Dit document beschrijft de definitie van de mijnbouwwetvergunning, met een algemene toelichting.
Deze paragraaf beschrijft de status van dit document ten tijde van publicatie. Het is mogelijk dat er actuelere versies van dit document bestaan. Een lijst van Geonovum publicaties en de laatste gepubliceerde versie van dit document zijn te vinden op https://www.geonovum.nl/geo-standaarden/alle-standaarden.
Dit is een definitief concept van de nieuwe versie van het informatiemodel. Wijzigingen naar aanleiding van consultaties zijn doorgevoerd.
Dit onderdeel is niet normatief.
In de basisregistratie ondergrond (BRO) wordt een aantal typen gegevens geregistreerd, de registratieobjecten.
Een catalogus is de gegevensdefinitie van een registratieobject en beschrijft welke gegevens van het object in de BRO zijn opgeslagen. Het document is bedoeld voor alle gebruikers van de BRO en moet duidelijk maken welke gegevens er precies in het systeem zitten. Aan aanleverende partijen moet het vertellen welke gegevens in de basisregistratie ondergrond moeten komen en aan welke eisen die moeten voldoen, en aan afnemende partijen welke gegevens zij in de basisregistratie ondergrond mogen verwachten. Het document is voor een breed publiek bedoeld en de informatie moet naast precies ook begrijpelijk zijn.
Een catalogus is het resultaat van een proces van standaardisatie dat geruime tijd in beslag kan nemen. De standaardisatie is een open proces waarin de belanghebbende partijen actief betrokken worden. Het eindresultaat wordt door de wetgever vastgesteld in een ministeriële regeling.
In bepaalde gevallen is de verscheidenheid aan gegevens van een object zo groot, dat er eerst deelverzamelingen worden gedefinieerd. Het standaardisatieproces wordt dan per deelverzameling doorlopen. De deelverzamelingen worden zo gekozen dat de gegevens die in de bijbehorende catalogus worden beschreven, direct na vaststelling aan de BRO kunnen worden aangeleverd. Wanneer er deelverzamelingen worden onderscheiden, komt de catalogus van het registratieobject dus gefaseerd tot stand. Omdat inzichten in de loop van de tijd kunnen wijzigen kan het aan het eind van het hele proces nodig blijken revisies door te voeren om ongewenste verschillen tussen deelverzamelingen weg te nemen.
Een vastgestelde catalogus (zoals op wetten.nl gepubliceerd) wordt met het daarbij horende deel van het systeem van de basisregistratie ondergrond in gebruik genomen. De eerste formeel vastgestelde catalogus (zoals op wetten.nl gepubliceerd) krijgt het versienummer 1.0. Verwacht mag worden dat er na enige tijd behoefte gaat ontstaan aan gegevens die nog niet in de catalogus zijn opgenomen.
De beheerder hanteert drie typen versies voor een wijziging van een standaard. Bijvoorbeeld: versie 2.1.0 (=X.Y.Z):
In een jaar waarin een X-wijziging plaats vindt zullen er op hetzelfde registratieobject geen y-wijzigingen plaatsvinden. Als er een X- of een Y-wijziging in een jaar aan de orde is, wordt er geen z-wijziging gepland. De versie van de catalogus met inleiding (zoals hier gepubliceerd) volgt voor de normatieve stukken volledig de versie op wetten.nl. Wijzigingen aan niet normatieve teksten in dit document vallen altijd onder Z-wijzigingen en zullen maximaal 2 keer per jaar plaatsvinden.
Hoofdstuk 1 geeft het doel en de doelgroep van een catalogus.
Hoofdstuk 2 behandelt enkele algemene aspecten van het BRO-systeem en begrippen van algemene aard.
Hoofdstuk 3 is de toelichting op de gegevensdefinitie van het registratieobject die in de ministeriële regeling is opgenomen.
Hoofdstuk 4 vertelt hoe de gegevensdefinitie is opgebouwd en welke aspecten van de gegevens daarin worden beschreven.
Hoofdstuk 5 geeft de inhoud weer van het eerste artikel van de ministeriële regeling en dat is het deel waarin de definitie is opgenomen van het registratieobject, van de delen waaruit het is opgebouwd, de entiteiten, en van de eigenschappen van die delen, de attributen.
Hoofdstuk 6 geeft de inhoud weer van het tweede artikel van de ministeriële regeling en dat is het deel waarin de uitbreidbare waardelijsten staan waarnaar in hoofdstuk 5 verwezen wordt.
Dit onderdeel is niet normatief.
De landelijke voorziening van de basisregistratie ondergrond is een systeem dat een schakel vormt in een informatieketen. Aan het begin van de keten staan bestuursorganen die opdracht geven tot de productie van gegevens, of zelf gegevens produceren. Die bestuursorganen worden bronhouders genoemd. De geproduceerde gegevens worden door een dataleverancier geleverd aan de beheerder van het systeem, de registerbeheerder. De bronhouder is verantwoordelijk voor de levering van gegevens. Hij kan besluiten zelf dataleverancier te zijn of andere partijen een machtiging voor levering te verlenen. De beheerder van de landelijke voorziening van de BRO registreert de aangeleverde gegevens en levert ze voor (her)gebruik door aan allerlei afnemers.
De opzet van het systeem moet begrepen worden vanuit de verantwoordelijkheden die in de keten zijn belegd. De aangeleverde gegevens vallen onder de verantwoordelijkheid van de bronhouder en de registerbeheerder mag die gegevens niet veranderen. De registerbeheerder moet echter wel gegevens toevoegen om het systeem te kunnen beheren en hij kan gegevens toevoegen om de afnemers goed van dienst te kunnen zijn.
Bij wet is geregeld dat de basisregistratie ondergrond zo wordt opgezet dat er onderscheid bestaat tussen de gegevens die aan de registerbeheerder zijn aangeleverd en de gegevens die de registerbeheerder aan de afnemers verstrekt. Het systeem valt uiteen in twee grote deelsystemen, het register brondocumenten ondergrond en de registratie ondergrond (Figuur 1).
Een geheel van gegevens dat door of onder verantwoordelijkheid van een bronhouder wordt aangeleverd, wordt een brondocument genoemd. De brondocumenten worden in het register brondocumenten ondergrond opgeslagen. De gegevens uit de brondocumenten worden samen met de gegevens die de registerbeheerder toevoegt in de registratie ondergrond vastgelegd. De registratie ondergrond is het deelsysteem dat gebruikt wordt voor uitgifte.
Met deze opzet verkrijgt het systeem de nodige flexibiliteit. Zo kan een object in de registratie ondergrond gegevens bevatten die uit meer dan één brondocument afkomstig zijn en bij uitgifte kunnen gegevens van verschillende objecten met elkaar gecombineerd worden. Ook is het mogelijk met het brondocument gegevens op te slaan die alleen voor de bronhouder en de aanleverende partij van belang zijn.
De catalogus dekt alle gegevens die opgenomen zijn in de registratie ondergrond. Verreweg de meeste gegevens komen uit de brondocumenten die de dataleverancier aanlevert en een paar gegevens komen voort uit de overdracht van een brondocument aan de registerbeheerder. Aan de aangeleverde gegevens worden enkele gegevens door de registerbeheerder toegevoegd. Als een gegeven is toegevoegd door de BRO wordt dat in de beschrijving expliciet vermeld.
Alle gegevens in de registratie ondergrond worden uitgegeven, maar niet alle afnemers kunnen alle gegevens geleverd krijgen. De gegevens die niet aan alle afnemers worden uitgeleverd zijn de gegevens die alleen nodig zijn in de communicatie tussen de registerbeheerder enerzijds en de dataleveranciers en bronhouders anderzijds.
Het registratieobject is dé eenheid in de data-architectuur van de basisregistratie ondergrond. Voor de registerbeheerder is het de elementaire bouwsteen van het systeem dat hij moet beheren.
Een registratieobject verwijst naar een eenheid van informatie die onder de verantwoordelijkheid van één bronhouder valt en die met een bepaald doel is of wordt gemaakt. Het is in directe of indirecte zin gedefinieerd in de ruimte en dat wil zeggen dat een registratieobject een plaats op het aardoppervlak heeft of dat het gekoppeld is aan een ander type registratieobject met een plaats op het aardoppervlak.
Een registratieobject is niet alleen in de ruimte maar ook in de tijd gedefinieerd. Het leven van een registratieobject begint op het moment dat de gegevens zijn geregistreerd en dat is zo kort mogelijk nadat de gegevens zijn geproduceerd. De levensduur van een registratieobject, en de veranderlijkheid van de gegevens verschilt van object tot object. Een grondwatermonitoringput kan tientallen jaren gebruikt worden voor het meten van grondwaterstanden en in de periode kunnen er nieuwe gegevens ontstaan. Dat betekent dat de gegevens van de put in de registratie ondergrond gedurende zijn hele levensduur bijgewerkt moeten kunnen worden. Aan de andere kant van het spectrum staan de objecten waarvan alle gegevens in een keer worden vastgelegd. Geotechnisch sondeeronderzoek is daar een voorbeeld van. Sondeeronderzoek is eenmalig onderzoek en het resultaat ervan kan al na een of enkele dagen aan de bronhouder worden overhandigd.
Registratieobjecten worden in de basisregistratie ondergrond gegroepeerd in domeinen. Vooralsnog worden zes domeinen onderscheiden:
De domeinen zijn vanuit het oogpunt van beheer van belang voor de ordening van het systeem. Daarnaast zijn zij nuttig in de communicatie met de partijen die bij de realisatie van het systeem betrokken zijn.
In de basisregistratie ondergrond worden niet alleen gegevens geregistreerd die dateren van na de datum waarop de wet van kracht is geworden. Ook oudere gegevens zullen in de basisregistratie ondergrond worden opgenomen. De noodzaak daartoe ligt in de wet verankerd. Die schrijft voor dat de gegevens uit de eerder bestaande systemen DINO en BIS zo veel mogelijk naar de BRO moeten worden overgezet. Verder staat de wet toe dat bronhouders tot vijf jaar na de inwerkingtreding van de wet historische gegevens ter registratie mogen aanbieden.
Historische gegevens kunnen niet altijd voldoen aan de strikte regels die de BRO stelt. Zo kan het voorkomen dat voor gegevens die volgens de strikte regels van de BRO verplicht zijn, geen waarde bekend is. Om de verwerking van de twee categorieën gegevens naast elkaar mogelijk te maken, worden twee kwaliteitsregimes gehanteerd. Voor de aanlevering van gegevens volgens de strikte regels geldt het IMBRO-regime. Bij de aanlevering van historische gegevens wordt geaccepteerd dat een aantal formeel verplichte gegevens geen waarde heeft. Voor deze gegevens wordt het IMBRO/A-regime gehanteerd en dat kent dus minder strikte regels.
De introductie van de twee kwaliteitsregimes geeft de bronhouder gedurende een bepaalde periode een zekere mate van vrijheid. Het kan bijvoorbeeld praktisch blijken het IMBRO/A-regime te hanteren voor gegevens die weliswaar pas na de datum waarop de wet in werking is getreden zijn geproduceerd maar die voortkomen uit opdrachten die al voor die datum zijn gegeven. Ook kan het voorkomen dat historische gegevens wel aan alle strikte voorwaarden voldoen en dan is het wenselijk de gegevens onder IMBRO-regime aan te leveren.
De periode waarin de bronhouders die vrijheid hebben wordt de transitieperiode genoemd. Over de duur van de transitieperiode zijn nog geen afspraken gemaakt. Na afloop van de transitieperiode kan alleen onder het strikte IMBRO-regime worden aangeleverd.
De basisregistratie ondergrond maakt deel uit van een stelsel van basisregistraties. Binnen het stelsel maakt men onderscheid tussen de materiële geschiedenis en de formele geschiedenis van een object.
Het begrip materiële geschiedenis wordt gebruikt om de veranderingen van eigenschappen van een object in de werkelijkheid aan te duiden. De materiële geschiedenis van een object wordt, voor zover relevant, in de registratie ondergrond vastgelegd. Niet alle registratieobjecten hebben een materiële geschiedenis, alleen de objecten met een levensduur, zoals de grondwatermonitoringput.
Het begrip formele geschiedenis wordt gebruikt voor de veranderingen van eigenschappen van een object in de registratie zelf. De meeste van die veranderingen gaan terug op een verandering van eigenschappen in de werkelijkheid, en de formele geschiedenis geeft aan wanneer de veranderingen in het systeem geregistreerd zijn. De formele geschiedenis kent ook gebeurtenissen die niet het gevolg zijn van een verandering in de werkelijke eigenschappen van een object. Die gebeurtenissen hebben betrekking op correcties. Het kan gebeuren dat een bronhouder erachter komt dat er een onjuiste waarde was geregistreerd en dan zorgt hij ervoor dat die verbeterd wordt. De registratie van de verbetering is een formele gebeurtenis.
Alle registratieobjecten hebben een formele geschiedenis en die wordt in de registratie ondergrond globaal vastgelegd in de registratiegeschiedenis van het object. Globaal wil zeggen dat de registratie ondergrond alleen een overzicht van de formele geschiedenis geeft. Voor de details moet het register brondocumenten ondergrond worden geraadpleegd.
Bij correctie wordt het betreffende gegeven in de registratie ondergrond overschreven en is de oude waarde van het gegeven niet meer direct beschikbaar voor de afnemers. Zou een afnemer toch willen weten wat de eerdere foute waarde was, dan moet hij het register brondocumenten ondergrond raadplegen.
De registratieobjecten van de basisregistratie ondergrond zijn gedefinieerd in de ruimte en dat wil zeggen dat een object zelf een plaats op het aardoppervlak, een locatie, heeft, of dat het gekoppeld is aan een ander type registratieobject met een locatie. Afhankelijk van het type registratieobject, wordt de locatie geregistreerd als een punt, een lijn of een vlak.
De locatie is de horizontale positie van een object. Voor bepaalde objecten is het voldoende dat alleen die horizontale positie wordt vastgelegd, maar voor veel objecten is ook de verticale positie van belang.
Posities worden vastgelegd in coördinaten en die zijn gedefinieerd in een bepaald referentiestelsel.
Er zijn verschillende typen referentiestelsels. Zo spreekt men van horizontale referentiestelsels (2D), verticale referentiestelsels (1D), gecombineerde referentiestelsels (2D, 1D) en werkelijke 3D referentiestelsels. In Nederland worden de horizontale en de verticale component van een positie in een afzonderlijk stelsel uitgedrukt. Het is vandaag de dag mogelijk met gps een positie in een 3D-referentiestelsel vast te leggen, maar de wens over te stappen op het gebruik van 3D is nog door geen van de partijen die betrokken zijn bij de basisregistratie ondergrond naar voren gebracht.
In Nederland zijn traditioneel verschillende referentiestelsels voor de horizontale positie in gebruik. In 2009, bij de eerste voorbereidingen voor de totstandkoming van de basisregistratie ondergrond, is al vastgesteld dat de verscheidenheid aan referentiestelsels de basisregistratie ondergrond voor problemen stelt omdat de registratie dan niet gemakkelijk op een eenduidige manier bevraagd kan worden. In de registratie ondergrond worden namelijk zowel gegevens met een locatie op land als gegevens met een locatie op zee geregistreerd. In de toenmalige praktijk werden op land en op zee verschillende stelsels gebruikt. Op land werd RD gebruikt en op zee waren verschillende stelsels in gebruik, waarvan WGS84 de belangrijkste was.
In 2009 was ook al bekend dat de Europese kaderrichtlijn INSPIRE de lidstaten vraagt de gegevens in Europa in één referentiestelsel uit te gaan wisselen, te weten in ETRS89. Met dat in gedachten, is het besluit genomen het BRO-systeem zo in te richten dat de registratie bevraagd gaat worden in ETRS89.
Het besluit wordt ondersteund door ontwikkelingen in Nederland. Sinds 2013 wordt er door de drie belangrijkste autoriteiten in Nederland op het gebied van referentiestelsels, het Kadaster, de Dienst der Hydrografie en Rijkswaterstaat, gewerkt aan de totstandkoming van nieuwe afspraken. Die afspraken moeten in lijn zijn met Europese afspraken en leiden tot heldere en eenduidige transformatieprocedures tussen referentiestelsels. Concreet betekent dit dat in Nederland op termijn het ETRS89-stelsel als standaard zal worden gehanteerd voor het uitwisselen van geo-informatie.
Het besluit betekent niet dat de gegevens ook in ETRS89 aangeleverd moeten worden. De basisregistratie ondergrond voorziet een periode van transitie waarin de aanleverende partijen zelf bepalen wanneer zij overstappen op ETRS89. Die periode zal naar verwachting jaren duren. Om de transitie te ondersteunen hanteert de basisregistratie ondergrond de volgende spelregels:
In Nederland zijn voor verticale posities op land en zee verschillende referentiestelsels in gebruik. Op land wordt NAP gebruikt. Op zee is het in de voor de BRO relevante werkvelden gebruikelijk posities uit te drukken t.o.v. het gemiddeld zeeniveau (MSL, Mean Sea Level), maar posities t.o.v. LAT komen ook voor (Lowest Astronomical Tide). Dit laatstgenoemde stelsel wordt in de kaderrichtlijn INSPIRE genoemd als het stelsel van voorkeur voor het uitdrukken van verticale posities op zee. De basisregistratie ondergrond staat daarom op zee het gebruik van LAT naast MSL toe. Aangeleverde verticale posities worden door de BRO niet getransformeerd.
De basisregistratie ondergrond bevat gegevens over de ondergrond van Nederland en zijn zgn. Exclusieve Economische Zone (EEZ). De EEZ is het gebied op de Noordzee waar Nederland economische rechten heeft. Voor de referentiestelsels die bij aanlevering worden toegestaan, is het van belang te weten of de locatie van een object op zee of op land ligt.
Als scheidingslijn tussen land en zee wordt in de basisregistratie ondergrond de UNCLOS-basislijn gehanteerd. Het beheer van de basislijn valt onder de verantwoordelijkheid van de Dienst der Hydrografie van het ministerie van Defensie. Deze dienst voert die taak uit op basis van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties uit 1982, dat in het Engels de United Nations Convention on the Law of the Sea (UNCLOS) heet. De basislijn is opgebouwd uit de nulmeterdieptelijn zoals weergegeven op de zeekaarten en enkele rechte basislijnen die onder meer de monding van de Westerschelde en de wateren tussen de Waddeneilanden afsluiten.
De grens tussen land en zee is veranderlijk. De Dienst der Hydrografie stelt de grens opnieuw vast wanneer daartoe voldoende aanleiding is. De BRO hanteert bij inname de meest recente versie van de UNCLOS-basislijn en controleert daarmee of de juiste referentiestelsels gebruikt worden.
Tussen het moment waarop de locatie van een object wordt bepaald en het moment waarop het gegeven in de basisregistratie ondergrond wordt vastgelegd verloopt enige tijd. In die periode kan de positie van de UNCLOS-basislijn opnieuw zijn vastgesteld, en dan ontstaat er een discrepantie die bij het aanleveren van gegevens tot problemen kan leiden. Wanneer een dergelijk probleem zich voordoet, wordt de dataleverancier gevraagd contact op te nemen met de registratiebeheerder om gezamenlijk tot een oplossing te komen.
Een soortgelijk probleem doet zich voor met betrekking tot de begrenzing van Nederland, met name van het Nederlands territoir. De grenzen van Nederland worden ieder jaar op 1 januari vastgesteld door het Kadaster en vastgelegd in de basisregistratie kadaster. De BRO controleert bij inname of een object in het gebied ligt dat Nederland en zijn Exclusieve Economische Zone omvat, en hanteert daarbij de actuele grenzen. Ook bij problemen die te herleiden zijn tot een verandering in de begrenzing van Nederland, wordt de dataleverancier gevraagd contact op te nemen met de registratiebeheerder om gezamenlijk tot een oplossing te komen.
Binnen het domein Mijnbouwwet wordt de scheidingslijn tussen land en zee niet bepaald door de UNCLOS-basislijn, maar door een over zee lopende lijn die is vastgelegd in een bijlage bij de Mijnbouwwet. In de registratie ondergrond wordt deze lijn aangeduid als mijnbouwgrens. Voor de referentiestelsels die bij aanlevering worden toegestaan, is het binnen het domein Mijnbouwwet van belang te weten of de locatie van een object aan landzijde of aan zeezijde van de mijnbouwgrens ligt. Waar in voorgaande paragrafen ‘op land’ en ‘op zee’ is genoemd, houdt dat binnen het domein Mijnbouwwet in: aan landzijde respectievelijk aan zeezijde van de mijnbouwgrens.
Voor zinvol gebruik van gegevens met een gemeten, berekende of anderszins bepaalde waarde is het noodzakelijk dat de nauwkeurigheid van die gegevens bekend is.
Het begrip nauwkeurigheid laat zich in deze context het best omschrijven als de juistheid van een gemeten of berekende waarde. In de meeste processen waarin de waarde van een gegeven wordt bepaald, kan de afwijking van de daadwerkelijke waarde slechts via een kalibratie- of statistisch proces worden verkregen. Het resultaat omvat dan niet alleen een van de mogelijke realisaties van een meetwaarde maar ook informatie over de mogelijke spreiding van de meetwaarden.
De basisregistratie ondergrond gaat ervan uit dat de producenten van gegevens de metingen en berekeningen uitvoeren binnen een stelsel van afspraken dat binnen het desbetreffende werkveld is vastgelegd. Uitgangspunt is dat ook de eisen waaraan de gegevens op het gebied van nauwkeurigheid moeten voldoen in afspraken zijn vastgelegd. Dat kunnen praktische werkafspraken zijn, maar ook afspraken die vertaald zijn naar ISO- en NEN-normen. In de catalogus wordt in beginsel verwezen naar die normen. Waar deze normen niet voorzien in afspraken over de nauwkeurigheid, stelt de basisregistratie ondergrond hieraan specifieke eisen. Deze zijn dan vermeld in de catalogus.
In de wet is een aantal gegevens expliciet als authentiek aangeduid. Dit wordt in de catalogus nader uitgewerkt; verreweg de meeste gegevens zijn authentiek.
Met de aanduiding authentiek wordt, zoals geformuleerd in de memorie van toelichting op de wet, tot uitdrukking gebracht dat:
In de praktijk mag een gebruiker van de gegevens ervan uitgaan dat alle gegevens correct zijn. De catalogus moet de gebruiker alle informatie geven die voor een goed begrip daarvan nodig is. Heeft een gebruiker echter gerede twijfel over de juistheid van een authentiek gegeven dan wordt verwacht dat hij de registerbeheerder daarvan op de hoogte brengt. Bestuursorganen zijn, bij gerede twijfel over de juistheid van een authentiek gegeven (of het ontbreken ervan), zelfs verplicht daarvan melding te maken.
Voor alle gegevens is aangegeven of ze authentiek zijn. Ook is voor alle gegevens aangegeven of ze aanwezig moeten zijn en een waarde moeten hebben. Dat laat zien dat er gegevens kunnen zijn die authentiek zijn maar geen waarde hoeven te hebben. Juist omdat er verplichtingen gelden t.a.v. authentieke gegevens, vraagt dit om een korte toelichting. Wanneer een authentiek gegeven geen waarde heeft moet de gebruiker ervan uitgaan dat het gegeven niet is geproduceerd. Dat geval kan zich uiteraard alleen voordoen wanneer er vrijheid van beslissen bestaat bij de bronhouder of de producent. Voor de duidelijkheid, als er wel een waarde is dan moet die ook in de BRO worden opgenomen. Bij gerede twijfel over het ontbreken van een waarde, moet een bestuursorgaan dat melden.
De catalogus voor de mijnbouwwetvergunning beschrijft de gegevens die in de registratie ondergrond zijn opgenomen van de vergunning die onder de Mijnbouwwet is verleend. Dat zijn de vergunningen verleend door de minister van Economische Zaken en Klimaat en zijn voorgangers, die het recht geven op het opsporen en winnen van delfstoffen (opsporings- en winningsvergunningen), het opsporen en winnen van aardwarmte (opsporings- en winningsvergunningen, en vanaf 2021 start- en vervolgvergunningennoot), het opsporen van CO2-opslagcomplexen (opsporingsvergunning van CO2-opslagcomplexen), het opslaan van stoffen en het permanent opslaan van CO2 in de ondergrond (opslagvergunningen), en de vergunningen verleend door de Gedeputeerde Staten van de provincies die het recht geven op het winnen van kalksteen.
De mijnbouwwetvergunning in de basisregistratie ondergrond is een registratieobject dat verwijst naar een dossier in de administratie van de vergunningverlener. Het registratieobject bevat niet alle gegevens uit het dossier, maar alleen de gegevens die voor eenieder beschikbaar moeten zijn. De mijnbouwwetvergunning vertelt in essentie aan welke partij de vergunningverlener het recht heeft gegeven een bepaalde mijnbouwactiviteit (opsporing, winning of opslag) uit te voeren in een bepaald deel van het gebied dat Nederland en zijn Exclusieve Economische Zone omvat.
Het dossier bij de vergunningverlener wordt aangelegd wanneer een bepaalde partij een aanvraag indient voor een vergunning. Op die aanvraag volgt normalerwijze een besluit en dat gebeurt als is vastgesteld dat de aanvrager alle vereiste informatie heeft aangeleverd en de nodige adviezen zijn ingewonnen. Vanaf het moment dat de vergunningverlener een eerste besluit tot verlening heeft genomen kunnen we feitelijk spreken over een vergunning. Het besluit wordt publiekelijk bekendgemaakt en dan kan eenieder er kennis van nemen en er wat van gaan vinden. Met de bekendmaking van het besluit start een proces dat strikt geformaliseerd is: het verleningsproces.
Na bekendmaking van het eerste besluit tot verlening, kan er bezwaar of beroep worden ingediend. Eventueel wordt het besluit aangepast en als alles gaat zoals verwacht, wordt het proces afgesloten met het onherroepelijk worden van het besluit tot het verlenen van de vergunning. Vanaf dat moment is de vergunning ook werkelijk verleend en staan de gegevens vast.
Vaak wil de vergunninghouder of de vergunningverlener wijzigingen doorvoeren in de vergunning. Daarmee gaat de vergunning een nieuwe fase in en daarin wordt een proces doorlopen dat net zo strikt gereguleerd is als het verleningsproces: het wijzigingsproces. Dit proces kan zich in de loop van de tijd een aantal malen herhalen.
Of er nu wijzigingen worden doorgevoerd of niet, uiteindelijk houdt de vergunning op te bestaan en wordt het dossier gesloten. Er zijn verschillende redenen waarom een vergunning wordt beëindigd: de vergunning verloopt op de vastgestelde datum, de vergunning vervalt omdat de houder afstand doet van de vergunning of van rechtswege bijvoorbeeld omdat de houder ophoudt te bestaan, de vergunning wordt ingetrokken al dan niet op verzoek van de vergunninghouder of de vergunning wordt opgevolgd. Er is sprake van opvolging wanneer een vergunning wordt verleend voor een vervolgactiviteit in het gebied, de vergunning wordt gesplitst in twee om meer vergunningen en wanneer de vergunning met een of meer andere vergunningen wordt samengevoegd. Bij intrekking en opvolging wordt weer een strikt gereguleerd proces doorlopen: het beëindigingsproces. In de andere gevallen is de beëindiging eigenlijk alleen maar een formaliteit.
Een vergunning wordt in de basisregistratie ondergrond geregistreerd op het moment dat de vergunningverlener een eerste besluit tot verlening bekend heeft gemaakt.noot Met de bekendmaking van het besluit start het verleningsproces. De beschikbare gegevens worden vastgelegd. Veel gegevens hebben dan nog een voorlopig karakter. Eigenlijk staat alleen vast op welke mijnbouwactiviteit het recht betrekking heeft en over welke stof of delfstof het gaat. Het gebied wordt weliswaar nauwkeurig omschreven, maar staat alleen globaal vast omdat de grenzen nog kunnen veranderen. Zelfs de partij die als houder van de vergunning wordt aangemerkt kan nog veranderen. Het is dikwijls een consortium van organisaties en lopende het verleningsproces kunnen er organisaties bijkomen of afvallen.
Als alles gaat zoals verwacht, wordt het proces afgesloten met het onherroepelijk worden van het besluit tot het verlenen van de vergunning. Vanaf dat moment is de verlening vastgesteld en is de vergunning verleend. Alle gegevens staan vast, met één mogelijke uitzondering en dat is wanneer in het besluit voorwaarden zijn verbonden aan de ingangsdatum. In dat geval wordt de ingangsdatum pas later bekend.
Wanneer de zaken tijdens het verleningsproces anders lopen dan de verlener bij het bekendmaken van zijn eerste besluit had gedacht, kan de vergunning worden beëindigd voordat die is verleend: de vergunning wordt voortijdig beëindigd. De achterliggende reden kan bijvoorbeeld zijn dat de vergunninghouder failliet is gegaan of dat de maatschappelijke bezwaren tegen het besluit van dien aard zijn dat de verlener zijn eerdere besluit intrekt.
De bekendmaking van het eerste besluit is de eerste gebeurtenis in het leven van de vergunning in de basisregistratie ondergrond. Iedere keer dat er nieuwe gegevens beschikbaar komen die van algemeen belang zijn, is er sprake van een gebeurtenis die in de registratie ondergrond geregistreerd moet worden. Zo bouwt de vergunning in de registratie een geschiedenis op.
Het wijzigen van een vergunning is, zoals eerder gesteld, een strikt gereguleerd proces en tijdens dat proces kunnen de gegevens waar het over gaat nog veranderen. In de basisregistratie ondergrond worden de gegevens die bij een lopende wijziging horen apart geregistreerd. Zo is het voor de gebruiker enerzijds duidelijk welke gegevens op het moment van raadplegen gelden en anderzijds voor welke gegevens er een wijziging loopt en wat op dat moment de waarden van de te wijzigen gegevens zijn. Wanneer het besluit onherroepelijk is geworden en de wijziging is ingegaan, is het wijzigingsproces voltooid. De nieuwe waarden van de wijziging worden bij de betreffende gegevens opgenomen, en de vergunning is gewijzigd.
De wijziging die is gekoppeld aan het proces van overdracht verloopt anders. Een vergunning kan op initiatief van de houder worden overgedragen aan een andere partij. Veelal gebeurt dat omdat een bepaalde organisatie tot het consortium wil toetreden of het consortium wil verlaten. Het is ook mogelijk dat geen van de organisaties in de vergunning wil blijven participeren en er een consortium is gevonden dat geheel uit nieuwe spelers bestaat. De overdracht vereist de toestemming van de vergunningverlener. De wijziging wordt geregistreerd op het moment dat het houderschap feitelijk is overgegaan op de nieuwe partij.
Het beëindigen van de vergunning is vanuit het perspectief van de registratie eenvoudig. De reden van beëindiging bepaalt of het een eenmalige gebeurtenis is, zoals bij verlopen of vervallen, of een reeks van gebeurtenissen die ieder een stapje in het proces vertegenwoordigen. Dat laatste is het geval wanneer de vergunning wordt ingetrokken of opgevolgd. Dan wordt iedere gebeurtenis in het proces in de basisregistratie ondergrond vastgelegd. Lopende dat proces kan alleen de datum waarop de beëindiging in moet gaan nog veranderen. In de basisregistratie ondergrond wordt de datum die bij een lopende intrekking hoort apart geregistreerd.
De meeste gebeurtenissen zijn direct gerelateerd aan de processen van verlening, wijziging en beëindiging:
Wanneer de vergunninghouder een aanvraag heeft ingediend voor een verlenging of voor een opvolging van de vergunning, wordt de geldigheidsduur van de vergunning tijdelijk voor onbepaalde tijd verlengd (tijdelijk verlengd). De vergunning blijft geldig zolang de procedure loopt.
De wijziging die bij overdracht hoort wordt anders vastgelegd dan wat gebruikelijk is. Bij overdracht worden slechts één gebeurtenis geregistreerd (vergunning overgedragen).
Wanneer de vergunning verloopt of vervalt wordt één gebeurtenis geregistreerd (vergunning verlopen en vergunning vervallen).
De nieuwe gegevens worden niet altijd op precies dezelfde manier geregistreerd. Tijdens het verleningsproces worden de oude waarden van gegevens overschreven met de nieuwe waarden. Van een vergunning waarvan de verlening nog loopt, krijgen de gebruikers dus alleen de actuele waarde te zien als ze de basisregistratie ondergrond raadplegen. De oude waarden blijven overigens wel bewaard in de brondocumenten die in het register brondocumenten ondergrond zijn opgeslagen. Pas wanneer de vergunning verleend is, is er sprake van een stabiele versie van de vergunning. Vanaf dat moment worden de nieuwe waarden opgeslagen en blijven ook de oude bewaard. Gebruikers kunnen dan in de basisregistratie ondergrond niet alleen de gegevens zien die op dat moment geldig zijn, maar ook de waarden die in het verleden golden.
De Mijnbouwwet is op 1 januari 2003 in werking getreden en is sindsdien meermalen gewijzigd. De oudste vergunningen zijn de vergunningen voor het opsporen en winnen van delfstoffen (koolwaterstoffen, steenkool en steenzout). Met de inwerkingtreding van de Mijnbouwwet in 2003 zijn daar vergunningen voor het opslaan van stoffen aan toegevoegd en vergunningen voor het opsporen en winnen van aardwarmte. Vergunningen die zijn verleend krachtens voorgaande wetten worden met de inwerkingtreding van de huidige Mijnbouwwet in 2003 beschouwd als Mijnbouwwetvergunning.
Alle vergunningen die onder de Mijnbouwwet zijn verleend, en alle vergunningen die op 1 januari 2003 bestonden en op die datum niet beëindigd waren, zullen in de basisregistratie ondergrond worden opgenomen. De vergunningen voor het winnen van kalksteen worden vanaf 1 januari 2011 verleend door de Gedeputeerde Staten. Van de vergunningen voor het winnen van kalksteen zullen de vergunningen die vanaf 1 januari 2011 zijn verleend, en de vergunningen die op 1 januari 2011 bestonden en op die datum niet beëindigd waren, in de basisregistratie ondergrond worden opgenomen.
Voor historische gegevens wordt het IMBRO/A-regime gehanteerd en dat kent minder strikte regels. Bij historische gegevens wordt geaccepteerd dat een aantal formeel verplichte gegevens geen waarde heeft.
Deze entiteit draagt de naam van het registratieobject zelf en bevat de gegevens die het recht van een bepaalde partij op het uitvoeren van een bepaalde mijnbouwactiviteit in een bepaald gebied beschrijven. De activiteiten waar het over gaat zijn het opsporen van delfstoffen, aardwarmte, en CO2-opslagcomplexen, het winnen van delfstoffen, aardwarmte en kalksteen, en het opslaan van stoffen en het permanent opslaan van CO2 in de ondergrond. De stof of de delfstof zijn daarbij gespecificeerd. Verder geeft de entiteit informatie over de geldigheid van het recht, de actuele status die het recht heeft en wordt aangegeven of de vergunning landwaarts of zeewaarts van de mijnbouwwetgrens ligt (onshore, resp. offshore).
Voorschriften verbonden aan de vergunning zijn in deze versie van de catalogus buiten scope.
De registratiegeschiedenis van een mijnbouwwetvergunning geeft de essentie van de geschiedenis van het object in de registratie ondergrond, de zgn. formele geschiedenis. De registratiegeschiedenis vertelt bijvoorbeeld wanneer voor het eerst gegevens van het object zijn geregistreerd en of er na registratie correcties zijn doorgevoerd.
Het leven van de mijnbouwwetvergunning begint op het moment dat het eerste besluit tot verlening bekend is gemaakt en eindigt op het moment dat de vergunning wordt beëindigd (levensduur). De vergunninggeschiedenis geeft aan wanneer het eerste besluit tot verlening bekend is gemaakt en welke gebeurtenissen daarna hebben plaatsgevonden. Indien van toepassing, wordt het nummer van het besluit vastgelegd.
De vergunninghouder is de partij aan wie de vergunningverlener een vergunning wil verlenen of verleend heeft. De vergunninghouder is meestal een consortium van organisaties, soms één organisatie en bij hoge uitzondering een natuurlijk persoon. Natuurlijke personen zijn niet opgenomen in de basisregistratie ondergrond.
Het vergunninggebied geeft aan waar het recht geldt. Bij verlening is er gewoonlijk sprake van een aaneengesloten gebied, maar het komt voor dat de vergunning betrekking heeft op twee gebieden die bij elkaar in de buurt liggen maar toch gescheiden zijn. Ieder verleend gebied heeft een naam. De begrenzing van het gebied wordt aan het aardoppervlak aangegeven. Het vergunninggebied is het aangegeven oppervlak en de ondergrond daarvan. Soms wordt het gebied ook in diepte beperkt en wordt vastgelegd voor welk dieptebereik de vergunning geldt.
In de loop van de tijd kan het recht van de vergunninghouder in een deel van het gebied vervallen. Dat kan in gang zijn gezet door de vergunningverlener (nadat de vergunningverlener heeft vastgesteld dat het recht in een bepaald deel van het vergunninggebied niet benut wordt, zogenaamde fallow is) maar kan ook gebeurd zijn op initiatief van de vergunninghouder.
De lopende wijziging omvat de gegevens die bij een actueel wijzigingsbesluit horen. De entiteit is van tijdelijke aard. Wanneer het besluit onherroepelijk is geworden en de wijziging is ingegaan, verdwijnt de lopende wijziging en worden de nieuwe waarden bij de betreffende gegevens in de mijnbouwwetvergunning opgenomen.
De lopende intrekking omvat de gegevens die bij een actueel intrekkingsbesluit horen. De entiteit is van tijdelijke aard. Wanneer het besluit onherroepelijk is geworden en de intrekking is ingegaan, verdwijnt de lopende intrekking en wordt de intrekkingsdatum als nieuwe vervaldatum in de mijnbouwwetvergunning opgenomen.
Het doel van de Europese kaderrichtlijn INSPIRE is het harmoniseren en openbaar maken van ruimtelijke gegevens van overheidsorganisaties ten behoeve van het milieubeleid. Het registratieobject mijnbouwwetvergunning valt onder het INSPIRE-thema Gebiedsbeheer, gebieden waar beperkingen gelden, gereguleerde gebieden en rapportage-eenheden (AM), en om die reden moeten de gegevens in het registratieobject geschikt gemaakt worden voor uitwisseling volgens de INSPIRE-standaard. Dit wordt geïmplementeerd middels een mapping van het domeinmodel van het de Mijnbouwwetvergunning op het datamodel van het INSPIRE-thema. De inhoud van deze mapping is geen onderdeel van deze catalogus.
Dit onderdeel is niet normatief.
De gegevensdefinitie vormt het hart van de catalogus en geeft een beschrijving van alle gegevens van het registratieobject. Eerst wordt de definitie van het registratieobject gegeven inclusief de plaatjes van het zgn. domeinmodel, en vervolgens de definities van de entiteiten waaruit het object is opgebouwd met de eigenschappen van die entiteiten, de attributen. De entiteiten worden op volgorde van de nummers in het domeinmodel behandeld. De volgende aspecten van de gegevens worden vastgelegd:
De gegevensdefinitie dekt de beide kwaliteitsregimes die worden onderscheiden, IMBRO en IMBRO/A. Het kwaliteitsregime IMBRO is leidend en bij het opstellen van de gegevensdefinitie is geprobeerd de verschillen tussen de twee regimes zo klein te houden. Het streven is een object altijd in termen van dezelfde gegevens te beschrijven en voor IMBRO/A alleen aanvullende regels te formuleren en extra waarden toe te staan. Bij uitzondering kan het echter nodig zijn gebleken voor IMBRO/A aparte entiteiten, attributen of domeinen te definiëren.
Een domein beschrijft welke waarden mogelijk zijn voor een attribuut (zie bijv. Aantal of Code).
Sommige domeinen zijn samengesteld uit twee of meer elementen die in samenhang betekenisvol zijn. Een voorbeeld van een samengesteld domein dat in de BRO bestaat is Datuminterval. Datuminterval bestaat uit twee elementen, beide van het domein Datum (jaar, maand en dag), namelijk een begindatum en een einddatum.
Bij een attribuut kunnen ook twee of meer domeinen mogelijk zijn. Voor dit attribuut geldt dat verschillende domeinen valide zijn, er kan echter bij aanlevering van de gegevens altijd maar één van de domeinen gekozen worden.
In de gegevensdefinitie worden in dat geval een attribuut gemodelleerd waarvan het domein dat de mogelijke waarde beschrijft een keuze is tussen twee of meer domeinen. Dit maakt het mogelijk waar in het domeinmodel normaal gesproken maar één mogelijkheid bestaat, een opsomming te geven van meerdere mogelijke domeinen, waarbij altijd precies één van deze mogelijkheden wordt gebruikt. Een voorbeeld van een dergelijke keuze domein is het domein Organisatie.
De domeinen die in de gegevensdefinitie worden gebruikt worden hieronder toegelicht.
Het domein Aantal wordt gebruikt voor een telbare hoeveelheid. Het is een natuurlijk getal met een bepaalde maximale lengte.
Het domein wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding aantal ook de maximale lengte mee te (Aantal N). Gewoonlijk wordt de waardeverzameling verder ingeperkt door een bereik te specificeren. In het domeinmodel wordt volstaan met de algemene aanduiding Aantal.
Een code is een opeenvolging van cijfers, van letters of van cijfers en letters met een bepaalde opbouw en met een specifieke betekenis. Een code heeft gewoonlijk een betekenis die ook buiten de basisregistratie ondergrond geldt. Een code wordt uitgegeven door een verantwoordelijke instantie. Om de opbouw van een code weer te geven wordt gebruik gemaakt van de letters C en N. De letter C staat voor character (Eng.) en duidt een letter aan, de letter N staat voor number (Eng.) en duidt een cijfer aan. Een code heeft een bepaalde naam.
Het domein wordt volledig gespecificeerd door met de naam van de code ook de opbouw mee te geven. Uit de definitie van het attribuut zelf moet blijken wat de specifieke betekenis is van de code. In het domeinmodel wordt het domein aangeduid met zijn naam.
Meetwaarden worden gebruikt voor grootheden. De waarde van een grootheid is een getal met een bepaalde opbouw en een bepaalde eenheid. Voor de waarde van grootheden worden twee domeinen gebruikt. Een voor een waarde waarvan de nauwkeurigheid altijd hetzelfde is (Meetwaarde) en een voor een waarde waarvan de nauwkeurigheid varieert (Meetwaarde in machten) en dat is het geval wanneer de nauwkeurigheid voor kleine getallen anders is dan de nauwkeurigheid voor grote getallen omdat een ander apparaat of methode is gebruikt.
De basisregistratie ondergrond gebruikt voor de eenheden de codes uit het UCUM (Unified Code for Units of Measure)-systeem. In bijzondere gevallen is de eenheid dimensieloos.
Het domein Meetwaarde wordt gebruikt wanneer de nauwkeurigheid van de waarde altijd hetzelfde is.
Het is een rationaal getal met een bepaalde opbouw. Het aantal cijfers voor het scheidingsteken is variabel maar begrensd. Het aantal cijfers achter het scheidingsteken ligt vast.
Het domein wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding meetwaarde ook de opbouw (Meetwaarde N.N) en de eenheid mee te geven. Gewoonlijk wordt de waardeverzameling verder ingeperkt door een bereik te specificeren. In het domeinmodel wordt volstaan met de algemene aanduiding Meetwaarde.
Het domein Meetwaarde in machten wordt gebruikt wanneer de waarde een heel groot bereik heeft en de nauwkeurigheid voor kleine getallen anders is dan voor grote getallen. In dat geval wordt de meetwaarde uitgedrukt in machten. In de basisregistratie ondergrond wordt de meetwaarde in machten altijd uitgedrukt in een macht van tien. De notatie voor de meetwaarde in machten is (m . 10e). De m staat voor mantisse en is een meetwaarde, en de e staat voor de exponent.
De mantisse (m) is een rationaal getal met een bepaalde opbouw. Het aantal cijfers voor het scheidingsteken is in de basisregistratie ondergrond altijd 1. Het aantal cijfers achter het scheidingsteken ligt vast.
De meetwaarde wordt uitgedrukt in machten van tien (10e). De exponent (e) is in de basisregistratie ondergrond altijd een geheel getal.
Het domein wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding meetwaarde in machten ook de opbouw (meetwaarde 1.N in machten), de eenheid en het bereik van de machten mee te geven. Het bereik van de machten is vastgelegd in het waardebereik. De waardeverzameling wordt gewoonlijk verder ingeperkt door een bereik te specificeren. In het domeinmodel wordt volstaan met de algemene aanduiding Meetwaarde in machten.
In de praktijk is het moeilijk een meetwaarde zonder verandering van het ene systeem aan het andere door te geven. De basisregistratie ondergrond hanteert de definities binnen het systeem en bij uitgifte strikt om te borgen dat een meetwaarde zonder verandering kan worden doorgegeven.
Bij het vastleggen van eigenschappen is het niet altijd nodig getallen zo strikt te definiëren als de basisregistratie vraagt. De uitvoerders weten wel wat een getal zou moeten voorstellen en kunnen bijvoorbeeld accepteren dat een meetwaarde er een decimale nul bij krijgt of dat een getal een onbepaald aantal decimalen heeft. Om de uitvoeringspraktijk niet nodeloos te frustreren door getallen die niet aan de strikte definitie voldoen af te wijzen, hanteert de basisregistratie ondergrond bij het innemen van meetwaarden de volgende praktische regels:
Het domein Nummer wordt gebruikt om de plaats in een reeks aan te geven. Het is een opeenvolging van cijfers met een bepaalde maximale lengte. Een nummer heeft geen rekenkundige betekenis, maar heeft een betekenisvolle volgorde.
Het domein wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding nummer ook de maximale lengte mee te geven (Nummer N). Eventueel wordt de waardeverzameling verder ingeperkt door een bereik te specificeren. In het domeinmodel wordt volstaan met de algemene aanduiding Nummer.
Het domein Tekst bestaat uit een stuk tekst van een bepaalde maximale lengte. De tekst mag alleen bestaan uit de tekens die voorkomen in de MES-1 set. De MES-1 set omvat 335 tekens en wordt gebruikt binnen de landen van de Europese Unie die een Latijns schrift kennen.
Het domein wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding tekst ook de maximale lengte mee te (Tekst N). In het domeinmodel wordt volstaan met de algemene aanduiding Tekst.
Voor gegevens die over tijdstippen gaan worden twee domeinen gebruikt. Een voor een tijdstip tot op de seconde nauwkeurig (DatumTijd) en een voor een tijdstip tot op de dag nauwkeurig (Datum).
In ieder domein gaat het om de datum gemeten volgens de Gregoriaanse kalender. Bij het domein DatumTijd wordt de tijd gemeten volgens UTC en moet de tijdzone worden meegegeven. UTC is de mondiaal geaccepteerde standaardtijd en de opvolger van GMT (Greenwich Mean Time); de drie letters staan voor Coordinated Universal Time. Door de tijdzone mee te geven kan lokale tijd worden omgezet naar UTC.
De opbouw van de twee domeinen volgt dezelfde conventies, conform ISO 8601. Het eerste element in de opbouw staat voor het jaar, dan volgt de maand, enz., en het laatste element staat voor de tijdzone. Om de verschillende elementen aan te geven worden letters gebruikt: jaar (J), maand (M), dag (D), uur (U), minuut (M)en seconde (S), gevolgd door de tijdzone. Het aantal letters geeft de lengte aan.
Voor de meest uitgebreide variant van de opbouw, die van DatumTijd, wordt dit JJJJ-MM-DDTUU:MM:SS+UU:MM. De T is het teken dat de datum en het tijdstip op die datum scheidt. De + is het scheidingteken tussen het tijdstip en de tijdzone. Zoals uit de opbouw blijkt wordt de tijdzone in uren en minuten gegeven. De meeste tijdzones zijn overigens uitgedrukt in gehele uren (UU:00). In Nederland geldt Centraal Europese Tijd (UTC+1:00) of Centraal Europese Zomertijd (UTC+2.00).
Het domein Datum wordt gebruikt om een datum volgens de Gregoriaanse kalender tot op de dag nauwkeurig aan te geven. De opbouw is JJJJ-MM-DD.
Bij het domein Datum is het voldoende de naam te geven, omdat de opbouw altijd hetzelfde is. Gewoonlijk wordt de waardeverzameling verder ingeperkt door een bereik te specificeren.
Het domein DatumTijd wordt gebruikt om een tijdstip volgens de Gregoriaanse kalender tot op de seconde nauwkeurig aan te geven. De opbouw is JJJJ-MM-DDTUU:MM:SS+UU:MM.
Bij het domein DatumTijd is het voldoende de naam te geven, omdat de opbouw altijd hetzelfde is. Gewoonlijk wordt de waardeverzameling verder ingeperkt door een bereik te specificeren.
Voor gegevens die onder het kwaliteitsregime IMBRO/A aangeleverd worden, geldt een derde domein met vier keuzemogelijkheden.
De keuze die gemaakt wordt is gebaseerd op de beschikbaarheid van gegevens. De gebruiker moet ervan uit gaan dat de informatie zo nauwkeurig mogelijk is opgenomen. Bij het domein OnvolledigeDatum is het voldoende de naam te geven, omdat de vier keuzen en de opbouw altijd hetzelfde zijn.
Een waardelijst is een lijst van de waarden die het attribuut mag hebben. Er zijn twee typen waardelijsten, waardelijsten die in de toekomst kunnen worden uitgebreid en waardelijsten die niet kunnen worden uitgebreid. Een waardelijst heeft een bepaalde naam en een specifieke inhoud.
Een niet-uitbreidbare waardelijst wordt gebruikt wanneer uitbreiding niet mogelijk is. Alle waarden van de lijst staan vast.
Bij een niet-uitbreidbare waardelijst is het voldoende de naam te geven, omdat de inhoud altijd hetzelfde is. In de basisregistratie ondergrond worden drie niet-uitbreidbare waardelijsten gebruikt.
Waarde |
---|
ja |
nee |
Waarde |
---|
ja |
nee |
onbekend |
Waarde |
---|
IMBRO |
IMBRO/A |
Een uitbreidbare waardelijst wordt gebruikt wanneer uitbreiding mogelijk moet zijn. Iedere waarde van de lijst heeft een specifieke betekenis (omschrijving) en geldt voor een bepaald kwaliteitsregime, IMBRO en/of IMBRO/A. Eventueel worden andere aspecten van de waarde vastgelegd.
Bij een uitbreidbare waardelijst wordt de naam van de lijst geven. De inhoud van de lijst is in een apart hoofdstuk van de gegevensdefinitie opgenomen.
Voor gegevens over de geometrie van een object worden verschillende domeinen gebruikt. De vorm, afmetingen, oriëntatie en positie ten opzichte van de aarde van een object kunnen in verschillende typen geometrie uitgedrukt worden, waarbij ook een keuzemogelijkheid uit meerdere typen en daarmee domeinen een optie kan zijn.
In de BRO zijn de geometrieën conform het GML Simple Features profile versie 2.0 (OGC) toegestaan. Deze omvat punten, lijnen, vlakken en volumen.
De verschillende typen geometrie uitgedrukt in verschillende domeinen die in de gegevensdefinitie worden gebruikt worden hieronder toegelicht.
Het domein Punt wordt gebruikt om de positie van een object vast te leggen. De positie wordt bepaald in een tweedimensionaal vlak, een specifiek referentiestelsel en uitgedrukt in coördinaten. In sommige gevallen wordt daarnaast de hoogte (derde dimensie) van het Punt vastgelegd.
Een punt geometrie (ISO 19107:2003 Spatial Schema).Het domein Lijn wordt gebruikt om de vorm, afmetingen en positie van een object in een lijn uit te drukken. De positie wordt bepaald in een specifiek referentiestelsel en uitgedrukt in één of meerdere lijnsegmenten. Een lijnsegment is de verbinding tussen twee punten. Lijnsegmenten zijn aan elkaar verbonden doordat het eindpunt van een segment is verbonden aan het beginpunt van een volgend lijnsegment. Een Lijn kan in een tweedimensionaal vlak (x- en y-coördinaat of in een driedimensionale ruimte (x-, y- en z-coördinaat) worden vastgelegd.
Een lijn geometrie (ISO 19107:2003 Spatial Schema).Het domein Multilijn bestaat uit een verzameling van lijnen die gezamenlijk één object vormen en wordt gebruikt om de vorm, afmetingen en positie van een object in meerdere lijnen uit te drukken. De positie wordt bepaald in een specifiek referentiestelsel en uitgedrukt in meerdere lijnen met één of meerdere lijnsegmenten. Tussen de lijnen die samen een Multilijn vormen mag geen intersectie plaatsvinden tenzij dit gebeurt in de eindpunten van de lijnen (er mag geen kruising van lijnen plaatsvinden, wel vertakkingen). Een Multilijn kan in een tweedimensionaal vlak (x- en y-coördinaat) of in een driedimensionale ruimte (x-, y- en z-coördinaat) worden vastgelegd.
Een multilijn geometrie.Het domein Vlak wordt binnen de geometrie gebruikt voor de representatie van de vorm, afmetingen en positie van een object als een vlak. De positie wordt bepaald in een specifiek referentiestelsel. Een vlak heeft altijd een buitengrens, daarnaast kan een vlak ook nog een of meerdere interne begrenzingen hebben. Een Vlak kan in een tweedimensionaal vlak (x- en y-coördinaat) of in een driedimensionale ruimte (x-, y- en z-coördinaat) worden vastgelegd.
Een vlak is een geometrie dat een beeld van een continue regio of vlak vertegenwoordigd (ISO 19107:2003 Spatial Schema).Het domein Multivlak bestaat uit een verzameling van vlakken die gezamenlijk één object vormen en wordt gebruikt om de vorm, afmetingen en positie van een object uit te drukken. De vlakken die samen een multivlak vormen mogen elkaar niet overlappen, wel mogen zij in een eindig aantal punten elkaar raken (wel punten maar geen grenzen gemeenschappelijk). De posities van de vlakken worden bepaald in een specifiek referentiestelsel. Een Multivlak kan in een tweedimensionaal vlak (x- en y-coördinaat) of in een driedimensionale ruimte (x-, y- en z-coördinaat) worden vastgelegd.
Een Multivlak geometrie.Het domein Volume wordt gebruikt om de vorm, afmetingen en positie van een object uit te drukken. De geometrie van een volume is opgebouwd uit grenzen die elk een vlak zijn. Deze zijn naar buiten toe georiënteerd; de bovenkant van elk vlak is van de buitenkant van het volume object te zien. Een Volume geometrie kan in een tweedimensionaal vlak (x- en y-coördinaat of in een driedimensionale ruimte (x-, y-, en z-coördinaat) worden vastgelegd.
Een volume geometrie (ISO 19107:2003 Spatial Schema).Het domein Minimum begrenzing wordt gebruikt om de positie van één of meerdere geometrieobjecten te begrenzen. De geometrie van de Minimum begrenzing is opgebouwd uit twee punten, waarbij het eerste punt de hoek aan de bovenkant van het selectiekader weergeeft en het tweede punt de hoek aan de onderkant. De positie van de punten worden bepaald in een specifiek referentiestelsel. Een Minimum begrenzing kan in een tweedimensionaal vlak (x- en y-coördinaat of in een driedimensionale ruimte (x-, y-, en z-coördinaat) worden vastgelegd.
Een minimum begrenzing geometrie.Domein (Geometrie Type) | ISO aanduiding |
---|---|
Punt | GM_Point |
Lijn | GM_Curve |
Multilijn | GM_MultiCurve |
Vlak | GM_Surface |
Multivlak | GM_MultiSurface |
Volume | GM_Solid |
Minimum begrenzing | GM_Envelope |
De ISO 19107 aanduiding behorende bij de geometrie domeinen.
Het domein Organisatie wordt gebruikt om de organisaties die een rol hebben in de basisregistratie ondergrond te identificeren. De invulling van het domein hangt af van waar de organisatie gevestigd is en voor de basisregistratie ondergrond gaat het daarbij om Nederland of een andere lidstaat van de Europese Unie.
In het geval de organisatie in Nederland gevestigd is, wordt het domein ingevuld met het gegeven dat een onderneming of de maatschappelijke activiteit van een rechtspersoon in het Handelsregister identificeert, het KvK-nummer. Het KvK-nummer is van het type code en de opbouw is NNNNNNNN.
Voor organisaties buiten Nederland wordt het domein ingevuld met het equivalent van het KvK-nummer in een handelsregister van een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland, het EuropeesHandelsnummer. Het Europees handelsnummer, de zogenaamde EUID, is geïntroduceerd ten behoeve van de koppeling van handelsregisters. De code is gebaseerd op ISO 6523 en is opgebouwd uit een landcode, registeridentificatiecode, inschrijvingsnummer en controlegetal. De landcode is de 2-letterige code van ISO3166, de registeridentificatiecode is de identificatie van het nationale register omdat in sommige landen meerdere handelsregisters bestaan en het inschrijvingsnummer is het nummer waaronder de onderneming is ingeschreven in het betreffende register. Het controlegetal ter voorkomen van identificatiefouten wordt nog niet gebruikt. De opbouw per element is variabel en daarom is het Europees Handelsnummer in de BRO als domein Tekst 40 opgenomen.
Bij het domein Organisatie is het voldoende de naam te geven, omdat de twee keuzen en de opbouw altijd hetzelfde zijn.
Een meetreeks is een type entiteit met een vaste ordening. Het wordt gebruikt om het verloop van een bepaalde eigenschap of eigenschappen vast te leggen die het gevolg is van de verandering van een bepaalde variabele, de zogenaamde onafhankelijke variabele. In de basisregistratie ondergrond is er altijd 1 onafhankelijke variabele, en dat is meestal de tijd maar kan ook een andere variabele zijn.
De meetreeks is een verzameling gemeten waarden van bepaalde eigenschappen in een bepaalde volgorde. Alle eigenschappen van de meetreeks worden volledig gespecificeerd. De eerste eigenschap is de onafhankelijke variabele op basis waarvan de metingen elkaar in oplopende volgorde opvolgen. Daarna volgen de afhankelijke variabelen.
Een meetreeks heeft een bepaalde naam. Alleen in het domeinmodel is de meetreeks aangeduid als Meetreeks.
Het domeinmodel geeft een overzicht van de gegevens van het registratieobject en laat de onderlinge samenhang zien. Modellering van informatie kent verschillende invalshoeken. In de catalogus is het inhoudelijke perspectief gekozen omdat dat de meeste waarde heeft voor de mensen die de informatie moeten begrijpen. Een dergelijk model wordt in de basisregistratie ondergrond een domeinmodel genoemd. Uit het domeinmodel wordt een technisch model afgeleid dat meeweegt dat informatiesystemen efficiënt met elkaar moeten kunnen spreken. Voor het domeinmodel wordt de UML-notatie gebruikt. Met kennis van de gebruikte symbolen is het gemakkelijk te lezen.
Het domeinmodel kent een aantal vaste elementen die bij ieder registratieobject terugkomen. Een begrip van deze elementen vergroot de leesbaarheid van het domeinmodel en de catalogus. De elementen zijn: entiteiten, attributen, gegevensgroepen en relaties. Een entiteit is een onderscheidend geheel van eigenschappen die gezamenlijk betekenis hebben. Een entiteit heeft altijd een naam en een definitie. In het domeinmodel zijn de entiteiten te herkennen aan het begrip Objecttype.
In de entiteiten staan de namen opgesomd van de attributen, de eigenschappen van de entiteiten, met daarachter de naam van de bijbehorende waardenverzameling (domein) en de kardinaliteit. Bij attributen is de kardinaliteit alleen opgenomen wanneer die ongelijk is aan 1. Overigens moet de kardinaliteit altijd in samenhang met de regels die in de definitie van het gegeven zijn opgenomen worden begrepen. De kardinaliteit en de regels bepalen samen of een gegeven al dan niet aanwezig is. De figuren laten ook zien welke attributen alleen aan de dataleverancier en de bronhouder worden uitgeleverd. In het domeinmodel zijn de attributen te herkennen aan het begrip Attribuutsoort.
Soms zijn een aantal attributen gegroepeerd in een groep, aangeduid als gegevensgroep. Het blijven attributen van de entiteit, maar de inhoudelijke definiëring van de gegevensgroep staat elders. Gegevensgroepen kunnen bij meerdere entiteiten terugkomen.
Het domeinmodel laat daarnaast ook zien hoe entiteiten aan elkaar gerelateerd zijn. Een beschrijving van deze relatie is opgenomen bij de bron-entiteit van de relatie. Een relatie heeft altijd een richting en in de meeste gevallen loopt deze van bron naar doel. In het plaatje van een domeinmodel heeft de relatie een naam en een kardinaliteit. Om de leesbaarheid te vergroten staat de kardinaliteit bij de doelentiteit.
Bovenstaand voorbeeld is te lezen als: de entiteit Bepaling bevat één of meerdere metingen. Een meting bestaat uit een meetwaarde en meetconfiguratie-gegevens. De meetconfiguratie bestaat uit twee parameters.
De kardinaliteit en de regels bepalen samen of een gegeven al dan niet aanwezig is. Voor een goed begrip van de gegevensdefinitie is dat nog niet zorgvuldig genoeg geformuleerd. In de praktijk van gegevensuitwisseling is het namelijk mogelijk een attribuut op te nemen zonder waarde. Verbijzonderd voor attributen is de juiste formulering daarom dat de kardinaliteit en de regels samen bepalen of een attribuut al dan niet aanwezig is en of een attribuut al dan niet een waarde heeft.
Uitgangspunt is dat een attribuut dat aanwezig is een waarde heeft. Een attribuut wordt alleen bij uitzondering zonder waarde in de berichten opgenomen. Het onderstaande overzicht geeft de vier mogelijkheden die voorkomen.
Voor de kardinaliteiten [0..*] en [1..*] geldt in essentie hetzelfde.
Naam | Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Code | EPL |
Definitie |
Het geheel van gegevens dat betrekking heeft op het recht van een bepaalde partij een bepaalde mijnbouwactiviteit in een bepaald deel van de ondergrond van Nederland en zijn Exclusieve Economische Zone uit te voeren. |
Populatie |
De populatie mijnbouwwetvergunningen in de registratie ondergrond omvat de vergunningen
die het recht geven op het opsporen van delfstoffen, aardwarmte en CO2-opslagcomplexen, op het winnen van delfstoffen, aardwarmte en kalksteen, en het opslaan
van stoffen en het permanent opslaan van CO2 in de ondergrond. Ieder object heeft ter identificatie een eigen BRO-ID. |
Domeinmodel mijnbouwwetvergunning
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens die het recht van een bepaalde partij om in een bepaald gebied een bepaalde mijnbouwactiviteit uit te voeren, beschrijven en inzicht geven in de geschiedenis van het object. |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De identificatie van een mijnbouwwetvergunning in de registratie ondergrond. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Registratieobjectcode |
Type | Code |
Opbouw | EPLNNNNNNNNNNNN |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
De basisregistratie ondergrond kent bij registratie automatisch de juiste waarde aan het object toe. |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
Het KvK-nummer van de maatschappelijke activiteit van de publiekrechtelijke rechtspersoon die bronhouder is van de gegevens in de basisregistratie ondergrond. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Organisatie |
Regels |
De organisatie moet binnen de basisregistratie ondergrond als bronhouder van mijnbouwwetvergunning bekend zijn. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Het gegeven is door de dataleverancier bij de overdracht meegegeven in het geval de dataleverancier niet de bronhouder is. |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De identificatie die door of voor de bronhouder is gebruikt om het object in de eigen administratie te kunnen vinden. |
Juridische status | Niet-authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Tekst 200 |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Het gegeven wordt alleen uitgeleverd aan de dataleverancier en de bronhouder. Het is in de registratie opgenomen om de communicatie tussen de registerbeheerder en de bronhouder of dataleverancier te vergemakkelijken. |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
Het KvK-nummer van de onderneming of de maatschappelijke activiteit van de rechtspersoon die het object aan de basisregistratie ondergrond heeft aangeleverd, of het equivalent daarvan in een handelsregister van een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland. |
Juridische status | Niet-authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Organisatie |
Regels |
De organisatie moet binnen de basisregistratie ondergrond als dataleverancier van mijnbouwwetvergunning bekend zijn. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Het gegeven is door de dataleverancier bij de overdracht meegegeven. Het wordt alleen uitgeleverd aan de dataleverancier en de bronhouder. |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De aanduiding van de kwaliteitseis waaraan de gegevens van het object voldoen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Kwaliteitsregime |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Het gegeven is door de dataleverancier bij de overdracht meegegeven. |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De rechtsgrond op basis waarvan, of bij afwezigheid daarvan, de activiteit naar aanleiding waarvan, het object is aangeleverd aan de basisregistratie ondergrond. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | KaderAanlevering |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
De wetgever stipuleert dat het gegeven in de basisregistratie ondergrond moet zijn
vastgelegd om inzicht te geven in de plaats die het object heeft in de taken van een
bestuursorgaan. Het gegeven geeft inzicht in de maatschappelijke betekenis van de
informatie. |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De mijnbouwactiviteit waarop het recht betrekking heeft. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Mijnbouwactiviteit |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
De mijnbouwwetvergunning is een marktordeningsvergunning die de vergunninghouder het
alleenrecht geeft om binnen een bepaald gebied en binnen een bepaalde periode tot
activiteiten over te gaan. |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De delfstof waarop de mijnbouwactiviteit betrekking heeft. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Delfstof |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut mijnbouwactiviteit gelijk is aan opsporenDelfstof, winnenDelfstof of onderzoekMijnbouw. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
De meeste opsporings- en winningsvergunningen worden uitgegeven voor koolwaterstoffen en een klein aantal voor steenzout. De laatste opsporingsvergunningen voor steenkool zijn verleend in de jaren 80 van de 20e eeuw. Daarnaast zijn er oude winningsvergunningen voor een aantal staatsmijnen t.b.v. steenkool (eerste helft 20e eeuw). |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De naam van de stof die wordt opgeslagen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Stof |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut mijnbouwactiviteit gelijk is aan opslaanStof. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
Het stadium waarin de vergunning zich bevindt, op het moment dat de registratie ondergrond wordt bevraagd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | ActueleStatus |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Is afgeleid | Ja |
Toelichting |
De basisregistratie ondergrond kent automatisch de juiste waarde aan het attribuut
toe bij de verwerking van de brondocumenten. |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de vergunning tijdelijk langer geldig is, op het moment dat de registratie ondergrond wordt bevraagd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Is afgeleid | Ja |
Toelichting |
De basisregistratie ondergrond kent automatisch de juiste waarde aan het attribuut
toe bij de verwerking van de brondocumenten. |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De datum die het begin aangeeft van de periode gedurende welke de vergunning geldig is. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Naam IMBRO/A | OnvolledigeDatum |
Waardebereik | vanaf 1 januari 1900 |
Regels |
De datum mag niet liggen voor de begindatum van de entiteit Levensduur. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Het kan voorkomen dat de ingangsdatum nog niet bepaald is, alleen in dat geval ontbreekt de waarde. |
Toelichting |
Gewoonlijk staat de ingangsdatum vast op het moment dat de vergunning is verleend. Er is één uitzondering en dat is wanneer in het definitieve besluit een voorwaarde
is opgenomen waaraan de vergunninghouder moet hebben voldaan voordat de vergunning
ingaat. In dat geval wordt de datum op een later moment vastgesteld. |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De datum waarop de vergunning haar geldigheid zal verliezen, dan wel de datum waarop de vergunning haar geldigheid heeft verloren. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Waardebereik | vanaf 1 januari 2003 |
Regels |
De datum moet liggen na de ingangsdatum. |
Materiële geschiedenis | Ja |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
De waarde mag niet aanwezig wanneer de waarde van het attribuut ingangsdatum ontbreekt. |
Toelichting |
Gewoonlijk staat de vervaldatum vast op het moment dat de vergunning is verleend. Er is één uitzondering en dat is wanneer in het definitieve besluit een voorwaarde
is opgenomen waaraan de vergunninghouder moet hebben voldaan voordat de vergunning
ingaat. In dat geval worden de ingangsdatum en vervaldatum op een later moment vastgesteld. |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of het vergunninggebied aan de landzijde van de mijnbouwgrens ligt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De identificatie van de vergunning of de vergunningen waardoor de vergunning is opgevolgd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..* |
Domein | |
Naam | Registratieobjectcode |
Type | Code |
Opbouw | EPLNNNNNNNNNNNN |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Er is sprake van opvolging wanneer de vergunning wordt gesplitst of samengevoegd en wanneer de houder van de vergunning wil overgaan tot een nieuwe vervolgactiviteit in het gebied. In vervolg op opsporing van een CO2-opslagcomplex, is dat opslag van CO2. In vervolg op winning van koolwaterstoffen is dat opslag. In vervolg op opsporing van koolwaterstoffen is dat winning of opslag. In vervolg op opsporing van andere delfstoffen of aardwarmte is dat winning. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De geschiedenis van de vergunning in de registratie ondergrond. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Gegevensgroeptype | Registratiegeschiedenis |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Gegevensgroep van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De periode gedurende welke de mijnbouwwetvergunning in de werkelijkheid heeft bestaan. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Gegevensgroeptype | Levensduur |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Gegevensgroep van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De geschiedenis van de vergunning in de werkelijkheid. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Gegevensgroeptype | Vergunninggeschiedenis |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Gegevensgroep van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De begrenzing van het gebied op het aardoppervlak zoals die door de basisregistratie ondergrond is getransformeerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Gegevensgroeptype | Gestandaardiseerde locatie |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
De gestandaardiseerde locatie van de mijnbouwwetvergunning is gedefinieerd als een multivlak en omvat alle geldige verleende gebieden van de vergunning. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De partij die het vergunde recht heeft. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Gegevensgroeptype | Vergunninghouder |
Materiële geschiedenis | Ja |
Toelichting |
De vergunninghouder staat vast op het moment dat de vergunning is verleend. Het gegeven kan een nieuwe waarde krijgen bij een wijziging. In dat geval blijft de oude waarde behouden. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Gegevensgroeptype | Voorschrift |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Voorschriften verbonden aan de vergunning zijn in deze versie van de catalogus niet opgenomen. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
Een wijziging in de vergunning die nog niet is ingegaan. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Gegevensgroeptype | Lopende wijziging |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Gegevensgroep van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
De intrekking van de vergunning die nog niet is ingegaan. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Gegevensgroeptype | Lopende intrekking |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Associatie van Mijnbouwwetvergunning |
---|---|
Definitie |
Het gebied waar het recht betrekking op heeft. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1..* |
Relatiesoort naam | heeft |
Relatierol naam | vergunninggebied |
Bron | Mijnbouwwetvergunning |
Doel | Verleend gebied |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens die de geschiedenis van het object in de registratie ondergrond markeren. |
Toelichting |
De gegevens staan niet in een brondocument maar worden automatisch door de basisregistratie ondergrond gegenereerd. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop er voor het eerst gegevens van het object in de registratie ondergrond zijn opgenomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De actuele fase van registratie waarin het registratieobject zich bevindt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Registratiestatus |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop de laatste aanvulling op de gegevens in de registratie ondergrond is doorgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Het gegeven is alleen aanwezig wanneer na de registratie van een deelonderzoek ander deelonderzoek is vastgelegd. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop alle gegevens van het object in de registratie ondergrond zijn opgenomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut registratiestatus gelijk is aan voltooid. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Het gegeven is alleen aanwezig als alle aan te leveren gegevens zijn geregistreerd. Na dit tijdstip kunnen geen nieuwe gegevens meer ter registratie worden aangeboden. Wel kunnen fouten in de registratie worden verbeterd. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of er een verbetering in de gegevens van het object in de registratie ondergrond heeft plaatsgevonden. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop de laatste correctie in de gegevens van het registratieobject is doorgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut gecorrigeerd gelijk is aan ja. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of het registratieobject door de registerbeheerder in onderzoek is genomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Wanneer een registratieobject in onderzoek is genomen betekent dit dat er bij de registerbeheerder gerede twijfel bestaat over de juistheid van de geregistreerde gegevens en dat er een onderzoek is gestart om vast te stellen wat de juiste gegevens zijn. Normaliter gaat hieraan een melding van derden vooraf. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop de registerbeheerder het registratieobject in onderzoek heeft genomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut in onderzoek gelijk is aan ja. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de gegevens van het registratieobject door de registerbeheerder uit registratie zijn genomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Wanneer de registerbeheerder een registratieobject uit registratie heeft genomen, zijn de gegevens niet langer beschikbaar voor andere afnemers dan bronhouder en dataleverancier. De registerbeheerder zal een registratieobject alleen bij hoge uitzondering uit registratie nemen en alleen na akkoord van de bronhouder. Aan de beslissing gaat een proces van zorgvuldige afweging vooraf en dat komt tot uitdrukking in de regel dat een registratieobject slechts een keer uit registratie kan worden genomen. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop het registratieobject uit registratie is genomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut uit registratie genomen gelijk is aan ja. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of het object in de registratie ondergrond is opgenomen, nadat het eerder uit registratie was genomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
De registerbeheerder kan een registratieobject eenmalig uit registratie nemen, en die actie kan hij eenmalig ongedaan maken. Ook hiervoor geldt dat akkoord van de bronhouder vereist is. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop het object in de registratie ondergrond is opgenomen, nadat het uit registratie was genomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut weer in registratie genomen gelijk is aan ja. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
Het tijdsinterval dat het bestaan van de mijnbouwwetvergunning in de werkelijkheid definieert. |
Toelichting |
De begindatum is de datum waarop het registratieobject ontstaat en de registratie in de basisregistratie ondergrond start. De einddatum is de datum waarop het registratieobject is beëindigt en de registratie in de basisregistratie is voltooid. |
Type gegeven | Attribuut van Levensduur |
---|---|
Definitie |
De datum waarop de vergunningverlener bekend heeft gemaakt de vergunning aan een bepaalde partij te willen verlenen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Naam IMBRO/A | OnvolledigeDatum |
Waardebereik | 1 januari 1900 tot heden |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
De mijnbouwwetvergunning bestaat vanaf het moment dat de vergunningverlener het eerste
besluit tot verlening bekend heeft gemaakt. |
Type gegeven | Attribuut van Levensduur |
---|---|
Definitie |
De datum waarop de vergunning is beëindigd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Naam IMBRO/A | OnvolledigeDatum |
Waardebereik | 1 januari 2003 tot heden |
Regels |
De datum moet liggen na de begindatum. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
De mijnbouwwetvergunning is beëindigd op de datum dat de vergunning is verlopen of
vervallen. Wanneer de vergunning wordt ingetrokken of opgevolgd (gesplitst, samengevoegd
of opgevolgd door een vergunning voor een vervolgactiviteit) is er sprake van een
beëindigingsproces. In dat geval is de einddatum de datum waarop het proces is voltooid. |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
Het geheel van gebeurtenissen dat de geschiedenis van de mijnbouwwetvergunning in de werkelijkheid beschrijft. |
Toelichting |
De bekendmaking van het eerste besluit is de eerste gebeurtenis in het leven van het
registratieobject mijnbouwwetvergunning. Iedere keer dat er nieuwe gegevens beschikbaar
komen die van algemeen belang zijn, is er sprake van een gebeurtenis die in de basisregistratie
ondergrond geregistreerd moet worden. Zo bouwt de vergunning in de registratie een
geschiedenis op. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Vergunninggeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De gebeurtenis van de vergunning in de werkelijkheid. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1..* |
Gegevensgroeptype | Gebeurtenis |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens die een gebeurtenis beschrijven die tijdens de levensduur van het object heeft plaatsgevonden. |
Type gegeven | Attribuut van Gebeurtenis |
---|---|
Definitie |
De datum waarop de gebeurtenis heeft plaatsgevonden. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Waardebereik | 1 januari 1900 tot heden |
Regels |
De datum mag niet liggen voor de begindatum van de entiteit Levensduur. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Gebeurtenis |
---|---|
Definitie |
De benaming van de gebeurtenis. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | NaamGebeurtenis |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Gebeurtenis |
---|---|
Definitie |
De identificatie van het document waarin een besluit is vastgelegd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Tekst 30 |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Het besluitnummer is een unieke identificatie die de vergunningverlener toekent aan het besluit. |
Type gegeven | Attribuut van Gebeurtenis |
---|---|
Definitie |
De typering van de wijziging in de vergunning. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..3 |
Domein | |
Naam | TypeWijziging |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens over de plaats van het registratieobject op het aardoppervlak zoals die door de basisregistratie ondergrond zijn getransformeerd. |
Toelichting |
De gegevens staan niet in een brondocument. De gestandaardiseerde locatie wordt door de basisregistratie ondergrond berekend ten behoeve van afnemers. Het maakt het mogelijk alle gegevens in de registratie ondergrond in een en hetzelfde referentiestelsel te ontsluiten. |
Type gegeven | Attribuut van Gestandaardiseerde locatie |
---|---|
Definitie |
De coördinaten in het standaard referentiestelsel. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | GM_MultiSurface |
Materiële geschiedenis | Nee |
Is afgeleid | Ja |
Toelichting |
Het standaard referentiestelsel is ETRS89 (European Terrestrial Reference System 1989). |
Type gegeven | Attribuut van Gestandaardiseerde locatie |
---|---|
Definitie |
De methode die de basisregistratie ondergrond heeft gebruikt voor het omzetten van de aangeleverde coördinaten. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Coördinaattransformatie |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens die de organisatie of de groep van organisaties waaruit de vergunninghouder bestaat, identificeren. |
Toelichting |
De vergunninghouder is meestal een consortium van organisaties en soms één organisatie. Bij hoge uitzondering maakt een natuurlijk persoon deel uit van de vergunninghouder. In dat geval worden de namen van de personen in de beschikking opgenomen. De wetgever heeft besloten in geen enkel geval gegevens van natuurlijke personen op te nemen in de registratie ondergrond. |
Type gegeven | Attribuut van Vergunninghouder |
---|---|
Definitie |
Het KvK-nummer van de onderneming of de maatschappelijke activiteit van de rechtspersoon die tot vergunninghouder hoort, of het equivalent daarvan in een handelsregister van een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1..* |
Domein | |
Naam | Organisatie |
Regels |
De organisatie moet bekend zijn binnen de basisregistratie ondergrond als mijnbouwonderneming. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Het kan voorkomen dat vergunninghouder een natuurlijk persoon is, in dat geval ontbreekt
de waarde. |
Toelichting |
Van vergunningen die zijn aangeleverd in het kader van archiefoverdracht kan het handelsnummer van de organisatie onbekend zijn. |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Toelichting |
In deze versie van de catalogus zijn de voorschriften verbonden aan de vergunning niet opgenomen. |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
Het gebied of een gebiedsdeel waarvoor de vergunning verleend is. |
Type gegeven | Attribuut van Verleend gebied |
---|---|
Definitie |
Het nummer dat door of voor de bronhouder wordt gebruikt om het verleende gebied van de mijnbouwwetvergunning te identificeren. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Nummer 1 |
Regels |
Het gebiedsnummer moet uniek zijn binnen de Mijnbouwwetvergunning. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Verleend gebied |
---|---|
Definitie |
De herkenbare naam van het gebied. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Tekst 100 |
Materiële geschiedenis | Ja |
Toelichting |
Vergunningen die onshore liggen hebben een geografische naam, vergunningen die offshore
liggen worden aangeduid met een bloknummer, zoals aangegeven in de Mijnbouwregeling. |
Type gegeven | Attribuut van Verleend gebied |
---|---|
Definitie |
De begrenzing van het gebied op het aardoppervlak, zoals die is aangeleverd aan de basisregistratie ondergrond. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | GM_Surface |
Regels |
Het gebied moet liggen in Nederland of zijn Exclusieve Economische Zone. |
Materiële geschiedenis | Ja |
Toelichting |
De aangeleverde begrenzing wordt vastgelegd als vlak (surface). In het besluit van
de vergunningverlener is de begrenzing van het gebied beschreven. De aangeleverde
begrenzing is een meer nauwkeurige invulling van die beschrijving. |
Type gegeven | Attribuut van Verleend gebied |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of het verleende gebied in de diepte is begrensd op het moment dat de registratie ondergrond wordt bevraagd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Naam IMBRO/A | IndicatieJaNeeOnbekend |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
De vergunning heeft betrekking op de ruimte onder het door het gebied begrensde deel
van het aardoppervlak. Aan het dieptebereik worden expliciet grenzen gesteld, wanneer
de vergunningverlener dat vanuit het oogpunt van goed beheer van de ondergrondse ruimte
nodig acht. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Verleend gebied |
---|---|
Definitie |
Het deel van de ondergrond van het gebied waarop het recht betrekking heeft. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Gegevensgroeptype | Dieptebereik |
Regels |
De gegevensgroep moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut verticaal begrensd gelijk is aan ja. |
Materiële geschiedenis | Ja |
Toelichting |
Het dieptebereik staat vast op het moment dat de vergunning is verleend. Het gegeven kan een nieuwe waarde krijgen bij een wijziging. In dat geval blijft de oude waarde behouden. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Verleend gebied |
---|---|
Definitie |
De periode gedurende welke het verleend gebied geldig is. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Gegevensgroeptype | Geldigheid |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens die de begrenzing aan de bovenzijde en onderzijde van de ondergrondse ruimte beschrijven. |
Regels |
Ten minste één van de volgende attributen moet aanwezig zijn: begindiepte, einddiepte, geologische bovengrens of geologische ondergrens. |
Toelichting |
Wanneer een vergunning in diepte wordt begrensd gebeurt dat meestal op basis van geologische grenzen en soms door de diepte in meters uit te drukken. |
Type gegeven | Attribuut van Dieptebereik |
---|---|
Definitie |
De globale diepte vanaf waar de vergunning geldt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 4.0 |
Eenheid | m (meter) |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Bij de begrenzing van de diepte in meters gaat het om een globale diepte. Op zee wordt de diepte gegeven t.o.v. MSL (Mean Sea Level), op land ten opzichte van NAP (Normaal Amsterdams Peil). |
Type gegeven | Attribuut van Dieptebereik |
---|---|
Definitie |
De globale diepte tot waar de vergunning geldt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 4.0 |
Eenheid | m (meter) |
Regels |
De einddiepte moet groter zijn dan de begindiepte. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Bij de begrenzing van de diepte in meters gaat het om een globale diepte. Op zee wordt de diepte gegeven t.o.v. MSL (Mean Sea Level), op land ten opzichte van NAP (Normaal Amsterdams Peil). |
Type gegeven | Attribuut van Dieptebereik |
---|---|
Definitie |
Het geologische vlak dat de ondergrondse ruimte aan de bovenzijde begrensd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | GeologischVlak |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Bij voorkeur wordt de diepte gedefinieerd in termen van lithostratigrafie. Het geologische
vlak is de ondergrens (basis) of bovengrens (top) van een geologische eenheid uit
de Stratigrafische Nomenclator. |
Type gegeven | Attribuut van Dieptebereik |
---|---|
Definitie |
Het geologische vlak dat de ondergrondse ruimte aan de onderzijde begrensd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | GeologischVlak |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Bij voorkeur wordt de diepte gedefinieerd in termen van lithostratigrafie. Het geologische vlak is de ondergrens (basis) of bovengrens (top) van een geologische eenheid uit de Stratigrafische Nomenclator. |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
Het tijdsinterval dat de geldigheid van het verleend gebied beschrijft. |
Type gegeven | Attribuut van Geldigheid |
---|---|
Definitie |
De datum die het begin aangeeft van de periode gedurende welke het gebied geldig is. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Naam IMBRO/A | OnvolledigeDatum |
Waardebereik | 1 januari 1900 tot heden |
Regels |
De datum mag niet liggen voor de ingangsdatum van de entiteit Mijnbouwwetvergunning. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Het kan voorkomen dat de ingangsdatum van de Mijnbouwwetvergunning nog niet bepaald is, alleen in dat geval ontbreekt de waarde. |
Toelichting |
Van vergunningen die zijn aangeleverd in het kader van archiefoverdracht kan de begindatum niet bekend zijn. |
Type gegeven | Attribuut van Geldigheid |
---|---|
Definitie |
De datum waarop het gebied haar geldigheid heeft verloren. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Naam IMBRO/A | OnvolledigeDatum |
Waardebereik | 1 januari 2003 tot heden |
Regels |
De datum moet liggen na de begindatum. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens die inzicht geven in een wijziging in de vergunning die nog niet is ingegaan. |
Toelichting |
De lopende wijziging omvat de gegevens die bij een actueel wijzigingsbesluit horen. De entiteit is van
tijdelijke aard en ontstaat op het moment dat een wijzigingsproces is gestart, en
verdwijnt op het moment dat het proces is afgesloten. |
Type gegeven | Attribuut van Lopende wijziging |
---|---|
Definitie |
De datum waarop de wijziging gepland is in te gaan. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Waardebereik | vanaf 1 juli 2022 |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Gewoonlijk staat de ingangsdatum van de wijziging vast op het moment dat de wijziging definitief is vastgesteld. Er is één uitzondering en dat is wanneer in het definitieve besluit een voorwaarde is opgenomen waaraan de vergunninghouder moet hebben voldaan voordat de wijziging ingaat. In dat geval wordt de datum op een later moment vastgesteld. |
Type gegeven | Attribuut van Lopende wijziging |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de wijziging definitief is, op het moment dat de registratie ondergrond wordt bevraagd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Is afgeleid | Ja |
Toelichting |
De basisregistratie ondergrond kent automatisch de juiste waarde aan het attribuut
toe bij de verwerking van de brondocumenten. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Lopende wijziging |
---|---|
Definitie |
De gegevens van de lopende wijziging. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Gegevensgroeptype | Te wijzigen gegevens |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens van de lopende wijziging. |
Regels |
Ten minste één van de gegevens moet aanwezig zijn. |
Toelichting |
De inhoud van de lopende wijziging omvat de gegevens van de vergunning die worden gewijzigd en dat kunnen er één of meer zijn. Voor de gegevens geldt de algemene regel dat de waarden van de te wijzigen gegevens afwijken van de actuele waarden, met uitzondering van de vertrekkende organisatie en het te beëindigen gebied. De onderlinge consistentie binnen de lopende wijziging en eventueel andere regels worden gewaarborgd in de brondocumenten. |
Type gegeven | Attribuut van Te wijzigen gegevens |
---|---|
Definitie |
De nieuwe datum die het begin aangeeft van de periode gedurende welke de vergunning geldig is. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Waardebereik | vanaf 1 juli 2022 |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Gewoonlijk kan de ingangsdatum niet meer wijzigen vanaf het moment dat de vergunning is verleend. Er is één uitzondering en dat is wanneer de ingangsdatum na de datum ligt waarop het besluit definitief is vastgesteld. Zolang de vergunning niet is ingegaan, kan de ingangsdatum van de vergunning gewijzigd worden. |
Type gegeven | Attribuut van Te wijzigen gegevens |
---|---|
Definitie |
De nieuwe datum waarop de vergunning haar geldigheid zal verliezen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Waardebereik | vanaf 1 juli 2022 |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Te wijzigen gegevens |
---|---|
Definitie |
Het KvK-nummer van de onderneming of de maatschappelijke activiteit van de rechtspersoon die niet langer deel kan uitmaken van vergunninghouder, of het equivalent daarvan in een handelsregister van een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..* |
Domein | |
Naam | Organisatie |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Een wijziging van de vergunninghouder wordt zelden eerst geregistreerd als een lopende wijziging. Normaliter volgt de registratie het proces van overdracht en wordt het gegeven direct gewijzigd (vergunningOvergedragen). |
Type gegeven | Attribuut van Te wijzigen gegevens |
---|---|
Definitie |
Het KvK-nummer van de onderneming of de maatschappelijke activiteit van de rechtspersoon die deel uit gaat maken van de vergunninghouder, of het equivalent daarvan in een handelsregister van een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..* |
Domein | |
Naam | Organisatie |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Een wijziging van de vergunninghouder wordt zelden eerst geregistreerd als een lopende wijziging. Normaliter volgt de registratie het proces van overdracht en wordt het gegeven direct gewijzigd (vergunningOvergedragen). |
Type gegeven | Attribuut van Te wijzigen gegevens |
---|---|
Definitie |
Het nummer van het verleende gebied van de mijnbouwwetvergunning waarop de houder ingevolge de wijziging geen recht meer zal hebben. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..* |
Domein | |
Naam | Nummer 1 |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Het te beëindigen gebied is onderdeel van de lopende wijziging en wanneer de wijziging wordt doorgevoerd wordt de datum waarop het gebied is beëindigd vastgelegd bij het verleend gebied. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Te wijzigen gegevens |
---|---|
Definitie |
De gegevens van een gebied in de lopende wijziging. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..* |
Gegevensgroeptype | Te wijzigen gebiedsgegevens |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens van een gebied. |
Type gegeven | Attribuut van Te wijzigen gebiedsgegevens |
---|---|
Definitie |
Het nummer dat het verleend gebied identificeert. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Nummer 1 |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Te wijzigen gebiedsgegevens |
---|---|
Definitie |
De nieuwe herkenbare naam van het gebied. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Tekst 100 |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Te wijzigen gebiedsgegevens |
---|---|
Definitie |
De nieuwe begrenzing van het gebied op het aardoppervlak. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | GM_Surface |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Attribuut van Te wijzigen gebiedsgegevens |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft dat het verleende gebied in de diepte gaat worden begrensd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Gegevensgroep van Te wijzigen gebiedsgegevens |
---|---|
Definitie |
De nieuwe begrenzing van het gebied in de diepte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Gegevensgroeptype | Dieptebereik |
Regels |
De gegevensgroep moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut verticaal begrensd gelijk is aan ja. |
Materiële geschiedenis | Nee |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens die inzicht geven in de intrekking van de vergunning die nog niet is ingegaan. |
Toelichting |
De lopende intrekking bevat de geplande intrekkingsdatum die bij een actueel intrekkingsbesluit hoort.
De entiteit is van tijdelijke aard en ontstaat op het moment dat een intrekkingsproces
is gestart, en verdwijnt op het moment dat het proces is afgesloten. |
Type gegeven | Attribuut van Lopende intrekking |
---|---|
Definitie |
De datum waarop de intrekking gepland is in te gaan. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Materiële geschiedenis | Nee |
Toelichting |
Gewoonlijk staat de intrekkingsdatum vast op het moment dat de intrekking definitief is vastgesteld. Er is één uitzondering en dat is wanneer in het definitieve besluit een voorwaarde is opgenomen waaraan de vergunninghouder moet hebben voldaan voordat de intrekking ingaat. In dat geval wordt de datum op een later moment vastgesteld. |
Type gegeven | Attribuut van Lopende intrekking |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de intrekking definitief is, op het moment dat de registratie ondergrond wordt bevraagd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Materiële geschiedenis | Nee |
Is afgeleid | Ja |
Toelichting |
De basisregistratie ondergrond kent automatisch de juiste waarde aan het attribuut
toe bij de verwerking van de brondocumenten. |
De lijst met geologische eenheden uit de Stratigrafische Nomenclator.
|
Waarde | Code | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|---|
AltenaGroep | AT | v | v | Altena Groep, in het Engels Altena Group. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
Carboon | CARBONIFEROUS | v | v | Carboon, in het Engels Carboniferous. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
EpenFormatie | DCGE | v | v | Epen Formatie, in het Engelse Epen Formation. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
FormatieHolland | KNGL | v | v | Formatie van Holland, in het Engels Holland Formation. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
FormatieLanden | NLLA | v | v | Formatie van Landen, in het Engels Landen Formation. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
KrijtkalkGroep | CK | v | v | Krijtkalk Groep, in het engels Chalk Group. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
LimburgGroep | DC | v | v | Limburg Groep, in het Engels Limburg Group. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
MiddenJuraVroegJura | MIDDLEJURASSICEARLYJURASSIC | v | v | Midden-Jura & Vroeg-Jura, in het Engels Middle Jurassic & Early Jurassic. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
Namurien | NAMURIAN | v | v | Namurien, in het Engels Namurian. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
OnderBontzandsteenSubgroep | RBS | v | v | Onder-Bontzandsteen Subgroep, in het Engels Lower Buntsandstein Subgroup. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
OnderNoordzeeGroep | NL | v | v | Onder-Noordzee Groep, in het Engels Lower North Sea Group. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
OnderVolpriehausenZandsteenLaagpakket | RBMVL | v | v | Onder-Volpriehausen Zandsteen Laagpakket, in het Engels Lower Volpriehausen Sandstone Member. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
Perm | PERMIAN | v | v | Perm in het Engels Permian. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
PosidoniaSchalieFormatie | ATPO | v | v | Posidonia Schalie Formatie, in het Engels Posidonia Shale Formation. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
RuurloFormatie | DCCR | v | v | Ruurlo Formatie, in het Engels Ruurlo Formation. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
SchielandGroep | SL | v | v | Schieland Groep, in het Engels Schieland Group. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
Trias | TRIASSIC | v | v | Trias, in het Engels Triassic. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
VlielandKleisteenFormatie | KNNC | v | v | Vlieland Kleisteen Formatie, in het Engels Vlieland Claystone Formation. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
VroegKrijtLaatJura | EARLYCRETACEOUSLATEJURASSIC | v | v | Vroeg-Krijt & Laat-Jura, in het Engels Early Cretaceous & Late Jurassic. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
ZechsteinGroep | ZE | v | v | Zechstein Groep, in het Engels Zechstein Group. De eenheid is omschreven in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland (versie 2020). |
De lijst met de statussen waarin de vergunning zich bevindt. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
verleendNietDefinitief | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener heeft besloten de vergunning aan een bepaalde partij te verlenen; het besluit is nog niet onherroepelijk. Het verleningsproces loopt. |
verleend | ✔ | ✔ |
De vergunning is verleend. De vergunningverlener heeft besloten de vergunning aan een bepaalde partij te verlenen; het besluit is onherroepelijk. De vergunning is verleend. |
voortijdigBeeindigdNietDefinitief | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener heeft besloten het verleningsproces af te breken en de vergunning voortijdig te beëindigen; het besluit is nog niet onherroepelijk. Het beëindigingsproces loopt. |
voortijdigBeeindigd | ✔ | ✔ |
De vergunning is voortijdig beëindigd. |
wijzigingLoopt | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener heeft besloten de vergunning te wijzigen; er loopt een wijzigingsproces. |
intrekkingLoopt | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener heeft besloten de vergunning in te trekken. Het beëindigingsproces loopt. |
opvolgingLoopt | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener heeft besloten de vergunning op te volgen. Het beëindigingsproces loopt. |
beeindigd | ✔ | ✔ |
De vergunning is beëindigd. |
De lijst met de methoden waarmee de coördinaten zijn omgezet. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
nietGetransformeerd | ✔ | ✔ |
De gegevens zijn aangeleverd in ETRS89; transformatie was niet nodig. |
RDNAPTRANS2018 | ✔ | ✔ |
De gegevens zijn getransformeerd van RD naar ETRS89, gebruikmakend van de transformatie RDNAPTRANS™, versie 2018. RDNAPTRANS™ is de officiële transformatie tussen RD/NAP en ETRS89 afkomstig van het Kadaster, Rijkswaterstaat en de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine in het samenwerkingsverband NSGI (Nederlandse Samenwerking Geodetische Infrastructuur). |
RDNAPTRANS2018MV0 | ✔ | ✔ |
De gegevens zijn getransformeerd van RD naar ETRS89, gebruikmakend van de transformatie RDNAPTRANS™, versie 2018. De positie van het aardoppervlak is onbekend, bij transformatie is uitgegaan van 0 m NAP. RDNAPTRANS™ is de officiële transformatie tussen RD/NAP en ETRS89 afkomstig van het Kadaster, Rijkswaterstaat en de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine in het samenwerkingsverband NSGI (Nederlandse Samenwerking Geodetische Infrastructuur). |
De lijst met de delfstoffen waarop de mijnbouwactiviteit betrekking heeft. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
koolwaterstoffen | ✔ | ✔ |
De verzamelnaam voor de delfstoffen aardolie, condensaat en aardgas. |
steenkool | ✔ | ✔ |
Steenkool. |
steenzout | ✔ | ✔ |
Steenzout. |
De lijst met de grenzen van geologische eenheden. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
basis | ✔ | ✔ |
De onderkant van de geologische eenheid. |
top | ✔ | ✔ |
De bovenkant van de geologische eenheid. |
De lijst met de redenen waarom het registratieobject aan de basisregistratie ondergrond is aangeleverd. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
MBW | ✔ | ✔ |
De gegevens zijn aangeleverd in het kader van de Mijnbouwwet. De wet is op 1 januari 2003 in werking getreden. |
archiefoverdracht | ✔ |
De gegevens zijn aangeleverd in het kader van archiefoverdracht. |
De lijst met de mijnbouwactiviteiten. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
onderzoekMijnbouw | ✔ | ✔ |
Het opsporen of winnen van delfstoffen uit de ondergrond op een diepte van meer dan 100 meter onder het aardoppervlak om gegevens te verzamelen voor wetenschappelijk onderzoek of beleid. |
opslaanCO2 | ✔ | ✔ |
Het permanent opslaan van CO2 in de ondergrond op een diepte van meer dan 100 meter onder het aardoppervlak. |
opslaanStof | ✔ | ✔ |
Het opslaan van stoffen in de ondergrond op een diepte van meer dan 100 meter onder het aardoppervlak , dan wel het terughalen van de opgeslagen stoffen. |
opsporenAardwarmte | ✔ | ✔ |
Het opsporen van aardwarmte in de ondergrond op een diepte van meer dan 500 meter
onder het aardoppervlak, met gebruikmaking van een boorgat. |
opsporenDelfstof | ✔ | ✔ |
Het opsporen van delfstoffen in de ondergrond op een diepte van meer dan 100 meter onder het aardoppervlak, met gebruikmaking van een boorgat. |
opsporenOpslagcomplex | ✔ | ✔ |
Het opsporen van CO2-opslagcomplexen in de ondergrond op een diepte van meer dan 100 meter onder het aardoppervlak, met gebruikmaking van een boorgat of door het verrichten van proeven met injectie van CO2. |
winnenAardwarmte | ✔ | ✔ |
Het winnen van aardwarmte uit de ondergrond op een diepte van meer dan 500 meter onder het aardoppervlak. |
winnenDelfstof | ✔ | ✔ |
Het winnen en eventueel opsporen van delfstoffen uit de ondergrond op een diepte van meer dan 100 meter onder het aardoppervlak, met gebruikmaking van een boorgat, tunnel, schacht of ander ondergronds werk. |
winnenKalksteen | ✔ | ✔ |
Het winnen van kalksteen uit de ondergrond, met gebruikmaking van een boorgat, tunnel, schacht of ander ondergronds werk. |
De lijst met de gebeurtenissen. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
intrekkingsbesluitBekendgemaakt | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener heeft het besluit genomen dat hij de verleende vergunning wil
intrekken. De intrekking is op verzoek van de vergunninghouder of ambtshalve besloten
door de vergunningverlener. |
intrekkingsbesluitBijgesteld | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener heeft het besluit genomen tot het bijstellen van een eerder genomen besluit tot het intrekken van de verleende vergunning. |
intrekkingDefinitief | ✔ | ✔ |
Het besluit tot het intrekken van de verleende vergunning is definitief; het besluit
is onherroepelijk en de intrekking is ingegaan. |
intrekkingVastgesteld | ✔ | ✔ |
Het besluit tot het intrekken van de verleende vergunning is definitief; het besluit is onherroepelijk. De intrekking is nog niet ingegaan. |
intrekkingIngegaan | ✔ | ✔ |
De intrekking is ingegaan. |
intrekkingAfgebroken | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener deelt mee dat hij zijn eerdere besluit tot het intrekken van
de verleende vergunning heeft ingetrokken. |
opvolgingGestart | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener heeft het besluit genomen de vergunning te willen splitsen of
samenvoegen, of een vergunning voor een vervolgactiviteit te willen verlenen. |
opvolgingVoltooid | ✔ | ✔ |
Het besluit tot het verlenen van de vervolgvergunning is definitief; het besluit is
onherroepelijk en de nieuwe vergunning is ingegaan. |
opvolgingAfgebroken | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener deelt mee dat hij zijn eerdere besluit tot splitsing of samenvoeging
heeft ingetrokken of dat hij de vervolgvergunning definitief niet heeft verleend. |
tijdelijkVerlengd | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener deelt mee dat de vergunning tijdelijk is verlengd omdat de vergunninghouder een aanvraag heeft ingediend voor een vervolgvergunning of voor een verlenging van de vergunning. De vergunning blijft geldig zolang de procedures lopen. |
tijdelijkeVerlengingOpgeheven | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener deelt mee dat de tijdelijke verlenging is opgeheven omdat de aangevraagde vervolgvergunning of verlenging definitief is geweigerd. |
vergunningOvergedragen | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener deelt mee dat het houderschap van de vergunning is overgegaan op een ander. Er zijn één of meer organisaties tot de partij toegetreden, er zijn één of meer organisaties die de partij hebben verlaten, of de vergunning is overgegaan op een geheel nieuwe partij. |
vergunningVerlopen | ✔ | ✔ |
De geldigheid van de vergunning is verlopen. |
vergunningVervallen | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener deelt mee dat de vergunning is vervallen omdat de vergunninghouder
afstand van de vergunning heeft gedaan of van rechtswege. |
verleningsbesluitBekendgemaakt | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener heeft het besluit genomen aan een bepaalde partij een vergunning
te willen verlenen. |
verleningsbesluitBijgesteld | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener heeft het besluit genomen tot het bijstellen van een eerder genomen besluit tot het verlenen van een vergunning. |
verleningDefinitief | ✔ | ✔ |
Het besluit tot het verlenen van de vergunning is definitief; het besluit is onherroepelijk
en de vergunning is ingegaan. |
verleningVastgesteld | ✔ | ✔ |
Het besluit tot het verlenen van de vergunning is definitief; het besluit is onherroepelijk.
De vergunning is nog niet ingegaan. |
verleningIngegaan | ✔ | ✔ |
De vergunning is ingegaan. |
verleningAfgebroken | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener deelt mee dat hij zijn eerdere besluit tot het verlenen van
de vergunning heeft ingetrokken. De aanvraag is tijdens het verleningsproces vervallen
van rechtswege of omdat de vergunninghouder de aanvraag heeft ingetrokken. |
weigeringGestart | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener heeft het besluit genomen dat hij de vergunning wil weigeren. |
weigeringVoltooid | ✔ | ✔ |
Het besluit tot het weigeren van de vergunning is definitief; het besluit is onherroepelijk. |
wijzigingsbesluitBekendgemaakt | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener heeft het besluit genomen dat hij de verleende vergunning wil
wijzigen. |
wijzigingsbesluitBijgesteld | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener heeft het besluit genomen tot het bijstellen van een eerder genomen besluit tot het wijzigen van de verleende vergunning. |
wijzigingDefinitief | ✔ | ✔ |
Het besluit tot het wijzigen van de verleende vergunning is definitief; het besluit
is onherroepelijk en de wijziging is ingegaan. |
wijzigingVastgesteld | ✔ | ✔ |
Het besluit tot het wijzigen van de verleende vergunning is definitief; het besluit is onherroepelijk. De wijziging is nog niet ingegaan. |
wijzigingIngegaan | ✔ | ✔ |
De wijziging is ingegaan. |
wijzigingAfgebroken | ✔ | ✔ |
De vergunningverlener deelt mee dat hij zijn eerdere besluit tot het wijzigen van
de verleende vergunning heeft ingetrokken. |
ingetrokken | ✔ |
De vergunning is ingetrokken, op verzoek van de vergunninghouder of ambtshalve besloten
door de vergunningverlener. Het intrekkingsproces is geregistreerd als één gebeurtenis
en dat is het moment waarop de intrekking is ingegaan. |
|
gewijzigd | ✔ |
De vergunning is gewijzigd. Het wijzigingsproces is geregistreerd als één gebeurtenis en dat is het moment waarop de wijziging is ingegaan. |
|
opgevolgd | ✔ |
De vergunning is gesplitst of samengevoegd, of een vergunning voor een vervolgactiviteit
is verleend. Het opvolgingsproces is geregistreerd als één gebeurtenis en dat is het
moment waarop de opvolging is ingegaan. |
|
verleend | ✔ |
De vergunning is verleend. Het verleningsproces is geregistreerd als één gebeurtenis
en dat is het moment waarop de verlening is ingegaan. |
De lijst met de statussen waarin het registratieobject zich bevindt. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
geregistreerd | ✔ | ✔ |
Het registeren van de gegevens van het object is gestart. De gegevens uit het eerste brondocument zijn in de registratie ondergrond vastgelegd. Er zijn daarna geen nieuwe gegevens geregistreerd. |
aangevuld | ✔ | ✔ |
Het registeren van de gegevens van het object heeft na de start van de registratie een vervolg gekregen. De gegevens in de registratie ondergrond zijn minimaal een keer aangevuld met nieuwe gegevens. |
voltooid | ✔ | ✔ |
Het registeren van de gegevens van het object is voltooid. Alle gegevens zijn in de registratie ondergrond vastgelegd en er kunnen geen nieuwe gegevens meer worden geregistreerd. |
De lijst met de stoffen die worden opgeslagen. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
aardgas | ✔ | ✔ |
Aardgas. |
gasolie | ✔ | ✔ |
Gasolie (dieselolie). |
stikstof | ✔ | ✔ |
Stikstof. |
vulstof | ✔ | ✔ |
Een stof om een lege ruimte in de ondergrond op te vullen. |
zoutWater | ✔ | ✔ |
Zout water. |
De lijst met de wijzigingen in de verleende vergunning. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
gebiedswijziging | ✔ | ✔ |
Het vergunninggebied is gewijzigd; er zijn één of meer verleende gebieden af ge staan, gewijzigd of opgesplitst. |
wijzigingGeldigheid | ✔ | ✔ |
De geldigheid is gewijzigd; de geldigheidsduur van de vergunning is verlengd of de ingangsdatum is gewijzigd. |
wijzigingVergunninghouder | ✔ | ✔ |
De vergunninghouder is gewijzigd; er zijn één of meer organisaties tot de partij toegetreden, er zijn één of meer organisaties die de partij hebben verlaten, of de vergunning is overgegaan op een geheel nieuwe partij. |