BRO Gegevenscatalogus Grondwatermonitoringnet

Geonovum Informatiemodel
Consultatieversie

Deze versie:
https://docs.geostandaarden.nl/bro/cv-im-gmn-20190325/
Laatst gepubliceerde versie:
https://docs.geostandaarden.nl/bro/gmn/
Laatste werkversie:
https://broprogramma.github.io/GMN/
Redacteurs:
TNO Geologische Dienst Nederland
Geonovum
Doe mee:
GitHub BROprogramma/GMN
Dien een melding in
Revisiehistorie
Pull requests
Rechtenbeleid:

Samenvatting

Samenvatting van informatiemodel.

Status van dit document

Deze paragraaf beschrijft de status van dit document ten tijde van publicatie. Het is mogelijk dat er actuelere versies van dit document bestaan. Een lijst van Geonovum publicaties en de laatste gepubliceerde versie van dit document zijn te vinden op https://www.geonovum.nl/geo-standaarden/alle-standaarden.

Dit is een door de werkgroep goedgekeurde consultatieversie. Commentaar over dit document kan gestuurd worden naar geo-standaarden@geonovum.nl.

1. Inleiding

1.1 Doel en doelgroep

In de basisregistratie ondergrond (BRO) wordt een aantal typen gegevens geregistreerd, de registratieobjecten. Voor elk van deze registratieobjecten wordt er een catalogus gepubliceerd.

De catalogus bestaat uit een inleiding over het specifieke registratieobject en de gegevensdefinitie voor het registratieobject. De catalogus beschrijft welke gegevens over het registratieobject in de basisregistratie ondergrond zijn opgeslagen. Het document is bedoeld voor alle gebruikers van de basisregistratie ondergrond en moet duidelijk maken welke gegevens er in het systeem zitten. Aan aanleverende partijen moet het vertellen welke gegevens in de basisregistratie ondergrond moeten komen, en aan afnemende partijen welke gegevens zij in de basisregistratie ondergrond mogen verwachten. Het document is voor een breed publiek bedoeld en de informatie moet naast precies ook begrijpelijk zijn.

1.2 Samenhang met andere documentatie

Voor ieder registratieobject worden de volgende beschrijvende documenten opgesteld:

De catalogus beschrijft de inhoud van de basisregistratie ondergrond en vormt de basis voor de andere beschrijvende documenten. In de catalogus staan de definities van de gegevens van het registratieobject, de entiteiten en attributen, met een beschrijving van de onderlinge samenhang. Bij de definitie worden de kardinaliteit (het aantal keer dat het gegeven voorkomt), de regels die in controles worden gebruikt en de waarden die zijn toegestaan vermeld.

Een handboek voor inname of uitgifte beschrijft het proces dat bij inname of uitgifte van gegevens wordt doorlopen. In een handboek worden ook de gegevens gedefinieerd die betrekking hebben op het proces van inname of uitgifte. Om te zien wat er aangeleverd moet worden of wat er uitgeleverd kan worden, heeft men de catalogus nodig.

De koppelvlakbeschrijvingen zijn geschreven voor softwareontwikkelaars. Op basis van de twee vorige typen documenten staat hierin beschreven hoe het registratieobject en de bijbehorende transacties worden vertaald naar het technische koppelvlak dat is gerealiseerd door middel van webservices. De koppelvlakbeschrijving gaat dus in op de technische realisatie van de transacties waarbinnen gegevens van het registratieobject worden uitgewisseld.

Deze documenten hangen samen zoals hieronder afgebeeld.

TODO afbeelding opnemen

Figuur 1 Samenhang tussen documentatie

Naast deze documenten is er een document dat het systeem van de BRO als geheel beschrijft met als titel BRO-architectuur. In dat document wordt het ontwerp en de algemene werking van de BRO beschreven. Het document BRO-architectuur is alleen nog in een eerste en prille versie beschikbaar.

1.3 Leeswijzer

De volgende hoofdstukken van dit document geven respectievelijk een algemene inleiding in kenmerken en begrippen uit de basisregistratie ondergrond, een inleiding in het begrip grondwater, een uitleg over de catalogus en tenslotte de catalogus zelf.

In de tekst van hoofdstuk 3 zijn termen cursief weergegeven als het termen zijn die in de gegevensdefinitie zijn gedefinieerd.

2. Algemene kenmerken en begrippen

2.1 Opzet van het systeem

De basisregistratie ondergrond is een systeem dat een schakel vormt in een informatieketen. Aan het begin van de keten staan bestuursorganen die opdracht geven tot de productie van gegevens, of zelf gegevens produceren. Die bestuursorganen worden bronhouders genoemd. De geproduceerde gegevens worden door een dataleverancier geleverd aan de beheerder van het systeem, de registerbeheerder. De bronhouder is verantwoordelijk voor de levering van gegevens. Hij kan besluiten zelf dataleverancier te zijn of andere partijen een machtiging voor levering te verlenen. De beheerder van de basisregistratie ondergrond registreert de aangeleverde gegevens en levert ze voor (her)gebruik door aan allerlei afnemers.

De opzet van het systeem moet begrepen worden vanuit de verantwoordelijkheden die in de keten zijn belegd. De aangeleverde gegevens vallen onder de verantwoordelijkheid van de bronhouder en de registerbeheerder mag die gegevens niet veranderen. De registerbeheerder moet echter wel gegevens toevoegen om het systeem te kunnen beheren en hij kan gegevens toevoegen om de afnemers goed van dienst te kunnen zijn.

Bij wet is geregeld dat de basisregistratie ondergrond zo wordt opgezet dat er onderscheid bestaat tussen de gegevens die aan de registerbeheerder zijn aangeleverd en de gegevens die de registerbeheerder aan de afnemers verstrekt. Het systeem valt uiteen in twee grote deelsystemen, het register brondocumenten en de registratie ondergrond (zie figuur 2).

Figuur 2 De twee grote deelsystemen van de basisregistratie ondergrond.

Een geheel van gegevens dat door of onder verantwoordelijkheid van een bronhouder wordt aangeleverd, wordt een brondocument genoemd. De brondocumenten worden in het register brondocumenten ondergrond opgeslagen. De gegevens uit de brondocumenten worden samen met de gegevens die de registerbeheerder toevoegt in de registratie ondergrond vastgelegd. De registratie ondergrond is het deelsysteem dat gebruikt wordt voor uitgifte.

Met deze opzet verkrijgt het systeem de nodige flexibiliteit. Zo kan een object in de registratie ondergrond gegevens bevatten die uit meer dan één brondocument afkomstig zijn en bij uitgifte kunnen gegevens van verschillende objecten met elkaar gecombineerd worden. Ook is het mogelijk met het brondocument gegevens op te slaan die alleen voor de bronhouder en de aanleverende partij van belang zijn.

De gegevensdefinitie dekt alle gegevens die opgenomen zijn in de registratie ondergrond. Verreweg de meeste gegevens komen uit de brondocumenten die de dataleverancier aanlevert en een paar gegevens komen voort uit de overdracht van een brondocument aan de registerbeheerder. Aan de aangeleverde gegevens worden enkele gegevens door de registerbeheerder toegevoegd. Als een gegeven is toegevoegd door de basisregistratie ondergrond wordt dat in de beschrijving expliciet vermeld.

Alle gegevens in de registratie ondergrond worden uitgegeven, maar niet alle afnemers kunnen alle gegevens geleverd krijgen. De gegevens die niet aan alle afnemers worden uitgeleverd zijn de gegevens die alleen nodig zijn in de communicatie tussen de registerbeheerder enerzijds en de dataleveranciers en bronhouders anderzijds.

2.2 Registratieobject

Het registratieobject is dé eenheid in de data-architectuur van de basisregistratie ondergrond. Voor de registerbeheerder is het de elementaire bouwsteen van het systeem dat hij moet beheren.

Een registratieobject verwijst naar een eenheid van informatie die onder de verantwoordelijkheid van één bronhouder valt en die met een bepaald doel is of wordt gemaakt. Het is in directe of indirecte zin gedefinieerd in de ruimte en dat wil zeggen dat een registratieobject een plaats op het aardoppervlak heeft of dat het gekoppeld is aan een ander type registratieobject met een plaats op het aardoppervlak.

Een registratieobject is niet alleen in de ruimte maar ook in de tijd gedefinieerd. Het leven van een registratieobject begint op het moment dat de gegevens zijn geregistreerd en dat is zo kort mogelijk nadat de gegevens zijn geproduceerd. De levensduur van een registratieobject, en de veranderlijkheid van de gegevens verschilt van object tot object. Een grondwatermonitoringput kan tientallen jaren gebruikt worden voor het meten van grondwaterstanden en in deze periode kunnen er nieuwe gegevens ontstaan. Dat betekent dat de gegevens van de put in de registratie ondergrond gedurende zijn hele levensduur bijgewerkt moeten kunnen worden. Aan de andere kant van het spectrum staan de objecten waarvan alle gegevens in een keer worden vastgelegd. Geotechnisch sondeeronderzoek is daar een voorbeeld van. Sondeeronderzoek is eenmalig onderzoek en het resultaat ervan kan al na een of enkele dagen aan de bronhouder worden overhandigd.

2.3 Registratiedomein

Registratieobjecten worden in de basisregistratie ondergrond gegroepeerd in domeinen. Vooralsnog worden zes domeinen onderscheiden:

De domeinen zijn vanuit het oogpunt van beheer van belang voor de ordening van het systeem. Daarnaast zijn zij nuttig in de communicatie met de partijen die bij de realisatie van het systeem betrokken zijn.

2.4 Kwaliteitsregime

In de basisregistratie ondergrond worden niet alleen gegevens geregistreerd die dateren van na de datum waarop de wet van kracht is geworden. Ook oudere gegevens zullen in de basisregistratie ondergrond worden opgenomen. De noodzaak daartoe ligt in de wet verankerd. Die schrijft voor dat de gegevens uit de eerder bestaande systemen DINO en BIS zo veel mogelijk naar de basisregistratie ondergrond moeten worden overgezet. Verder staat de wet toe dat bronhouders tot vijf jaar na de inwerkingtreding van de wet historische gegevens ter registratie mogen aanbieden.

Historische gegevens kunnen niet altijd voldoen aan de strikte regels die de basisregistratie ondergrond stelt. Zo kan het voorkomen dat voor gegevens die volgens de strikte regels van de basisregistratie ondergrond verplicht zijn, geen waarde bekend is. Om de verwerking van de twee categorieën gegevens naast elkaar mogelijk te maken, worden twee kwaliteitsregimes gehanteerd. Voor de aanlevering van gegevens volgens de strikte regels geldt het IMBRO-regime. Bij de aanlevering van historische gegevens wordt geaccepteerd dat een aantal formeel verplichte gegevens geen waarde heeft. Voor deze gegevens wordt het IMBRO/A-regime gehanteerd en dat kent dus minder strikte regels.

De introductie van de twee kwaliteitsregimes geeft de bronhouder gedurende een bepaalde periode een zekere mate van vrijheid. Het kan bijvoorbeeld praktisch blijken het IMBRO/A-regime te hanteren voor gegevens die weliswaar pas na de datum waarop de wet in werking is getreden zijn geproduceerd maar die voortkomen uit opdrachten die al voor die datum zijn gegeven. Ook kan het voorkomen dat historische gegevens wel aan alle strikte voorwaarden voldoen en dan is het wenselijk de gegevens onder IMBRO-regime aan te leveren.

De periode waarin de bronhouders die vrijheid hebben wordt de transitieperiode genoemd. Over de duur van de transitieperiode zijn nog geen afspraken gemaakt. Na afloop van de transitieperiode kan alleen onder het strikte IMBRO-regime worden aangeleverd.

2.5 Formele en materiële geschiedenis

De basisregistratie ondergrond maakt deel uit van het stelsel van basisregistraties. Binnen het stelsel maakt men onderscheid tussen de materiële geschiedenis en de formele geschiedenis van een object.

Het begrip materiële geschiedenis wordt gebruikt om de veranderingen van eigenschappen van een object in de werkelijkheid aan te duiden. De materiële geschiedenis van een object wordt, voor zover relevant, in de registratie ondergrond vastgelegd. Niet alle registratieobjecten hebben een materiële geschiedenis, alleen de objecten met een levensduur, zoals de grondwatermonitoringput.

Het begrip formele geschiedenis wordt gebruikt voor de veranderingen van eigenschappen van een object in de registratie zelf. De meeste van die veranderingen gaan terug op een verandering van eigenschappen in de werkelijkheid, en de formele geschiedenis geeft aan wanneer de veranderingen in het systeem geregistreerd zijn. De formele geschiedenis kent ook gebeurtenissen die niet het gevolg zijn van een verandering in de werkelijke eigenschappen van een object. Die gebeurtenissen hebben betrekking op correcties. Het kan gebeuren dat een bronhouder erachter komt dat er een onjuiste waarde was geregistreerd en dan zorgt hij ervoor dat die verbeterd wordt. De registratie van de verbetering is een formele gebeurtenis.

Alle registratieobjecten hebben een formele geschiedenis en die wordt in de registratie ondergrond globaal vastgelegd in de registratiegeschiedenis van het object. Globaal wil zeggen dat de registratie ondergrond alleen een overzicht van de formele geschiedenis geeft. Voor de details moet het register brondocumenten ondergrond worden geraadpleegd.

Bij correctie wordt het betreffende gegeven in de registratie ondergrond overschreven en is de oude waarde van het gegeven niet meer direct beschikbaar voor de afnemers. Zou een afnemer toch willen weten wat de eerdere foute waarde was, dan moet hij het register brondocumenten raadplegen.

2.6 Coördinaten en referentiestelsels

De registratieobjecten van de basisregistratie ondergrond zijn gedefinieerd in de ruimte en dat wil zeggen dat een object zelf een plaats op het aardoppervlak, een locatie, heeft, of dat het gekoppeld is aan een ander type registratieobject met een locatie. Afhankelijk van het type registratieobject, wordt de locatie geregistreerd als een punt, een lijn of een vlak.

De locatie is de horizontale positie van een object. Voor bepaalde objecten is het voldoende dat alleen die horizontale positie wordt vastgelegd, maar voor veel objecten is ook de verticale positie van belang.

Posities worden vastgelegd in coördinaten en die zijn gedefinieerd in een bepaald referentiestelsel.

Er zijn verschillende typen referentiestelsels. Zo spreekt men van horizontale referentiestelsels (2D), verticale referentiestelsels (1D), gecombineerde referentiestelsels (2D, 1D) en werkelijke 3D referentiestelsels. In Nederland worden de horizontale en de verticale component van een positie in een afzonderlijk stelsel uitgedrukt. Het is vandaag de dag mogelijk met gps een positie in een 3D-referentiestelsel vast te leggen, maar de wens over te stappen op het gebruik van 3D is nog door geen van de partijen die betrokken zijn bij de basisregistratie ondergrond naar voren gebracht.

2.6.1 Referentiestelsels voor de horizontale positie

In Nederland zijn traditioneel verschillende referentiestelsels voor de horizontale positie in gebruik. In 2009, bij de eerste voorbereidingen voor de totstandkoming van de basisregistratie ondergrond, is al vastgesteld dat de verscheidenheid aan referentiestelsels de basisregistratie ondergrond voor problemen stelt omdat de registratie dan niet gemakkelijk op een eenduidige manier bevraagd kan worden. In de registratie ondergrond worden namelijk zowel gegevens met een locatie op land als gegevens met een locatie op zee geregistreerd. In de toenmalige praktijk werden op land en op zee verschillende stelsels gebruikt. Op land werd RD gebruikt en op zee waren verschillende stelsels in gebruik, waarvan WGS84 de belangrijkste was.

In 2009 was ook al bekend dat de Europese kaderrichtlijn INSPIRE de lidstaten vraagt de gegevens in Europa in één referentiestelsel uit te gaan wisselen, te weten, in ETRS89. Met dat in gedachten, is het besluit genomen het BRO-systeem zo in te richten dat de registratie bevraagd gaat worden in ETRS89.

Het besluit wordt ondersteund door ontwikkelingen in Nederland. Sinds 2013 wordt er door de drie belangrijkste autoriteiten in Nederland op het gebied van referentiestelsels, het Kadaster, de Dienst der Hydrografie en Rijkswaterstaat, gewerkt aan de totstandkoming van nieuwe afspraken. Die afspraken moeten in lijn zijn met Europese afspraken en leiden tot heldere en eenduidige transformatieprocedures tussen referentiestelsels. Concreet betekent dit dat in Nederland op termijn het ETRS89-stelsel als standaard zal worden gehanteerd voor het uitwisselen van geo-informatie.

Het besluit betekent niet dat de gegevens ook in ETRS89 aangeleverd moeten worden. De basisregistratie ondergrond voorziet een periode van transitie waarin de aanleverende partijen zelf bepalen wanneer zij overstappen op ETRS89. Die periode zal naar verwachting jaren duren. Om de transitie te ondersteunen hanteert de basisregistratie ondergrond de volgende spelregels:

  • Gegevens mogen in een beperkt aantal referentiestelsels worden aangeleverd (RD, WGS84 en ETRS89).
    • Voor locaties op land wordt alleen RD of ETRS89 toegestaan.
    • Voor locaties op zee wordt alleen WGS84 of ETRS89 toegestaan.
  • De aangeleverde coördinaten worden in de registratie opgeslagen.
  • De aangeleverde coördinaten worden door de basisregistratie ondergrond getransformeerd naar het ETRS89 referentiestelsel.
  • De getransformeerde coördinaten worden naast de aangeleverde coördinaten opgeslagen.
  • Bij de getransformeerde coördinaten wordt ook een identificatie van de gebruikte transformatiemethode opgeslagen.
  • Als de coördinaten in ETRS89 zijn aangeleverd, dan staat bij aangeleverde en getransformeerde positie dezelfde informatie. Voor de locatie worden de getransformeerde coördinaten en de aangeleverde coördinaten beide aan de afnemers verstrekt.

2.6.2 Referentiestelsels voor de verticale positie

In Nederland zijn voor verticale posities op land en zee verschillende referentiestelsels in gebruik. Op land wordt NAP gebruikt. Op zee is het in de voor de basisregistratie ondergrond relevante werkvelden gebruikelijk posities uit te drukken t.o.v. het gemiddeld zeeniveau (MSL, Mean Sea Level), maar posities t.o.v. LAT komen ook voor (Lowest Astronomical Tide). Dit laatstgenoemde stelsel wordt in de kaderrichtlijn INSPIRE genoemd als het stelsel van voorkeur voor het uitdrukken van verticale posities op zee. De basisregistratie ondergrond staat daarom op zee het gebruik van LAT naast MSL toe. Aangeleverde verticale posities worden door de basisregistratie ondergrond niet getransformeerd.

2.7 Gegevens op land en op zee

De basisregistratie ondergrond bevat gegevens over de ondergrond van Nederland en zijn zgn. Exclusieve Economische Zone (EEZ). De EEZ is het gebied op de Noordzee waar Nederland economische rechten heeft. Voor de referentiestelsels die bij aanlevering worden toegestaan, is het van belang te weten of de locatie van een object op zee of op land ligt.

Als scheidingslijn tussen land en zee wordt in de basisregistratie ondergrond de UNCLOS-basislijn gehanteerd. Het beheer van de basislijn valt onder de verantwoordelijkheid van de Dienst der Hydrografie van het ministerie van Defensie. Deze dienst voert die taak uit op basis van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties uit 1982, dat in het Engels de United Nations Convention on the Law of the Sea (UNCLOS) heet. De basislijn is opgebouwd uit de nulmeterdieptelijn zoals weergegeven op de zeekaarten en enkele rechte basislijnen die onder meer de monding van de Westerschelde en de wateren tussen de Waddeneilanden afsluiten.

De grens tussen land en zee is veranderlijk. De Dienst der Hydrografie stelt de grens opnieuw vast wanneer daartoe voldoende aanleiding is. De basisregistratie ondergrond hanteert bij inname de meest recente versie van de UNCLOS-basislijn en controleert daarmee of de juiste referentiestelsels gebruikt worden.

Tussen het moment waarop de locatie van een object wordt bepaald en het moment waarop het gegeven in de basisregistratie ondergrond wordt vastgelegd verloopt enige tijd. In die periode kan de positie van de UNCLOS-basislijn opnieuw zijn vastgesteld, en dan ontstaat er een discrepantie die bij het aanleveren van gegevens tot problemen kan leiden. Wanneer een dergelijk probleem zich voordoet, wordt de dataleverancier gevraagd contact op te nemen met de registratiebeheerder om gezamenlijk tot een oplossing te komen.

Een soortgelijk probleem doet zich voor met betrekking tot de begrenzing van Nederland, met name van het Nederlands territoir. De grenzen van Nederland worden ieder jaar op 1 januari vastgesteld door het Kadaster en vastgelegd in de basisregistratie kadaster. De basisregistratie ondergrond controleert bij inname of een object in het gebied ligt dat Nederland en zijn Exclusieve Economische Zone omvat, en hanteert daarbij de actuele grenzen. Ook bij problemen die te herleiden zijn tot een verandering in de begrenzing van Nederland, wordt de dataleverancier gevraagd contact op te nemen met de registratiebeheerder om gezamenlijk tot een oplossing te komen.

2.8 Nauwkeurigheid van meetwaarden

Voor zinvol gebruik van gegevens met een gemeten, berekende of anderszins bepaalde waarde is het noodzakelijk dat de nauwkeurigheid van die gegevens bekend is.

Het begrip nauwkeurigheid laat zich in deze context het best omschrijven als de juistheid van een gemeten of berekende waarde. In de meeste processen waarin de waarde van een gegeven wordt bepaald, kan de afwijking van de daadwerkelijke waarde slechts via een kalibratie- of statistisch proces worden verkregen. Het resultaat omvat dan niet alleen een van de mogelijke realisaties van een meetwaarde maar ook informatie over de mogelijke spreiding van de meetwaarden.

De basisregistratie ondergrond gaat ervan uit dat de producenten van gegevens de metingen en berekeningen uitvoeren binnen een stelsel van afspraken dat binnen het desbetreffende werkveld is vastgelegd. Uitgangspunt is dat ook de eisen waaraan de gegevens op het gebied van nauwkeurigheid moeten voldoen in afspraken zijn vastgelegd. Dat kunnen praktische werkafspraken zijn, maar ook afspraken die vertaald zijn naar ISO- en NEN-normen. In de gegevensdefinitie wordt in beginsel verwezen naar die normen. Waar deze normen niet voorzien in afspraken over de nauwkeurigheid, stelt de basisregistratie ondergrond hieraan specifieke eisen. Deze zijn dan vermeld in de gegevensdefinitie.

2.9 Authentiek gegeven

In de wet is een aantal gegevens expliciet als authentiek aangeduid. Dit wordt in de gegevensdefinitie nader uitgewerkt; verreweg de meeste gegevens zijn authentiek.

Met de aanduiding authentiek wordt, zoals geformuleerd in de memorie van toelichting op de wet, tot uitdrukking gebracht dat:

  1. Het gegeven in samenhang met andere gegevens door een groot aantal bestuursorganen in verschillende processen wordt gebruikt en derhalve bestemd is voor informatie-uitwisseling tussen bestuursorganen;
  2. de verantwoordelijkheid voor betrouwbaarheid van het gegeven eenduidig geregeld is;
  3. het gegeven onderworpen is aan intern en extern kwaliteitsonderzoek, en
  4. het gegeven zich leent voor verplicht gebruik door bestuursorganen en eenmalige verstrekking door burgers en bedrijven aan de overheid.

In de praktijk mag een gebruiker van de gegevens ervan uitgaan dat alle gegevens correct zijn. De gegevensdefinitie moet de gebruiker alle informatie geven die voor een goed begrip daarvan nodig is. Heeft een gebruiker echter gerede twijfel over de juistheid van een authentiek gegeven dan wordt verwacht dat hij de registerbeheerder daarvan op de hoogte brengt. Bestuursorganen zijn, bij gerede twijfel over de juistheid van een authentiek gegeven (of het ontbreken ervan), zelfs verplicht daarvan melding te maken.

Voor alle gegevens is aangegeven of ze authentiek zijn. Ook is voor alle gegevens aangegeven of ze een waarde moeten hebben. Dat laat zien dat er gegevens kunnen zijn die authentiek zijn maar geen waarde hoeven te hebben. Juist omdat er verplichtingen gelden ten aanzien van authentieke gegevens, vraagt dit om een korte toelichting. Wanneer een authentiek gegeven geen waarde heeft moet de gebruiker ervan uitgaan dat het gegeven niet is geproduceerd. Dat geval kan zich uiteraard alleen voordoen wanneer er vrijheid van beslissen bestaat bij de bronhouder of de producent. Voor de duidelijkheid, als er wel een waarde is dan moet die ook in de basisregistratie ondergrond worden opgenomen. Bij gerede twijfel over het ontbreken van een waarde, moet een bestuursorgaan dat melden.

3. Grondwatermonitoringnet

3.1 Grondwatermonitoring

Grondwater is een belangrijke bestaansbron. Het grondwater wordt daarom in Nederland in de gaten gehouden en beheerd. Het beheer van het grondwater richt zich op de hoeveelheid bruikbaar grondwater en de kwaliteit ervan. Om dit beheer goed te kunnen uitvoeren, wordt in Nederland de toestand van het grondwater over langere tijd gevolgd. Dat heet grondwatermonitoring. Er wordt daarbij gekeken naar de grondwaterstand (kwantiteit), en naar de samenstelling van het grondwater (kwaliteit). Hiervoor worden grondwaterstandonderzoeken en grondwatersamenstellingsonderzoeken uitgevoerd.

In het domein grondwatermonitoring van de basisregistratie ondergrond staan de grondwatermonitoringnetten centraal die zijn ingesteld om het grondwater in Nederland te kunnen beheren. Het doel waarvoor een monitoringnet is ingesteld, het monitoringdoel, beperkt zich in veel gevallen tot kwantiteit of kwaliteit, maar het komt ook voor dat onderzoek aan zowel de kwantiteit als de kwaliteit wordt gedaan binnen hetzelfde grondwatermonitoringnet.

Grondwatermonitoring houdt in dat de toestand van het grondwater in een bepaald gebied, of eigenlijk in een bepaald deel van de ondergrond, over langere tijd gevolgd wordt. De uitgestrektheid van het gebied en de diepte van monitoring verschillen per grondwatermonitoringnet. Ook de duur van monitoring wisselt sterk.

In het Besluit basisregistratie ondergrond is omschreven welke vormen van monitoring onder deze basisregistratie vallen. Het belangrijkste criterium is het type organisatie dat verantwoordelijk is voor het beheer van het grondwater: de grondwatermonitoring moet door of in opdracht van een bestuursorgaan, de bronhouder, worden uitgevoerd. Verder is er een beperking aan de tijdschaal gesteld. Wanneer een monitoringnet is ingesteld om de toestand van het grondwater over een periode van ten minste één jaar te volgen, dan valt het altijd onder de basisregistratie ondergrond. Voor monitoringnetten met een kortere duur maakt het bestuursorgaan zelf de afweging of de gegevens in de basisregistratie moeten worden opgenomen. De periode van een jaar is lang genoeg voor het uitfilteren van de effecten van kleinschalige en kortdurende invloeden, zodat de informatie die in de basisregistratie wordt vastgelegd blijvende gebruikswaarde heeft. Aan de ruimtelijke schaal van monitoring zijn voor de basisregistratie ondergrond geen grenzen gesteld.

In de Regels omtrent de basisregistratie ondergrond en het Besluit basisregistratie ondergrond staat dat de basisregistratie ondergrond vooralsnog geen milieukwaliteitinformatie bevat. Voor het grondwatermonitoringdomein zijn monitoringnetten rondom milieuhygiënische projecten, waarin het met name gaat om het monitoren van de verontreiniging van de bodem en het grondwater, daarmee voorlopig buiten scope geplaatst. Op 18 december 2018 is in de Tweede Kamer een motie (Kamerstuk 34864-19) aangenomen waarin de regering wordt verzocht ‘om informatie over bodemverontreiniging in de basisregistratie ondergrond op te nemen’. Op het moment van publiceren van deze catalogus is nog niet bekend wat de gevolgen van deze motie zullen zijn voor de scope van het registratieobject Grondwaterwatermonitoringnet.

3.2 Domein grondwatermonitoring in de basisregistratie ondergrond

Het domein grondwatermonitoring in de basisregistratie ondergrond omvat de volgende vier registratieobjecten:

In de voorliggende catalogus gaat het over het registratieobject Grondwatermonitoringnet.

In de technische landelijke voorziening van de basisregistratie ondergrond worden Engelstalige benamingen gehanteerd voor de registratieobjecten. Omwille van de aansluiting hiermee worden voor de registratieobjecten Engelstalige afkortingen gebruikt. In deze catalogus worden alleen Engelstalige afkortingen en de Nederlandstalige termen gebruiken.

grondwaterdomein
Figuur 3 De samenhang tussen de vier registratieobjecten binnen het domein grondwatermonitoring.

Een grondwatermonitoringput betreft de putconstructie die gebruikt wordt om standen en/of de samenstelling van het grondwater te meten. Gewoonlijk bestaat een put uit een samenstel van buizen dat aan het oppervlak wordt beschermd tegen invloeden van buitenaf. Via de buizen wordt het grondwater dat zich op een bepaalde diepte bevindt ontsloten. Het deel van de buis waardoor het grondwater binnen kan komen is het filter. Elke buis heeft één filter. Een filter fungeert als meetpunt in de basisregistratie ondergrond.

Informatie over grondwatermonitoringput is beschreven in de Catalogus Grondwatermonitoringput. Naast putten kunnen ook bronnen gebruikt worden in grondwaterkwaliteitsmonitoring. Een bron is een locatie waar het grondwater spontaan uittreedt aan het maaiveld. Op dit moment voorziet de basisregistratie het registreren van bronnen niet. Voorzien wordt dat de gegevensdefinitie van de grondwatermonitoringput aangepast wordt, zodat het mogelijk wordt om bronnen te registreren.

Binnen het grondwaterdomein in de basisregistratie ondergrond kent alleen de grondwatermonitoringput een fysieke locatie. De drie andere registratieobjecten zijn aan het registratieobject grondwatermonitoringsput gekoppeld en hebben daarmee indirect een locatie. Bij grondwaterstandonderzoeken en grondwatersamenstellingsonderzoeken ligt de verwijzing vast naar het filter in de grondwatermonitoringput waarin het onderzoek is uitgevoerd. Daarnaast ligt bij grondwaterstandonderzoeken en grondwatersamenstellingsonderzoeken de verwijzing vast naar één of meerdere grondwatermonitoringnetten ten behoeve waarvan het onderzoek is uitgevoerd.

Een grondwatermonitoringnet is een verzameling locaties waar periodiek onderzoek aan het grondwater op een bepaalde diepte wordt gedaan om de toestand van het grondwater vanuit een perspectief te kunnen bepalen en de eventuele veranderingen erin te kunnen volgen. Het grondwatermonitoringnet faciliteert daardoor de groepering van onderzoeksgegevens door bronhouder op basis van het doel van monitoring. Het registratieobject vergroot daarmee de hergebruikswaarde voor afnemers van de gegevens van de basisregistratie ondergrond.

Een grondwatermonitoringnet valt onder de verantwoordelijkheid van één bronhouder en heeft een vastgesteld monitoringdoel. In de praktijk komt het voor dat een grondwatersamenstellingsonderzoek ten behoeve van meer dan één doel wordt uitgevoerd. Een bronhouder kan bijvoorbeeld omwille van de efficiëntie besluiten om één grondwatersamenstellingsonderzoek te laten doen, en de resultaten ervan zowel voor de Kaderrichtlijn Waterverplichtingen als voor een eigen provinciaal monitoringdoel te gebruiken. Omdat er voor afzonderlijke monitoringdoelen verschillende grondwatermonitoringnetten zijn, betekent dit voor de basisregistratie ondergrond dat een grondwatersamenstellingsonderzoek kan toebehoren aan één of meerdere grondwatermonitoringnetten.

Een grondwatersamenstellingsonderzoek kan ook worden uitgevoerd ten behoeve van meerdere doelen van verschillende bestuursorganen. In dat geval is één van deze bestuursorganen de bronhouder van het grondwatersamenstellingsonderzoek. Deze bronhouder levert het grondwatersamenstellingsonderzoek aan de basisregistratie ondergrond aan, inclusief de koppeling aan alle grondwatermonitoringnetten waarvoor het onderzoek is uitgevoerd. De bronhouder is daarmee dus ook verantwoordelijk voor de koppeling van het grondwatersamenstellingsonderzoek aan een grondwatermonitoringnet van een ander bestuursorgaan.

Voor het registratieobject Grondwaterstandonderzoek is de gegevensstandaard nog niet opgesteld. Bij het opstellen hiervan zal ook de relatie tussen het registratieobject Grondwaterstandonderzoek en het registratieobject Grondwatermonitoringnet verder uitgewerkt worden.

3.3 Wettelijk kader en monitoringdoel

Met het registratieobject Grondwatermonitoringnet wordt de groepering van samenhangende onderzoeksgegevens, namelijk van onderzoeken die vanuit hetzelfde bepaalde doel zijn uitgevoerd, tot een gegevensset gefaciliteerd. De (her)gebruikswaarde van de gegevenssets die daarmee ontstaan, overtreft die van de afzonderlijke onderzoeksgegevens: bestuursorganen en andere gebruikers worden ermee in staat gesteld om huidige en toekomstige geohydrologische vraagstukken beter en efficiënter te beantwoorden.

Een grondwateronderzoek kan ten behoeve van meer dan één monitoringdoel uitgevoerd worden: een onderzoek kan in het kader van meerdere grondwatermonitoringnetten tegelijk zijn uitgevoerd, en dus deel uitmaken van meerdere gegevenssets. In het registratieobject Grondwatermonitoringnet worden daartoe het doel van de monitoring (monitoringdoel) vastgelegd en het wettelijk kader waar dit doel uit volgt (kader aanlevering). In de bijlage is een overzicht opgenomen van de wettelijke kaders en de daarbij behorende monitoringdoelen.

Bij de registratieobjecten Grondwatersamenstellingsonderzoek en Grondwaterstandonderzoek wordt vastgelegd ten behoeve van welk(e) monitoringnet(ten) het onderzoek is uitgevoerd. Het kader aanlevering van een grondwatermonitoringnet geldt daarmee ook voor de aan het monitoringnet gekoppelde onderzoeken.

De wettelijke kaders waarbinnen grondwatermonitoring plaatsvindt, staan in de codelijst KaderAanlevering. In deze codelijst zijn alleen wetten opgenomen die op dit moment in werking zijn. Er wordt op dit moment gewerkt aan de Omgevingswet. Het is de ambitie om verschillende wetten die in de codelijst KaderAanlevering staan, waaronder de Waterwet, de Wet natuurbescherming en de Ontgrondingenwet, te laten opgaan in de Omgevingswet. De Omgevingswet is nog niet in werking getreden, en is daarom niet opgenomen in de codelijst KaderAanlevering.

In de basisregistratie ondergrond ligt alleen de huidige rechtsgrond vast op basis waarvan de monitoring plaatsvindt. Aangezien de wetgeving kan veranderen gedurende de periode van monitoren, terwijl het monitoringdoel gelijk kan blijven, geldt dat de rechtsgrond gedurende de levensduur van het grondwatermonitoringnet kan veranderen. In dat geval geeft de bronhouder de nieuwe waarde voor kader aanlevering door, en vervangt dit de waarde die op dat moment vastligt. In de basisregistratie ondergrond ligt van kader aanlevering alleen de huidige waarde vast, er wordt van dit gegeven geen materiële geschiedenis bijgehouden.

3.4 Meetpunten

Om aan te geven op welke locaties er onderzoek wordt gedaan ten behoeve van het monitoringdoel, ligt bij een grondwatermonitoringnet vast welke meetpunten onderdeel zijn van het net. Een meetpunt wordt gevormd door een filter dat zich in een buis van een grondwatermonitoringput bevindt. In de basisregistratie ondergrond ligt bij een meetpunt de verwijzing naar deze buis vast, door middel van het BRO-ID van de grondwatermonitoringput en het buisnummer.

De verzameling meetpunten geeft de samenstelling van het grondwatermonitoringnet, en geeft inzicht in het gebied waarin wordt gemonitord. Uit welke meetpunten het monitoringnet bestaat, kan veranderen in de tijd.

Om de geohydrologische context te kunnen begrijpen, moet de gebruiker van de basisregistratie ondergrond de volledige, door de bronhouder gedefinieerde, gegevensset van een grondwatermonitoringnet kunnen raadplegen. Voor optimale herbruikbaarheid is het daarom nodig dat deze lijst van meetpunten volledig en juist in de basisregistratie ondergrond wordt vastgelegd. Om het aanleveren van gegevens van de verschillende registratieobjecten in het grondwaterdomein gemakkelijker te maken is het is niet verplicht om deze gegevens meteen bij registratie aan te leveren. De lijst van meetpunten kan ook later aangevuld worden.

3.4.1 Aanduiding buis in gebruik in Grondwatermonitoringput

In het registratieobject Grondwatermonitoringput ligt voor elke buis in de put vast of het filter in die buis in gebruik is (attribuut buis in gebruik). Deze aanduiding geeft aan of het filter van de monitoringbuis een actueel meetpunt vormt in een grondwatermonitoringnet. Een filter vormt een actueel meetpunt als er binnen één of meerdere grondwatermonitoringnetten op de huidige datum een meetpunt is dat naar de betreffende buis in de put verwijst. Het al dan niet gekoppeld zijn van grondwatersamenstellingsonderzoeken of grondwaterstandonderzoeken aan de betreffende buis van de put is niet van invloed op de waarde van buis in gebruik.

De waarde van het attribuut buis in gebruik wordt door de basisregistratie ondergrond afgeleid. Dit wordt niet door een bronhouder aangeleverd. Wanneer de gegevens van de buis worden aangeleverd aan de basisregistratie ondergrond in het registratieobject Grondwatermonitoringput, krijgt buis in gebruik initieel de waarde 'onbekend'. Vervolgens past de basisregistratie ondergrond elke keer wanneer een bronhouder een verandering doorgeeft in de meetpunten van een monitoringnet als dat nodig is ook de waarde van buis in gebruik aan voor de betreffende buizen in grondwatermonitoringputten. Zodat buis in gebruik op 'ja' staat wanneer er binnen één of meerdere grondwatermonitoringnetten op de huidige datum een meetpunt is dat naar de betreffende buis in de put verwijst. En het op 'nee' staat wanneer dit niet het geval is.

3.5 Object met een levensloop

Het grondwatermonitoringnet is een object met een levensloop. Een grondwatermonitoringnet bestaat voor langere tijd, en tijdens zijn bestaan kunnen veranderingen optreden die geregistreerd moeten worden in de basisregistratie ondergrond. Registratie van gegevens van een grondwatermonitoringnet is dus geen eenmalige gebeurtenis, maar een proces dat zo lang duurt als het grondwatermonitoringnet bestaat. De levensloop van een grondwatermonitoringnet heeft een begin en een eind, en loopt gelijk met de periode waarin wordt gemonitord. De begin- en einddatum van deze monitoringperiode worden vastgelegd in de basisregistratie ondergrond. Wanneer zich tussentijds een relevante verandering voordoet, worden de nieuwe gegevens aangeboden aan de basisregistratie ondergrond. Gedurende de levensloop van een grondwatermonitoringnet kan de verzameling meetpunten veranderen. Er kunnen meetpunten bijkomen en afvallen.

Bij het registreren van het grondwatermonitoringnet geeft de bronhouder de begindatum van het monitoringnet op. Wanneer de reeds bestaande monitoringnetten voor het eerst in de basisregistratie ondergrond geregistreerd worden, zal de begindatum voor deze monitoringnetten in het verleden liggen.

Tot het moment van beëindigen blijft een grondwatermonitoringnet vanuit het oogpunt van de basisregistratie ondergrond actief. Ook als er gedurende enige of langere tijd geen grondwatersamenstellingsonderzoeken aan gekoppeld worden, of lopende grondwaterstandonderzoeken aan gekoppeld zijn. Bij het eindigen van het monitoren binnen een bepaald grondwatermonitoringnet geeft de bronhouder de einddatum op. Per die datum worden ook alle nog actieve meetpunten van het grondwatermonitoringnet beëindigd.

In de registratiegeschiedenis van elk registratieobject ligt vast sinds wanneer het is geregistreerd in de basisregistratie ondergrond (tijdstip registratie object) en wanneer de registratie is voltooid (tijdstip voltooiing registratie). Dit is onderdeel van de formele historie van het registratieobject. De begin- en einddatum van het monitoringnet kunnen andere datums zijn dan de datums in de formele historie. De begin- en einddatum zijn onderdeel van de materiële historie van het registratieobject. (Voor uitleg over materiële en formele historie van objecten: zie paragraaf 2.5 Formele en materiële geschiedenis.)

3.6 Kwaliteit en kwantiteit

In het kader van een grondwatermonitoringnet wordt onderzoek gedaan naar de kwaliteit of kwantiteit van het grondwater. Het komt ook voor dat er onderzoeken worden uitgevoerd naar beide grondwateraspecten: zowel de kwaliteit als de kwantiteit. In dat geval is wel altijd één van beide grondwateraspecten primair, en vinden er ondersteunend ook onderzoeken aan het andere aspect plaats. Bijvoorbeeld: in sommige monitoringnetten voor kwantiteit worden ook chloridegehaltes gemeten ten behoeve van eventuele correcties (‘zoutcorrecties’).

Voor de aspecten kwaliteit en kwantiteit zijn er afzonderlijke monitoringdoelen. In het geval dat er in het kader van het grondwatermonitoringnet metingen aan zowel de kwaliteit als de kwantiteit worden gedaan, wordt het monitoringdoel bij het primaire, meest belangrijke aspect vastgelegd in de basisregistratie ondergrond. Naast onderzoeken aan het primaire grondwateraspect, kunnen er ook onderzoeken aan het andere aspect gekoppeld zijn aan het grondwatermonitoringnet. Bijvoorbeeld: aan een grondwatermonitoringnet waarin primair het aspect kwantiteit wordt gemonitord, kunnen naast grondwaterstandonderzoeken ook grondwatersamenstellingsonderzoeken gekoppeld worden.

In de basisregistratie ondergrond wordt, naast het monitoringdoel, het grondwateraspect ook in een eigen attribuut vastgelegd. De gebruiker kan hierdoor grondwatermonitoringnetten selecteren op basis van het aspect dat gemonitord wordt: kwaliteit of kwantiteit.

3.7 Kwaliteitsregime IMBRO/A

Een belangrijk aandachtpunt in het domein grondwatermonitoring is het in de basisregistratie ondergrond registreren van historische onderzoeksgegevens van grondwaterkwaliteit en grondwaterstanden. Deze zijn mogelijk niet onder te brengen in een scherp gedefinieerd monitoringnet met bijbehorend wettelijk kader conform de eisen van kwaliteitsregime IMBRO.

Om grondwatermonitoringnetten te kunnen definiëren waar historische onderzoeksgegevens onder kunnen vallen, is het onder kwaliteitsregime IMBRO/A mogelijk om grondwatermonitoringnetten te definiëren zonder specifiek wettelijk kader (kader aanlevering 'archiefoverdracht') en zonder specifiek monitoringdoel (monitoringdoel 'onbekend'). Wanneer het monitoringdoel onbekend is, kan de bronhouder ervoor kiezen om het grondwateraspect 'onbekend' vast te leggen, in plaats van specifiek 'kwaliteit' of 'kwantiteit'.

Grondwatermonitoringnetten onder IMBRO/A moeten altijd betrekking hebben op een periode in het verleden: bij registratie geeft de bronhouder een einddatum in het verleden op, of anders de waarde 'onbekend'. Grondwatermonitoringnetten onder kwaliteitsregime IMBRO/A zijn bedoeld als administratieve oplossing om in de basisregistratie ondergrond historische onderzoeksgegevens te kunnen registreren waarvan niet (meer) bekend is binnen welk(e) monitoringnet(ten) deze tot stand zijn gekomen.

3.8 Samenhang en consistentie tussen verschillende registratieobjecten in het grondwaterdomein

De verschillende registratieobjecten in het grondwaterdomein en hun gegevens hebben samenhang. Zie de beschrijving hiervan in paragraaf 3.2 Domein grondwatermonitoring in de basisregistratie ondergrond, en de beschrijving over het gegeven buis in gebruik in paragraaf 3.4.1 Aanduiding buis in gebruik in Grondwatermonitoringput.

Op basis van de samenhang wordt er consistentie verwacht tussen de gegevens in verschillende registratieobjecten in het grondwaterdomein. Het is de verantwoordelijkheid van de bronhouder om deze consistentie te waarborgen. De basisregistratie ondergrond dwingt dit grotendeels niet af, behalve op het gebied van verwijzingen zoals hieronder beschreven.

De basisregistratie ondergrond dwingt alleen af dat gegevens in andere registratieobjecten waarnaar verwezen wordt, ook daadwerkelijk geregistreerd zijn. Dit geldt voor de volgende verwijzingen (zie ook het plaatje in paragraaf 3.2 Domein grondwatermonitoring in de basisregistratie ondergrond):

Daarnaast wordt op de volgende punten consistentie verwacht:

Ook met betrekking tot kwaliteitsregime geldt een specifieke samenhang tussen gegevens van verschillende registratieobjecten.

3.8.1 Buiten scope

Binnen het geheel van grondwatersamenstellingsonderzoeken die gekoppeld zijn aan een grondwatermonitoringnet, wordt soms nog een verdere groepering onderkend in meetrondes. In een meetronde wordt samenhang aangebracht tussen grondwatersamenstellingsonderzoeken die in dezelfde periode zijn uitgevoerd in verschillende meetpunten. Deze zijn door de bronhouder bedoeld om een samenhangende gegevensset te vormen. Het concept meetronde is niet opgenomen in de basisregistratie ondergrond, en maakt dus geen deel uit van het registratieobject Grondwatermonitoringnet.

3.9 INSPIRE

Het doel van de Europese kaderrichtlijn INSPIRE is het harmoniseren en openbaar maken van ruimtelijke gegevens van overheidsorganisaties ten behoeve van het milieubeleid. Het registratieobject Grondwatermonitingnet valt onder het INSPIRE-thema Environmental monitoring facilities, en om die reden moeten de gegevens in het registratieobject geschikt gemaakt worden voor uitwisseling volgens de INSPIRE-standaard. Dit wordt voor dit registratieobject geïmplementeerd middels een mapping van het gegevensmodel van het registratieobject Grondwatermonitoringnet op het gegevensmodel van het INSPIRE-thema. De inhoud van deze mapping is geen onderdeel van deze catalogus.

4. Introductie van de gegevensdefinitie

4.1 Inleiding

De gegevensdefinitie vormt het hart van de catalogus, het bevat de definities van de entiteiten waaruit het registratieobject is opgebouwd en van de eigenschappen van die entiteiten, de attributen. De entiteiten worden op volgorde behandeld. De volgende gegevens zijn vastgelegd:

Voorafgaand aan de gegevensdefinitie wordt hieronder een toelichting gegeven die voor een goed begrip nodig is. Eerst wordt een toelichting gegeven op het domeinmodel, daarna wordt de typering van formaten behandeld en vervolgens de relatie tussen kardinaliteit en regels.

4.2 Toelichting domeinmodel

Het registratieobject is in volledigheid beschreven en gemodelleerd. Dat laatste wil niet anders zeggen dan dat het registratieobject op inzichtelijke en samenhangende manier is opgesplitst in delen om duidelijk te kunnen maken waaruit de informatie is opgebouwd.

Modellering van informatie kent verschillende invalshoeken. In de catalogus wordt het inhoudelijke perspectief gekozen omdat dat met name waarde heeft in de communicatie tussen mensen. Zo’n model wordt in de basisregistratie ondergrond een domeinmodel genoemd. Uit het domeinmodel wordt een technisch model afgeleid dat ook meeweegt dat informatiesystemen efficiënt met elkaar moeten kunnen spreken. Het meer technische model heet productmodel en dat staat aan de basis van de technische documentatie.

Een domeinmodel maakt niet alleen de definitie van de informatie-inhoud gemakkelijker, het dient ook om inzicht te geven in de keuzen die gemaakt zijn bij het bepalen welke gegevens van belang worden geacht, en welke niet. Omdat het een goed overzicht geeft, wordt het domeinmodel opgenomen in de gegevensdefinitie van een registratieobject. Voor het domeinmodel wordt de UML notatie gebruikt. Met wat kennis van de gebruikte symbolen is het makkelijk te lezen. In hoofdstuk 5 worden de gegevens in het model nader beschreven.

Het domeinmodel (zie begin van hoofdstuk 5) beschrijft het object zoals dat in de registratie ondergrond is vastgelegd. Het model beschrijft een object dat voldoet aan het strikte kwaliteitsregime (IMBRO). Eventuele bijzonderheden voor IMBRO/A zijn niet in het domeinmodel zichtbaar, maar worden bij de uitwerking in hoofdstuk 5 wel expliciet beschreven.

Het domeinmodel laat ook zien welke gegevens alleen aan de dataleverancier en de bronhouder worden uitgeleverd, deze worden voorafgegaan door een -. Alle overige attributen worden uitgeleverd aan alle afnemers en worden aangegeven met een +.

In het domeinmodel wordt de kardinaliteit van attributen en entiteiten gegeven. De kardinaliteit geeft aan hoe vaak een gegeven voorkomt. De meeste gegevens hebben kardinaliteit 1 en dat betekent dat een gegeven precies een keer voorkomt. Sommige gegevens mogen een of meer keer voorkomen, die hebben kardinaliteit 1..*. Een derde categorie vormen de gegevens die kardinaliteit 0..1 hebben. Een dergelijk gegeven komt 1 keer voor of niet. De laatste categorie heeft kardinaliteit 0..*, en een dergelijk gegeven kan 0, 1 of meer keren voorkomen.

In het domeinmodel is de kardinaliteit van entiteiten consequent opgenomen; de vier varianten kunnen allemaal voor komen. Bij attributen is, om het geheel overzichtelijk te houden, de standaardwaarde kardinaliteit 1 niet opgenomen. De kardinaliteit is alleen opgenomen wanneer die ongelijk is aan 1.

De kardinaliteit in het domeinmodel moet overigens altijd in samenhang met de regels die in de definitie van het gegeven zijn opgenomen worden begrepen. De kardinaliteit en de regels bepalen samen of een gegeven al dan niet aanwezig is (zie paragraaf 4.4).

4.3 Formaten in de gegevensdefinitie

Een formaat beschrijft welke waarden een attribuut mag hebben. Formaten zijn van een bepaald type. De typen die in de gegevensdefinitie gebruikt zijn, worden hieronder toegelicht.

4.3.1 Enumeratie

Een formaat van het type enumeratie is een limitatieve opsomming van waarden. Het is een keuzelijst met een bepaalde naam. Er wordt voor een enumeratie gekozen wanneer alle waarden bekend zijn en uitbreiding niet mogelijk is.

Wanneer een attribuut een formaat van het type enumeratie heeft, wordt bij de beschrijving van het attribuut de naam van de lijst opgenomen. De inhoud van de lijst zelf wordt in hoofdstuk 6 beschreven. In het domeinmodel wordt het formaat aangeduid met zijn naam.

4.3.2 Codelijst

Een formaat van het type codelijst is een uitbreidbare opsomming van waarden. Het is een keuzelijst met een bepaalde naam. Er wordt voor een codelijst gekozen wanneer niet alle waarden bekend zijn en uitbreiding mogelijk moet zijn. Wanneer een attribuut een formaat van het type codelijst heeft, wordt bij de beschrijving van het attribuut de naam van de lijst opgenomen. De inhoud van de codelijst zelf wordt in hoofdstuk 6 beschreven. In het domeinmodel wordt het formaat aangeduid met zijn naam.

4.3.3 Tekst

Een formaat van het type tekst bestaat uit een stuk tekst van een bepaalde maximale lengte. De tekst mag alleen bestaan uit de tekens die voorkomen in de MES-1 set. De MES-1 set omvat 335 tekens en wordt gebruikt binnen de landen van de Europese Unie die een Latijns schrift kennen.

Een formaat van het type tekst wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding tekst ook de maximale lengte mee te geven. In het domeinmodel wordt het formaat aangeduid als TekstN, waarbij N de maximale lengte aangeeft.

4.3.4 Code

Een formaat van het type code is een opeenvolging van cijfers, van letters of van cijfers en letters met een bepaald patroon en met een specifieke betekenis. Een code heeft gewoonlijk een betekenis die ook buiten de basisregistratie ondergrond geldt. Een code wordt uitgegeven door een verantwoordelijke instantie. Om het patroon van een code weer te geven wordt gebruik gemaakt van de letters C en N. De letter C staat voor character (Eng.) en duidt een letter aan, de letter N staat voor number (Eng.) en duidt een cijfer aan.

Wanneer een attribuut een formaat van het type code heeft, wordt bij de beschrijving van het attribuut de naam van het formaat en het patroon opgenomen. Uit de definitie van het attribuut zelf moet blijken wat de specifieke betekenis is van de code. In het domeinmodel wordt het formaat aangeduid met zijn naam.

4.3.5 Formaten voor datum en tijd

Voor gegevens die over tijd gaan, de temporele gegevens, worden twee formaten gebruikt. Een voor de tijd tot op de seconde nauwkeurig (DatumTijd), een voor de tijd tot op de dag nauwkeurig (Datum).

In ieder formaat gaat het om de tijd gemeten volgens de Gregoriaanse kalender. Indien het formaat DatumTijd wordt gebruikt moet ook de tijdzone worden meegegeven. Voor de tijdzone is UTC de referentie. UTC is de mondiaal geaccepteerde standaardtijd en de opvolger van GMT (Greenwich Mean Time); de drie letters staan voor Coordinated Universal Time. Door de tijdzone mee te geven kan lokale tijd worden omgezet naar UTC.

Het patroon van de twee formaten volgt dezelfde conventies. Het eerste element in het patroon staat voor het jaar, dan volgt de maand, enz., en het laatste element staat voor de tijdzone. Om de verschillende elementen aan te geven worden letters gebruikt: jaar (J), maand (M), dag (D), uur (U), minuut (M) en seconde (S), gevolgd door de tijdzone. Het aantal letters geeft de lengte aan.

Voor de meest uitgebreide variant van het patroon, die van DatumTijd, wordt dit JJJJ-MM-DDTUU:MM:SS+UU:MM. De T is het teken dat de datum en het tijdstip op die datum scheidt. De + is het scheidingteken tussen het tijdstip en de tijdzone. Zoals uit het patroon blijkt wordt de tijdzone in uren en minuten gegeven. De meeste tijdzones zijn overigens uitgedrukt in gehele uren (UU:00). In Nederland geldt Centraal Europese Tijd (UTC+1:00) of Centraal Europese Zomertijd (UTC+2.00).

4.3.5.1 DatumTijd

Het formaat DatumTijd geeft een tijdstip volgens de Gregoriaanse kalender tot op de seconde nauwkeurig. Het patroon is JJJJ-MM-DDTUU:MM:SS+UU:MM.

4.3.5.2 Datum

Het formaat Datum geeft een datum volgens de Gregoriaanse kalender tot op de dag nauwkeurig. Het patroon is JJJJ-MM-DD.

4.3.5.3 OnvolledigeDatum

Voor gegevens die onder het kwaliteitsregime IMBRO/A aangeleverd worden, geldt een derde formaat met vier keuzemogelijkheden.

  • De datum tot op de dag nauwkeurig, met als patroon JJJJ-MM-DD
  • De datum tot op de maand nauwkeurig, met als patroon JJJJ-MM
  • De datum tot op het jaar nauwkeurig, met als patroon JJJJ
  • Geen datum bekend, met als vaste waarde onbekend.

De keuze die gemaakt wordt is gebaseerd op de beschikbaarheid van gegevens. De gebruiker moet ervan uit gaan dat de informatie zo nauwkeurig mogelijk is opgenomen.

4.3.5.4 Controle op temporele gegevens

Bij inname wordt gewoonlijk gecontroleerd of een temporeel gegeven in een brondocument in een logische opeenvolging van gebeurtenissen past. Daartoe wordt de waarde vergeleken met een ander temporeel gegeven, de referentiedatum of het referentietijdstip. Er zijn vier uitwerkingen van de controle, en die worden als regel in de gegevensdefinitie benoemd:

  1. Er wordt gecontroleerd of het desbetreffende temporele gegeven niet na de referentiedatum of het referentietijdstip valt. Het desbetreffende gegeven moet dus altijd voor de referentie liggen of ermee samenvallen.
  2. Er wordt gecontroleerd of het desbetreffende temporele gegeven niet voor de referentiedatum of het referentietijdstip valt. Het desbetreffende gegeven moet dus altijd na de referentie liggen of ermee samenvallen.
  3. Er wordt gecontroleerd of het desbetreffende temporele gegeven na de referentiedatum of het referentietijdstip valt. Het desbetreffende gegeven moet dus altijd na de referentie liggen.
  4. Er wordt gecontroleerd of het desbetreffende temporele gegeven voor de referentiedatum of het referentietijdstip valt. Het desbetreffende gegeven moet dus altijd voor de referentie liggen.

4.3.6 Organisatie

Het formaat organisatie wordt gebruikt bij partijen die een rol spelen in het proces rondom het registratieobject, en in die hoedanigheid vastgelegd worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor bronhouders, dataleveranciers en uitvoerders van bepaalde (deel)activiteiten. Dit formaat heeft twee keuzemogelijkheden:

  • Het KvK-nummer wordt gebruikt bij organisaties die zijn ingeschreven in het Handelsregister. Het patroon is NNNNNNNN.
  • Het Europees handelsnummer wordt gebruikt bij organisaties die in een handelsregister van een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland zijn ingeschreven. Er is geen patroon gespecificeerd. Dit formaat heeft het type tekst van maximaal 40 tekens.

4.4 Verplichte gegevens, verplichte waarden

Bij de bespreking van het domeinmodel (zie paragraaf 4.2) is gesteld dat de kardinaliteit en de regels samen bepalen of een gegeven al dan niet aanwezig is. Voor een goed begrip van de gegevensdefinitie is dat nog niet zorgvuldig genoeg geformuleerd. In de praktijk van gegevensuitwisseling is het namelijk mogelijk een attribuut op te nemen zonder waarde. Verbijzonderd voor attributen is de juiste formulering daarom dat de kardinaliteit en de regels samen bepalen of een attribuut al dan niet aanwezig is en of een attribuut al dan niet een waarde heeft.

Uitgangspunt is dat een attribuut dat aanwezig is een waarde heeft. Een attribuut wordt alleen bij uitzondering zonder waarde in de berichten opgenomen. Het onderstaande overzicht geeft de vier mogelijkheden die voorkomen.

5. Catalogus

Deze tekst is normatief.

Domeinmodel BRO GMN - overzicht

5.1 Objecttypen

5.1.1 Objecttype Registratieobject

Naam Registratieobject
Herkomst BRO
Definitie

Het geheel van gegevens dat betrekking heeft op een grondwatermonitoringnet: een verzameling locaties waar periodiek onderzoek aan het grondwater op een of meerdere bepaalde dieptes wordt gedaan om de toestand van het grondwater in het gebied vanuit een perspectief te bepalen, om de eventuele veranderingen daarin te kunnen volgen.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

Deze entiteit bevat de generieke attributen van het registratieobject: de gegevens van een registratieobject die voorkomen bij alle verschillende soorten registratieobjecten in de basisregistratie ondergrond.

Overzicht attributen

Attribuutnaam Definitie Formaat Card
BRO-ID

De identificatie van een object dat in de registratie ondergrond is opgenomen.

Registratieobjectcode 1
bronhouder

Het KvK-nummer van de maatschappelijke activiteit van de publiekrechtelijke rechtspersoon die bronhouder is van de gegevens in de basisregistratie ondergrond.

Organisatie 1
object-ID bronhouder

De identificatie die door of voor de bronhouder is gebruikt om het object in de eigen administratie te kunnen vinden, voordat het was geregistreerd in de basisregistratie ondergrond.

Tekst200 1
dataleverancier

De identificatie die de organisatie die het object aan de basisregistratie ondergrond heeft aangeleverd, als onderneming in het Handelsregister heeft.

Organisatie 1
kwaliteitsregime

De aanduiding van de kwaliteitseis waaraan de gegevens van het object voldoen.

Kwaliteitsregime 1

5.1.2 Objecttype Grondwatermonitoringnet

Naam Grondwatermonitoringnet
Herkomst BRO
Definitie

De gegevens die het grondwatermonitoringnet identificeren.

Herkomst definitie BRO

Overzicht attributen

Attribuutnaam Definitie Formaat Card
naam

De naam waaronder het monitoringnet bekend is.

Tekst200 1
kader aanlevering

De rechtsgrond op basis waarvan, of bij afwezigheid daarvan, de activiteit naar aanleiding waarvan, het betreffende gegeven is aangeleverd aan de basisregistratie ondergrond.

KaderAanlevering 1
monitoringdoel

Het doel waarvoor de monitoring in het grondwatermonitoringnet plaatsvindt.

Monitoringdoel 1
grondwateraspect

Het aspect van grondwater dat wordt gemonitord in het grondwatermonitoringnet.

GrondwaterAspect 1
begindatum

De datum die het begin aangeeft van de periode waarin het monitoren van het grondwater plaatsvindt.

Datum 1
einddatum

De datum die het einde aangeeft van de periode waarin de grondwatermonitoring plaatsvindt.

Datum 0 .. 1
registratiegeschiedenis :

De gegevens die de geschiedenis van het object in de registratie ondergrond markeren.

1
- tijdstip registratie object

De datum en het tijdstip waarop er voor het eerst gegevens van het object in de registratie ondergrond zijn opgenomen.

DatumTijd 1
- registratiestatus

De actuele fase van registratie waarin het registratieobject zich bevindt.

Registratiestatus 1
- tijdstip laatste aanvulling

De datum en het tijdstip waarop de laatste aanvulling op de gegevens in de registratie ondergrond is doorgevoerd.

DatumTijd 0 .. 1
- tijdstip voltooiing registratie

De datum en het tijdstip waarop alle gegevens van het object in de registratie ondergrond zijn opgenomen.

DatumTijd 0 .. 1
- gecorrigeerd

De aanduiding die aangeeft of er een verbetering in de gegevens van het object in de registratie ondergrond heeft plaatsgevonden.

IndicatieJaNee 1
- tijdstip laatste correctie

De datum en het tijdstip waarop de laatste correctie in de gegevens van het registratieobject is doorgevoerd.

DatumTijd 0 .. 1
- in onderzoek

De aanduiding die aangeeft of het registratieobject door de registerbeheerder in onderzoek is genomen.

IndicatieJaNee 1
- in onderzoek sinds

De datum en het tijdstip waarop de registerbeheerder het registratieobject in onderzoek heeft genomen.

DatumTijd 0 .. 1
- uit registratie genomen

De aanduiding die aangeeft of de gegevens van het registratieobject door de registerbeheerder uit registratie zijn genomen.

IndicatieJaNee 1
- tijdstip uit registratie genomen

De datum en het tijdstip waarop het registratieobject uit registratie is genomen.

DatumTijd 0 .. 1
- weer in registratie genomen

De aanduiding die aangeeft of het object in de registratie ondergrond is opgenomen, nadat het eerder uit registratie was genomen.

IndicatieJaNee 1
- tijdstip weer in registratie genomen

De datum en het tijdstip waarop het object in de registratie ondergrond is opgenomen, nadat het uit registratie was genomen.

DatumTijd 0 .. 1
Overzicht relaties
Rol naam met kardinaliteiten Definitie
Grondwatermonitoringnet is specialisatie van Registratieobject

Het geheel van gegevens dat betrekking heeft op een grondwatermonitoringnet: een verzameling locaties waar periodiek onderzoek aan het grondwater op een of meerdere bepaalde dieptes wordt gedaan om de toestand van het grondwater in het gebied vanuit een perspectief te bepalen, om de eventuele veranderingen daarin te kunnen volgen.

Grondwatermonitoringnet [ 1 ] bestaat uit: meetpunt Meetpunt [ 0 .. * ]

Een locatie waar ten behoeve van het grondwatermonitoringnet metingen aan grondwater op een bepaalde diepte gedaan worden.

5.1.3 Objecttype Meetpunt

Naam Meetpunt
Herkomst BRO
Definitie

Een locatie waar ten behoeve van het grondwatermonitoringnet metingen aan grondwater op een bepaalde diepte gedaan worden.

Herkomst definitie BRO

Overzicht attributen

Attribuutnaam Definitie Formaat Card
begindatum

De datum waarop de periode waarin het meetpunt deel uitmaakt van het grondwatermonitoringnet begint.

Datum 1
einddatum

De datum waarop de periode waarin het meetpunt deel uitmaakt van het grondwatermonitoringnet eindigt.

Datum 0 .. 1
GMW-buisverwijzing :

De gegevens die nodig zijn voor een verwijzing naar een specifieke buis in een grondwatermonitoringput.

1
- BRO-ID

De identificatie van de grondwatermonitoringput in de basisregistratie ondergrond.

Registratieobjectcode 1
- buisnummer

Het identificerende nummer van de monitoringbuis in de grondwatermonitoringput in de basisregistratie ondergrond.

Nummer3 1
Overzicht relaties
Rol naam met kardinaliteiten Definitie
Grondwatermonitoringnet [ 1 ] bestaat uit: meetpunt Meetpunt [ 0 .. * ]

Een locatie waar ten behoeve van het grondwatermonitoringnet metingen aan grondwater op een bepaalde diepte gedaan worden.

5.2 Unions

5.2.1 Union OnvolledigeDatum

Naam OnvolledigeDatum
Herkomst BRO
Definitie

Een domein voor datums, met vier keuzemogelijkheden. Dit domein kan alleen gebruikt worden onder kwaliteitsregime IMBRO/A.

5.2.1.1 Overzicht keuze elementen
Union element Definitie Formaat Card
volledige datum Datum 1
jaar en maand Tekst7 1
jaartal Aantal4 1
onbekend RedenGeenWaarde 1

5.2.2 Union Organisatie

Naam Organisatie
Herkomst BRO
Definitie

De aanduiding van de organisatie: ofwel het KvK-nummer, of het equivalent daarvan in een handelsregister van een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland.

5.2.2.1 Overzicht keuze elementen
Union element Definitie Formaat Card
KvK-nummer

Het identificerende gegeven van een onderneming in het Handelsregister. De opbouw is NNNNNNNN.

KvK-nummer 1
Europees handelsnummer

Het domein Europees handelsnummer geeft het identificerende gegeven van een onderneming in een handelsregister van een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland.

Tekst40 1

5.3 Primitieve datatypen

5.3.1 Primitief datatype Aantal4

Naam Aantal4
Definitie

Een domein van het type aantal is een natuurlijk getal met een bepaalde maximale lengte. Het wordt gebruikt voor een telbare hoeveelheid. Een domein wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding ook de maximale lengte mee te geven. In het domeinmodel is de algemene aanduiding AantalN, waarbij N de maximale lengte aangeeft.

5.3.2 Primitief datatype Datum

Naam Datum
Definitie

Het domein Datum geeft een datum volgens de Gregoriaanse kalender tot op de dag nauwkeurig. De opbouw is JJJJ-MM-DD. Wanneer een attribuut een domein van het type Datum heeft is het voldoende de naam te geven, omdat de opbouw altijd hetzelfde is.

Patroon JJJJ-MM-DD

5.3.3 Primitief datatype DatumTijd

Naam DatumTijd
Definitie

Het domein DatumTijd geeft een tijdstip volgens de Gregoriaanse kalender tot op de seconde nauwkeurig. De opbouw is JJJJ-MM-DDTUU:MM:SS+UU:MM. Wanneer een attribuut een domein van het type DatumTijd heeft is het voldoende de naam te geven, omdat de opbouw altijd hetzelfde is.

Patroon JJJJ-MM-DDTUU:MM:SS+UU:MM

5.3.4 Primitief datatype KvK-nummer

Naam KvK-nummer
Definitie

Het domein KvK-nummer geeft het identificerende gegeven van een onderneming in het Handelsregister. De opbouw is NNNNNNNN.

5.3.5 Primitief datatype Nummer3

Naam Nummer3
Definitie

Een domein van het type nummer is een opeenvolging van cijfers met een bepaalde maximale lengte. Een nummer heeft geen rekenkundige betekenis, maar heeft een betekenisvolle volgorde. Een domein van het type nummer wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding nummer ook de maximale lengte mee te geven. In het domeinmodel is de algemene aanduiding NummerN, waarbij N de maximale lengte aangeeft.

5.3.6 Primitief datatype Registratieobjectcode

Naam Registratieobjectcode
Definitie

De identificatie van een object in de registratie ondergrond.

Toelichting

Opbouw: NNNNNNNNNNNNNNN, waarbij de eerste drie tekens gelijk zijn aan de drieletterige afkorting van het type registratieobject. Voor grondwatermonitoringnet is dit GMN. Voor grondwatermonitoringput is dit GMW. De basisregistratie ondergrond kent bij registratie automatisch de juiste waarde aan het object toe.

5.3.7 Primitief datatype Tekst7

Naam Tekst7
Definitie

Een domein van het type tekst bestaat uit een stuk tekst van een bepaalde maximale lengte. De tekst mag alleen bestaan uit de tekens die voorkomen in de MES-1 set. De MES-1 set omvat 335 tekens en wordt gebruikt binnen de landen van de Europese Unie die een Latijns schrift kennen. Een domein van het type tekst wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding tekst ook de maximale lengte mee te geven. In het domeinmodel wordt het domein aangeduid als TekstN, waarbij N de maximale lengte aangeeft.

Patroon NNNN-NN

5.3.8 Primitief datatype Tekst40

Naam Tekst40
Definitie

Een domein van het type tekst bestaat uit een stuk tekst van een bepaalde maximale lengte.

Toelichting

De tekst mag alleen bestaan uit de tekens die voorkomen in de MES-1 set. De MES-1 set omvat 335 tekens en wordt gebruikt binnen de landen van de Europese Unie die een Latijns schrift kennen. Een domein van het type tekst wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding tekst ook de maximale lengte mee te geven. In het domeinmodel wordt het domein aangeduid als TekstN, waarbij N de maximale lengte aangeeft.

5.3.9 Primitief datatype Tekst200

Naam Tekst200
Definitie

Een domein van het type tekst bestaat uit een stuk tekst van een bepaalde maximale lengte.

Toelichting

De tekst mag alleen bestaan uit de tekens die voorkomen in de MES-1 set. De MES-1 set omvat 335 tekens en wordt gebruikt binnen de landen van de Europese Unie die een Latijns schrift kennen. Een domein van het type tekst wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding tekst ook de maximale lengte mee te geven. In het domeinmodel wordt het domein aangeduid als TekstN, waarbij N de maximale lengte aangeeft.

5.4 Codelijsten

GrondwaterAspect

Het aspect van grondwater dat wordt gemonitord in het grondwatermonitoringnet.

KaderAanlevering

De rechtsgrond op basis waarvan, of bij afwezigheid daarvan, de activiteit naar aanleiding waarvan, het betreffende gegeven is aangeleverd aan de basisregistratie ondergrond.

Monitoringdoel

Het doel waarvoor de monitoring in het grondwatermonitoringnet plaatsvindt.

Registratiestatus

De actuele fase van registratie waarin het registratieobject zich bevindt.

5.5 Enumeraties

IndicatieJaNee

Een domein in de vorm van een keuzelijst met een limitatieve opsomming van waarden. Uitbreiding van de keuzelijst is niet mogelijk.

Kwaliteitsregime

Een domein in de vorm van een keuzelijst met een limitatieve opsomming van waarden voor het duiden van de kwaliteitseis waaraan de gegevens van het object voldoen. Uitbreiding van de keuzelijst is niet mogelijk.

RedenGeenWaarde

Geen datum bekend, met als vaste waarde onbekend.

5.6 Attribuut- en relatiesoort details

5.6.1 Objecttype Registratieobject

5.6.1.1 Attribuutsoort details Registratieobject BRO-ID
Naam BRO-ID
Herkomst BRO
Definitie

De identificatie van een object dat in de registratie ondergrond is opgenomen.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat Registratieobjectcode
Indicatie afleidbaar Nee
5.6.1.2 Attribuutsoort details Registratieobject bronhouder
Naam bronhouder
Herkomst BRO
Definitie

Het KvK-nummer van de maatschappelijke activiteit van de publiekrechtelijke rechtspersoon die bronhouder is van de gegevens in de basisregistratie ondergrond.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

Het gegeven is door de dataleverancier bij de overdracht meegegeven in het geval de dataleverancier niet de bronhouder is.

Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Regels

De organisatie moet binnen de basisregistratie ondergrond als bronhouder van grondwatermonitoringnet bekend zijn.

Formaat Organisatie
Indicatie afleidbaar Nee
5.6.1.3 Attribuutsoort details Registratieobject object-ID bronhouder
Naam object-ID bronhouder
Herkomst BRO
Definitie

De identificatie die door of voor de bronhouder is gebruikt om het object in de eigen administratie te kunnen vinden, voordat het was geregistreerd in de basisregistratie ondergrond.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Basisgegeven
Formaat Tekst200
Indicatie afleidbaar Nee
5.6.1.4 Attribuutsoort details Registratieobject dataleverancier
Naam dataleverancier
Herkomst BRO
Definitie

De identificatie die de organisatie die het object aan de basisregistratie ondergrond heeft aangeleverd, als onderneming in het Handelsregister heeft.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Basisgegeven
Formaat Organisatie
Indicatie afleidbaar Nee
5.6.1.5 Attribuutsoort details Registratieobject kwaliteitsregime
Naam kwaliteitsregime
Herkomst BRO
Definitie

De aanduiding van de kwaliteitseis waaraan de gegevens van het object voldoen.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat Kwaliteitsregime
Indicatie afleidbaar Nee

5.6.2 Objecttype Grondwatermonitoringnet

5.6.2.1 Attribuutsoort details Grondwatermonitoringnet naam
Naam naam
Herkomst BRO
Definitie

De naam waaronder het monitoringnet bekend is.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

Dit is een naam die binnen het werkveld herkenbaar is. De identificatie die de bronhouder in zijn eigen administratie gebruikt, voordat het grondwatermonitoringnet was geregistreerd in de basisregistratie ondergrond, ligt vast in object-ID bronhouder.

Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat Tekst200
Indicatie afleidbaar Nee
5.6.2.2 Attribuutsoort details Grondwatermonitoringnet kader aanlevering
Naam kader aanlevering
Herkomst BRO
Definitie

De rechtsgrond op basis waarvan, of bij afwezigheid daarvan, de activiteit naar aanleiding waarvan, het betreffende gegeven is aangeleverd aan de basisregistratie ondergrond.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

De wetgever stipuleert dat het gegeven moet zijn vastgelegd om inzicht te geven in de relatie met de taken van een bestuursorgaan. Het gegeven geeft inzicht in de maatschappelijke betekenis van de informatie. Het betreft hier de huidige rechtsgrond op basis waarvan de monitoring plaatsvindt. Aangezien de wetgeving kan veranderen gedurende de periode van monitoren, terwijl het monitoringdoel gelijk kan blijven, geldt dat de rechtsgrond gedurende de levensduur van het grondwatermonitoringnet kan veranderen.

Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat KaderAanlevering
Indicatie afleidbaar Nee
5.6.2.3 Attribuutsoort details Grondwatermonitoringnet monitoringdoel
Naam monitoringdoel
Herkomst BRO
Definitie

Het doel waarvoor de monitoring in het grondwatermonitoringnet plaatsvindt.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

Voor de aspecten kwaliteit en kwantiteit zijn er verschillende monitoringdoelen. In het geval dat er in het kader van het grondwatermonitoringnet metingen aan zowel de kwaliteit als de kwantiteit worden gedaan, wordt het monitoringdoel bij het primaire, meest belangrijke aspect vastgelegd.

Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat Monitoringdoel
Indicatie afleidbaar Nee
5.6.2.4 Attribuutsoort details Grondwatermonitoringnet grondwateraspect
Naam grondwateraspect
Herkomst BRO
Definitie

Het aspect van grondwater dat wordt gemonitord in het grondwatermonitoringnet.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

In het geval dat er in het kader van het grondwatermonitoringnet metingen aan zowel de kwaliteit als de kwantiteit worden gedaan, wordt in dit attribuut het primaire, meest belangrijke aspect vastgelegd.

Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat GrondwaterAspect
Indicatie afleidbaar Nee
5.6.2.5 Gegevensgroeptype details Grondwatermonitoringnet Registratiegeschiedenis
Naam Registratiegeschiedenis
Herkomst BRO
Definitie

De gegevens die de geschiedenis van het object in de registratie ondergrond markeren.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

De gegevens staan niet in een brondocument maar worden automatisch door de basisregistratie ondergrond gegenereerd.

Attribuutsoort tijdstip registratie object Registratiegeschiedenis
Naam tijdstip registratie object
Herkomst BRO
Definitie

De datum en het tijdstip waarop er voor het eerst gegevens van het object in de registratie ondergrond zijn opgenomen.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat DatumTijd
Attribuutsoort registratiestatus Registratiegeschiedenis
Naam registratiestatus
Herkomst BRO
Definitie

De actuele fase van registratie waarin het registratieobject zich bevindt.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat Registratiestatus
Attribuutsoort tijdstip laatste aanvulling Registratiegeschiedenis
Naam tijdstip laatste aanvulling
Herkomst BRO
Definitie

De datum en het tijdstip waarop de laatste aanvulling op de gegevens in de registratie ondergrond is doorgevoerd.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

Het gegeven is alleen aanwezig wanneer na de start van de registratie van een grondwatermonitoringnet aanvullende gegevens zijn vastgelegd.

Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 0 .. 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat DatumTijd
Attribuutsoort tijdstip voltooiing registratie Registratiegeschiedenis
Naam tijdstip voltooiing registratie
Herkomst BRO
Definitie

De datum en het tijdstip waarop alle gegevens van het object in de registratie ondergrond zijn opgenomen.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

Het gegeven is alleen aanwezig als alle aan te leveren gegevens zijn geregistreerd. Na dit tijdstip kunnen geen nieuwe gegevens meer ter registratie worden aangeboden. Wel kunnen fouten in de registratie worden verbeterd.

Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 0 .. 1
Indicatie authentiek Authentiek
Regels

Het gegeven is alleen aanwezig wanneer de registratiestatusde waarde voltooidheeft.

Formaat DatumTijd
Attribuutsoort gecorrigeerd Registratiegeschiedenis
Naam gecorrigeerd
Herkomst BRO
Definitie

De aanduiding die aangeeft of er een verbetering in de gegevens van het object in de registratie ondergrond heeft plaatsgevonden.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat IndicatieJaNee
Attribuutsoort tijdstip laatste correctie Registratiegeschiedenis
Naam tijdstip laatste correctie
Herkomst BRO
Definitie

De datum en het tijdstip waarop de laatste correctie in de gegevens van het registratieobject is doorgevoerd.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 0 .. 1
Indicatie authentiek Authentiek
Regels

Het al dan niet aanwezig zijn van het gegeven wordt bepaald door de waarde van het attribuut gecorrigeerd.

Formaat DatumTijd
Attribuutsoort in onderzoek Registratiegeschiedenis
Naam in onderzoek
Herkomst BRO
Definitie

De aanduiding die aangeeft of het registratieobject door de registerbeheerder in onderzoek is genomen.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

Wanneer een registratieobject in onderzoek is genomen betekent dit dat er bij de registerbeheerder gerede twijfel bestaat over de juistheid van de geregistreerde gegevens en dat er een onderzoek is gestart om vast te stellen wat de juiste gegevens zijn. Normaliter gaat hieraan een melding van derden vooraf.

Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat IndicatieJaNee
Attribuutsoort in onderzoek sinds Registratiegeschiedenis
Naam in onderzoek sinds
Herkomst BRO
Definitie

De datum en het tijdstip waarop de registerbeheerder het registratieobject in onderzoek heeft genomen.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 0 .. 1
Indicatie authentiek Authentiek
Regels

Het al dan niet aanwezig zijn van het gegeven wordt bepaald door de waarde van het attribuut in onderzoek.

Formaat DatumTijd
Attribuutsoort uit registratie genomen Registratiegeschiedenis
Naam uit registratie genomen
Herkomst BRO
Definitie

De aanduiding die aangeeft of de gegevens van het registratieobject door de registerbeheerder uit registratie zijn genomen.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

Wanneer de registerbeheerder een registratieobject uit registratie heeft genomen, zijn de gegevens niet langer beschikbaar voor andere afnemers dan bronhouder en dataleverancier. De registerbeheerder zal een registratieobject alleen bij hoge uitzondering uit registratie nemen en alleen na akkoord van de bronhouder. Aan de beslissing gaat een proces van zorgvuldige afweging vooraf en dat komt tot uitdrukking in de regel dat een registratieobject slechts een keer uit registratie kan worden genomen.

Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat IndicatieJaNee
Attribuutsoort tijdstip uit registratie genomen Registratiegeschiedenis
Naam tijdstip uit registratie genomen
Herkomst BRO
Definitie

De datum en het tijdstip waarop het registratieobject uit registratie is genomen.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 0 .. 1
Indicatie authentiek Authentiek
Regels

Het al dan niet aanwezig zijn van het gegeven wordt bepaald door de waarde van het attribuut uit registratie genomen.

Formaat DatumTijd
Attribuutsoort weer in registratie genomen Registratiegeschiedenis
Naam weer in registratie genomen
Herkomst BRO
Definitie

De aanduiding die aangeeft of het object in de registratie ondergrond is opgenomen, nadat het eerder uit registratie was genomen.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

De registerbeheerder kan een registratieobject eenmalig uit registratie nemen, en die actie kan hij eenmalig ongedaan maken. Ook hiervoor geldt dat akkoord van de bronhouder vereist is.

Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat IndicatieJaNee
Attribuutsoort tijdstip weer in registratie genomen Registratiegeschiedenis
Naam tijdstip weer in registratie genomen
Herkomst BRO
Definitie

De datum en het tijdstip waarop het object in de registratie ondergrond is opgenomen, nadat het uit registratie was genomen.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 0 .. 1
Indicatie authentiek Authentiek
Regels

Het al dan niet aanwezig zijn van het gegeven wordt bepaald door de waarde van het attribuut weer in registratie genomen.

Formaat DatumTijd
5.6.2.6 Attribuutsoort details Grondwatermonitoringnet begindatum
Naam begindatum
Herkomst BRO
Definitie

De datum die het begin aangeeft van de periode waarin het monitoren van het grondwater plaatsvindt.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Regels IMBRO/A

Domein IMBRO/A: OnvolledigeDatum

Formaat Datum
Indicatie afleidbaar Nee
Minimumwaarde 1-1-1800
Maximumwaarde heden
5.6.2.7 Attribuutsoort details Grondwatermonitoringnet einddatum
Naam einddatum
Herkomst BRO
Definitie

De datum die het einde aangeeft van de periode waarin de grondwatermonitoring plaatsvindt.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

De bronhouder geeft de einddatum op wanneer het monitoren in het kader van het monitoringnet eindigt. Tot die tijd blijft de einddatum leeg.

Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 0 .. 1
Indicatie authentiek Authentiek
Regels

De einddatum ligt na de begindatum van het grondwatermonitoringnet.

Regels IMBRO/A

Onder kwaliteitsregime IMBRO/A is dit gegeven altijd aanwezig. Domein IMBRO/A: OnvolledigeDatum.

Formaat Datum
Indicatie afleidbaar Nee
Minimumwaarde 1-1-1800
Maximumwaarde heden
5.6.2.8 Relatiesoort details Grondwatermonitoringnet bestaat uit
Naam bestaat uit
Herkomst BRO
Definitie

Een locatie waar ten behoeve van het grondwatermonitoringnet metingen aan grondwater op een bepaalde diepte gedaan worden.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 0 .. *
Indicatie authentiek Authentiek
Gerelateerd objecttype Meetpunt

5.6.3 Objecttype Meetpunt

5.6.3.1 Attribuutsoort details Meetpunt begindatum
Naam begindatum
Herkomst BRO
Definitie

De datum waarop de periode waarin het meetpunt deel uitmaakt van het grondwatermonitoringnet begint.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Regels

De begindatum van het meetpunt ligt niet voor de begindatum van het grondwatermonitoringnet.

Formaat Datum
Indicatie afleidbaar Nee
Minimumwaarde 1-1-1800
Maximumwaarde heden
5.6.3.2 Attribuutsoort details Meetpunt einddatum
Naam einddatum
Herkomst BRO
Definitie

De datum waarop de periode waarin het meetpunt deel uitmaakt van het grondwatermonitoringnet eindigt.

Herkomst definitie BRO
Toelichting

De einddatum van het meetpunt krijgt een waarde wanneer de bronhouder deze opgeeft, of wanneer de bronhouder de einddatum van het grondwatermonitoringnet opgeeft. In dat laatste geval wordt voor alle meetpunten zonder einddatum de einddatum gelijk gesteld aan de opgegeven einddatum van het grondwatermonitoringnet. Tot die tijd blijft de einddatum leeg.

Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 0 .. 1
Indicatie authentiek Authentiek
Regels

De einddatum van het meetpunt ligt na de begindatum van het meetpunt. De einddatum van het meetpunt ligt niet na de einddatum van het grondwatermonitoringnet.

Formaat Datum
Indicatie afleidbaar Nee
Minimumwaarde 1-1-1800
Maximumwaarde heden
5.6.3.3 Gegevensgroeptype details Meetpunt GMW-buisverwijzing
Naam GMW-buisverwijzing
Herkomst BRO
Definitie

De gegevens die nodig zijn voor een verwijzing naar een specifieke buis in een grondwatermonitoringput.

Herkomst definitie BRO
Attribuutsoort BRO-ID GMW-buisverwijzing
Naam BRO-ID
Herkomst BRO
Definitie

De identificatie van de grondwatermonitoringput in de basisregistratie ondergrond.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat Registratieobjectcode
Attribuutsoort buisnummer GMW-buisverwijzing
Naam buisnummer
Herkomst BRO
Definitie

Het identificerende nummer van de monitoringbuis in de grondwatermonitoringput in de basisregistratie ondergrond.

Herkomst definitie BRO
Mogelijk geen waarde Nee
Indicatie materiële historie Nee
Indicatie formele historie Nee
Indicatie kardinaliteit 1
Indicatie authentiek Authentiek
Formaat Nummer3

5.6.4 Keuze OnvolledigeDatum

5.6.4.1 Union element details OnvolledigeDatum volledige datum
Naam volledige datum
Indicatie kardinaliteit 1
Formaat Datum
5.6.4.2 Union element details OnvolledigeDatum jaar en maand
Naam jaar en maand
Indicatie kardinaliteit 1
Formaat Tekst7
5.6.4.3 Union element details OnvolledigeDatum jaartal
Naam jaartal
Indicatie kardinaliteit 1
Formaat Aantal4
5.6.4.4 Union element details OnvolledigeDatum onbekend
Naam onbekend
Indicatie kardinaliteit 1
Formaat RedenGeenWaarde

5.6.5 Keuze Organisatie

5.6.5.1 Union element details Organisatie KvK-nummer
Naam KvK-nummer
Definitie

Het identificerende gegeven van een onderneming in het Handelsregister. De opbouw is NNNNNNNN.

Indicatie kardinaliteit 1
Formaat KvK-nummer
5.6.5.2 Union element details Organisatie Europees handelsnummer
Naam Europees handelsnummer
Definitie

Het domein Europees handelsnummer geeft het identificerende gegeven van een onderneming in een handelsregister van een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland.

Indicatie kardinaliteit 1
Formaat Tekst40

6. Inhoud van enumeraties en codelijsten

Deze tekst is normatief.

6.1 Codelijst details GrondwaterAspect

Definitie

Het aspect van grondwater dat wordt gemonitord in het grondwatermonitoringnet.

Naam IMBRO IMBRO/A Definitie
kwaliteit

De samenstelling van het grondwater.

kwantiteit

De stand of hoeveelheid van het grondwater.

onbekend

Het is onbekend welk aspect van grondwater is gemonitord.

6.2 Codelijst details KaderAanlevering

Definitie

De rechtsgrond op basis waarvan, of bij afwezigheid daarvan, de activiteit naar aanleiding waarvan, het betreffende gegeven is aangeleverd aan de basisregistratie ondergrond.

Naam IMBRO IMBRO/A Definitie
drinkwaterwet

De gegevens zijn aangeleverd in het kader van de drinkwaterwet.

kaderrichtlijnWater

De gegevens zijn aangeleverd in het kader van de kaderrichtlijn water.

ontgrondingenwet

De gegevens zijn aangeleverd in het kader van de ontgrondingenwet.

waterschapswet

De gegevens zijn aangeleverd in het kader van de waterschapswet.

waterwetGrondwaterzorgplicht

De gegevens zijn aangeleverd in het kader van de grondwaterzorgplicht volgens de waterwet.

waterwetOnttrekkingInfiltratie

De gegevens zijn aangeleverd in het kader van meldingen en/of vergunningen met betrekking tot grondwateronttrekking en/of waterinfiltratie volgens de waterwet.

waterwetPeilbeheer

De gegevens zijn aangeleverd in het kader van peilbeheer volgens de waterwet.

waterwetStrategischGrondwaterbeheer

De gegevens zijn aangeleverd in het kader van strategisch grondwaterbeheer volgens de waterwet.

waterwetWaterstaatswerkAanlegWijziging

De gegevens zijn aangeleverd in het kader van door de bronhouder uitgevoerde aanleg of wijziging van waterstaatswerken volgens de waterwet.

waterwetWaterstaatswerkBeheer

De gegevens zijn aangeleverd in het kader van het beheer van waterstaatswerken door de bronhouder volgens de waterwet.

waterwetWaterstaatswerkIngreep

De gegevens zijn aangeleverd in het kader van een vergunning voor een ingreep aan waterstaatswerken volgens de waterwet.

wetNatuurbescherming

De gegevens zijn aangeleverd in het kader van wet natuurbescherming.

archiefoverdracht

De gegevens zijn aangeleverd in het kader van archiefoverdracht.

6.3 Codelijst details Monitoringdoel

Definitie

Het doel waarvoor de monitoring in het grondwatermonitoringnet plaatsvindt.

Naam IMBRO IMBRO/A Definitie
strategischBeheerKwaliteitLandelijk

Kennis over de bruikbaarheid van de voorraad grondwater op landelijke schaal, ten behoeve van planvorming en beheerskaders.

strategischBeheerKwantiteitLandelijk

Kennis over de omvang van de voorraad grondwater op landelijke schaal, ten behoeve van planvorming en beheerskaders.

strategischBeheerKwaliteitRegionaal

Kennis over de bruikbaarheid van de voorraad grondwater op regionale schaal, ten behoeve van planvorming en beheerskaders.

strategischBeheerKwantiteitRegionaal

Kennis over de omvang van de voorraad grondwater op regionale schaal, ten behoeve van planvorming en beheerskaders.

beheersingStedelijkGebied

Kennis over de stand van het ondiepe grondwater om die in stedelijke omgeving te kunnen beheersen.

gevolgenOnttrekkingKwaliteit

Kennis over de gevolgen van het onttrekken van grondwater en/of het infiltreren van water voor de chemische samenstelling (verontreiniging) van het grondwater.

gevolgenOnttrekkingKwantiteit

Kennis over de gevolgen van het onttrekken van grondwater en/of het infiltreren van water voor de omvang van de voorraad grondwater die de mens ter beschikking staat.

gevolgenPeilbeheer

Kennis over de gevolgen van maatregelen/ingrepen in het kader van peilbeheer voor de stand van het grondwater.

gevolgenWaterstaatswerkKwaliteit

Kennis over de gevolgen van de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk voor de kwaliteit van het grondwater.

gevolgenWaterstaatswerkKwantiteit

Kennis over de gevolgen van de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk voor de stand van het grondwater.

waterstaatswerkBeheerKwaliteit

Kennis over de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van het beheer van waterstaatswerken.

waterstaatswerkBeheerKwantiteit

Kennis over de stand van het grondwater ten behoeve van het beheer van waterstaatswerken.

veiligstellingGrondwaterKwaliteit

Kennis over grondwaterverontreinigingen op de schaal van een grondwaterlichaam die de bruikbaarheid ten behoeve van mens en natuur bedreigen, met als doel het borgen van een goede chemische toestand en het signaleren van stijgende trends.

veiligstellingGrondwaterKwantiteit

Kennis over de omvang van de voorraad grondwater die beschikbaar is voor de mens op de schaal van een grondwaterlichaam, met als doel de veiligstelling hiervan.

waterstaatkundigeVerzorgingKwaliteit

Kennis over de bruikbaarheid van het grondwater ten behoeve van het operationeel beheer / de waterstaatkundige verzorging van het gebied.

waterstaatkundigeVerzorgingKwantiteit

Kennis over de omvang en/of peil van het grondwater ten behoeve van het operationeel beheer / de waterstaatkundige verzorging van het gebied.

veiligstellingDrinkwatervoorzieningKwaliteit

Kennis over de bruikbaarheid van het grondwater ten behoeve van (het veiligstellen van) de huidige en toekomstige drinkwatervoorziening.

veiligstellingDrinkwatervoorzieningKwantiteit

Kennis over de voorraad van het grondwater ten behoeve van (het veiligstellen van) de huidige en toekomstige drinkwatervoorziening.

gevolgenOntgronding

Kennis over de gevolgen van ontgronding voor de grondwaterhuishouding.

natuurbescherming

Kennis over de bruikbaarheid van het grondwater ten behoeve van de instandhouding/bescherming van de natuur.

natuurbeheer

Kennis over de stand van het grondwater om die te beheersen ten behoeve van natuurbeheer.

onbekend

Het is onbekend ten behoeve van welk doel de monitoring heeft plaatsgevonden.

6.4 Codelijst details Registratiestatus

Definitie

De actuele fase van registratie waarin het registratieobject zich bevindt.

Naam IMBRO IMBRO/A Definitie
geregistreerd

Het registeren van de gegevens van het object is gestart. De gegevens uit het eerste brondocument zijn in de registratie ondergrond vastgelegd. Er zijn daarna geen nieuwe gegevens geregistreerd.

aangevuld

Het registeren van de gegevens van het object heeft na de start van de registratie een vervolg gekregen. De gegevens in de registratie ondergrond zijn minimaal een keer aangevuld met nieuwe gegevens.

voltooid

Het registeren van de gegevens van het object is voltooid. Alle gegevens zijn in de registratie ondergrond vastgelegd en er kunnen geen nieuwe gegevens meer worden geregistreerd.

6.5 Enumeratie details IndicatieJaNee

Definitie

Een domein in de vorm van een keuzelijst met een limitatieve opsomming van waarden. Uitbreiding van de keuzelijst is niet mogelijk.

Naam IMBRO IMBRO/A Definitie
ja

Ja

nee

Nee

6.6 Enumeratie details Kwaliteitsregime

Definitie

Een domein in de vorm van een keuzelijst met een limitatieve opsomming van waarden voor het duiden van de kwaliteitseis waaraan de gegevens van het object voldoen. Uitbreiding van de keuzelijst is niet mogelijk.

Naam IMBRO IMBRO/A Definitie
IMBRO

De strikte kwaliteitseis die geldt voor alle objecten die actief zijn op of na het moment dat het registreren van grondwatermonitoringnetten in de basisregistratie ondergrond is gestart. Een object is actief tussen de begindatumen de einddatum.

IMBRO/A

De minder strikte kwaliteitseis die gebruikt kan zijn voor objecten die actief waren tot aan het moment dat het registreren van grondwatermonitoringnetten in de basisregistratie ondergrond is gestart. Een object is actief tussen de begindatumen de einddatum.

6.7 Enumeratie details RedenGeenWaarde

Definitie

Geen datum bekend, met als vaste waarde onbekend.

Naam IMBRO IMBRO/A Definitie
onbekend

Onbekend.

A. Bijlage: Wettelijk kader en monitoringdoel

In onderstaande overzicht is aangegeven:

Kader aanlevering Wetsartikelen Aspect Monitoringdoel
Waterwet - strategisch grondwaterbeheer Waterwet: art 4.1, art 4.3 kwaliteit strategischBeheerKwaliteitLandelijk - Kennis over de bruikbaarheid van de voorraad grondwater op landelijke schaal, ten behoeve van planvorming en beheerskaders.
kwantiteit strategischBeheerKwantiteitLandelijk - Kennis over de omvang van de voorraad grondwater op landelijke schaal, ten behoeve van planvorming en beheerskaders.
Waterwet: art 4.4, art 4.5 kwaliteit strategischBeheerKwaliteitRegionaal - Kennis over de bruikbaarheid van de voorraad grondwater op regionale schaal, ten behoeve van planvorming en beheerskaders.
kwantiteit strategischBeheerKwantiteitRegionaal - Kennis over de omvang van de voorraad grondwater op regionale schaal, ten behoeve van planvorming en beheerskaders.
Waterwet - grondwaterzorgplicht Waterwet: art 3.6 (lid 1) kwantiteit beheersingStedelijkGebied - Kennis over de stand van het ondiepe grondwater om die in stedelijke omgeving te kunnen beheersen.
Waterwet - onttrekking en infiltratie Waterwet: art 6.4 (lid 1), art 6.5b, art 6.10a, art 6.26 (lid 3 en 4) kwaliteit gevolgenOnttrekkingKwaliteit - Kennis over de gevolgen van het onttrekken van grondwater en/of het infiltreren van water voor de chemische samenstelling (verontreiniging) van het grondwater.
kwantiteit gevolgenOnttrekkingKwantiteit - Kennis over de gevolgen van het onttrekken van grondwater en/of het infiltreren van water voor de omvang van de voorraad grondwater die de mens ter beschikking staat.
Waterwet - peilbeheer Waterwet: art 5.2 (lid 1 en 2) kwantiteit gevolgenPeilbeheer - Kennis over de gevolgen van maatregelen/ingrepen in het kader van peilbeheer voor de stand van het grondwater.
Waterwet - waterstaatswerk aanleg en wijziging Waterwet: art 5.4 (lid 1) kwaliteit gevolgenWaterstaatswerkKwaliteit - Kennis over de gevolgen van de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk voor de kwaliteit van het grondwater.
kwantiteit gevolgenWaterstaatswerkKwantiteit - Kennis over de gevolgen van de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk voor de stand van het grondwater.*
Waterwet - waterstaatswerk ingreep (vergunning) Waterwet: art 6.5c kwantiteit gevolgenWaterstaatswerkKwantiteit - Kennis over de gevolgen van de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk voor de stand van het grondwater.*
Waterwet - waterstaatswerk beheer Waterwet: art 5.3 kwaliteit waterstaatswerkBeheerKwaliteit - Kennis over de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van het beheer van waterstaatswerken.
kwantiteit waterstaatswerkBeheerKwantiteit - Kennis over de stand van het grondwater ten behoeve van het beheer van waterstaatswerken.
Kaderrichtlijn water Richtlijn 2000/60/EG: art 1 (vastgelegd in Wet milieubeheer: art 1.2 (lid 1 en 2a) kwaliteit veiligstellingGrondwaterKwaliteit - Kennis over grondwaterverontreinigingen op de schaal van een grondwaterlichaam die de bruikbaarheid ten behoeve van mens en natuur bedreigen, met als doel het borgen van een goede chemische toestand en het signaleren van stijgende trends.
kwantiteit veiligstellingGrondwaterKwantiteit - Kennis over de omvang van de voorraad grondwater die beschikbaar is voor de mens op de schaal van een grondwaterlichaam, met als doel de veiligstelling hiervan.
Waterschapswet Waterschapswet: art 1 kwaliteit waterstaatkundigeVerzorgingKwaliteit - Kennis over de bruikbaarheid van het grondwater ten behoeve van het operationeel beheer / de waterstaatkundige verzorging van het gebied.
kwantiteit waterstaatkundigeVerzorgingKwantiteit - Kennis over de omvang en/of peil van het grondwater ten behoeve van het operationeel beheer / de waterstaatkundige verzorging van het gebied.
Drinkwaterwet Drinkwaterwet: art 2 (lid 1) kwaliteit veiligstellingDrinkwatervoorzieningKwaliteit - Kennis over de bruikbaarheid van het grondwater ten behoeve van (het veiligstellen van) de huidige en toekomstige drinkwatervoorziening.
kwantiteit veiligstellingDrinkwatervoorzieningKwantiteit - Kennis over de voorraad van het grondwater ten behoeve van (het veiligstellen van) de huidige en toekomstige drinkwatervoorziening.
Ontgrondingenwet Ontgrondingenwet: art 3 (lid 4), art 8 kwantiteit gevolgenOntgronding - Kennis over de gevolgen van ontgronding voor de grondwaterhuishouding.
Wet natuurbescherming Wet natuurbescherming: art 2.6 (lid 1) kwaliteit natuurbescherming - Kennis over de bruikbaarheid van het grondwater ten behoeve van de instandhouding/bescherming van de natuur.
kwantiteit natuurbeheer - Kennis over de stand van het grondwater om die te beheersen ten behoeve van natuurbeheer.
Archiefoverdracht (alleen onder kwaliteitsregime IMBRO/A) - kwaliteit, kwantiteit, onbekend onbekend - Het is onbekend ten behoeve van welk doel de monitoring heeft plaatsgevonden.

* Dit monitoringdoel komt voor binnen meerdere kaders aanlevering.