie van de weg, rijbaan, rijstrook (afhankelijk van de type verbinding).
doorvaarhoogte De hoogte die beschikbaar is tussen water en de constructies welke boven het water aanwezig zijn.

5.5.2 Kunstwerkdeel

Klasse Naam
SOR-begrip Kunstwerkdeel
Onderdeel van NEN3610-objecttype Kunstwerk

Definitie

Naam Kunstwerkdeel
Definitie Onderdeel van een civieltechnisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen.
Herkomst definitie BGT 1.2
Verplicht ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie overbruggingsdelen, Type overbruggingsdeel zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een kunstwerkdeel. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een kunstwerkdeel. . Ja (vlak, 2.5D
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende kunstwerkdeel zich bevindt. Ja
Type kunstwerkdeel De aanduiding van het soort kunstwerkdeel. ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
hoort bij kunstwerk, type overbrugging ja
hoort bij kunstwerk, type sluis ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

Type kunstwerkdeel

Waarde Type kunstwerkdeel Beschrijving
dek Direct door het verkeer belaste deel van de bovenbouw van de brug.
landhoofd Ondersteuningsconstructie ter plaatse van een overgang van de aardebaan naar een kunstwerk.
pijler Ondersteuningsconstructie van bruggen en soortgelijke kunstwerken.
sloof Deel van de pijler voor de overdracht van krachten naar de ondergrond of de fundering.
pyloon Boven de bovenbouw uitstekende draagconstructie voor tuien (kabels).
sluisdeur Beweegbare deur die wordt toegepast bij (hoog)waterkeringen en sluizen om het niveauverschil aan beide zijden in stand te houden
kolk Deel van de sluis waarin de te schutten schepen afmeren en op een hoger of lager niveau worden gebracht.
vuilvang Een voorziening om de waterloop dan wel één of meerdere objecten benedenstrooms te vrijwaren van drijvend vuil en dergelijke.

5.5.3 Ondertunneling

Vraag in de consultatie:

Mist u bij ondertunneling typeringen die naar uw mening relevant zijn om in de SOR op te nemen? Welkte typeringen zijn dit en voor welke gebruikstoepassing zouden deze moeten worden opgenomen?

Klasse Naam
SOR-begrip Ondertunneling
Onderdeel van NEN3610-objecttype Kunstwerk

Definitie

Naam Ondertunneling
Definitie Ondergrondse of onder water gelegen verbinding tussen twee punten, aan beide einden voorzien van een open bakconstructie.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie tunneldelen zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie. En van kunstwerkdelen van Type duiker indien opgenomen in het IMGeo deel van de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een ondertunneling. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een ondertunneling. Ja (vlak, 2.5D)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende ondertunneling zich bevindt. Ja
Type ondertunneling De aanduiding van het soort ondertunneling. Ja
Naam Een breed geaccepteerde benaming van een ondertunneling zoals deze door de eigenaar is toegekend of zoals deze in de volksmond bekend staat Nee
Beperkingen Verkeerskundige beperkingen die voor het betreffende kunstwerk gelden Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

type ondertunneling

Waarde Type ondertunneling Beschrijving
tunnel Kokervormig kunstwerk onder een of meer wegen, spoorwegen, waterwegen en/of andere hindernissen, als ondergrondse doorgang voor verkeer, leidingen of dieren.
duiker Kunstwerk voor de waterhuishouding, bestaande uit een gesloten kokervormige constructie met een in- en uitstroomopening, die niet de gehele waterbreedte beslaand, aangebracht onder een weg of spoorweg of in een dam of ander terreindeel en de bodem van de waterloop onderbreekt.

.

Waarde Beperking Beschrijving
doorrijhoogte Maximale doorrijhoogte tussen het wegdek en de constructie boven het wegdek geldend op een weg, rijbaan of rijstrook (afhankelijk van de type verbinding).
doorrijbreedte Maximale doorrijbreedte tussen de dichtstbij gelegen objecten aan weerszijden van de weg, rijbaan, rijstrook(afhankelijk van de type verbinding).
toegestane massa Toegestane massa op een kunstwerk/verharding.
toegestane lengte Toegestane lengte op een locatie van de weg, rijbaan, rijstrook (afhankelijk van de type verbinding).

5.5.4 Kerende kunstwerken

Vraag in de consultatie:

Mist u bij kerende kunstwerken nog kunstwerken die naar uw mening relevant zijn om in de SOR op te nemen? Welkte kunstwerken zijn dit en voor welke gebruikstoepassing zouden deze moeten worden opgenomen?

Klasse Naam
SOR-begrip Kerende kunstwerken
Onderdeel van NEN3610-objecttype Kunstwerk

Definitie

Naam Kerende kunstwerken
Definitie Kunstwerk met mogelijk een kerende functie.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van kerende kunstwerken. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het betreffende kunstwerk. Ja (vlak, 2.5D)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende kunstwerk zich bevindt. Ja
Type kerend kunstwerk De aanduiding van het soort kunstwerk. Ja
Naam Een breed geaccepteerde benaming van een overbrugging zoals deze door de eigenaar is toegekend of zoals deze in de volksmond bekend staat Nee
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
heeft mogelijk een functie kering Ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

type kerend kunstwerk

Waarde type kerend kunstwerk Beschrijving
keermuur muur die door vorm, gewicht en fundering zonder verankering de grond keert.
kademuur Grondkerende constructie tegen afkalving van de walkant, in de vorm van een verticale wand ter scheiding van land en water, opgebouwd uit een muur van gemetselde stenen of gestort beton.
damwand Grondkerende of waterkerende constructie bestaande uit (nagenoeg) verticaal in de grond aangebrachte elementen die door middel van een langsprofiel in elkaar grijpen.
walbescherming Een nagenoeg verticale wand tot kering van grond om afkalving van water te voorkomen, niet zijnde een kademuur.
schot Permanente afscheiding, verticaal in het water geplaatst, bedoeld om het waterpeil van het aan beide zijden aanwezige water te regelen.
stuw Een vaste of beweegbare constructie in het water die dient om de waterstand bovenstrooms en/of benedenstrooms van de constructie te regelen
sluis Een kunstmatige, afsluitbare waterkering die een scheepvaartverbinding tussen twee wateren met verschillende waterpeilen mogelijk maakt.
coupure Een onderbreking in een waterkering voor de doorvoer van een weg of spoorweg, die bij extreme waterstanden afsluitbaar is.
dijk Een dijk is een aangelegde waterkering, die het achterliggende land beschermt tegen overstromingen.

Vraag in de consultatie:

Dijk is nu als een apart kerend kunstwerk opgenomen in het ontwerp. Dit wijkt af van het SOR principe van scheiding tussen fysiek en functie. Is dit wenselijk of zou dit moeten worden opgenomen als functioneel object ‘kering’?

5.5.5 Overige kunstwerken

Vraag in de consultatie:

Mist u bij overige kunstwerken nog typeringen die naar uw mening relevant zijn om in de SOR op te nemen? Welke typeringen zijn dit en voor welke gebruikstoepassing zouden deze moeten worden opgenomen?

Klasse Naam
SOR-begrip Overige kunstwerken
Onderdeel van NEN3610-objecttype Kunstwerk

Definitie

Naam Overige kunstwerken
Definitie Civiel-technisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen.
Herkomst definitie NEN3610
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van overige kunstwerken. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het betreffende kunstwerk. Ja (vlak, 2.5D)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende kunstwerk zich bevindt. Ja
Type overig kunstwerk De aanduiding van het soort kunstwerk. Ja
Naam Een breed geaccepteerde benaming van een kunstwerk zoals deze door de eigenaar is toegekend of zoals deze in de volksmond bekend staat Nee
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

type overig kunstwerk

Waarde type overig kunstwerk Beschrijving
gemaal Een kunstwerk in principe bedoeld om water van een laag peil naar een hoog peil te brengen.
bezinkbak Een gesloten reservoir waarin het afvalwater tijdelijk wordt opgevangen met een slibreinigende voorziening.
strekdam Dam in de richting van de loop van de rivier of kanaal, ter beveiliging van de oevers of brugpijlers of ter beheersing van de rivier.
steiger Vaste (niet drijvende) waterbouwkundige constructie, verbonden met de wal, voor het aanleggen van schepen en bedoeld om deze schepen vanaf de wal te laden en te lossen.
vispassage Een waterbouwkundig constructie dat tot doel heeft vissen toegang te bieden tot een door een kunstwerk onbereikbaar geworden achterland.
bodemval Sprong in de bodem van een waterloop.
ponton Vastliggend drijflichaam, dat dienst doet als aanlegplaats van vaartuigen of daartoe toegang geeft.
voorde Een doorwaadbare, doorgaans verharde, plaats in de waterloop, die dient voor de oversteek van die waterloop.

5.6 Overige constructies

5.6.1 Muur

Klasse Naam
SOR-begrip Muur
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Muur
Definitie Relatief smal, rechtopstaand bouwwerk.
Herkomst definitie Basisregistratie Topografie: Catalogus en Productspecificaties (versie 1.2.0.1)
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie scheidingen, Type muur zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een muur. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een muur. Ja (lijn) Nee (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende muur zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.6.2 Hek

Vraag in de consultatie:

Op dit moment zijn hek en raster apart opgenomen in het ontwerp. Is het voor gebruikstoepassingen nodig om onderscheid te maken tussen deze twee objecten? Kunt u aangeven voor welke gebruikstoepassingen het onderscheid van belang is?

Klasse Naam
SOR-begrip Hek
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Hek
Definitie Een hekwerk of schutting om een gebied af te scheiden of de toegang te beheren.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht staat ter discussie
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie scheidingen, Type hek zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een hek. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een hek. Ja (lijn)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende hek zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.6.3 Raster

Klasse Naam
SOR-begrip Raster
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Raster
Definitie Kunstmatige terreinafscheiding, in de vorm van een overwegend houten, metalen of kunststoffen rechtopstaande palen met daartussen gaas of één of meerdere draden.
Herkomst definitie Gebaseerd op de definitie van draadraster in de gegevenscatalogus IMGeo 2.2
Verplicht nee
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie scheidingen, Type draadraster, faunaraster zoals deze is opgenomen in het IMGeo deel van de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een raster. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een raster. Ja (lijn)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende raster zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.6.4 Scherm

Klasse Naam
SOR-begrip Scherm
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Scherm
Definitie Een lineaire constructie, typisch bedoeld om te reduceren.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier grotendeels de bestaande populatie scheidingen, Type geluidscherm zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een scherm. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een scherm. Ja (lijn)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende scherm zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.6.5 Bak

Klasse Naam
SOR-begrip Bak
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Bak
Definitie Object met een permanent karakter dat dient om iets in te bergen of te verzamelen.
Herkomst definitie IMGeo 2.2
Verplicht Nee
Gevolgen afbakening Het betreft hier een subset van de bestaande populatie bak zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een bak. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de locatie van bak. Ja (punt)
Status De fase van de levenscyclus waarin de bak zich bevindt. Ja
Type bak De aanduiding van het soort bak. Nee
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Vraag in de consultatie:

Kunt u toelichten waarom u het (enigszins) oneens bent met dit voorstel?

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

.

Waarde Type Bak Beschrijving
bassin Bekken met een ondoorlaatbare bodem waarin water opgelagen kan worden.
afval apart plaats Boven- of ondergrondse opslagplaats voor het gescheiden inzamelen van afval, met stortkoker(s) op het straatniveau.
container Nagelvast met de grond verbonden inzamelmiddel voor afvalstoffen, doorgaans van metaal of kunststof waarin afvalstoffen worden verzameld, bewaard en waaruit deze afvalstoffen vervolgens worden overgeladen in een inzamelvoertuig.

5.6.6 Putdeksel

Klasse Naam
SOR-begrip Putdeksel
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Putdeksel
Definitie Het afsluitende deel van een gegraven, koker of lijnvormige constructie waarin zich (vloei)stoffen kunnen bevinden.
Herkomst definitie Afgeleid van de definitie van een put in IMGeo 2.2
Verplicht Nee
Gevolgen afbakening Het betreft hier een samenvoeging van de bestaande populatie put en van een subset van de bestaande populatie weginrichtingselementen zoals deze zijn opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een putdeksel. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de ligging van de putdeksel. Ja (punt, lijn, vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de putdeksel zich bevindt. Ja
Type deksel De aanduiding van het soort deksel Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Vraag in de consultatie:

Kunt u toelichten waarom u het (enigszins) oneens bent met dit voorstel?

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

.

Waarde Type deksel Beschrijving
benzine-/olie Putdeksel die toegang geeft tot een benzine- of olietank ten behoeve van vullen, onderhoud of inspectie.
brandkraan Op de drinkwaterleiding aangesloten kraan, of put voor het plaatsen van een brandkraan.
riolering Putdeksel die toegang geeft tot voorziening voor het afvoeren van overtollig hemel- en afvalwater afkomstig van erop aangesloten oppervlakken.
gas Putdeksel die toegang geeft tot een put met afsluitkraan ten behoeve van het ondergrondse leidingenstelsel voor gastransport.
waterleiding Putdeksel die toegang geeft tot een put met afsluitkraan ten behoeve van het ondergrondse leidingenstelsel voor watertransport.

5.6.7 Depot

Klasse Naam
SOR-begrip Depot
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Depot
Definitie Object met een permanent karakter dat dient om gassen, energie, vaste- en vloeistoffen in te bergen of te verzamelen.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier een subset van de bestaande populatie overig bouwwerk zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een depot. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de locatie van depot. Ja (punt)
Status De fase van de levenscyclus waarin het depot zich bevindt. Ja
Type bak De aanduiding van het soort depot Nee
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Vraag in de consultatie:

Kunt u toelichten waarom u het (enigszins) oneens bent met dit voorstel?

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

.

Waarde Type Depot Beschrijving
opslagtank Bovengrondse opslagfaciliteit voor gassen, energie en vloeistoffen.
voedersilo Opslagfaciliteit voor vaste stoffen (bijvoorbeeld veevoer), bestaande uit een verticale container met een opening aan de onderkant.

5.6.8 Geleider

Klasse Naam
SOR-begrip Geleider
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Geleider
Definitie Een constructie bedoeld voor de fysieke (be)geleiding van voer-, vaartuigen.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Nee
Gevolgen afbakening Het betreft hier een samenvoeging van een subset van de bestaande populaties waterinrichtingselementen en weginrichtingselementen zoals deze zijn opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een geleider. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de ligging van de geleider. Ja (lijn, vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de geleider zich bevindt. Ja
Type geleider De aanduiding van het soort geleider Nee
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Vraag in de consultatie:

Kunt u toelichten waarom u het (enigszins) oneens bent met dit voorstel?

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

.

Waarde Type geleider Beschrijving
remmingswerk Constructie langs de opstelruimte en wachtruimte bedoeld voor het afmeren van schepen.
geleidewerk Fuikvormige constructie aansluitend aan het hoofd van een kunstwerk voor het geven van mechanische en visuele geleiding tijdens het invaren van dat kunstwerk.
geleideconstructie Bermbeveiligingsconstructie bedoeld voor fysieke geleiding van voertuigen die uit de koers zijn geraakt.
verblindingswering Constructie bedoeld om verblinding van weggebruikers door tegenlicht te voorkomen.

5.6.9 Installatie

Klasse Naam
SOR-begrip Installatie
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Installatie
Definitie Een technisch samenhangend systeem dat een bepaald doel dient.
Herkomst definitie Gebaseerd op installatie in IMGeo 2.2
Verplicht Nader te bepalen
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populaties installatie zoals deze zijn opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een installatie. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de ligging van de installatie of van de randen van de installatie. Ja (punt, lijn, vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de installatie zich bevindt. Ja
Type installatie De aanduiding van het soort installatie. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
hoort bij gebouw ja
hoort bij verblijfsobject ja

Vraag in de consultatie:

Kunt u toelichten waarom u het (enigszins) oneens bent met dit voorstel?

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

.

Waarde Type installatie Beschrijving
pomp Technische inrichting om vloeistoffen en/of gassen te verplaatsen.
zonnepanelen Een installatie om zonne-energie om te zetten in energie
lift Een installatie gericht op het verticaal vervoeren van personen en goederen
windturbine Turbine waarin winddruk omgezet wordt in mechanische energie
oplaadpunt Systeem voor opladen van elektrische auto's

5.6.10 Mast

Klasse Naam
SOR-begrip Mast
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Mast
Definitie Een hoge draagconstructie voor de opwekking en transport van energie en elektromagnetische straling.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier een samenvoeging van een subset van de bestaande populaties gebouwen, kunstwerkdelen en mast zoals deze zijn opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een mast. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de ligging van de mast of van de randen van de mast. Ja (punt, lijn, vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de mast zich bevindt. Ja
Type mast De aanduiding van het soort mast Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Vraag in de consultatie:

Kunt u toelichten waarom u het (enigszins) oneens bent met dit voorstel?

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

type mast

Waarde Type mast Beschrijving
windturbinemast Een hoge constructie die wordt gebruikt voor het bevestigen van een windturbine.
hoogspanningsmast Metalen mast of stellage ter ondersteuning van geleidedraden voor het transport van elektriciteit met een hoog voltage.
laagspanningsmast Houten of metalen mast waaraan kabels voor het transport van elektrische energie met een spannning lager dan 500 V zijn bevestigd.
bovenleidingmast Mast die een onderdeel vormt van de bovenleidingdraagconstructie voor het openbaar vervoer (trein, tram, bus).
straalzender Een hoge constructie die wordt gebruikt voor het uitzenden van radio, televisie en telecommunicatie signalen.
zendmast Een hoge constructie die wordt gebruikt voor het bevestigen van antennes voor telecommunicatie.
radarmast Een hoge constructie die wordt gebruikt voor het bevestigen van radarantennes.
sirene Een hoge constructie die wordt gebruikt voor het bevestigen van sirenes.

5.6.11 Straatmeubilair

Klasse Naam
SOR-begrip Straatmeubilair
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Straatmeubilair
Definitie Een ruimtelijk object ter inrichting van de openbare ruimte.
Herkomst definitie IMGeo 2.2
Verplicht Nee
Gevolgen afbakening Het betreft hier een subset van de bestaande populaties bak, paal en straatmeubilair zoals deze zijn opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van straatmeubilair. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de locatie van het straatmeubilair. Ja (punt)
Status De fase van de levenscyclus waarin het straatmeubilair zich bevindt. Ja
Type straatmeubilair De aanduiding van het soort straatmeubilair Nee
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

Noot

Het voorstel is om onderstaande typeringen van straatmeubilair in principe niet meer op te nemen in de SOR.

De onderstaande typeringen zijn vanuit de BGT overgenomen. De verwachting is dat niet alle typeringen terug zullen keren in de SOR. In de volgende fase zal worden bepaald welke typen straatmeubilair dit betreft.

Vraag in de consultatie:

Kunt u toelichten waarom u het (enigszins) oneens bent met dit voorstel? Kunt u aangeven welke typeringen naar uw mening behouden zouden moeten blijven en voor welke gebruikstoepassing dit is?

type straatmeubilair

Waarde Type straatmeubilair Beschrijving
afvalbak Bak of korf in de openbare ruimte met een permanent karakter; bedoeld voor het verzamelen van (meestal los) afval.
bloembak Bak in de openbare ruimte met een permanent karakter, waarin planten of struiken zijn geplant.
zand-/zoutbak Een bak met strooisel ten behoeve van gladheidsbestrijding.
poller Een inzinkbare paal die door een elektrische of hydraulische aandrijving uit een wegdek omhoog wordt gestuurd en die dient om het autoverkeer te reguleren.
abri Overdekte wachtplaats voor passagiers van het openbaar vervoer.
brievenbus Uitpandige kast waar post in kan worden gedeponeerd ter bezorging.
fietsenrek Een duurzaam verankerd rek in de openbare ruimte voor het stallen van (brom)fietsen.
kunstobject Een object dat als kunst gezien wordt en een bepaalde schoonheid heeft, niet door de natuur gemaakt.
openbaar toilet Voor mensen bedoeld toilet niet zijnde een pand, langs de openbare weg.
slagboom Boom of balk om de weg of een gedeelte hiervan af te sluiten.
speelvoorziening Aard en nagelvast met de grond verbonden constructie in de openbare ruimte, bedoeld als speelmateriaal voor kinderen.
telefooncel Niet-inpandige ruimte in openbaar gebied louter bestemd voor telefoneren.
bank Aaneengesloten zitplaats voor verscheidene personen, bedoeld voor openbaar gebruik en geplaatst in de openbare ruimte (vnl. in parken, plantsoenen, bossen en langs wegen).
picknicktafel Een tafel met vaak daaraan gemonteerde zitbanken of stoelen die kan gebruikt worden om te picknicken.
fontein Een fontein is een natuurlijke of kunstmatige installatie die water spuit.
lichtpunt Een lichtpunt is een voorziening die licht uitzendt niet verbonden met een mast die het maaiveld raakt.
parkeerbeugel Een omklapbare beugel voor het afschermen van een parkeerplaats.
betaalautomaat Een apparaat dat betaalkaarten en/of contant geld accepteert om betalingen uit te voeren.
fietsenkluis Een kluis om een fiets in te bewaren, meestal ter voorkoming van diefstal of beschadiging.
herdenkingsmonument In het terrein aangelegd object ter herdenking van personen of evenementen.

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.6.12 Sensor

Klasse Naam
SOR-begrip Sensor
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Sensor
Definitie Apparaat voor de meting van een fysieke grootheid (bijv. temperatuur, licht, druk, elektriciteit.
Herkomst definitie IMGeo 2.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie sensor zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een sensor. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de sensor. Ja (punt)
Status De fase van de levenscyclus waarin de sensor zich bevindt. Ja
Type sensor De aanduiding van het soort sensor Nee
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Vraag in de consultatie:

Kunt u toelichten waarom u het (enigszins) oneens bent met dit voorstel?

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

type sensor

Waarde Type sensor Beschrijving
hoogtedetectieapparaat Een mechanisch of elektronisch waarschuwingssysteem, dat in werking treedt bij overschrijding van de aangegeven maximale doorrijhoogte
GMS sensor Gladheidsmeldsysteem (GMS) waarmee de kans op gladheid wordt voorspeld aan de hand van meting en interpretatie van de parameters die een rol spelen bij het ontstaan van gladheid.

5.6.13 Paal

Klasse Naam
SOR-begrip Paal
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Paal
Definitie Langwerpig stuk hout, ijzer, steen enz., dat in de grond staat.
Herkomst definitie IMGeo 2.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie Paal zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een paal. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een paal. Ja (punt)
Status De fase van de levenscyclus waarin de paal zich bevindt. Ja
Type paal De aanduiding van het soort paal Nee
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

Noot

Het voorstel is om onderstaande typeringen van paal in principe niet meer op te nemen in de SOR.

De onderstaande typeringen zijn vanuit de BGT overgenomen. De verwachting is dat niet alle typeringen terug zullen keren in de SOR. In de volgende fase zal worden bepaald welke typen palen dit betreft.

type paal

Waarde Type paal Beschrijving
informatiebord Een bord met daarop specifieke actuele informatie, zoals plattegronden of vertrektijden.
plaatsnaambord Een bord waarop een naam van een (woon)plaats of locatie is vermeld
straatnaambord Bord waarop de door de gemeente vastgestelde naam van de straat is vermeld. Bord kan zich op een paal of aan de gevel bevinden
verkeersbord Bord waarop een verkeersteken is aangebracht en waarvan de uitvoering wettelijk is voorgeschreven volgens het ‘Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)’.
scheepvaartbord Bord waarop een scheepvaartteken is aangebracht en waarvan de uitvoering als richtlijn is voorgeschreven volgens ‘Richtlijnen Scheepvaarttekens (RST 2008)’.
verklikker transportleiding Bovengrondse voorziening om een ondergrondse transportleiding te markeren.
reclamebord Vrijstaand bord/zuil waarop rondom of aan één of meer zijden affiches kun worden (of zijn) geplakt.
wegwijzer Constructie voorzien van een meer panelen met informatie ten behoeve van de bewegwijzering.
dynamische snelheidsindicator Een snelheidsinformatiebord dat in “real time” de snelheid van de weggebruikers aanduidt.
zonnepaneel Een zonnepaneel is een paneel dat zonne-energie omzet in elektriciteit.
lichtmast Mast bestemd voor het dragen van een of meer verlichtingsarmaturen.
telpaal Paal waaraan de verkeerstelle is bevestigd.
portaal Geheel van twee of meer ondersteuningsconstructies die door een ligger zijn verbonden, bedoelt voor het aanbrengen van verkeersaanduidingen.
verkeersregelinstallatiepaal Paal met daaraan bevestigd de verkeersregelinstallatie.
verkeersbordpaal Paal waaraan een of meerdere verkeersborden zijn bevestigd.
haltepaal Paal met daarop de dienstregeling ten behoeve van het openbaar vervoer.
vlaggenmast Paal bedoeld om vlaggen aan te hangen.
afsluitpaal Al dan niet verwijderbare paal in de grond om de weg of een gedeelte hiervan af te sluiten.
praatpaal Stalen of kunststof paal langs verkeerswegen welke bedoeld is telefonisch contact te leggen met een centrale meldkamer (ANWB).
hectometerpaal Paaltje of bordje geplaatst langs de weg, waarop een hectometerwaarde (weg) of kilometrering (vaarweg) is vermeld eventueel gevolgd door een letter.
dijkpaal Een markant punt op de waterkering of op het strand dat dient als referentiepunt voor afstandsaanduidingen.
drukknoppaal Paal met een lengte van ongeveer 1 m, met een drukknop waarmee de verkeersdeelnemer zich meldt bij een verkeersregelinstallatie.
grensmarkering Paal ter afbakening van een grens.
camera Installatie voor de registratie van beelden van situaties, waarvan directe observatie moeilijk of niet permanent mogelijk is.
debietmeter Een instrument dat de (afvoer)capaciteit van de volumestroom meet.
weerstation Een weerstation is een verzameling instrumenten die het weer kunnen meten.
flitser Een flitser bevat een mechanisme om een snelheidsmeting uit te voeren om snelheidsovertredingen in het verkeer te kunnen vaststellen.
waterstandmeter Een meter die de waterstand, over het algemeen ten opzichte van NAP, meet.
windmeter Apparatuur waarmee de snelheid en de richting van de wind kan worden gemeten.
lichtcel Lichtcel waarmee het verlichtingsniveau naar een lager verlichtingsniveau omgeschakeld wordt (dimmen) wanneer de situatie dit toelaat.
radar detector Met een radardetector wordt het verkeer gedetecteerd, bijvoorbeeld voor het beïnvloeden van verkeerslichten.
bolder Een inrichting aan de wal, waar een schip, door middel van een tros of landvast, aan vastgelegd kan worden.
reclamezuil Vrijstaand bord/zuil waarop rondom of aan één of meer zijden affiches kunnen worden (of zijn) geplakt.
betonning Een systeem van boeien en bakens, waarmee in open zee of in een vaarwater ondiepten of de aanwezigheid van gevaarlijke objecten worden aangegeven.
meerpaal Paal voor een kade of in een haven waaraan een schip kan worden afgemeerd.

Vraag in de consultatie:

Kunt u toelichten waarom u het (enigszins) oneens bent met dit voorstel? Kunt u aangeven welke typeringen naar uw mening behouden zouden moeten blijven en voor welke gebruikstoepassing dit is?

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.6.14 Kast

Klasse Naam
SOR-begrip Kast
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Kast
Definitie Object met een permanent karakter dat dient om iets in te bergen en te beschermen.
Herkomst definitie IMGeo 2.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie Kast zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een kast. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een kast. Ja (punt)
Status De fase van de levenscyclus waarin de kast zich bevindt. Ja
Type kast De aanduiding van het soort kast Nee
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

type kast

Waarde Type kast Beschrijving
Elektra Kast ter bescherming van elektrotechnische installatie.
Gas Kast ten behoeve van het transport van gas.
Telecom Kast ten behoeve van de regeling van telecommunicatie, radio- en/of televisiesignalen
Riool Kast ten behoeve van de regeling van het transport van rioolwater.
Openbare verlichting Kast ten behoeve van de regeling van de openbare verlichting.
Verkeer Kast ten behoeven van VRI's, verkeerstellingen en/of het meten van weers- en wegdekomstandigheden
Pakketautomaat Kast voor het ophalen en afgeven van postpakketten

Vraag in de consultatie:

Kunt u toelichten waarom u het (enigszins) oneens bent met dit voorstel?

5.6.15 Bunker

Klasse Naam
SOR-begrip Bunker
Onderdeel van NEN3610-objecttype Constructie

Definitie

Naam Bunker
Definitie Een van oorsprong militair verdedigingswerk dat een zekere mate van bescherming bood tegen beschietingen en bombardementen.
Herkomst definitie IMGeo 2.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie bunker zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een bunker. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een bunker. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende bunker zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Vraag in de consultatie:

Kunt u toelichten waarom u het (enigszins) oneens bent met dit voorstel?

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

5.7 Onbepaald terreindeel

Klasse Naam
SOR-begrip Onbepaald terreindeel
Onderdeel van NEN3610-objecttype Bodem

Definitie

Naam Onbepaald terreindeel
Definitie Fysiek begrensd en zichtbaar terreindeel dat bij een gebouw hoort, dat niet nader wordt ingewonnen en dat bestaat uit een mengvorm van begroeiing, verharding en/of water.
Herkomst definitie Gebaseerd op definitie van erf in BGT
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie Erf zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting In plaats van onbepaald terreindeel kan ter plaatse ook de Reële topografie worden ingewonnen (vrijwillig).

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een onbepaald terreindeel. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een onbepaald terreindeel. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende onbepaalde terreindeel zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

6. Functionele objecttypen

Vraag in de consultatie:

Mist u bij functionele objecttypen die naar uw mening relevant zijn om in de SOR op te nemen? Welke functionele objecten zijn dit en voor welke gebruikstoepassing zouden deze moeten worden opgenomen?

6.1 Transportvoorzieningen

Vraag in de consultatie:

Zijn bermen (of zelfs de verschillende soorten bermen) belangrijk genoeg om op te nemen in het wegennetwerk? Of is het voldoende om bermen te relateren aan het wegennetwerk?

6.1.1 Weg

KNOOP

Klasse Naam
SOR-begrip Knoop
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Knoop
Definitie Een knoop is een begin-, eind- of keuzepunt voor de weggebruiker.
Herkomst definitie conceptueel model netwerken
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Knoop Ja
Geometrie De geometrische representatie van een knoop Ja (punt), Nee (vlak)
Type verkeersgebied Een deel van de weg met een specifieke functie om van richting te veranderen of de reis te beginnen/eindigen. Ja
Hoofdverkeersgebruik Hoofdverkeersgebruik is het meest voorkomende verkeer dat zich over de knoop verplaatst. Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende knoop zich bevindt Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
ligt aan 1 of meer gerelateerde wegverbinding(en) Ja
heeft 1 of meer openbare ruimte Ja (LR)
ligt op 1 of meer gerelateerde reële object Ja (LR)
hyperverbinding gerelateerde functionele zone Ja

Het leggen van deze relaties maken het dus mogelijk om namen en fysieke eigenschappen aan het wegennetwerk te relateren.

Domeinwaarden

Waarde Type verkeersgebied Beschrijving
kruising Een kruising is een punt waar tenminste drie verbindingen samenkomen in de vorm van een Y,T of +.
verkeersplein Een verkeersplein is een punt waar wegen uit tenminste 3 richtingen samenkomen in de vorm van een rond plein, waar het rijverkeer met een verplichte, rondgaande rijrichting wordt afgewikkeld waarbij het verkeer op het plein geen voorrang heeft.
rotonde Een rotonde is een punt waar wegen uit tenminste 3 richtingen samenkomen in de vorm van een ring (veelal rond), waar het rijverkeer met een verplichte, rondgaande rijrichting wordt afgewikkeld en waarbij het verkeer op de ring voorrang heeft.
knooppunt Een knooppunt is een kruispunt van auto(snel)wegen.

.

Waarde Hoofdverkeersgebruik Beschrijving
Snelverkeer Motorvoertuigen die geen snelheidsbeperking hebben inclusief vrachtwagens.
Langzaam verkeer Motorvoertuigen die snelheidsbeperking hebben zoals landbouwvoertuigen, fietsers, voetgangers.
Gemengd verkeer Verschillende hoofdverkeersgebruikers zijn toegestaan om de knoop.
Busverkeer Voertuig ingericht voor het vervoer van personen, met meer dan acht zitplaatsen, de bestuurderszitplaats niet meegerekend, niet zijnde een motorrijtuig met beperkte snelheid of gehandicaptenvoertuig.
Fietsers, bromfietsers Bestuurders die met een fiets of bromfiets aan het verkeer deelnemen.
Voetgangers Een persoon die te voet deelneemt aan het verkeer.
Ruiters Bestuurder van een paard of pony.

Vraag in de consultatie:

Het wegennetwerk heeft als eigenschap hoofdverkeersgebruik. De beschrijving van hoofdverkeersgebruik “snelverkeer” is inclusief vrachtverkeer. Is vrachtverkeer gewenst als apart hoofdverkeersgebruik?”

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
In aanleg
In gebruik
Buiten gebruik
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

WEGVERBINDING

Klasse Naam
SOR-begrip Wegverbinding
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Wegverbinding
Definitie Een wegverbinding beschrijft de verkeerskundige inrichting van een weg tussen twee knopen.
Herkomst definitie conceptueel model netwerken
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Wegverbinding. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een wegverbinding. Ja (lijn), Nee (vlak)
Type wegverbinding De type verbinding beschrijft het level van detail van het netwerk. Ja
Type weg Een categorisering van de verschillende wegtypes. Ja
Type baan Een categorisering van de verschillende baantypes. Ja
Type strook Een categorisering van de verschillende strooktypes. Nee
Hoofdverkeersgebruik Hoofdverkeersgebruik is het meest voorkomende verkeer dat zich over de wegverbinding verplaatst. Ja
Modaliteit Soorten voertuigen die zich op de verbinding mogen begeven. Ja (MV)
Rijrichting De toegestane beweegrichting van het verkeer op een wegverbinding Ja
Openbare weg Weg die door iedereen gebruikt kan worden. Ja
Verkeerskundig kenmerk Een mogelijk geldende beperking/waarschuwing voor weggebruikers op een deel van de wegverbinding. Ja (LR) (MV)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende wegverbinding zich bevindt Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
hoort bij 2 knoop ja
heeft 1 of meer openbare ruimte ja (LR)
ligt op 1 of meer gerelateerde reële object ja (LR)
hyperverbinding gerelateerde functionele zone Ja

Het leggen van deze relaties maken het dus mogelijk om namen en fysieke eigenschappen aan het wegennetwerk te relateren.

Domeinwaarden

Waarde type wegverbinding Beschrijving
Weg Een weg is een voorziening die bestaat uit banen die een functie vervullen ten behoeve van het afwikkelen van het verkeer.(LoD0))
Baan Een aaneengesloten deel van een weg dat bedoeld is voor bepaalde groepen verkeersgebruikers. (LoD1)
Strook Door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de baan. (LoD2)
Veerverbinding Een geregelde verbinding per vaartuig bestemd voor (on)bepaalde hoofdverkeersgebruik. (Verbijzondering van type weg)

type weg

Waarde type weg Beschrijving
Autosnelweg Conflict vrije weg bestemd voor snel gemotoriseerd verkeer.
Autoweg Weg die alleen voor snel gemotoriseerd (min 50km/uur) verkeer toegankelijk is.
Gebiedsontsluitingsweg gesloten Verbindt een auto(snel)weg met een erftoegangsweg waar geen land- en bosbouwverkeer is toegestaan.
Gebiedsontsluitingsweg open Verbindt een auto(snel)weg met een erftoegangsweg waar wel land- en bosbouwverkeer is toegestaan.
Erftoegangsweg Wegen met gemengd langzaam verkeer en gemotoriseerd verkeer, zonder rijrichtingscheiding en meestal zonder gescheiden fietspaden.
Fietsstraat Een straat die ingericht is als fietsroute waar auto’s zijn toegestaan.
Fiets/bromfietspad Pad dat voor zowel bromfietsers als fietsers verplicht is.
Fietspad een weggedeelte of vrij liggend pad dat is gereserveerd voor het fietsverkeer en snorfietsen.
Voetpad Deel van verkeersinfrastructuur dat uitsluitend bedoeld is voor voetgangers verkeer.
Ruiterpad Een pad primair aangelegd voor het gebruik door ruiters.

type baan

Waarde type baan Beschrijving
hoofdrijbaan Meerdere stroken met dezelfde hoofdverkeersfunctie. Een verkeer dragende baan bestemd voor doorgaand verkeer.
busbaan Vrij liggende baan bestemd voor autobussen ten behoeve van het openbaar vervoer en andere erop toegelaten motorvoertuigen.
rotondebaan Een hoofdrijbaan op een rotonde, met een hectometrering en een hectometreringsletter.
rangeerbaan Verbindt de uit en invoegstrook met elkaar en geeft toegang tot verbindingsbogen.
parallelbaan Een verkeer dragende baan die naast een hoofdrijbaan loopt en het lokale verkeer dat die hoofdrijbaan mag en wil kruisen, oprijden of verlaten, kan opvangen, verzamelen of verdelen, of alleen voor lokaal verkeer gebruikt kan worden.
tussenbaan Een verkeerdragende baan die een verbinding vormt tussen twee verzorgingsbanen en geen eigen hectometreringsletter heeft.
verbindingsbaan Een verkeer dragende baan die de verbinding verzorgt tussen ongelijkvloers samenkomende wegen of tussen niet samenkomende wegen, en die voorzien is van hectometerborden met een hectometrering en een hectometreringsletter.
verzorgingsbaan Een verkeer dragende baan op een parkeer- of verzorgingsplaats voor rustend verkeer
fietspad Een weggedeelte dat is gereserveerd voor het fietsverkeer en snorfietsen
voetpad Deel van verkeersinfrastructuur dat uitsluitend bedoeld is voor voetgangers.
ruiterpad Een speciaal zandpad waarover ruiters kunnen rijden.

type strook

Waarde type strook Beschrijving
Rijstrook Een strook waar voertuigen over rijden.
Vluchtstrook Een strook langs autosnelwegen waar weggebruikers naar kunnen uitwijken in geval van nood of pech
Spitsstrook Een spitsstrook is een extra rijstrook op een rijbaan van een autosnelweg
Invoegstrook Een rijstrook die naar de hoofdrijbaan leidt
Uitvoegstrook Een rijstrook met beperkte lengte waarop bestuurders snelheid kunnen minderen om uit te voegen.
Weefstrook Een weefvak is een combinatie van een invoegstrook en uitvoegstrook.
Bufferstrook Een bufferstrook is een extra rijstrook die kan worden opengesteld om te voorkomen dat een file vóór een knelpunt zo lang wordt dat hij andere verkeersstromen gaat blokkeren.
Plusstrook Een opengestelde strook aan de linkerzijde van een rijbaan.
Wisselstrook Een rijstrook die afhankelijk van de drukte geopend wordt voor een bepaalde rijrichting.
Redresseerstrook Een strook langs de buitenste rijstroken van een rijbaan met als doel om uit de koers geraakte voertuigen op te vangen en terug op koers te brengen.
Voorsorteerstrook Een infrastructurele voorziening nabij kruisingen waar verkeersdeelnemers zich opstellen om naar de gewenste richting (linksaf, rechtdoor, rechtsaf) af te slaan.
Klimstrook Een strook waarbij trager rijdend verkeer (zoals vrachtwagens) en het overige sneller rijdende verkeer gescheiden wordt bij het beklimmen van een heuvel of berg.
Fietsstrook Een strook dat uitsluitend voor fietsers is gereserveerd met fietssymbool.
Fietssuggestiestrook Een strook dat voor fietsers is gereserveerd zonder fietssymbool.
Passeerstrook Een passeerstrook is een lokale wegverbreding op smalle wegen buiten de bebouwde kom waar langzaam verkeer gepasseerd kan worden.
Vrachtwagenstrook Een vrachtwagenstrook is een rijstrook specifiek bestemd voor vrachtverkeer en meestal ook bussen.
Bus-strook Een strook waar alleen bussen (hulpdiensten en trams) mogen rijden.

type hoofdverkeersgebruik

Waarde type hoofdverkeersgebruik Beschrijving
Vrachtverkeer Motorvoertuig, niet ingericht voor het vervoer van personen, waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 3500 kg.
Snelverkeer Motorvoertuigen die geen snelheidsbeperking hebben inclusief vrachtwagens.
Langzaam verkeer Motorvoertuigen die snelheidsbeperking hebben zoals landbouwvoertuigen.
Gemengd verkeer Verschillende hoofdverkeersgebruikers zijn toegestaan op de verbinding.
Busverkeer Voertuig ingericht voor het vervoer van personen, met meer dan acht zitplaatsen, de bestuurderszitplaats niet meegerekend, niet zijnde een motorrijtuig met beperkte snelheid of gehandicaptenvoertuig.
Gemotoriseerd verkeer Alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, anders dan railvoertuigen.
Fietsers, bromfietsers Bestuurders die met een fiets of bromfiets aan het verkeer deelnemen.
Fietsers Bestuurders die met een fiets aan het verkeer deelnemen.
Voetgangers Een persoon die te voet deelneemt aan het verkeer.
Ruiters Bestuurder van een paard of pony.

Modaliteit

Waarde Modaliteit Beschrijving
Alle voertuigen Alle voertuigen exclusief voetgangers.
Bromfiets Gemotoriseerd voertuig op twee wielen en de snelheid van 25km per uur overschrijdt (speed-pedelec valt hier onder volgens RVV).
Snorfiets Bromfiets die niet harder kan/mag dan 25 km per uur (volgens RVV valt de e-bike met maximale snelheid van 25km/u hier onder).
Fiets Een voertuig dat door spierkracht wordt aangedreven.
Gehandicaptenvoertuig Voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapt persoon.
Land- bosbouwverkeer Voertuig van de categorie T, C, R of S, niet zijnde een motorrijtuig met beperkte snelheid of een gehandicaptenvoertuig voornamelijk bestemd voor tractiedoeleinden en in het bijzonder ontworpen voor het trekken, duwen, dragen of in beweging brengen van bepaalde verwisselbare uitrustingsstukken of land- of bosbouwaanhangwagens, dan wel het vervoeren van ladingen of bewerken van materialen.
Vrachtwagen Motorvoertuig, niet ingericht voor het vervoer van personen, waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 3500 kg.
Bus Voertuig ingericht voor het vervoer van personen, met meer dan acht zitplaatsen, de bestuurderszitplaats niet meegerekend, niet zijnde een motorrijtuig met beperkte snelheid of gehandicaptenvoertuig.
Taxi Een motorvoertuig waarmee passagiers zich naar de gewenste bestemming laten brengen tegen betaling.
Personenauto Voertuig op vier of meer wielen, niet zijnde een motorrijtuig met beperkte snelheid of gehandicaptenvoertuig, ingericht voor het vervoer van personen, met niet meer dan acht zitplaatsen, de bestuurderszitplaats niet meegerekend.
Auto met trailer Personenauto met trailer.
Bestelauto Een auto met een laadruimte die voornamelijk voor het vervoer van goederen is ingericht.
Voorrangsvoertuig Een motorvoertuig dat optische en geluidssignalen voert. (politie, brandweer, ambulance)
Ruiters Bestuurder van een paard of pony.
Voetgangers Een persoon die te voet deelneemt aan het verkeer.

openbare weg

Waarde Openbare weg Beschrijving
Ja
Nee

Vraag in de consultatie:

Aan welke aanvullende gegevens over wegen heeft uw organisatie behoefte?

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
In aanleg
In gebruik
Buiten gebruik
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

6.1.2 Spoorweg

Noot

De definitieve beschrijving van het spoorwegennetwerk zal op een later moment worden opgeleverd. Het is daarbij de bedoeling dat deze beschrijving aansluit op de begrippen zoals deze door Prorail worden gehanteerd. Onderstaande begrippen zijn voorbeelden en uitsluitend bedoeld om een indruk te geven van wat hier zal worden opgenomen. Ook wordt deze lijst nog afgestemd met begrippen in de BRT.next.

KNOOP

Klasse Naam
SOR-begrip Knoop
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Knoop
Definitie Een knoop is een begin-, eind- of keuzepunt voor de spoorgebruiker.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Knoop. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een knoop. Ja (punt), Nee (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende knoop zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
ligt aan 1 of meer gerelateerde spoorwegverbinding(en) Ja
ligt op gerelateerde reële object Ja
hyperverbinding gerelateerde functionele zone Ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
In aanleg
In gebruik
Buiten gebruik
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

SPOORVERBINDING

Klasse Naam
SOR-begrip Spoorverbinding
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Spoorverbinding
Definitie Een spoorverbinding beschrijft de verkeerskundige inrichting van een spoor tussen twee knopen.
Herkomst definitie conceptueel model netwerken
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Spoorverbinding. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een spoorverbinding. Ja (lijn), Nee (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende spoorverbinding zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
hoort bij 2 knoop ja
ligt op gerelateerde reële object ja
hyperverbinding gerelateerde functionele zone Ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
In aanleg
In gebruik
Buiten gebruik
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

6.1.3 Vaarweg

Noot

De definitieve beschrijving van het vaarwegennetwerk zal op een later moment worden opgeleverd. Het is daarbij de bedoeling dat deze beschrijving aansluit op de begrippen zoals deze in de scheepvaartsector worden gehanteerd. Onderstaande begrippen zijn voorbeelden en uitsluitend bedoeld om een indruk te geven van wat hier zal worden opgenomen. Ook wordt deze lijst nog afgestemd met begrippen in de BRT.next.

KNOOP

Klasse Naam
SOR-begrip Knoop
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Knoop
Definitie Een knoop is een begin-, eind- of keuzepunt voor de vaarweggebruiker.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Knoop. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een knoop. Ja (punt), Nee (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende knoop zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
ligt aan 1 of meer gerelateerde vaarwegverbinding(en) Ja
ligt op gerelateerde reële object Ja
hyperverbinding gerelateerde functionele zone Ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
In aanleg
In gebruik
Buiten gebruik
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

VAARWEGVERBINDING

Klasse Naam
SOR-begrip Vaarwegverbinding
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Vaarwegverbinding
Definitie Een vaarwegverbinding beschrijft de verkeerskundige inrichting van een vaarweg tussen twee knopen.
Herkomst definitie conceptueel model netwerken
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een vaarwegverbinding. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een vaarwegverbinding. Ja (lijn), Nee (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende vaarwegverbinding zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
hoort bij 2 knoop ja
ligt op gerelateerde reële object ja
hyperverbinding gerelateerde functionele zone Ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
In aanleg
In gebruik
Buiten gebruik
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

6.1.4 Watersysteem

Noot

De definitieve beschrijving van het waternetwerk zal op een later moment worden opgeleverd. Het is daarbij de bedoeling dat deze beschrijving aansluit op de begrippen zoals deze in de watersector worden gehanteerd. Onderstaande begrippen zijn voorbeelden en uitsluitend bedoeld om een indruk te geven van wat hier zal worden opgenomen. Ook wordt deze lijst nog afgestemd met begrippen in de BRT.next.

KNOOP

Klasse Naam
SOR-begrip Knoop
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Knoop
Definitie Een knoop is een begin-, eind- of keuzepunt voor water.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Knoop. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een knoop. Ja (punt), Nee (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende knoop zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
ligt aan 1 of meer gerelateerde waterverbinding(en) Ja
ligt op gerelateerde reële object Ja
hyperverbinding gerelateerde functionele zone Ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
In aanleg
In gebruik
Buiten gebruik
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

WATERVERBINDING

Klasse Naam
SOR-begrip Waterverbinding
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam waterverbinding
Definitie Een waterverbinding beschrijft de hydrologische inrichting van water tussen twee knopen.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een waterverbinding. Ja
Geometrie De geometrische representatie van een waterverbinding. Ja (lijn), Nee (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende waterverbinding zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
hoort bij 2 knoop ja
ligt op gerelateerde reële object ja
hyperverbinding gerelateerde functionele zone Ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
In aanleg
In gebruik
Buiten gebruik
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

6.2 Functionele gebouwobjecten

6.2.1 Verblijfsobject

Klasse Naam
SOR-begrip Verblijfsobject
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Verblijfsobject
Definitie De kleinste binnen één of meer gebouwen gelegen eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is
Herkomst definitie Gebaseerd op definitie “verblijfsobject” in artikel 1 Wet basisregistratie adressen en gebouwen
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier in principe de bestaande populatie verblijfsobjecten zoals deze is opgenomen in de basisregistratie adressen en gebouwen
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Verblijfsobject Ja
Geometrie De geometrische representatie van een Verblijfsobject Ja (2,5D)
Gebruiksdoel Een categorisering van de gebruiksdoelen van het betreffende verblijfsobject zoals in de vergunning is opgenomen of bij constatering is vastgesteld Ja
Feitelijk gebruik Een categorisering van het feitelijke gebruik dat van het betreffende verblijfsobject wordt gemaakt Ja
Gebruiksoppervlakte De gebruiksoppervlakte van een verblijfsobject
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende verblijfsobject zich bevindt Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
Hoort bij 1 of meer Gebouw Ja
Heeft een Nummeraanduiding Ja

Domeinwaarden

Waarde gebruiksdoel Beschrijving
woonfunctie Gebruiksfunctie voor het wonen
Bijeenkomstfunctie Gebruiksfunctie voor het samenkomen van personen voor kunst, cultuur, godsdienst, communicatie, kinderopvang, het verstrekken van consumpties voor het gebruik ter plaatse of het aanschouwen van sport
Celfunctie Gebruiksfunctie voor dwangverblijf van personen
Gezondheidszorgfunctie Gebruiksfunctie voor medisch onderzoek, verpleging, verzorging of behandeling
Industriefunctie Gebruiksfunctie voor het bedrijfsmatig bewerken of opslaan van materialen en goederen, of voor agrarische doeleinden
Kantoorfunctie Gebruiksfunctie voor administratie
Logiesfunctie Gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan personen
Onderwijsfunctie Gebruiksfunctie voor het geven van onderwijs
Sportfunctie Gebruiksfunctie voor het beoefenen van sport
Winkelfunctie Gebruiksfunctie voor het verhandelen van materialen, goederen of diensten
Overige gebruiksfunctie Andere gebruiksfunctie voor activiteiten waarbij het verblijven van personen een ondergeschikte rol speelt
Noot

De definitieve lijst met gebruiksfuncties zal op een later moment nog worden afgestemd op de begrippen in bijlage I van het besluit bouwwerken leefomgeving (Omgevingswet)

Noot

De definitieve lijst voor FEITELIJK GEBRUIK zal op een later moment worden opgeleverd. Het is daarbij de bedoeling dat deze lijst aansluit op de begrippen zoals deze in het kader van de WOZ zullen worden gehanteerd. Onderstaande domeinwaarden zijn voorbeelden van typeringen zoals deze momenteel bekend zijn en uitsluitend bedoeld om een indruk te geven van het soort waarden dat hier zal worden opgenomen. Ook wordt deze lijst nog afgestemd met begrippen in de BRT.next.

feitelijk gebruik

Waarde Feitelijk Gebruik Beschrijving
vrijstaande woning
2-onder-1-kapwoning
geschakelde 2-onder-1-kapwoning
geschakelde woning
halfvrijstaande woning
tussenwoning
hoekwoning
eindwoning
galerijflat
portiekflat
corridorflat
maisonnette
benedenwoning
bovenwoning
portiekwoning
(woonwagen/stacaravan)
(woonwagenstandplaats/ stacaravanstandplaats)
(woonboot)
(ligplaats)
waterwoning
tijdelijke woning
woon-/winkelpand
(bouwkavel)
garage
(parkeerplaats)
berging
bijzonder woongebouw
detailhandel
horeca
kantoor
bedrijfsruimte
industrie
agrarisch
laboratorium
onderwijs
cultuur
medisch
overheidsfunctie
nutsvoorzieningen (energie/water)
transport
sport en recreatie
eredienst

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Gevormd
In gebruik
Buiten gebruik
Beëindigd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

6.2.2 Gebouwzone

Klasse Naam
SOR-begrip Gebouwzone
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Gebouwzone
Definitie Het grootst mogelijke gedeelte van een gebouw dat in zijn geheel is gelegen op een bouwlaag en binnen de afbakening van een gebouw en een verblijfsobject, waaraan eenduidig een bouwjaar kan worden toegekend, en dat qua constructie en gebruiksmogelijkheden voldoende uniform is
Herkomst definitie Begrip gebaseerd op de functionele deelobjecten uit de WOZ en aansluitend bij het begrip Zonering (IfcZone) uit de concepten rondom Bouwwerkinformatiemodellen (BIM), waarbij Ruimten worden gezoneerd tot bijvoorbeeld verblijfsobject of gebouwzone
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier ten opzichte van de bestaande basisregistraties grotendeels een nieuw objecttype
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Gebouwzone Ja
Geometrie De geometrische representatie van een Gebouwzone Ja (2,5D)
Geometrie oppervlakte De geometrische representatie van de oppervlakte van een gebouwzone die betrokken wordt in de berekening van de gebruiksoppervlakte Nee (2D)
Bouwlaag De bouwlaag waarop de gebouwzone is gelegen Ja
Bouwjaar Het bouwjaar waarin een gebouwzone is ontstaan Ja
Type Een categorisering van het feitelijke gebruik dat van de betreffende gebouwzone wordt gemaakt Ja
Aard Een aanduiding van de fysieke constructie waarin de gebouwzone zich bevindt Ja
Gebruiksopppervlakte De gebruiksoppervlakte van een gebouwzone Ja
Kwaliteitsindicatie Een aanduiding van de kwalitatieve staat waarin de gebouwzone zich bevindt NTB
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende Gebouwzone zich bevindt Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
gebouwzone Hoort bij Verblijfsobject
gebouwzone Ligt op Bouwlaag

Domeinwaarden

Noot

De definitieve lijst voor TYPE zal op een later moment worden opgeleverd. Het is daarbij de bedoeling dat deze lijst aansluit op de begrippen zoals deze in het kader van de WOZ zullen worden gehanteerd. Onderstaande domeinwaarden zijn voorbeelden van typeringen zoals deze momenteel bekend zijn en uitsluitend bedoeld om een indruk te geven van het soort waarden dat hier zal worden opgenomen.

Waarde Type Beschrijving
woonruimte
garage
bergruimte
kantoorruimte
winkelruimte
opslagruimte
praktijkruimte
ruimte medische zorg
productieruimte
bijeenkomstruimte
verkeersruimte
technische ruimte

Vraag in de consultatie:

Mist u bij de gebouwzone nog typeringen die naar uw mening relevant zijn om in de SOR op te nemen? Welke typeringen zijn dit en voor welke gebruikstoepassing zouden deze moeten worden opgenomen?

Waarde Aard Beschrijving
basisconstructie Een gebouwzone maakt onderdeel uit van de oorspronkelijke constructie van het gebouw waarin de gebouwzone is gelegen
aanbouw/opbouw Een gebouwzone betreft een later aanbouw (niet zijnde een serre) of opbouw ten opzichte van de oorspronkelijke constructie van het gebouw waarin de gebouwzone is gelegen
serre Een gebouwzone betreft een serre die al dan geen onderdeel uitmaakt van de oorspronkelijke constructie van het gebouw waarin de gebouwzone is gelegen
Noot

De definitieve lijst voor KWALITEITSINDICATIE zal op een later moment worden opgeleverd. Het is daarbij de bedoeling dat deze lijst aansluit op de begrippen zoals deze in het kader van de WOZ zullen worden gehanteerd. Onderstaande domeinwaarden zijn voorbeelden van typeringen zoals deze momenteel bekend zijn en uitsluitend bedoeld om een indruk te geven van het soort waarden dat hier zal worden opgenomen.

kwaliteitsindicatie

Waarde Kwaliteitsindicatie Beschrijving

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Gevormd
In gebruik
Buiten gebruik
Beëindigd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

6.3 Functionele zoneringen

Noot

Functionele zoneringen worden op een later moment gecompleteerd met functionele zones uit BRT.Next.

6.3.1 Verkeerskundig functionele zone

Klasse Naam
SOR-begrip Verkeerskundig functionele zone
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Verkeerskundig functionele zone
Definitie Gebied met een verkeerskundige functie.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier deels de bestaande populaties van de verschillende typeringen zoals deze zijn opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een verkeerskundig functionele zone. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een verkeerskundig functionele zone. Ja (vlak)
Type Een categorisering van de verschillende verkeerskundig functionele zones. Ja
Naam Een breed geaccepteerde benaming van een zone zoals deze door de eigenaar is toegekend of zoals deze in de volksmond bekend staat. Nee
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende verkeerskundig functionele zone zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
hyperverbinding wegverbinding ja
hyperverbinding knoop ja

Domeinwaarden

type

Waarde type Beschrijving
Inrit Geeft toegang tot een bestemmingsdoel.
Parkeervlak Wegdeel bestemd voor het parkeren van motorvoertuigen.
Carpoolplaats Parkeerplaats die qua ligging en ontsluiting geschikt is voor carpooling.
Transferium Voorziening voor het overstappen tussen vervoersmodaliteiten, die zodanig is gesitueerd en ingericht dat een verplaatsing met meerdere vervoersmodaliteiten aantrekkelijker is dan dezelfde verplaatsing met de auto.
Verzorgingsplaats Langs de weg gelegen parkeergelegenheid, met inbegrip van de daarbij behorende verharde en onverharde banen en een of meer voorzieningen ten behoeve van reizigers en/of voertuigen.
OV-baan Wegdeel dat uitsluitend is bestemd en gemarkeerd voor openbaar vervoer en afgescheiden is van de andere wegdelen.
Parkeerplaats Parkeergelegenheid voor meerdere voertuigen in de openlucht.
Benzinestation Geheel van installaties, verharding en opstallen waar brandstoffen ten behoeve van verbrandingsmotoren worden verkocht.
Snellaadstation Infrastructuurelement, doorgaans langs autosnelwegen, dat in elektrische energie voorziet om elektrische plug-invoertuigen op te laden in een relatief korte tijd.
Zone Verkeerskundige afbakening van een gebied.

Vraag in de consultatie:

Inritten in de BGT variëren van een verlaagde band tot een toegangsweg naar een afgelegen gebouw. Kunt u aangeven welke inritten van belang zijn en voor welke gebruikstoepassingen zouden deze moeten worden opgenomen?

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Gevormd
Beëindigd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

6.3.2 Spoorzone

Klasse Naam
SOR-begrip Spoorzone
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Spoorzone
Definitie Gebied in gebruik voor spoorwegen.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populaties van de verschillende type spoorzones zoals deze zijn opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van Spoorzone. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een spoorzone. Ja (vlak)
Type Een categorisering van verschillende soorten spoorzones. Ja
Naam Een breed geaccepteerde benaming van een zone zoals deze door de eigenaar is toegekend of zoals deze in de volksmond bekend staat. Nee
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende spoorzone zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
hyperverbinding wegverbinding ja
hyperverbinding spoorverbinding ja
hyperverbinding knoop ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Gevormd
Beëindigd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

type

Waarde type Beschrijving
Perron Verhoogde constructie langs een spoorrail of tramrail voor het in- en uitstappen van passagiers of voor het laden en lossen van goederen.
Overweg Een gelijkvloerse kruising van een weg met een spoor voor trein, tram of metro.
Spoorbaan Gebaand gedeelte voor het verkeer over rails.
Emplacement Het totaal aan sporen op een terrein ten behoeve van het rangeren en stallen van treinen.

6.3.3 Wegzone

Klasse Naam
SOR-begrip Wegzone
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Wegzone
Definitie Gebied in gebruik voor weginrichting.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja (deels)
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populaties van de verschillende type wegzones zoals deze zijn opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van Wegzone. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een wegzone. Ja (vlak)
Type Een categorisering van verschillende soorten wegzones. Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende wegzone zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
hyperverbinding wegverbinding ja
hyperverbinding knoop ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Gevormd
Beëindigd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

.

Waarde type Beschrijving
Verkeerseiland Weggedeelte van beperkte omvang, uitgevoerd als een verhoging of wegmarkering, dat wordt omsloten door rijbanen of rijstroken en als doel heeft verkeersstromen te scheiden.
Berm Een strook grond langs een weg of spoorweg.
Halteplaats Het geheel van voorzieningen bedoeld als stopplaats voor voertuigen van het openbaar vervoer.
Verkeersdrempel Verhoging in een regionale rijbaan, bedoeld om het gemotoriseerde verkeer met een lage snelheid te laten rijden.
Wildrooster Horizontaal raamwerk dat dient om wild de doorgang te beletten.

6.3.4 Luchtvaartzone

Klasse Naam
SOR-begrip Luchtvaartzone
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Luchtvaartzone
Definitie Gebied in gebruik voor luchtvaart.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populaties van de verschillende type luchtvaartzones zoals deze zijn opgenomen in de basisregistratie (grootschalige) topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van Luchtvaartzone. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een luchtvaartzone. Ja (vlak)
Type Een categorisering van soort luchtvaartzone. Ja
Naam Een breed geaccepteerde benaming van een zone zoals deze door de eigenaar is toegekend of zoals deze in de volksmond bekend staat. Nee
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende luchtvaartzone zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Gevormd
Beëindigd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

type

Waarde type Beschrijving
Baan voor vliegverkeer Wegdeel uitsluitend bedoeld voor vliegverkeer.
Luchthaven Vliegveld voor verkeersvliegtuigen met groot, effen terrein met al dan niet verharde banen, waar vliegtuigen kunnen opstijgen en landen, eventueel met accommodatie voor ontvangst en vertrek van passagiers en verzending van goederen.

6.3.5 Begraafplaats

Klasse Naam
SOR-begrip Begraafplaats
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Begraafplaats
Definitie Een besloten gebied waar lichamen van overleden personen worden begraven. Ook worden op begraafplaatsen urnen as van gecremeerde lichamen bewaard.
Herkomst definitie IMGeo 2.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier deels de bestaande populatie begraafplaats zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van Begraafplaats. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een begraafplaats. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de begraafplaats zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
gepland
bestaand
verwijderd
niet gerealiseerd
Ten onrechte

6.3.6 Recreatie

Klasse Naam
SOR-begrip Recreatie
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Recreatie
Definitie Gebied in gebruik voor openlucht recreatie.
Herkomst definitie IMGeo 2.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier deels de bestaande populatie typen recreatie zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van recreatie. Ja
Geometrie De geometrische representatie van recreatie. Ja (vlak)
Naam Een breed geaccepteerde benaming van een zone zoals deze door de eigenaar is toegekend of zoals deze in de volksmond bekend staat. Nee
Type Een categorisering van de verschillende soorten recreatie. Nee
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende recreatie zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie zoals bronverwijzing en historiemodel ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Gevormd
In gebruik
Buiten gebruik
Beëindigd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

.

Waarde type Beschrijving
speeltuin Geheel van begroeiing, verharding, opstallen en speelwerktuigen, bedoeld als speelplaats voor kinderen.
park Landschappelijk ingericht terrein, begroeid met houtachtige en kruidachtige vegetatie, verharding, objecten, waterpartijen en dergelijke, bedoeld als (grootschalige) recreatieve voorziening.
sportterrein Terrein, mogelijk met groenvoorziening, verharding en bebouwing, bestemd voor sportbeoefening.
camping Geheel van verharding, begroeiing en opstallen, in gebruik als terrein waar tijdelijk tenten en/of caravans kunnen worden geplaatst ten behoeve van recreatie.
bungalowpark Geheel van verharding, begroeiing, overige opstallen en gebouwen, bedoeld als vakantie-/weekendhuisjes die niet permanent bewoond worden.
volkstuin Terreingedeelte in gebruik als volkstuinen, inclusief bebouwing, verharding en dergelijke.

6.3.7 Oever

Klasse Naam
SOR-begrip Oever
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Oever
Definitie De strook land die in direct contact staat met water, inclusief het gebied tussen de hoogwaterlijn en laagwaterlijn.
Herkomst definitie BGT 1.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie oever, slootkant zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting Slootkant is een oever.

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van oever. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van de oever. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende oever zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Gevormd
Beëindigd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

6.3.8 Complex

Klasse Naam
SOR-begrip Complex
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Complex
Definitie Verzameling van één of meer bouwwerken, gronden en inrichtingen die samen een functionele eenheid vormen, en die een aantal voorzieningen kunnen delen.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van Complex. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een complex. ja (vlak)
Type complex Een categorisering van de verschillende complexen. ja
Naam Een breed geaccepteerde benaming van een complex zoals deze door de eigenaar is toegekend of zoals deze in de volksmond bekend staat. Nee
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende complex zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Gevormd
Beëindigd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

type complex

Waarde Type complex Beschrijving
gemaalcomplex Alle bij een gemaal behorende gronden, inrichtingen en bouwwerken.
sluiscomplex Alle bij een sluis behorende gronden, inrichtingen en bouwwerken.
stuwcomplex Alle bij een stuw behorende gronden, inrichtingen en bouwwerken.
coupurecomplex Alle bij een coupure behorende gronden, inrichtingen en bouwwerken.
aanleg- en overslagcomplex Alle bij een haven behorende gronden, inrichtingen en bouwwerken.

6.4 Overige functionele zoneringen

6.4.1 Kering

Klasse Naam
SOR-begrip Kering
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Kering
Definitie Voorziening met kerende functie.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht ja
Gevolgen afbakening
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van Kering. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de kerende voorziening. Ja (lijn, vlak)
Type kering Een categorisering van de verschillende type keringen. Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin de kerende voorziening zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Gevormd
Beëindigd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

kering

Waarde type kering Beschrijving
grond voorziening bedoeld om grond te keren
water voorziening bedoeld om water te keren
stormvloed Een stormvloedkering is een voorziening (waterbouwkundige constructie) die bij stormvloed of springtij moet verhinderen dat er grote hoeveelheden water de monding van een rivier instromen en stroomopwaarts tot overstromingen leiden.

6.4.2 Reducering

Klasse Naam
SOR-begrip Reducering
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Reducering
Definitie voorziening om bepaalde effecten van omgevingsfactoren te verminderen
Herkomst definitie nieuw
Verplicht ja
Gevolgen afbakening
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van reducering. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de reducerende voorziening. Ja (lijn)
Type reducering Een categorisering van de verschillende type reducering. Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin de reducerende voorziening zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Gevormd
Beëindigd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

type reducering

Waarde Type reducering Beschrijving
geluid voorziening bedoeld om geluidshinder in de buitenlucht te verminderen
fijnstof voorziening bedoeld om verspreiding van fijnstof te verminderen

6.4.3 Valbescherming

Vraag in de consultatie:

Valbescherming is nu als een aparte functie opgenomen in het ontwerp als gevolg van de scheiding tussen fysiek en functie. Een andere optie (pragmatisch) is om valbescherming als een eigenschap bij bijvoorbeeld een hek of een muur op te nemen. Waar gaat uw voorkeur naar uit?

Klasse Naam
SOR-begrip Valbescherming
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Valbescherming
Definitie Voorziening om vallen te voorkomen
Herkomst definitie nieuw
Verplicht nee
Gevolgen afbakening
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van valbescherming. Ja
Geometrie De geometrische representatie de valbescherming. Ja (lijn)
Status De fase van de levenscyclus waarin de valbescherming zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Gevormd
Beëindigd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

6.4.4 Afscheiding

Klasse Naam
SOR-begrip Afscheiding
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Afscheiding
Definitie Voorziening om terrein af te scheiden.
Herkomst definitie nieuw
Verplicht nee
Gevolgen afbakening
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van afscheiding. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de afscheiding. Ja (lijn)
Status De fase van de levenscyclus waarin de afscheiding zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Gevormd
Beëindigd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

7. Registratieve objecttypen

Vraag in de consultatie:

Mist u bij de registratieve objecttypen nog typen die naar uw mening relevant zijn om in de SOR op te nemen? Welke registratieve objecttypen zijn dit en voor welke gebruikstoepassing zouden deze moeten worden opgenomen?

7.1 Bestuurlijke gebieden

7.1.1 Rijk

Klasse Naam
SOR-begrip Rijk
Onderdeel van NEN3610-objecttype Registratief object

Definitie

Naam Rijk
Definitie Het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden*
Herkomst definitie BRK
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de rijksgrenzen zoals opgenomen in de basisregistratie kadaster.
Toelichting

.

*Dit betreft in eerste instantie het Europese deel. Over het niet-Europese deel zal nog nadere besluitvorming plaatsvinden.

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van het Rijk Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat als Rijk is benoemd. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het Rijk zich bevindt. Ja
Landcode De codering van het land zoals deze door de RVIG wordt gebruikt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Aangewezen
Ingetrokken
Ten onrechte opgevoerd

7.1.2 Provincie

Klasse Naam
SOR-begrip Provincie
Onderdeel van NEN3610-objecttype Registratief object

Definitie

Naam Provincie
Definitie Een provincie is een afgebakend gedeelte van het grondgebied van Nederland, onder zeggenschap van een openbaar lichaam met diverse bestuurlijke taken, ingesteld op basis van artikel 123 van de Grondwet en de provinciewet.
Herkomst definitie Grondwet en Provinciewet
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de provinciegrenzen zoals opgenomen in de basisregistratie kadaster.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van de Provincie Ja
Provinciecode De codering van een provincie zoals deze door het CBS wordt gebruikt. Ja
Provincienaam De naam van een provincie zoals formeel benoemd door het bevoegd gezag. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat als Provincie is benoemd. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de Provincie zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Aangewezen
Ingetrokken
Ten onrechte opgevoerd

7.1.3 Waterschap

Klasse Naam
SOR-begrip Waterschap
Onderdeel van NEN3610-objecttype Registratief object

Definitie

Naam Waterschap
Definitie Een waterschap is een afgebakend gedeelte van het grondgebied van Nederland, onder zeggenschap van een openbaar lichaam welke de waterstaatskundige verzorging van dat gebied ten doel heeft, ingesteld op basis van artikel 133 van de Grondwet en de Waterschapswet.
Herkomst definitie Grondwet en Waterschapswet.
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Waterschappen waren tot nu toe nog geen verplicht onderdeel van een basisregistratie. Wel bood BGT IMGeo de mogelijkheid tot vrijwillige vastlegging. Door de opname van waterschappen in de objectenregistratie ontstaat een formele vastlegging van waterschappen.
Toelichting In een latere fase moet nog worden bepaald welke gebiedsbegrenzing wordt vastgelegd (de administratieve gebiedsbegrenzing of het reglementsgebied).

Vraag in de consultatie:

Gekozen kan worden voor de administratieve gebiedsbegrenzing of het reglementsgebied. Welke van deze begrenzingen moet volgens u gevolgd worden? Kunt u aangeven waarom deze begrenzing gevolgd zou moeten worden? Voor welke gebruikstoepassingen worden deze begrenzing gebruikt?

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van het waterschap Ja
Waterschapscode De codering van een waterschap zoals deze door het CBS wordt gebruikt. Ja
Waterschapsnaam De naam van een waterschap zoals formeel benoemd door het bevoegd gezag. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat als waterschap is benoemd. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het waterschap zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Aangewezen
Ingetrokken
Ten onrechte opgevoerd

7.1.4 Gemeente

Klasse Naam
SOR-begrip Gemeente
Onderdeel van NEN3610-objecttype Registratief object

Definitie

Naam Gemeente
Definitie Een gemeente is een afgebakend gedeelte van het grondgebied van Nederland, onder zeggenschap van een openbaar lichaam met diverse bestuurlijke taken, ingesteld op basis van artikel 123 van de Grondwet en de Gemeentewet.
Herkomst definitie Grondwet en Gemeentewet.
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de gemeentegrenzen zoals opgenomen in de basisregistratie kadaster.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van de gemeente Ja
Gemeentecode De codering van een gemeente zoals deze door het CBS wordt gebruikt. Ja
Formele naam De naam van een gemeente zoals formeel benoemd door het bevoegd gezag. Ja
Alternatieve naam Een alternatieve benaming van een gemeente zoals deze bekend staat in het Fries (bij een formele benaming in het Nederlands) of in het Nederlands (bij een formele benaming in het Fries) Nee
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat als gemeente is benoemd. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de gemeente zich bevindt. Ja
Landcode De codering van het land zoals deze door de RVIG wordt gebruikt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
ligt in gerelateerde provincie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Aangewezen
Ingetrokken
Ten onrechte opgevoerd

7.1.5 Nederlandse territoriale zee

Klasse Naam
SOR-begrip Nederlandse territoriale zee
Onderdeel van NEN3610-objecttype Registratief object

Definitie

Naam Nederlandse territoriale zee
Definitie De Nederlandse territoriale zee is het gebied vanaf de laagwaterlijn tot 12 zeemijl uit de kust.
Herkomst definitie Wet grenzen Nederlandse territoriale zee.
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de territoriale zee zoals nu reeds wordt vastgelegd door de Dienst der Hydrografie. Dit was tot nu toe nog geen onderdeel van een basisregistratie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van de Nederlandse territoriale zee Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat als Nederlandse territoriale zee is benoemd. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de Nederlandse territoriale zee zich bevindt. Ja
Landcode De codering van het land zoals deze door de RVIG wordt gebruikt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Aangewezen
Ingetrokken
Ten onrechte opgevoerd

7.1.6 Nederlandse aansluitende zone

Klasse Naam
SOR-begrip Nederlandse aansluitende zone
Onderdeel van NEN3610-objecttype Registratief object

Definitie

Naam Nederlandse aansluitende zone
Definitie De Nederlandse aansluitende zone is het gebied buiten en grenzend aan de territoriale zee dat zich niet verder uitstrekt dan 24 zeemijlen vanaf de laagwaterlijn.
Herkomst definitie Rijkswet instelling aansluitende zone.
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de aansluitende zone zoals nu reeds wordt vastgelegd door de Dienst der Hydrografie. Dit was tot nu toe nog geen onderdeel van een basisregistratie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van de Nederlandse aansluitende zone Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat als Nederlandse aansluitende zone is benoemd. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de Nederlandse aansluitende zone zich bevindt. Ja
Landcode De codering van het land zoals deze door de RVIG wordt gebruikt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Aangewezen
Ingetrokken
Ten onrechte opgevoerd

7.1.7 Nederlandse exclusieve economische zone

Klasse Naam
SOR-begrip Nederlandse exclusieve economische zone
Onderdeel van NEN3610-objecttype Registratief object

Definitie

Naam Nederlandse exclusieve economische zone
Definitie De Nederlandse exclusieve economische zone is het gebied buiten en grenzend aan de territoriale zee dat zich niet verder uitstrekt dan tweehonderd zeemijlen vanaf de laagwaterlijn.
Herkomst definitie Rijkswet instelling exclusieve economische zone.
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de Nederlandse exclusieve economische zone zoals nu reeds wordt vastgelegd door de Dienst der Hydrografie. Dit was tot nu toe nog geen onderdeel van een basisregistratie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van de Nederlandse exclusieve economische zone Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat als Nederlandse exclusieve economische zone is benoemd. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de Nederlandse exclusieve economische zone zich bevindt. Ja
Landcode De codering van het land zoals deze door de RVIG wordt gebruikt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Aangewezen
Ingetrokken
Ten onrechte opgevoerd

7.2 Woonplaats

Klasse Naam
SOR-begrip woonplaats
Onderdeel van NEN3610-objecttype registratief object

ontwerpprincipe: een woonplaats valt volledig binnen een gemeente

ontwerpprincipe: Geometrie van alle woonplaatsen in NL moet vlakdekkend zijn (op land) en mag niet overlappen

Definitie

Naam Woonplaats
Definitie Een woonplaats is een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen en van een naam voorzien gedeelte van het grondgebied van de gemeente
Herkomst definitie Artikel 1 wet Basisregistratie adressen en gebouwen
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie zoals opgenomen in de basisregistratie adressen en gebouwen
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een woonplaats, zoals opgenomen in de landelijke woonplaatsentabel Ja
Formele naam De benaming van een door het gemeentebestuur aangewezen woonplaats Ja
Alternatieve naam Een alternatieve benaming van een woonplaats zoals deze bekend staat in het Fries (bij een formele benaming in het Nederlands) of in het Nederlands (bij een formele benaming in het Fries) Nee
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat als Woonplaats is benoemd Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende Woonplaats zich bevindt Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
ligt in Gerelateerde gemeente Ja

Domeinwaarden

Waarde Status Beschrijving
Aangewezen Woonplaats is formeel aangewezen door het bevoegd gezag
Ingetrokken Woonplaats is formeel ingetrokken door het bevoegd gezag
Ten onrechte Woonplaats is ten onrechte opgevoerd in de registratie

7.3 Wijk

Klasse Naam
SOR-begrip wijk
Onderdeel van NEN3610-objecttype registratief object

Definitie

Naam Wijk
Definitie Een aaneengesloten gedeelte van het grondgebied van een gemeente, waarvan de grenzen zo veel mogelijk zijn gebaseerd op sociaal-geografische kenmerken
Herkomst definitie GFO Basisgegevens
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Wijken zijn op dit moment nog geen onderdeel van een basisregistratie. Wel hebben alle gemeenten (in overleg met het CBS) wijken vastgesteld. Deze zijn landelijk opgenomen in de WBI (wijk- en buurtindeling) die momenteel wordt beheerd door het CBS. Door de opname van wijken in de objectenregistratie ontstaat een formele vastlegging van wijken.
Toelichting Het betreft hier de in overleg met het CBS bepaalde indeling van de gemeente in wijken

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een wijk Ja
Wijkcode De codering van een wijk zoals deze door het CBS wordt gebruikt Ja
Wijknaam De naam die aan een wijk is toegekend in een daartoe strekkend formeel gemeentelijk besluit Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat als wijk is benoemd Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende wijk zich bevindt Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
ligt in Gerelateerde gemeente Ja

ontwerpprincipe: een wijk valt volledig binnen een gemeente

ontwerpprincipe: Geometrie van alle wijken in NL moet vlakdekkend zijn (op land) en mag niet overlappen

Domeinwaarden

Waarde Status Beschrijving
Aangewezen Wijk is benoemd door het bevoegd gezag
Ingetrokken Wijk is ingetrokken door het bevoegd gezag
Ten onrechte Wijk is ten onrechte opgevoerd in de registratie

7.4 Buurt

Klasse Naam
SOR-begrip buurt
onderdeel van NEN3610-objecttype registratief object

Definitie

Naam Buurt
Definitie Een aaneengesloten gedeelte van een wijk, waarvan de grenzen zo veel mogelijk gebaseerd zijn op topografische elementen
Herkomst definitie GFO Basisgegevens
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Buurten zijn op dit moment nog geen onderdeel van een basisregistratie. Wel hebben alle gemeenten (in overleg met het CBS) buurten vastgesteld. Deze zijn landelijk opgenomen in de WBI (wijk- en buurtindeling) die momenteel wordt beheerd door het CBS. Door de opname van buurten in de objectenregistratie ontstaat een formele vastlegging van buurten.
Toelichting Het betreft hier de in overleg met het CBS bepaalde indeling van de gemeente in buurten

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een buurt Ja
Buurtcode De codering van een buurt zoals deze door het CBS wordt gebruikt Ja
Buurtnaam De naam die aan een buurt is toegekend in een daartoe strekkend formeel gemeentelijk besluit Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat als buurt is benoemd Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende buurt zich bevindt Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
ligt in Gerelateerde wijk Ja

ontwerpprincipe: buurten vallen binnen wijken

ontwerpprincipe: Geometrie van alle buurten in NL moet vlakdekkend zijn (op land) en mag niet overlappen

Domeinwaarden

Waarde Status Beschrijving
Aangewezen Buurt is benoemd door het bevoegd gezag
Ingetrokken Buurt is ingetrokken door het bevoegd gezag
Ten onrechte Buurt is ten onrechte opgevoerd in de registratie

7.5 Openbare ruimte

Klasse Naam
SOR-begrip Openbare ruimte
Onderdeel van NEN3610-objecttype registratief object

Definitie

Naam Openbare ruimte
Definitie Een openbare ruimte is een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen en van een naam voorziene buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen
Herkomst definitie Artikel 1 wet Basisregistratie adressen en gebouwen
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening De populatie van openbare ruimten wijzigt als gevolg van de inperking van het aantal typen objecten waaraan een formele benaming van een openbare ruimte kan worden gekoppeld tot wegen en waterelementen
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Openbare ruimte Ja
Type De aard van de als zodanig benoemde openbare ruimte Ja
Formele naam De naam die aan een openbare ruimte is toegekend in een daartoe strekkend formeel gemeentelijk besluit Ja
Alternatieve naam Een alternatieve benaming van een openbare ruimte zoals deze breed is geaccepteerd in de volksmond of zoals deze bekend staat in het Fries (bij een formele benaming in het Nederlands) of in het Nederlands (bij een formele benaming in het Fries) Nee
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat als openbare ruimte is benoemd Nee
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende openbare ruimte zich bevindt Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
ligt in Gerelateerde woonplaats Ja

Domeinwaarden

Waarde Status Beschrijving
Aangewezen Openbare ruimte is formeel uitgegeven door het bevoegd gezag
Ingetrokken Openbare ruimte is formeel ingetrokken door het bevoegd gezag
Ten onrechte Openbare ruimte is ten onrechte opgevoerd in de registratie

.

Waarde Type Beschrijving
Weg Transportvoorzienning voor wegverkeer
Waterlement Transportvoorzienning voor water

ontwerpprincipe: Bij het objecttype spoorweg wordt een (vrijwillige) eigenschap “Naam spoorweg” opgenomen

ontwerpprincipe: Bij het objecttype kunstwerk (of eventuele verfijningen daarvan) wordt een (vrijwillige) eigenschap “Naam kunstwerk” opgenomen

ontwerpprincipe: Bij het objecttype weg wordt een verwijzing opgenomen naar de identificatiecode van de openbare ruimte waarbinnen de weg is gelegen (als deze formeel is benoemd)

ontwerpprincipe: Bij het objecttype waterelement wordt een verwijzing opgenomen naar de identificatiecode van de openbare ruimte waarbinnen het waterelement is gelegen (als deze formeel is benoemd)

ontwerpprincipe: Bij het objecttype geografisch gebied wordt een (vrijwillige) eigenschap “Naam geografisch gebied” opgenomen

ontwerpprincipe: Bij het objecttype functioneel object (of eventuele verfijningen daarvan) wordt een (vrijwillige) eigenschap “Naam functioneel object” opgenomen

7.6 Nummeraanduiding

Klasse Naam
SOR-begrip Nummeraanduiding
Onderdeel van NEN3610-objecttype registratief object

Definitie

Naam Nummeraanduiding
Definitie Een nummeraanduiding is een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig toegekende aanduiding van een verblijfsobject of een benoemde plaats.
Herkomst definitie Gebaseerd op Artikel 1 wet Basisregistratie adressen en gebouwen
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie zoals opgenomen in de basisregistratie adressen en gebouwen
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een Nummeraanduiding Ja
Huisnummer Een door of namens het gemeentebestuur aan een verblijfsobject of benoemde plaats toegekende nummering Ja
Huisletter Een door of namens het gemeentebestuur aan een verblijfsobject of benoemde plaats toegekende toevoeging aan een huisnummer in de vorm van een alfanumeriek teken Ja
Huisnummer toevoeging Een door of namens het gemeentebestuur aan een verblijfsobject of benoemde plaats toegekende nadere toevoeging aan een huisnummer of een combinatie van huisnummer en huisletter Ja
Postcode De door PostNL vastgestelde code behorende bij een bepaalde combinatie van een straatnaam en een huisnummer Ja
Type object De aard van het object waaraan een nummeraanduiding is toegekend Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende Nummeraanduiding zich bevindt Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Relaties met andere objecttypen

Relatiesoort Relatierol Verplicht
ligt aan gerelateerde openbare ruimte Ja
ligt in Gerelateerde woonplaats Ja

Domeinwaarden

Waarde Status Beschrijving
Aangewezen Nummeraanduiding is formeel uitgegeven door het bevoegd gezag
Ingetrokken Nummeraanduiding is formeel ingetrokken door het bevoegd gezag
Ten onrechte Nummeraanduiding is ten onrechte opgevoerd in de registratie

.

Waarde Type Beschrijving
Verblijfsobject Nummeraanduiding is bedoeld voor een verblijfsobject
Benoemde plaats Nummeraanduiding is bedoeld voor een benoemde plaats

7.7 Benoemde plaats

Klasse naam
SOR-begrip Benoemde plaats
Onderdeel van NEN3610-objecttype Registratief object

Definitie

Naam Benoemde plaats
Definitie Door het bevoegde gemeentelijk orgaan als zodanig aangewezen delen van een terrein en/of water waarvan het belang is daaraan een adres toe te kennen en dat bedoeld is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden ruimte, het permanent afmeren van een drijvend object of het permanent aanwezig zijn van specifieke technische voorzieningen.
Herkomst definitie Gebaseerd op artikel 1 wet Basisregistratie adressen en gebouwen
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Stand- en ligplaatsen worden momenteel door gemeenten afgebakend in het kader van de BAG. Dit meer generieke object biedt ook mogelijkheden voor andere objecten (zoals onbemande tankstations).
Toelichting volgt later

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een benoemde plaats Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat als benoemde ruimte is benoemd. Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende Benoemde plaats zich bevindt Ja
Type benoemde plaats De aard van het object op de benoemde plaats Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

Waarde Status Beschrijving
Aangewezen Benoemde plaats is formeel uitgegeven door het bevoegd gezag
Ingetrokken Benoemde plaats is formeel ingetrokken door het bevoegd gezag
Ten onrechte Benoemde plaats is ten onrechte opgevoerd in de registratie

'

Waarde Type benoemde plaats Beschrijving
Mobiele ruimte
Drijvend object
Tankstation

8. Geografische objecttypen

Vraag in de consultatie:

Mist u bij geografische objecttypen typen die naar uw mening relevant zijn om in de SOR op te nemen? Welke geografische objecttypen zijn dit en voor welke gebruikstoepassing zouden deze moeten worden opgenomen?

8.1 Bebouwde kom

klasse naam
SOR-begrip bebouwde kom
onderdeel van NEN3610-objecttype geografisch object

Definitie

Naam Bebouwde kom
Definitie Een geografisch gebied gekenmerkt door een concentratie van gebouwen gebruikt voor wonen en werken
Herkomst definitie Gebaseerd op definitie Plaats in BRT
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Bebouwde kom is op dit moment nog geen onderdeel van een basisregistratie. Wel zijn in de BRT plaatsen opgenomen. Deze zijn landelijk door het Kadaster bepaald. Door de opname van bebouwde kom in de objectenregistratie ontstaat een formele vastlegging van een algemeen bruikbare bebouwde kom.
Toelichting De hier beschreven algemeen toepasbare bebouwde kom (zonder juridische status) moet niet worden verward met enkele andere bestaande definities van bebouwde kom (die wel een juridische grondslag kennen in specifieke wetgeving). Hierbij kan worden gedacht aan de bebouwde kom in het kader van Wegenverkeerswet, Wegenwet, Wet natuurbescherming en Omgevingswet. De diversiteit in achterliggende doelstellingen van genoemde wetgeving maakt het op dit moment niet mogelijk te komen tot één uniforme definitie van bebouwde kom.

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een bebouwde kom Ja
Naam De plaatselijke naam van de bebouwde kom zoals deze als woonplaats bekend is of bij het ontbreken daarvan zoals deze in het plaatselijk gebruik bekend staat. Ja
Alternatieve naam Een alternatieve benaming van een bebouwde kom zoals deze breed is geaccepteerd in de volksmond of zoals deze bekend staat in het Fries (bij een benaming in het Nederlands) of in het Nederlands (bij een benaming in het Fries). Nee
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat als bebouwde kom is aangewezen Ja
Type Het hoofdkarakter van het gebied dat de bebouwde kom vormt Ja
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende bebouwde kom zich bevindt Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Relaties met andere objecten

Relatiesoort Relatierol Verplicht
ligt in Gerelateerde gemeente Ja

Domeinwaarden

Waarde Beschrijving Type
Woonkern Bebouwingskern met hoofdzakelijk een woonfunctie
Industriekern Bebouwingskern met hoofdzakelijk een bedrijfsmatige functie voorzien van openbare wegen
Recreatiekern Bebouwingskern met hoofdzakelijk een (verblijfs)recreatieve functie
Gehucht Kleine bebouwingskern of concentratie van aaneengesloten bebouwing, niet zijnde lintbebouwing
Buurtschap Lintbebouwing of verspreid staande bebouwing in landelijk gebied met een zekere mate van sociale samenhang
deelkern Historische bebouwingskern, ruimtelijk te onderscheiden van de omliggende bebouwing, gelegen binnen een andere bebouwde kom

status

Waarde Beschrijving Status
Aangewezen Bebouwde kom is in gebruik
Ingetrokken Bebouwde kom wordt niet langer als zodanig onderscheiden

8.2 Streek

klasse naam
SOR-begrip Streek
Onderdeel van NEN3610-objecttype Geografisch object

Definitie

Naam Streek
Definitie Landstreek, gebied dat cultureel of landschappelijk een eenheid vormt (streek). / Het open land buiten steden en dorpen (veld).
Herkomst definitie Basisregistratie Topografie: Catalogus en Productspecificaties (versie 1.2.0.1)
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie Streek zoals deze is opgenomen in de basisregistratie topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een streek. Ja
Naam De plaatselijke naam van het streek zoals deze als openbare ruimte benoemd is of bij het ontbreken daarvan zoals deze in het plaatselijk gebruik bekend staat. Ja
Alternatieve naam Een alternatieve benaming van een streek zoals deze breed is geaccepteerd in de volksmond of zoals deze bekend staat in het Fries (bij een benaming in het Nederlands) of in het Nederlands (bij een benaming in het Fries). Nee
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een streek. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende streek zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

8.3 Bosgebied

klasse naam
SOR-begrip Bosgebied
Onderdeel van NEN3610-objecttype Geografisch object

Definitie

Naam Bosgebied
Definitie Met bos begroeid gebied.
Herkomst definitie Basisregistratie Topografie: Catalogus en Productspecificaties (versie 1.2.0.1)
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie bosgebied zoals deze is opgenomen in de basisregistratie topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een bosgebied. Ja
Naam De plaatselijke naam van het bosgebied zoals deze als openbare ruimte benoemd is of bij het ontbreken daarvan zoals deze in het plaatselijk gebruik bekend staat. Ja
Alternatieve naam Een alternatieve benaming van een bosgebied zoals deze breed is geaccepteerd in de volksmond of zoals deze bekend staat in het Fries (bij een benaming in het Nederlands) of in het Nederlands (bij een benaming in het Fries). Nee
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het bosgebied. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende bosgebied zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

8.4 Duingebied

klasse naam
SOR-begrip Duingebied
Onderdeel van NEN3610-objecttype Geografisch object

Definitie

Naam Duingebied
Definitie Heuvels van fijn zand, al dan niet begroeid met helmgras en struiken.
Herkomst definitie Basisregistratie Topografie: Catalogus en Productspecificaties (versie 1.2.0.1)
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie duingebied zoals deze is opgenomen in de basisregistratie topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een duingebied. Ja
Naam De plaatselijke naam van het duingebied zoals deze als openbare ruimte benoemd is of bij het ontbreken daarvan zoals deze in het plaatselijk gebruik bekend staat. Ja
Alternatieve naam Een alternatieve benaming van een duingebied zoals deze breed is geaccepteerd in de volksmond of zoals deze bekend staat in het Fries (bij een benaming in het Nederlands) of in het Nederlands (bij een benaming in het Fries). Nee
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het duingebied. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende duingebied zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

8.5 Heidegebied

klasse naam
SOR-begrip Heidegebied
Onderdeel van NEN3610-objecttype Geografisch object

Definitie

Naam Heidegebied
Definitie Met heide begroeid gebied.
Herkomst definitie Basisregistratie Topografie: Catalogus en Productspecificaties (versie 1.2.0.1)
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie heidegebied zoals deze is opgenomen in de basisregistratie topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een heidegebied. Ja
Naam De plaatselijke naam van het heidegebied zoals deze als openbare ruimte benoemd is of bij het ontbreken daarvan zoals deze in het plaatselijk gebruik bekend staat. Ja
Alternatieve naam Een alternatieve benaming van een heidegebied zoals deze breed is geaccepteerd in de volksmond of zoals deze bekend staat in het Fries (bij een benaming in het Nederlands) of in het Nederlands (bij een benaming in het Fries). Nee
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het heidegebied. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende heidegebied zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

8.6 Watergebied

klasse naam
SOR-begrip Watergebied
Onderdeel van NEN3610-objecttype Geografisch object

Definitie

Naam Watergebied
Definitie Een met water bedekt gebied.
Herkomst definitie Nieuw
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie watergebied zoals deze is opgenomen in de basisregistratie topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een watergebied. Ja
Naam De plaatselijke naam van het watergebied zoals deze als openbare ruimte benoemd is of bij het ontbreken daarvan zoals deze in het plaatselijk gebruik bekend staat. Ja
Alternatieve naam Een alternatieve benaming van een watergebied zoals deze breed is geaccepteerd in de volksmond of zoals deze bekend staat in het Fries (bij een benaming in het Nederlands) of in het Nederlands (bij een benaming in het Fries). Nee
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het watergebied. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende watergebied zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

8.7 Eiland

klasse naam
SOR-begrip Eiland
Onderdeel van NEN3610-objecttype Geografisch object

Definitie

Naam Eiland
Definitie Land, omgeven door water.
Herkomst definitie Basisregistratie Topografie: Catalogus en Productspecificaties (versie 1.2.0.1)
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie eiland zoals deze is opgenomen in de basisregistratie topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een eiland. Ja
Naam De plaatselijke naam van het eiland zoals deze als openbare ruimte benoemd is of bij het ontbreken daarvan zoals deze in het plaatselijk gebruik bekend staat. Ja
Alternatieve naam Een alternatieve benaming van een eiland zoals deze breed is geaccepteerd in de volksmond of zoals deze bekend staat in het Fries (bij een benaming in het Nederlands) of in het Nederlands (bij een benaming in het Fries). Nee
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het eiland. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende eiland zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

8.8 Polder

klasse naam
SOR-begrip Polder
Onderdeel van NEN3610-objecttype Geografisch object

Definitie

Naam Polder
Definitie Door waterscheidingen begrensd stuk land of gebied waarin de waterstand kan worden beheerst door bemaling.
Herkomst definitie Basisregistratie Topografie: Catalogus en Productspecificaties (versie 1.2.0.1)
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie Polder zoals deze is opgenomen in de basisregistratie topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een polder. Ja
Naam De plaatselijke naam van het polder zoals deze als openbare ruimte benoemd is of bij het ontbreken daarvan zoals deze in het plaatselijk gebruik bekend staat. Ja
Alternatieve naam Een alternatieve benaming van een polder zoals deze breed is geaccepteerd in de volksmond of zoals deze bekend staat in het Fries (bij een benaming in het Nederlands) of in het Nederlands (bij een benaming in het Fries). Nee
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een polder. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende polder zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

8.9 Strand

Klasse Naam
SOR-begrip Strand
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Strand
Definitie Onbegroeide zandige kustvlakte op de overgang van zee met land. Staat onder invloed van het zeewater en de wind.
Herkomst definitie IMGeo 2.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie strand en strandwal zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van strand. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een strand. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende strand zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

8.10 Zandverstuiving

Klasse Naam
SOR-begrip Zandverstuiving
Onderdeel van NEN3610-objecttype Functioneel object

Definitie

Naam Zandverstuiving
Definitie Een gebied met zandige bodem waarvan delen van het gebied zonder vegetatie zijn, door invloed van wind.
Herkomst definitie IMGeo 2.2
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie zandverstuiving zoals deze is opgenomen in de basisregistratie grootschalige topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van zandverstuiving. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van een zandverstuiving. Ja (vlak)
Status De fase van de levenscyclus waarin de betreffende zandverstuiving zich bevindt. Ja
Overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

status

Bij dit object kunnen de alleen de volgende domeinwaarden worden gehanteerd zoals beschreven bij de levensfasen in dit document.

Waarde Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

8.11 Reliëf

klasse naam
SOR-begrip Reliëf
onderdeel van NEN3610-objecttype geografisch object

Vraag in de consultatie:

Voor welke gebruikstoepassingen wordt reliëf gebruikt en welke soorten reliëf zouden daarvoor moeten worden onderscheiden?

Definitie

Naam Reliëf
Definitie Object dat tot doel heeft hoogteverschillen in het landschap te representeren.
Herkomst definitie Basisregistratie Topografie: Catalogus en Productspecificaties (versie 1.2.0.1)
Verplicht Ja
Gevolgen afbakening Het betreft hier de bestaande populatie reliëf zoals deze is opgenomen in de basisregistratie topografie.
Toelichting

Eigenschappen

Eigenschap Beschrijving Verplicht
Identificatie De unieke aanduiding van een reliëf. Ja
Geometrie De geometrische representatie van de randen van het gebied dat reliëf bekend is. Ja (punt,vlak)
Type Het hoofdkarakter van het reliëf. Nee
Status De fase van de levenscyclus waarin het betreffende reliëf zich bevindt. Ja
overige metagegevens later uitwerken op basis van kaderuitwerking meta-informatie ja

Domeinwaarden

Waarde type Beschrijving Type
terp Verhoging in het landschap oorspronkelijk bedoelt om de daarop gevestigde bebouwing te beschermen tegen het water.
grafheuvel Voorhistorische begraafplaats in de vorm van een heuvel.
wal Langgerekte ophoging in het terrein met een hoogte tussen 0,50 en 1,00 meter.
steile rand Een steile rand in het terrein, ontstaan door het afspoelen van materiaal vanaf een helling.
holle weg Een weg die zo diep is uitgesleten dat hij tussen twee hellingen ligt als gevolg van eeuwenlang gebruik en erosie.
groeve Opengegraven ruimte waaruit een delfstof gewonnen wordt.
berg Min of meer op zichzelf staande sterke verheffing van het aardoppervlak.
dal Een langgerekte laagte, inzinking of verdieping in het landschap tussen bergen, heuvels of hoogvlakten.
tuunwal Op elkaar gestapelde grasplaggen als scheiding tussen twee percelen.

status

Waarde Beschrijving Status
Gepland
Bestaand
Verwijderd
Niet gerealiseerd
Ten onrechte

9. Transponering

In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe elementen uit de huidige basisregistraties als begrip terugkomen in de samenhangende objectenregistratie. Ook wordt aangegeven als er voor is gekozen om bepaalde elementen NIET terug te laten keren in de SOR. Daarnaast zijn er nog andere bronnen waarvandaan elementen in de SOR worden overgenomen.

9.1 BGT

Object BGT classificatie (verplicht) Plus classificatie (optioneel) SOR-begrip in dit document
Transport
Wegdeel Functie:
OV-baan verkeerskundig functionele zone: type OV-baan
overweg spoorzone: type overweg
spoorbaan spoorzone: type spoorbaan
baan voor vliegverkeer luchtvaartzone: type baan voor vliegverkeer
rijbaan autosnelweg wegverbinding: type autosnelweg
rijbaan autosnelweg verbindingsweg wegverbinding: type verbindingsbaan
rijbaan autosnelweg calamiteitendoorsteek nog onbekend
rijbaan autoweg wegverbinding: type autoweg
rijbaan autoweg verbindingsweg wegverbinding: type verbindingsbaan
rijbaan autoweg calamiteitendoorsteek nog onbekend
rijbaan regionale weg wegverbinding: type gebiedsontsluitingsweg
rijbaan regionale weg verbindingsweg wegverbinding: type verbindingsbaan
rijbaan regionale weg verkeersdrempel wegzone: type verkeersdrempel
rijbaan lokale weg wegverbinding: type erftoegangsweg
rijbaan lokale weg verkeersdrempel wegzone: type verkeersdrempel
fietspad wegverbinding: type fietspad
voetpad wegverbinding: type voetpad
voetpad op trap wegverbinding: type voetpad
ruiterpad wegverbinding: type ruiterpad
parkeervlak verkeerskundig functionele zone: type parkeervlak
voetgangersgebied vervalt waarschijnlijk, wordt vervangen door netwerk en eigenschappen van het netwerk
inrit verkeerskundig functionele zone: type inrit
woonerf vervalt waarschijnlijk, wordt vervangen door netwerk en eigenschappen van het netwerk
Wegdeel Fysiek voorkomen:
gesloten verharding asfalt verharding: asfaltverharding
cementbeton verharding: betonverharding
open verharding betonstraatstenen verharding: elementenverharding
gebakken klinkers verharding: elementenverharding
tegels verharding: elementenverharding
sierbestrating verharding: elementenverharding
beton element verharding: elementenverharding
half verhard grasklinkers verharding: halfverharding
schelpen verharding: halfverharding
puin verharding: halfverharding
grind verharding: halfverharding
gravel verharding: halfverharding
onverhard boomschors verharding: halfverharding
zand verharding: onverhard of onbegroeide grond
Ondersteunend wegdeel Functie:
verkeerseiland wegzone: type verkeerseiland
berm wegzone: type berm
Ondersteunend wegdeel Fysiek voorkomen:
gesloten verharding asfalt verharding: asfaltverharding
cementbeton verharding: betonverharding
open verharding betonstraatstenen verharding: elementenverharding
gebakken klinkers verharding: elementenverharding
tegels verharding: elementenverharding
sierbestrating verharding: elementenverharding
beton element verharding: elementenverharding
half verhard grasklinkers verharding: halfverharding
schelpen verharding: halfverharding
puin verharding: halfverharding
grind verharding: halfverharding
gravel verharding: halfverharding
onverhard boomschors verharding: halfverharding
zand verharding: onverhard of onbegroeide grond
groenvoorziening bosplantsoen struiken
gras- en kruidachtigen gras- en kruidachtigen
planten struiken
struikrozen struiken
heesters struiken
bodembedekkers struiken
Spoor Functie:
trein spoorweg: type spoorverbinding
sneltram spoorweg: type spoorverbinding
tram spoorweg: type spoorverbinding
Niet BGT (haven)kraan nog onbekend

.

Object BGT classificatie (verplicht) Plus classificatie (optioneel) SOR-begrip in dit document
Terrein
Onbegroeid terreindeel Fysiek voorkomen:
erf onbepaald terreindeel
gesloten verharding asfalt verharding: asfaltverharding
cementbeton verharding: betonverharding
kunststof verharding: kunststofverharding
open verharding betonstraatstenen verharding: elementenverharding
gebakken klinkers verharding: elementenverharding
tegels verharding: elementenverharding
sierbestrating verharding: elementenverharding
beton element verharding: elementenverharding
half verhard grasklinkers verharding: halfverharding
schelpen verharding: halfverharding
puin verharding: halfverharding
grind verharding: halfverharding
gravel verharding: halfverharding
onverhard boomschors verharding: halfverharding
zand verharding: onverhard of onbegroeide grond
zand strand en strandwal geografisch object: type strand
zandverstuiving geografisch object: type zandverstuiving
Begroeid terreindeel Fysiek voorkomen:
loofbos griend en hakhout bos: type loofbos
gemengd bos bos: type gemengd bos
naaldbos bos: type naaldbos
heide heide
struiken struiken
houtwal houtsingel
duin open duinvegetatie duin
gesloten duinvegetatie duin
grasland overig gras- en kruidachtigen
moeras moeras
rietland rietland
kwelder getijdengebied: type schor
fruitteelt laagstam boomgaarden fruit- en kweekboom
hoogstam boomgaarden fruit- en kweekboom
wijngaarden fruit- en kweekboom
klein fruit fruit- en kweekboom
boomteelt fruit- en kweekboom
bouwland akkerbouw gewas
braakliggend gewas
vollegrondsteelt gewas
bollenteelt gewas
grasland agrarisch gras- en kruidachtigen
groenvoorziening bosplantsoen struiken
gras- en kruidachtigen gras- en kruidachtigen
planten struiken
struikrozen struiken
heesters struiken
bodembedekkers struiken

.

Object BGT classificatie (verplicht) Plus classificatie (optioneel) SOR-begrip in dit document
Water
Waterdeel Type:
zee watervlakte: type zee
waterloop rivier waterloop: type rivier
sloot waterloop: type sloot
kanaal waterloop: type kanaal
beek waterloop: type beek
gracht waterloop: type gracht
bron bron
watervlakte haven functionele zone: havencomplex : aanleg en overslag
meer, plas, ven, vijver watervlakte: type meer, type plas, type ven, type vijver
greppel/droge sloot vervalt waarschijnlijk, wordt eigenschap bij waterloop
Ondersteunend waterdeel oever/slootkant oever
slik getijdengebied: type slik

.

Object BGT classificatie (verplicht) Plus classificatie (optioneel) SOR-begrip in dit document
Bouwwerk
Pand Grondvlaksituatie van BAG-pand Gebouw
Overig bouwwerk Type:
overkapping (maaiveldgeometrie) open bouwwerk: type overkapping
open loods open bouwwerk: type open loods
opslagtank Depot: type opslagtank
bezinkbak overig kunstwerk: type bezinkbak
windturbine mast: type windturbinemast en installatie: type windturbine
lage trafo Kast: type electra
bassin bak: type bassin
Niet BGT bunker bunker
Niet BGT voedersilo Depot: type voedersilo
Niet BGT schuur gebouw, met typering
Scheiding Type: Ondergebracht bij functie: afscheiding, kering, reducering
muur muur
Kademuur kerend kunstwerk: type kademuur
damwand kerend kunstwerk: type damwand
geluidsscherm scherm
walbescherming kerend kunstwerk: type walbescherming
hek hek
Niet BGT draadraster raster
Niet BGT faunaraster raster

.

Object BGT classificatie (verplicht) Plus classificatie (optioneel) SOR-begrip in dit document
Kunstwerk
Overbruggingsdeel overbruggingsdeel Hoort bij type overbrugging: overbrugging
brug overbrugging: type brug
aquaduct overbrugging: type aquaduct
viaduct overbrugging: type viaduct
ecoduct overbrugging: type ecoduct
fly-over overbrugging: type fly-over
Type Overbruggingsdeel: kunstwerkdeel
dek kunstwerkdeel: type dek
landhoofd kunstwerkdeel: type landhoofd
pijler kunstwerkdeel: type pijler
sloof kunstwerkdeel: type sloof
pyloon kunstwerkdeel: type pyloon
Tunneldeel Tunneldeel ondertunneling: type tunnel
Kunstwerkdeel Type:
hoogspanningsmast mast: type hoogspanningsmast
gemaal overig kunstwerk: type gemaal
perron spoorzone: type perron
sluis kerend kunstwerk: type sluis
strekdam overig kunstwerk: type strekdam
steiger overig kunstwerk: type steiger
stuw kerend kunstwerk: type stuw
Niet BGT keermuur kerend kunstwerk: type keermuur
Niet BGT overkluizing overbrugging: type overkluizing
Niet BGT duiker ondertunneling: type duiker
Niet BGT faunavoorziening vervalt waarschijnlijk
Niet BGT vispassage overig kunstwerk: type vispassage
Niet BGT bodemval overig kunstwerk: type bodemval
Niet BGT coupure overig kunstwerk: type coupure
Niet BGT ponton overig kunstwerk: type ponton
Niet BGT voorde overig kunstwerk: type voorde

.

Object BGT classificatie (verplicht) Plus classificatie (optioneel) SOR-begrip in dit document
Functioneel Gebied Type:
kering kering
Niet BGT bedrijvigheid vervalt waarschijnlijk
Niet BGT natuur en landschap vervalt waarschijnlijk
Niet BGT landbouw vervalt waarschijnlijk
Niet BGT bewoning vervalt waarschijnlijk
Niet BGT infrastructuur verkeer en vervoer vervalt waarschijnlijk
Niet BGT infrastructuur waterstaatswerken vervalt waarschijnlijk
Niet BGT waterbergingsgebied vervalt waarschijnlijk
Niet BGT maatschappelijke en/of publieksvoorziening vervalt waarschijnlijk
Niet BGT recreatie recreatie
Niet BGT begraafplaats begraafplaats
Niet BGT functioneel beheer vervalt waarschijnlijk
Niet BGT functioneel beheer: hondenuitlaatplaats vervalt waarschijnlijk
Niet BGT recreatie: speeltuin recreatie: speeltuin
Niet BGT recreatie: park recreatie: park
Niet BGT recreatie: sportterrein recreatie: sportterrein
Niet BGT recreatie: camping recreatie: camping
Niet BGT recreatie: bungalowpark recreatie: bungalowpark
Niet BGT recreatie: volkstuin recreatie: volkstuin
Niet BGT bushalte wegzone: type halteplaats
Niet BGT carpoolplaats verkeerskundig functionele zone: type carpoolplaats
Niet BGT benzinestation verkeerskundig functionele zone: type benzinestation
Niet BGT verzorgingsplaats verkeerskundig functionele zone: type verzorgingsplaats

.

Object BGT classificatie (verplicht) Plus classificatie (optioneel) SOR-begrip in dit document
Bak Type: andere definitie
Niet BGT afval apart plaats bak: afval apart plaats
Niet BGT afvalbak straatmeubilair
Niet BGT drinkbak vervalt waarschijnlijk
Niet BGT bloembak straatmeubilair
Niet BGT zand- / zoutbak straatmeubilair
Niet BGT container bak: container
Bord Type:
Niet BGT informatiebord paal
Niet BGT plaatsnaambord paal
Niet BGT straatnaambord paal
Niet BGT verkeersbord paal
Niet BGT scheepvaartbord paal
Niet BGT verklikker transportleiding paal
Niet BGT reclamebord paal
Niet BGT wegwijzer paal
Niet BGT waarschuwingshek hek
Niet BGT dynamische snelheidsindicator paal
Gebouwinstallatie Type:
Niet BGT bordes gebouwcomponent: aard bordes
Niet BGT luifel gebouwcomponent: aard luifel
Niet BGT toegangstrap gebouwcomponent: aard toegangstrap
Installatie Type:
Niet BGT pomp Installatie: type pomp
Niet BGT zonnepaneel Installatie: type zonnepanelen
Kast Type:
Niet BGT CAI-kast kast: type telecom
Niet BGT elektrakast kast: type elektra (inclusief lage trafo)
Niet BGT gaskast kast: type gas
Niet BGT telecom kast kast: type telecom
Niet BGT rioolkast kast: type riool
Niet BGT openbare verlichtingkast kast: type openbare verlichting
Niet BGT verkeersregelinstallatiekast kast: type verkeer
Niet BGT telkast kast: type verkeer
Niet BGT GMS kast kast: type verkeer
Mast Type:
Niet BGT bovenleidingmast mast: type bovenleidingmast
Niet BGT laagspanningsmast mast: type laagspanningsmast
Niet BGT straalzender mast: type straalzender
Niet BGT zendmast mast: type zendmast
Niet BGT radarmast mast: type radarmast
Paal Type:
Niet BGT lichtmast paal
Niet BGT telpaal paal
Niet BGT portaal paal
Niet BGT verkeersregelinstallatiepaal paal
Niet BGT verkeersbordpaal paal
Niet BGT poller straatmeubiliar
Niet BGT haltepaal paal
Niet BGT vlaggenmast paal
Niet BGT afsluitpaal paal
Niet BGT praatpaal paal
Niet BGT hectometerpaal paal
Niet BGT dijkpaal paal
Niet BGT drukknoppaal paal
Niet BGT grensmarkering paal
Niet BGT sirene mast: type sirene
Put Type:
Niet BGT benzine- / olieput putdeksel: benzine- / olie
Niet BGT brandkraan / -put putdeksel: brandkraan
Niet BGT drainageput putdeksel: riolering
Niet BGT gasput putdeksel: gas
Niet BGT inspectie- / rioolput putdeksel: riolering
Niet BGT kolk putdeksel: riolering
Niet BGT waterleidingput putdeksel: waterleiding
Sensor Type:
Niet BGT camera paal
Niet BGT debietmeter paal
Niet BGT hoogtedetectieapparaat sensor: hoogtedetectieapparaat
Niet BGT detectielus vervalt waarschijnlijk
Niet BGT weerstation paal
Niet BGT flitser paal
Niet BGT waterstandmeter paal
Niet BGT windmeter paal
Niet BGT lichtcel paal
Niet BGT GMS sensor sensor: GMS sensor
Niet BGT radar detector paal
Straatmeubilair Type:
Niet BGT abri straatmeubilair
Niet BGT bolder paal
Niet BGT brievenbus straatmeubilair
Niet BGT fietsenrek straatmeubilair
Niet BGT kunstobject straatmeubilair
Niet BGT openbaar toilet straatmeubilair
Niet BGT slagboom straatmeubilair
Niet BGT speelvoorziening straatmeubilair
Niet BGT telefooncel straatmeubilair
Niet BGT bank straatmeubilair
Niet BGT picknicktafel straatmeubilair
Niet BGT fontein straatmeubilair
Niet BGT lichtpunt straatmeubilair
Niet BGT parkeerbeugel straatmeubilair
Niet BGT betaalautomaat straatmeubilair
Niet BGT reclamezuil paal
Niet BGT fietsenkluis straatmeubilair
Niet BGT herdenkingsmonument straatmeubilair
Waterinrichtings-element Type:
Niet BGT remmingswerk geleider: remmingswerk
Niet BGT betonning paal
Niet BGT geleidewerk geleider: geleidewerk
Niet BGT vuilvang kunstwerkdeel: type vuilvang
Niet BGT meerpaal paal
Niet BGT hoogtemerk vervalt waarschijnlijk
Weginrichtings-element Type:
Niet BGT molgoot vervalt waarschijnlijk
Niet BGT lijnafwatering putdeksel: riolering
Niet BGT wegmarkering vervalt waarschijnlijk
Niet BGT wildrooster functionele wegzone: type wildrooster
Niet BGT rooster vervalt waarschijnlijk
Niet BGT geleideconstructie geleider: geleideconstructie
Niet BGT balustrade gesplitst: hek en functie: valbescherming
Niet BGT boomspiegel vervalt waarschijnlijk
Niet BGT verblindingswering geleider: verblindingswering
Vegetatieobject Type:
Niet BGT boom boom
Niet BGT haag haag
Registratief Gebied
Buurt Niet BGT registratief objecttype: buurt
Openbare Ruimte Niet BGT registratief objecttype: openbare ruimte
Stadsdeel Niet BGT vervalt waarschijnlijk
Waterschap Niet BGT registratief objecttype: waterschap
Wijk Niet BGT registratief objecttype: wijk
kruinlijn: lijn vervalt waarschijnlijk als eigenschap
op talud: ja/nee vervalt waarschijnlijk als eigenschap
Overbrugging is beweegbaar J/N eigenschap bij overbrugging

9.2 BAG

BAG object SOR-begrip in dit document
woonplaats registratief object; woonplaats
openbare ruimte registratief object; openbare ruimte
nummeraanduiding registratief object; nummeraanduiding
pand fysiek object; gebouw
ligplaats registratief object; benoemde plaats
standplaats registratief object; benoemde plaats
verblijfsobject functioneel object; verblijfsobject

9.3 BRT

De transponering vanuit de BRT zal op een later moment worden toegevoegd op basis van de resultaten van het traject BRT.Next.

9.4 Nieuw in de SOR

Nieuw in de SOR gezien vanuit de BGT en BAG:

Reële objecttypen:

Functionele objecttypen:

Registratieve objecttypen:

Geografische objecttypen:

Vraag in de consultatie:

Er wordt overwogen om bovenstaande zaken nieuw op te nemen in de SOR. Vindt u dit een goed voorstel? Kunt u voor de voor u relevante wijzigingen aangeven voor welke gebruikstoepassingen deze opname van belang is?

9.5 Niet opnemen in SOR

Voorstel om de volgende, in BGT|IMGeo 2.2 opgenomen typeringen, niet meer op te nemen in de SOR:

Vraag in de consultatie:

Er wordt overwogen om bovenstaande objecten en typeringen niet meer op te nemen in de SOR. Als u denkt dat het verwijderen van objecttype(n) tot problemen gaat leiden, kunt u dan toelichten voor welke gebruikstoepassingen deze informatie gebruikt wordt en of deze informatie uit andere bronnen afgeleid kan worden?

Vraag in de consultatie:

Als u van mening bent dat kruinlijnen en op talud niet gemist kunnen worden, kunt u dan toelichten voor welke gebruikstoepassingen deze informatie gebruikt wordt en of deze informatie ook uit andere bronnen afgeleid kan worden?

10. Bijlagen

10.1 Lijst met afkortingen

Afkorting Beschrijving
DiSGeo Doorontwikkeling in Samenhang van de Geo-basisregistraties
SOR Samenhangende ObjectenRegistratie
NEN3610 Basismodel voor geo-informatiemodellen
BAG Basisregistratie Adressen en Gebouwen
BGT Basisregistratie Grootschalige Topografie
BRT Basisregistratie Topografie
BRT.next nieuwe vorm van Basisregistratie Topografie
WOZ Basisregistratie Waardering Onroerende Zaken
BOR Beheer van de Openbare Ruimte
AHN Actueel Hoogtebestand Nederland
PBP Plaatsbepalingspunt
LoD Level of Detail
LR Lineair Referencing
UOI Unieke Object Identificatie
RD Coördinatensysteem van de Rijksdriehoeksmeting
NAP Normaal Amsterdams Peil
ETRS89 European Terrestrial Reference System 1989

10.2 Gebruikte werkdocumenten