Dit is een werkversie document waarvan de inhoud onvolledig is, incorrect kan zijn en op elk moment kan wijzigen. Het is slechts geproduceerd om tooling voor BRO standaarden te testen. Hoofdstuk vijf is automatisch gegenereerd uit een UML model dat nog in ontwikkeling is.
Deze paragraaf beschrijft de status van dit document ten tijde van publicatie. Het is mogelijk dat er actuelere versies van dit document bestaan. Een lijst van Geonovum publicaties en de laatste gepubliceerde versie van dit document zijn te vinden op https://www.geonovum.nl/geo-standaarden/alle-standaarden.
Dit is de definitieve versie van het informatiemodel. Wijzigingen naar aanleiding van consultaties zijn doorgevoerd.
Dit onderdeel is niet normatief.
In de basisregistratie ondergrond (BRO) wordt een aantal typen gegevens geregistreerd, de registratieobjecten.
Een catalogus is de gegevensdefinitie van een registratieobject en beschrijft welke gegevens van het object in de BRO zijn opgeslagen. Het document is bedoeld voor alle gebruikers van de BRO en moet duidelijk maken welke gegevens er precies in het systeem zitten. Aan aanleverende partijen moet het vertellen welke gegevens in de basisregistratie ondergrond moeten komen en aan welke eisen die moeten voldoen, en aan afnemende partijen welke gegevens zij in de basisregistratie ondergrond mogen verwachten. Het document is voor een breed publiek bedoeld en de informatie moet naast precies ook begrijpelijk zijn.
Een catalogus is het resultaat van een proces van standaardisatie dat geruime tijd in beslag kan nemen. De standaardisatie is een open proces waarin de belanghebbende partijen actief betrokken worden. Het eindresultaat wordt door de wetgever vastgesteld in een ministeriële regeling.
In bepaalde gevallen is de verscheidenheid aan gegevens van een object zo groot, dat er eerst deelverzamelingen worden gedefinieerd. Het standaardisatieproces wordt dan per deelverzameling doorlopen. De deelverzamelingen worden zo gekozen dat de gegevens die in de bijbehorende catalogus worden beschreven, direct na vaststelling aan de BRO kunnen worden aangeleverd. Wanneer er deelverzamelingen worden onderscheiden, komt de catalogus van het registratieobject dus gefaseerd tot stand. Omdat inzichten in de loop van de tijd kunnen wijzigen kan het aan het eind van het hele proces nodig blijken revisies door te voeren om ongewenste verschillen tussen deelverzamelingen weg te nemen.
Een vastgestelde catalogus (zoals op wetten.nl gepubliceerd) wordt met het daarbij horende deel van het systeem van de basisregistratie ondergrond in gebruik genomen. De eerste formeel vastgestelde catalogus (zoals op wetten.nl gepubliceerd) krijgt het versienummer 1.0. Verwacht mag worden dat er na enige tijd behoefte gaat ontstaan aan gegevens die nog niet in de catalogus zijn opgenomen.
De beheerder hanteert drie typen versies voor een wijziging van een standaard. Bijvoorbeeld: versie 2.1.0 (=X.Y.Z):
In een jaar waarin een X-wijziging plaats vindt zullen er op hetzelfde registratieobject geen y-wijzigingen plaatsvinden. Als er een X- of een Y-wijziging in een jaar aan de orde is, wordt er geen z-wijziging gepland. De versie van de catalogus met inleiding (zoals hier gepubliceerd) volgt voor de normatieve stukken volledig de versie op wetten.nl. Wijzigingen aan niet normatieve teksten in dit document vallen altijd onder Z-wijzigingen en zullen maximaal 2 keer per jaar plaatsvinden.
Hoofdstuk 1 geeft het doel en de doelgroep van een catalogus.
Hoofdstuk 2 behandelt enkele algemene aspecten van het BRO-systeem en begrippen van algemene aard.
Hoofdstuk 3 en Hoofdstuk 4zijn de toelichting op de gegevensdefinitie van het registratieobject die in de ministeriële regeling is opgenomen.
Hoofdstuk 5 vertelt hoe de gegevensdefinitie is opgebouwd en welke aspecten van de gegevens daarin worden beschreven.
Hoofdstuk 6 geeft de inhoud weer van het eerste artikel van de ministeriële regeling en dat is het deel waarin de definitie is opgenomen van het registratieobject, van de delen waaruit het is opgebouwd, de entiteiten, en van de eigenschappen van die delen, de attributen.
Hoofdstuk 7 geeft de inhoud weer van het tweede artikel van de ministeriële regeling en dat is het deel waarin de uitbreidbare waardelijsten staan waarnaar in hoofdstuk 6 verwezen wordt.
Dit onderdeel is niet normatief.
De landelijke voorziening van de basisregistratie ondergrond is een systeem dat een schakel vormt in een informatieketen. Aan het begin van de keten staan bestuursorganen die opdracht geven tot de productie van gegevens, of zelf gegevens produceren. Die bestuursorganen worden bronhouders genoemd. De geproduceerde gegevens worden door een dataleverancier geleverd aan de beheerder van het systeem, de registerbeheerder. De bronhouder is verantwoordelijk voor de levering van gegevens. Hij kan besluiten zelf dataleverancier te zijn of andere partijen een machtiging voor levering te verlenen. De beheerder van de landelijke voorziening van de BRO registreert de aangeleverde gegevens en levert ze voor (her)gebruik door aan allerlei afnemers.
De opzet van het systeem moet begrepen worden vanuit de verantwoordelijkheden die in de keten zijn belegd. De aangeleverde gegevens vallen onder de verantwoordelijkheid van de bronhouder en de registerbeheerder mag die gegevens niet veranderen. De registerbeheerder moet echter wel gegevens toevoegen om het systeem te kunnen beheren en hij kan gegevens toevoegen om de afnemers goed van dienst te kunnen zijn.
Bij wet is geregeld dat de basisregistratie ondergrond zo wordt opgezet dat er onderscheid bestaat tussen de gegevens die aan de registerbeheerder zijn aangeleverd en de gegevens die de registerbeheerder aan de afnemers verstrekt. Het systeem valt uiteen in twee grote deelsystemen, het register brondocumenten ondergrond en de registratie ondergrond (Figuur 1).
Een geheel van gegevens dat door of onder verantwoordelijkheid van een bronhouder wordt aangeleverd, wordt een brondocument genoemd. De brondocumenten worden in het register brondocumenten ondergrond opgeslagen. De gegevens uit de brondocumenten worden samen met de gegevens die de registerbeheerder toevoegt in de registratie ondergrond vastgelegd. De registratie ondergrond is het deelsysteem dat gebruikt wordt voor uitgifte.
Met deze opzet verkrijgt het systeem de nodige flexibiliteit. Zo kan een object in de registratie ondergrond gegevens bevatten die uit meer dan één brondocument afkomstig zijn en bij uitgifte kunnen gegevens van verschillende objecten met elkaar gecombineerd worden. Ook is het mogelijk met het brondocument gegevens op te slaan die alleen voor de bronhouder en de aanleverende partij van belang zijn.
De catalogus dekt alle gegevens die opgenomen zijn in de registratie ondergrond. Verreweg de meeste gegevens komen uit de brondocumenten die de dataleverancier aanlevert en een paar gegevens komen voort uit de overdracht van een brondocument aan de registerbeheerder. Aan de aangeleverde gegevens worden enkele gegevens door de registerbeheerder toegevoegd. Als een gegeven is toegevoegd door de BRO wordt dat in de beschrijving expliciet vermeld.
Alle gegevens in de registratie ondergrond worden uitgegeven, maar niet alle afnemers kunnen alle gegevens geleverd krijgen. De gegevens die niet aan alle afnemers worden uitgeleverd zijn de gegevens die alleen nodig zijn in de communicatie tussen de registerbeheerder enerzijds en de dataleveranciers en bronhouders anderzijds.
Het registratieobject is dé eenheid in de data-architectuur van de basisregistratie ondergrond. Voor de registerbeheerder is het de elementaire bouwsteen van het systeem dat hij moet beheren.
Een registratieobject verwijst naar een eenheid van informatie die onder de verantwoordelijkheid van één bronhouder valt en die met een bepaald doel is of wordt gemaakt. Het is in directe of indirecte zin gedefinieerd in de ruimte en dat wil zeggen dat een registratieobject een plaats op het aardoppervlak heeft of dat het gekoppeld is aan een ander type registratieobject met een plaats op het aardoppervlak.
Een registratieobject is niet alleen in de ruimte maar ook in de tijd gedefinieerd. Het leven van een registratieobject begint op het moment dat de gegevens zijn geregistreerd en dat is zo kort mogelijk nadat de gegevens zijn geproduceerd. De levensduur van een registratieobject, en de veranderlijkheid van de gegevens verschilt van object tot object. Een grondwatermonitoringput kan tientallen jaren gebruikt worden voor het meten van grondwaterstanden en in de periode kunnen er nieuwe gegevens ontstaan. Dat betekent dat de gegevens van de put in de registratie ondergrond gedurende zijn hele levensduur bijgewerkt moeten kunnen worden. Aan de andere kant van het spectrum staan de objecten waarvan alle gegevens in een keer worden vastgelegd. Geotechnisch sondeeronderzoek is daar een voorbeeld van. Sondeeronderzoek is eenmalig onderzoek en het resultaat ervan kan al na een of enkele dagen aan de bronhouder worden overhandigd.
Registratieobjecten worden in de basisregistratie ondergrond gegroepeerd in domeinen. Vooralsnog worden zes domeinen onderscheiden:
De domeinen zijn vanuit het oogpunt van beheer van belang voor de ordening van het systeem. Daarnaast zijn zij nuttig in de communicatie met de partijen die bij de realisatie van het systeem betrokken zijn.
In de basisregistratie ondergrond worden niet alleen gegevens geregistreerd die dateren van na de datum waarop de wet van kracht is geworden. Ook oudere gegevens zullen in de basisregistratie ondergrond worden opgenomen. De noodzaak daartoe ligt in de wet verankerd. Die schrijft voor dat de gegevens uit de eerder bestaande systemen DINO en BIS zo veel mogelijk naar de BRO moeten worden overgezet. Verder staat de wet toe dat bronhouders tot vijf jaar na de inwerkingtreding van de wet historische gegevens ter registratie mogen aanbieden.
Historische gegevens kunnen niet altijd voldoen aan de strikte regels die de BRO stelt. Zo kan het voorkomen dat voor gegevens die volgens de strikte regels van de BRO verplicht zijn, geen waarde bekend is. Om de verwerking van de twee categorieën gegevens naast elkaar mogelijk te maken, worden twee kwaliteitsregimes gehanteerd. Voor de aanlevering van gegevens volgens de strikte regels geldt het IMBRO-regime. Bij de aanlevering van historische gegevens wordt geaccepteerd dat een aantal formeel verplichte gegevens geen waarde heeft. Voor deze gegevens wordt het IMBRO/A-regime gehanteerd en dat kent dus minder strikte regels.
De introductie van de twee kwaliteitsregimes geeft de bronhouder gedurende een bepaalde periode een zekere mate van vrijheid. Het kan bijvoorbeeld praktisch blijken het IMBRO/A-regime te hanteren voor gegevens die weliswaar pas na de datum waarop de wet in werking is getreden zijn geproduceerd maar die voortkomen uit opdrachten die al voor die datum zijn gegeven. Ook kan het voorkomen dat historische gegevens wel aan alle strikte voorwaarden voldoen en dan is het wenselijk de gegevens onder IMBRO-regime aan te leveren.
De periode waarin de bronhouders die vrijheid hebben wordt de transitieperiode genoemd. Over de duur van de transitieperiode zijn nog geen afspraken gemaakt. Na afloop van de transitieperiode kan alleen onder het strikte IMBRO-regime worden aangeleverd.
De basisregistratie ondergrond maakt deel uit van een stelsel van basisregistraties. Binnen het stelsel maakt men onderscheid tussen de materiële geschiedenis en de formele geschiedenis van een object.
Het begrip materiële geschiedenis wordt gebruikt om de veranderingen van eigenschappen van een object in de werkelijkheid aan te duiden. De materiële geschiedenis van een object wordt, voor zover relevant, in de registratie ondergrond vastgelegd. Niet alle registratieobjecten hebben een materiële geschiedenis, alleen de objecten met een levensduur, zoals de grondwatermonitoringput.
Het begrip formele geschiedenis wordt gebruikt voor de veranderingen van eigenschappen van een object in de registratie zelf. De meeste van die veranderingen gaan terug op een verandering van eigenschappen in de werkelijkheid, en de formele geschiedenis geeft aan wanneer de veranderingen in het systeem geregistreerd zijn. De formele geschiedenis kent ook gebeurtenissen die niet het gevolg zijn van een verandering in de werkelijke eigenschappen van een object. Die gebeurtenissen hebben betrekking op correcties. Het kan gebeuren dat een bronhouder erachter komt dat er een onjuiste waarde was geregistreerd en dan zorgt hij ervoor dat die verbeterd wordt. De registratie van de verbetering is een formele gebeurtenis.
Alle registratieobjecten hebben een formele geschiedenis en die wordt in de registratie ondergrond globaal vastgelegd in de registratiegeschiedenis van het object. Globaal wil zeggen dat de registratie ondergrond alleen een overzicht van de formele geschiedenis geeft. Voor de details moet het register brondocumenten ondergrond worden geraadpleegd.
Bij correctie wordt het betreffende gegeven in de registratie ondergrond overschreven en is de oude waarde van het gegeven niet meer direct beschikbaar voor de afnemers. Zou een afnemer toch willen weten wat de eerdere foute waarde was, dan moet hij het register brondocumenten ondergrond raadplegen.
De registratieobjecten van de basisregistratie ondergrond zijn gedefinieerd in de ruimte en dat wil zeggen dat een object zelf een plaats op het aardoppervlak, een locatie, heeft, of dat het gekoppeld is aan een ander type registratieobject met een locatie. Afhankelijk van het type registratieobject, wordt de locatie geregistreerd als een punt, een lijn of een vlak.
De locatie is de horizontale positie van een object. Voor bepaalde objecten is het voldoende dat alleen die horizontale positie wordt vastgelegd, maar voor veel objecten is ook de verticale positie van belang.
Posities worden vastgelegd in coördinaten en die zijn gedefinieerd in een bepaald referentiestelsel.
Er zijn verschillende typen referentiestelsels. Zo spreekt men van horizontale referentiestelsels (2D), verticale referentiestelsels (1D), gecombineerde referentiestelsels (2D, 1D) en werkelijke 3D referentiestelsels. In Nederland worden de horizontale en de verticale component van een positie in een afzonderlijk stelsel uitgedrukt. Het is vandaag de dag mogelijk met gps een positie in een 3D-referentiestelsel vast te leggen, maar de wens over te stappen op het gebruik van 3D is nog door geen van de partijen die betrokken zijn bij de basisregistratie ondergrond naar voren gebracht.
In Nederland zijn traditioneel verschillende referentiestelsels voor de horizontale positie in gebruik. In 2009, bij de eerste voorbereidingen voor de totstandkoming van de basisregistratie ondergrond, is al vastgesteld dat de verscheidenheid aan referentiestelsels de basisregistratie ondergrond voor problemen stelt omdat de registratie dan niet gemakkelijk op een eenduidige manier bevraagd kan worden. In de registratie ondergrond worden namelijk zowel gegevens met een locatie op land als gegevens met een locatie op zee geregistreerd. In de toenmalige praktijk werden op land en op zee verschillende stelsels gebruikt. Op land werd RD gebruikt en op zee waren verschillende stelsels in gebruik, waarvan WGS84 de belangrijkste was.
In 2009 was ook al bekend dat de Europese kaderrichtlijn INSPIRE de lidstaten vraagt de gegevens in Europa in één referentiestelsel uit te gaan wisselen, te weten in ETRS89. Met dat in gedachten, is het besluit genomen het BRO-systeem zo in te richten dat de registratie bevraagd gaat worden in ETRS89.
Het besluit wordt ondersteund door ontwikkelingen in Nederland. Sinds 2013 wordt er door de drie belangrijkste autoriteiten in Nederland op het gebied van referentiestelsels, het Kadaster, de Dienst der Hydrografie en Rijkswaterstaat, gewerkt aan de totstandkoming van nieuwe afspraken. Die afspraken moeten in lijn zijn met Europese afspraken en leiden tot heldere en eenduidige transformatieprocedures tussen referentiestelsels. Concreet betekent dit dat in Nederland op termijn het ETRS89-stelsel als standaard zal worden gehanteerd voor het uitwisselen van geo-informatie.
Het besluit betekent niet dat de gegevens ook in ETRS89 aangeleverd moeten worden. De basisregistratie ondergrond voorziet een periode van transitie waarin de aanleverende partijen zelf bepalen wanneer zij overstappen op ETRS89. Die periode zal naar verwachting jaren duren. Om de transitie te ondersteunen hanteert de basisregistratie ondergrond de volgende spelregels:
In Nederland zijn voor verticale posities op land en zee verschillende referentiestelsels in gebruik. Op land wordt NAP gebruikt. Op zee is het in de voor de BRO relevante werkvelden gebruikelijk posities uit te drukken t.o.v. het gemiddeld zeeniveau (MSL, Mean Sea Level), maar posities t.o.v. LAT komen ook voor (Lowest Astronomical Tide). Dit laatstgenoemde stelsel wordt in de kaderrichtlijn INSPIRE genoemd als het stelsel van voorkeur voor het uitdrukken van verticale posities op zee. De basisregistratie ondergrond staat daarom op zee het gebruik van LAT naast MSL toe. Aangeleverde verticale posities worden door de BRO niet getransformeerd.
De basisregistratie ondergrond bevat gegevens over de ondergrond van Nederland en zijn zgn. Exclusieve Economische Zone (EEZ). De EEZ is het gebied op de Noordzee waar Nederland economische rechten heeft. Voor de referentiestelsels die bij aanlevering worden toegestaan, is het van belang te weten of de locatie van een object op zee of op land ligt.
Als scheidingslijn tussen land en zee wordt in de basisregistratie ondergrond de UNCLOS-basislijn gehanteerd. Het beheer van de basislijn valt onder de verantwoordelijkheid van de Dienst der Hydrografie van het ministerie van Defensie. Deze dienst voert die taak uit op basis van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties uit 1982, dat in het Engels de United Nations Convention on the Law of the Sea (UNCLOS) heet. De basislijn is opgebouwd uit de nulmeterdieptelijn zoals weergegeven op de zeekaarten en enkele rechte basislijnen die onder meer de monding van de Westerschelde en de wateren tussen de Waddeneilanden afsluiten.
De grens tussen land en zee is veranderlijk. De Dienst der Hydrografie stelt de grens opnieuw vast wanneer daartoe voldoende aanleiding is. De BRO hanteert bij inname de meest recente versie van de UNCLOS-basislijn en controleert daarmee of de juiste referentiestelsels gebruikt worden.
Tussen het moment waarop de locatie van een object wordt bepaald en het moment waarop het gegeven in de basisregistratie ondergrond wordt vastgelegd verloopt enige tijd. In die periode kan de positie van de UNCLOS-basislijn opnieuw zijn vastgesteld, en dan ontstaat er een discrepantie die bij het aanleveren van gegevens tot problemen kan leiden. Wanneer een dergelijk probleem zich voordoet, wordt de dataleverancier gevraagd contact op te nemen met de registratiebeheerder om gezamenlijk tot een oplossing te komen.
Een soortgelijk probleem doet zich voor met betrekking tot de begrenzing van Nederland, met name van het Nederlands territoir. De grenzen van Nederland worden ieder jaar op 1 januari vastgesteld door het Kadaster en vastgelegd in de basisregistratie kadaster. De BRO controleert bij inname of een object in het gebied ligt dat Nederland en zijn Exclusieve Economische Zone omvat, en hanteert daarbij de actuele grenzen. Ook bij problemen die te herleiden zijn tot een verandering in de begrenzing van Nederland, wordt de dataleverancier gevraagd contact op te nemen met de registratiebeheerder om gezamenlijk tot een oplossing te komen.
Binnen het domein Mijnbouwwet wordt de scheidingslijn tussen land en zee niet bepaald door de UNCLOS-basislijn, maar door een over zee lopende lijn die is vastgelegd in een bijlage bij de Mijnbouwwet. In de registratie ondergrond wordt deze lijn aangeduid als mijnbouwgrens. Voor de referentiestelsels die bij aanlevering worden toegestaan, is het binnen het domein Mijnbouwwet van belang te weten of de locatie van een object aan landzijde of aan zeezijde van de mijnbouwgrens ligt. Waar in voorgaande paragrafen ‘op land’ en ‘op zee’ is genoemd, houdt dat binnen het domein Mijnbouwwet in: aan landzijde respectievelijk aan zeezijde van de mijnbouwgrens.
Voor zinvol gebruik van gegevens met een gemeten, berekende of anderszins bepaalde waarde is het noodzakelijk dat de nauwkeurigheid van die gegevens bekend is.
Het begrip nauwkeurigheid laat zich in deze context het best omschrijven als de juistheid van een gemeten of berekende waarde. In de meeste processen waarin de waarde van een gegeven wordt bepaald, kan de afwijking van de daadwerkelijke waarde slechts via een kalibratie- of statistisch proces worden verkregen. Het resultaat omvat dan niet alleen een van de mogelijke realisaties van een meetwaarde maar ook informatie over de mogelijke spreiding van de meetwaarden.
De basisregistratie ondergrond gaat ervan uit dat de producenten van gegevens de metingen en berekeningen uitvoeren binnen een stelsel van afspraken dat binnen het desbetreffende werkveld is vastgelegd. Uitgangspunt is dat ook de eisen waaraan de gegevens op het gebied van nauwkeurigheid moeten voldoen in afspraken zijn vastgelegd. Dat kunnen praktische werkafspraken zijn, maar ook afspraken die vertaald zijn naar ISO- en NEN-normen. In de catalogus wordt in beginsel verwezen naar die normen. Waar deze normen niet voorzien in afspraken over de nauwkeurigheid, stelt de basisregistratie ondergrond hieraan specifieke eisen. Deze zijn dan vermeld in de catalogus.
In de wet is een aantal gegevens expliciet als authentiek aangeduid. Dit wordt in de catalogus nader uitgewerkt; verreweg de meeste gegevens zijn authentiek.
Met de aanduiding authentiek wordt, zoals geformuleerd in de memorie van toelichting op de wet, tot uitdrukking gebracht dat:
In de praktijk mag een gebruiker van de gegevens ervan uitgaan dat alle gegevens correct zijn. De catalogus moet de gebruiker alle informatie geven die voor een goed begrip daarvan nodig is. Heeft een gebruiker echter gerede twijfel over de juistheid van een authentiek gegeven dan wordt verwacht dat hij de registerbeheerder daarvan op de hoogte brengt. Bestuursorganen zijn, bij gerede twijfel over de juistheid van een authentiek gegeven (of het ontbreken ervan), zelfs verplicht daarvan melding te maken.
Voor alle gegevens is aangegeven of ze authentiek zijn. Ook is voor alle gegevens aangegeven of ze aanwezig moeten zijn en een waarde moeten hebben. Dat laat zien dat er gegevens kunnen zijn die authentiek zijn maar geen waarde hoeven te hebben. Juist omdat er verplichtingen gelden t.a.v. authentieke gegevens, vraagt dit om een korte toelichting. Wanneer een authentiek gegeven geen waarde heeft moet de gebruiker ervan uitgaan dat het gegeven niet is geproduceerd. Dat geval kan zich uiteraard alleen voordoen wanneer er vrijheid van beslissen bestaat bij de bronhouder of de producent. Voor de duidelijkheid, als er wel een waarde is dan moet die ook in de BRO worden opgenomen. Bij gerede twijfel over het ontbreken van een waarde, moet een bestuursorgaan dat melden.
Dit onderdeel is niet normatief.
De catalogus voor het geotechnisch sondeeronderzoek beschrijft de gegevens die in de registratie ondergrond zijn opgenomen van sondeeronderzoek dat vanuit het vakgebied van de geotechniek is uitgevoerd. In de geotechniek wordt sondeeronderzoek routinematig en op gestandaardiseerde wijze uitgevoerd. Sondeeronderzoek wordt sporadisch binnen andere vakgebieden uitgevoerd, bijvoorbeeld in de bodemkunde, en dat onderzoek valt buiten het bereik van de basisregistratie ondergrond.
Geotechnisch sondeeronderzoek wordt uitgevoerd in het kader van projecten in de grond-, weg- en waterbouw en in de woning- en utiliteitsbouw. Het heeft tot doel de opbouw en de eigenschappen van de ondergrond te onderzoeken om de locatie, het ontwerp, de uitvoering of de toestand van bouwwerken te kunnen vaststellen. Geotechnisch sondeeronderzoek is de formele naam die in de basisregistratie ondergrond gebruikt wordt en de term verwijst naar een onderzoekstechniek die gewoonlijk sonderen wordt genoemd.
Geotechnisch sondeeronderzoek in de basisregistratie ondergrond is het geheel van gegevens dat betrekking heeft op een specifiek sondeeronderzoek dat op een specifieke locatie in Nederland is uitgevoerd en dat door of onder de verantwoordelijkheid van een bepaalde bronhouder is aangeleverd aan de registerbeheerder van de BRO en vervolgens onder zijn verantwoordelijkheid in de registratie ondergrond is opgenomen. De activiteiten van sondeeronderzoek omvatten in ieder geval het op locatie doen van metingen met een sondeerapparaat en de uiteindelijke rapportage van de resultaten aan de opdrachtgever.
Sonderen is een manier van veldonderzoek die binnen het domein van de geotechniek ontwikkeld is. Bij dit type onderzoek wordt een sondeerconus met constante snelheid de grond ingedrukt en terwijl de conus naar beneden gaat, worden quasi-continu waarnemingen gedaan aan fysieke grootheden.
De techniek is oorspronkelijk ontwikkeld om inzicht te krijgen in het dragend vermogen van de ondergrond om op basis daarvan funderingen te ontwerpen. De grootheid die daartoe gemeten werd en wordt, is de weerstand die de conus op de weg naar beneden ondervindt. In de afgelopen decennia heeft de sondeertechniek zich sterk ontwikkeld en inmiddels is het mogelijk routinematig een breed scala aan grootheden te meten. De techniek wordt in Nederland overigens nog steeds in hoofdzaak gebruikt voor het ontwerp van funderingen, maar de resultaten kunnen ook veel breder worden gebruikt omdat zij in meer algemene zin inzicht geven in de eigenschappen en de opbouw van de ondergrond
De catalogus voor het geotechnisch sondeeronderzoek beschrijft de gegevens die in de registratie ondergrond zijn opgenomen van sondeeronderzoek dat vanuit het vakgebied van de geotechniek is uitgevoerd. In de geotechniek wordt sondeeronderzoek routinematig en op gestandaardiseerde wijze uitgevoerd. Sondeeronderzoek wordt sporadisch binnen andere vakgebieden uitgevoerd, bijvoorbeeld in de bodemkunde, en dat onderzoek valt buiten het bereik van de basisregistratie ondergrond.
Geotechnisch sondeeronderzoek wordt uitgevoerd in het kader van projecten in de grond-, weg- en waterbouw en in de woning- en utiliteitsbouw. Het heeft tot doel de opbouw en de eigenschappen van de ondergrond te onderzoeken om de locatie, het ontwerp, de uitvoering of de toestand van bouwwerken te kunnen vaststellen. Geotechnisch sondeeronderzoek is de formele naam die in de basisregistratie ondergrond gebruikt wordt en de term verwijst naar een onderzoekstechniek die gewoonlijk sonderen wordt genoemd. Geotechnisch sondeeronderzoek in de basisregistratie ondergrond is het geheel van gegevens dat betrekking heeft op een specifiek sondeeronderzoek dat op een specifieke locatie in Nederland is uitgevoerd en dat door of onder de verantwoordelijkheid van een bepaalde bronhouder is aangeleverd aan de registerbeheerder van de BRO en vervolgens onder zijn verantwoordelijkheid in de registratie ondergrond is opgenomen. De activiteiten van sondeeronderzoek omvatten in ieder geval het op locatie doen van metingen met een sondeerapparaat en de uiteindelijke rapportage van de resultaten aan de opdrachtgever.
Sonderen is een manier van veldonderzoek die binnen het domein van de geotechniek ontwikkeld is. Bij dit type onderzoek wordt een sondeerconus met constante snelheid de grond ingedrukt en terwijl de conus naar beneden gaat, worden quasi-continu waarnemingen gedaan aan fysieke grootheden. De techniek is oorspronkelijk ontwikkeld om inzicht te krijgen in het dragend vermogen van de ondergrond om op basis daarvan funderingen te ontwerpen. De grootheid die daartoe gemeten werd en wordt, is de weerstand die de conus op de weg naar beneden ondervindt. In de afgelopen decennia heeft de sondeertechniek zich sterk ontwikkeld en inmiddels is het mogelijk routinematig een breed scala aan grootheden te meten. De techniek wordt in Nederland overigens nog steeds in hoofdzaak gebruikt voor het ontwerp van funderingen, maar de resultaten kunnen ook veel breder worden gebruikt omdat zij in meer algemene zin inzicht geven in de eigenschappen en de opbouw van de ondergrond.
Deze entiteit draagt de naam van het registratieobject zelf en bevat de gegevens die het sondeeronderzoek identificeren en allerlei administratieve gegevens die betrekking hebben op onder meer de herkomst van het onderzoek in de registratie. Zo geeft het informatie over het doel waarvoor het onderzoek is uitgevoerd (kader inwinning), en de grondslag voor de verplichting tot aanlevering (kader aanlevering).
De registratiegeschiedenis van een geotechnisch sondeeronderzoek geeft de essentie van de geschiedenis van het object in de registratie ondergrond, de zgn. formele geschiedenis. De registratiegeschiedenis vertelt bijvoorbeeld wanneer een object is geregistreerd en of er na registratie correcties zijn doorgevoerd.
Het sondeonderzoek vormt de kern van het geotechnisch sondeeronderzoek. Het is de typering van het geheel van activiteiten dat binnen het sondeeronderzoek is uitgevoerd om met het sondeerapparaat de waarde van bepaalde parameters te meten en die metingen voor de opdrachtgever tot een resultaat te bewerken. De nauwkeurigheid van de gemeten parameters wordt impliciet verantwoord doordat het geotechnisch sondeeronderzoek in zijn geheel aan een bepaalde norm voldoet.
Het sondeonderzoek koppelt de resultaten die eruit voortkomen aan het door de sonde bemeten deel van de ondergrond (traject). Het sondeonderzoek bestaat altijd uit het uitvoeren van een conuspenetratietest. De conuspenetratietest kan één of meer keren onderbroken worden om een dissipatietest uit te voeren. Dat is een ander type test, met een eigen resultaat. De meetresultaten worden altijd bewerkt. De activiteiten die uitgevoerd zijn om de metingen te bewerken voor de uiteindelijke rapportage worden apart vastgelegd (de bewerking).
Het resultaat geeft de waarden van de bepaalde parameters op bepaalde posities in het sondeertraject (conuspenetratietest resultaat), dan wel het verloop van de waarde van gemeten parameters op één bepaalde positie in de tijd (dissipatietest resultaat). Sommige parameters hebben betrekking op de positie van de meting, maar de meeste parameters geven eigenschappen van de ondergrond weer.
Het sondeerapparaat is een typering van het apparaat dat bij het sondeeronderzoek is gebruikt. Het belangrijkste onderdeel van het apparaat wordt de sondeerconus genoemd en dat is het eigenlijke meetinstrument oftewel de sonde. De sondeerconus bestaat uit twee functionele onderdelen, de kleefmantel en de conuspunt. De conuspunt omvat niet alleen het kegelvormig uiteinde van de sondeerconus maar ook het cilindrisch deel daar direct boven. De kleefmantel zit daar weer boven. Voor de meeste gemeten parameters kan vóór en na het uitvoeren van het sondeonderzoek de waarde worden afgelezen die het apparaat aangeeft zonder belasting (nulmeting). De nulmetingen worden gebruikt om vast te stellen of en in hoeverre het apparaat tijdens het sonderen aan betrouwbaarheid heeft ingeboet.
In sommige gevallen worden er in het veld aanvullend onderzoek gedaan. Het gaat om waarnemingen die vaak met het blote oog worden gedaan. Wanneer de ondergrond tot een bepaalde diepte wordt weggegraven voordat met het sondeonderzoek wordt begonnen, wordt er een beschrijving van de weggehaalde lagen gemaakt (verwijderde laag).
Dit onderdeel is niet normatief.
De gegevensdefinitie vormt het hart van de catalogus en geeft een beschrijving van alle gegevens van het registratieobject. Eerst wordt de definitie van het registratieobject gegeven inclusief de plaatjes van het zgn. domeinmodel, en vervolgens de definities van de entiteiten waaruit het object is opgebouwd met de eigenschappen van die entiteiten, de attributen. De entiteiten worden op volgorde van de nummers in het domeinmodel behandeld. De volgende aspecten van de gegevens worden vastgelegd:
De gegevensdefinitie dekt de beide kwaliteitsregimes die worden onderscheiden, IMBRO en IMBRO/A. Het kwaliteitsregime IMBRO is leidend en bij het opstellen van de gegevensdefinitie is geprobeerd de verschillen tussen de twee regimes zo klein te houden. Het streven is een object altijd in termen van dezelfde gegevens te beschrijven en voor IMBRO/A alleen aanvullende regels te formuleren en extra waarden toe te staan. Bij uitzondering kan het echter nodig zijn gebleken voor IMBRO/A aparte entiteiten, attributen of domeinen te definiëren.
Een domein beschrijft welke waarden mogelijk zijn voor een attribuut (zie bijv. Aantal of Code).
Sommige domeinen zijn samengesteld uit twee of meer elementen die in samenhang betekenisvol zijn. Een voorbeeld van een samengesteld domein dat in de BRO bestaat is Datuminterval. Datuminterval bestaat uit twee elementen, beide van het domein Datum (jaar, maand en dag), namelijk een begindatum en een einddatum.
Bij een attribuut kunnen ook twee of meer domeinen mogelijk zijn. Voor dit attribuut geldt dat verschillende domeinen valide zijn, er kan echter bij aanlevering van de gegevens altijd maar één van de domeinen gekozen worden.
In de gegevensdefinitie worden in dat geval een attribuut gemodelleerd waarvan het domein dat de mogelijke waarde beschrijft een keuze is tussen twee of meer domeinen. Dit maakt het mogelijk waar in het domeinmodel normaal gesproken maar één mogelijkheid bestaat, een opsomming te geven van meerdere mogelijke domeinen, waarbij altijd precies één van deze mogelijkheden wordt gebruikt. Een voorbeeld van een dergelijke keuze domein is het domein Organisatie.
De domeinen die in de gegevensdefinitie worden gebruikt worden hieronder toegelicht.
Een code is een opeenvolging van cijfers, van letters of van cijfers en letters met een bepaalde opbouw en met een specifieke betekenis. Een code heeft gewoonlijk een betekenis die ook buiten de basisregistratie ondergrond geldt. Een code wordt uitgegeven door een verantwoordelijke instantie. Om de opbouw van een code weer te geven wordt gebruik gemaakt van de letters C en N. De letter C staat voor character (Eng.) en duidt een letter aan, de letter N staat voor number (Eng.) en duidt een cijfer aan. Een code heeft een bepaalde naam.
Het domein wordt volledig gespecificeerd door met de naam van de code ook de opbouw mee te geven. Uit de definitie van het attribuut zelf moet blijken wat de specifieke betekenis is van de code. In het domeinmodel wordt het domein aangeduid met zijn naam.
Meetwaarden worden gebruikt voor grootheden. De waarde van een grootheid is een getal met een bepaalde opbouw en een bepaalde eenheid. Voor de waarde van grootheden worden twee domeinen gebruikt. Een voor een waarde waarvan de nauwkeurigheid altijd hetzelfde is (Meetwaarde) en een voor een waarde waarvan de nauwkeurigheid varieert (Meetwaarde in machten) en dat is het geval wanneer de nauwkeurigheid voor kleine getallen anders is dan de nauwkeurigheid voor grote getallen omdat een ander apparaat of methode is gebruikt.
De basisregistratie ondergrond gebruikt voor de eenheden de codes uit het UCUM (Unified Code for Units of Measure)-systeem. In bijzondere gevallen is de eenheid dimensieloos.
Het domein Meetwaarde wordt gebruikt wanneer de nauwkeurigheid van de waarde altijd hetzelfde is.
Het is een rationaal getal met een bepaalde opbouw. Het aantal cijfers voor het scheidingsteken is variabel maar begrensd. Het aantal cijfers achter het scheidingsteken ligt vast.
Het domein wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding meetwaarde ook de opbouw (Meetwaarde N.N) en de eenheid mee te geven. Gewoonlijk wordt de waardeverzameling verder ingeperkt door een bereik te specificeren. In het domeinmodel wordt volstaan met de algemene aanduiding Meetwaarde.
Het domein Meetwaarde in machten wordt gebruikt wanneer de waarde een heel groot bereik heeft en de nauwkeurigheid voor kleine getallen anders is dan voor grote getallen. In dat geval wordt de meetwaarde uitgedrukt in machten. In de basisregistratie ondergrond wordt de meetwaarde in machten altijd uitgedrukt in een macht van tien. De notatie voor de meetwaarde in machten is (m . 10e). De m staat voor mantisse en is een meetwaarde, en de e staat voor de exponent.
De mantisse (m) is een rationaal getal met een bepaalde opbouw. Het aantal cijfers voor het scheidingsteken is in de basisregistratie ondergrond altijd 1. Het aantal cijfers achter het scheidingsteken ligt vast.
De meetwaarde wordt uitgedrukt in machten van tien (10e). De exponent (e) is in de basisregistratie ondergrond altijd een geheel getal.
Het domein wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding meetwaarde in machten ook de opbouw (meetwaarde 1.N in machten), de eenheid en het bereik van de machten mee te geven. Het bereik van de machten is vastgelegd in het waardebereik. De waardeverzameling wordt gewoonlijk verder ingeperkt door een bereik te specificeren. In het domeinmodel wordt volstaan met de algemene aanduiding Meetwaarde in machten.
In de praktijk is het moeilijk een meetwaarde zonder verandering van het ene systeem aan het andere door te geven. De basisregistratie ondergrond hanteert de definities binnen het systeem en bij uitgifte strikt om te borgen dat een meetwaarde zonder verandering kan worden doorgegeven.
Bij het vastleggen van eigenschappen is het niet altijd nodig getallen zo strikt te definiëren als de basisregistratie vraagt. De uitvoerders weten wel wat een getal zou moeten voorstellen en kunnen bijvoorbeeld accepteren dat een meetwaarde er een decimale nul bij krijgt of dat een getal een onbepaald aantal decimalen heeft. Om de uitvoeringspraktijk niet nodeloos te frustreren door getallen die niet aan de strikte definitie voldoen af te wijzen, hanteert de basisregistratie ondergrond bij het innemen van meetwaarden de volgende praktische regels:
Het domein Tekst bestaat uit een stuk tekst van een bepaalde maximale lengte. De tekst mag alleen bestaan uit de tekens die voorkomen in de MES-1 set. De MES-1 set omvat 335 tekens en wordt gebruikt binnen de landen van de Europese Unie die een Latijns schrift kennen.
Het domein wordt volledig gespecificeerd door met de aanduiding tekst ook de maximale lengte mee te (Tekst N). In het domeinmodel wordt volstaan met de algemene aanduiding Tekst.
Voor gegevens die over tijdstippen gaan worden twee domeinen gebruikt. Een voor een tijdstip tot op de seconde nauwkeurig (DatumTijd) en een voor een tijdstip tot op de dag nauwkeurig (Datum).
In ieder domein gaat het om de datum gemeten volgens de Gregoriaanse kalender. Bij het domein DatumTijd wordt de tijd gemeten volgens UTC en moet de tijdzone worden meegegeven. UTC is de mondiaal geaccepteerde standaardtijd en de opvolger van GMT (Greenwich Mean Time); de drie letters staan voor Coordinated Universal Time. Door de tijdzone mee te geven kan lokale tijd worden omgezet naar UTC.
De opbouw van de twee domeinen volgt dezelfde conventies, conform ISO 8601. Het eerste element in de opbouw staat voor het jaar, dan volgt de maand, enz., en het laatste element staat voor de tijdzone. Om de verschillende elementen aan te geven worden letters gebruikt: jaar (J), maand (M), dag (D), uur (U), minuut (M)en seconde (S), gevolgd door de tijdzone. Het aantal letters geeft de lengte aan.
Voor de meest uitgebreide variant van de opbouw, die van DatumTijd, wordt dit JJJJ-MM-DDTUU:MM:SS+UU:MM. De T is het teken dat de datum en het tijdstip op die datum scheidt. De + is het scheidingteken tussen het tijdstip en de tijdzone. Zoals uit de opbouw blijkt wordt de tijdzone in uren en minuten gegeven. De meeste tijdzones zijn overigens uitgedrukt in gehele uren (UU:00). In Nederland geldt Centraal Europese Tijd (UTC+1:00) of Centraal Europese Zomertijd (UTC+2.00).
Het domein Datum wordt gebruikt om een datum volgens de Gregoriaanse kalender tot op de dag nauwkeurig aan te geven. De opbouw is JJJJ-MM-DD.
Bij het domein Datum is het voldoende de naam te geven, omdat de opbouw altijd hetzelfde is. Gewoonlijk wordt de waardeverzameling verder ingeperkt door een bereik te specificeren.
Het domein DatumTijd wordt gebruikt om een tijdstip volgens de Gregoriaanse kalender tot op de seconde nauwkeurig aan te geven. De opbouw is JJJJ-MM-DDTUU:MM:SS+UU:MM.
Bij het domein DatumTijd is het voldoende de naam te geven, omdat de opbouw altijd hetzelfde is. Gewoonlijk wordt de waardeverzameling verder ingeperkt door een bereik te specificeren.
Voor gegevens die onder het kwaliteitsregime IMBRO/A aangeleverd worden, geldt een derde domein met vier keuzemogelijkheden.
De keuze die gemaakt wordt is gebaseerd op de beschikbaarheid van gegevens. De gebruiker moet ervan uit gaan dat de informatie zo nauwkeurig mogelijk is opgenomen. Bij het domein OnvolledigeDatum is het voldoende de naam te geven, omdat de vier keuzen en de opbouw altijd hetzelfde zijn.
Voor gegevens die over tijdintervallen gaan wordt in de huidige praktijk het domein Datuminterval gebruikt.
Het domein wordt gebruikt voor een periode die tot op de dag nauwkeurig begrensd is. Het bestaat uit een begindatum en een einddatum, beide van het domein Datum (JJJJ-MM-DD) en de beide data vallen binnen de periode. Indien van toepassing wordt het bereik gegeven.
Een waardelijst is een lijst van de waarden die het attribuut mag hebben. Er zijn twee typen waardelijsten, waardelijsten die in de toekomst kunnen worden uitgebreid en waardelijsten die niet kunnen worden uitgebreid. Een waardelijst heeft een bepaalde naam en een specifieke inhoud.
Een niet-uitbreidbare waardelijst wordt gebruikt wanneer uitbreiding niet mogelijk is. Alle waarden van de lijst staan vast.
Bij een niet-uitbreidbare waardelijst is het voldoende de naam te geven, omdat de inhoud altijd hetzelfde is. In de basisregistratie ondergrond worden drie niet-uitbreidbare waardelijsten gebruikt.
Waarde |
---|
ja |
nee |
Waarde |
---|
ja |
nee |
onbekend |
Waarde |
---|
IMBRO |
IMBRO/A |
Een uitbreidbare waardelijst wordt gebruikt wanneer uitbreiding mogelijk moet zijn. Iedere waarde van de lijst heeft een specifieke betekenis (omschrijving) en geldt voor een bepaald kwaliteitsregime, IMBRO en/of IMBRO/A. Eventueel worden andere aspecten van de waarde vastgelegd.
Bij een uitbreidbare waardelijst wordt de naam van de lijst geven. De inhoud van de lijst is in een apart hoofdstuk van de gegevensdefinitie opgenomen.
Het domein Organisatie wordt gebruikt om de organisaties die een rol hebben in de basisregistratie ondergrond te identificeren. De invulling van het domein hangt af van waar de organisatie gevestigd is en voor de basisregistratie ondergrond gaat het daarbij om Nederland of een andere lidstaat van de Europese Unie.
In het geval de organisatie in Nederland gevestigd is, wordt het domein ingevuld met het gegeven dat een onderneming of de maatschappelijke activiteit van een rechtspersoon in het Handelsregister identificeert, het KvK-nummer. Het KvK-nummer is van het type code en de opbouw is NNNNNNNN.
Voor organisaties buiten Nederland wordt het domein ingevuld met het equivalent van het KvK-nummer in een handelsregister van een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland, het EuropeesHandelsnummer. Het Europees handelsnummer, de zogenaamde EUID, is geïntroduceerd ten behoeve van de koppeling van handelsregisters. De code is gebaseerd op ISO 6523 en is opgebouwd uit een landcode, registeridentificatiecode, inschrijvingsnummer en controlegetal. De landcode is de 2-letterige code van ISO3166, de registeridentificatiecode is de identificatie van het nationale register omdat in sommige landen meerdere handelsregisters bestaan en het inschrijvingsnummer is het nummer waaronder de onderneming is ingeschreven in het betreffende register. Het controlegetal ter voorkomen van identificatiefouten wordt nog niet gebruikt. De opbouw per element is variabel en daarom is het Europees Handelsnummer in de BRO als domein Tekst 40 opgenomen.
Bij het domein Organisatie is het voldoende de naam te geven, omdat de twee keuzen en de opbouw altijd hetzelfde zijn.
Een meetreeks is een type entiteit met een vaste ordening. Het wordt gebruikt om het verloop van een bepaalde eigenschap of eigenschappen vast te leggen die het gevolg is van de verandering van een bepaalde variabele, de zogenaamde onafhankelijke variabele. In de basisregistratie ondergrond is er altijd 1 onafhankelijke variabele, en dat is meestal de tijd maar kan ook een andere variabele zijn.
De meetreeks is een verzameling gemeten waarden van bepaalde eigenschappen in een bepaalde volgorde. Alle eigenschappen van de meetreeks worden volledig gespecificeerd. De eerste eigenschap is de onafhankelijke variabele op basis waarvan de metingen elkaar in oplopende volgorde opvolgen. Daarna volgen de afhankelijke variabelen.
Een meetreeks heeft een bepaalde naam. Alleen in het domeinmodel is de meetreeks aangeduid als Meetreeks.
Het domeinmodel geeft een overzicht van de gegevens van het registratieobject en laat de onderlinge samenhang zien. Modellering van informatie kent verschillende invalshoeken. In de catalogus is het inhoudelijke perspectief gekozen omdat dat de meeste waarde heeft voor de mensen die de informatie moeten begrijpen. Een dergelijk model wordt in de basisregistratie ondergrond een domeinmodel genoemd. Uit het domeinmodel wordt een technisch model afgeleid dat meeweegt dat informatiesystemen efficiënt met elkaar moeten kunnen spreken. Voor het domeinmodel wordt de UML-notatie gebruikt. Met kennis van de gebruikte symbolen is het gemakkelijk te lezen.
Het domeinmodel kent een aantal vaste elementen die bij ieder registratieobject terugkomen. Een begrip van deze elementen vergroot de leesbaarheid van het domeinmodel en de catalogus. De elementen zijn: entiteiten, attributen, gegevensgroepen en relaties. Een entiteit is een onderscheidend geheel van eigenschappen die gezamenlijk betekenis hebben. Een entiteit heeft altijd een naam en een definitie. In het domeinmodel zijn de entiteiten te herkennen aan het begrip Objecttype.
In de entiteiten staan de namen opgesomd van de attributen, de eigenschappen van de entiteiten, met daarachter de naam van de bijbehorende waardenverzameling (domein) en de kardinaliteit. Bij attributen is de kardinaliteit alleen opgenomen wanneer die ongelijk is aan 1. Overigens moet de kardinaliteit altijd in samenhang met de regels die in de definitie van het gegeven zijn opgenomen worden begrepen. De kardinaliteit en de regels bepalen samen of een gegeven al dan niet aanwezig is. De figuren laten ook zien welke attributen alleen aan de dataleverancier en de bronhouder worden uitgeleverd. In het domeinmodel zijn de attributen te herkennen aan het begrip Attribuutsoort.
Soms zijn een aantal attributen gegroepeerd in een groep, aangeduid als gegevensgroep. Het blijven attributen van de entiteit, maar de inhoudelijke definiëring van de gegevensgroep staat elders. Gegevensgroepen kunnen bij meerdere entiteiten terugkomen.
Het domeinmodel laat daarnaast ook zien hoe entiteiten aan elkaar gerelateerd zijn. Een beschrijving van deze relatie is opgenomen bij de bron-entiteit van de relatie. Een relatie heeft altijd een richting en in de meeste gevallen loopt deze van bron naar doel. In het plaatje van een domeinmodel heeft de relatie een naam en een kardinaliteit. Om de leesbaarheid te vergroten staat de kardinaliteit bij de doelentiteit.
Bovenstaand voorbeeld is te lezen als: de entiteit Bepaling bevat één of meerdere metingen. Een meting bestaat uit een meetwaarde en meetconfiguratie-gegevens. De meetconfiguratie bestaat uit twee parameters.
De kardinaliteit en de regels bepalen samen of een gegeven al dan niet aanwezig is. Voor een goed begrip van de gegevensdefinitie is dat nog niet zorgvuldig genoeg geformuleerd. In de praktijk van gegevensuitwisseling is het namelijk mogelijk een attribuut op te nemen zonder waarde. Verbijzonderd voor attributen is de juiste formulering daarom dat de kardinaliteit en de regels samen bepalen of een attribuut al dan niet aanwezig is en of een attribuut al dan niet een waarde heeft.
Uitgangspunt is dat een attribuut dat aanwezig is een waarde heeft. Een attribuut wordt alleen bij uitzondering zonder waarde in de berichten opgenomen. Het onderstaande overzicht geeft de vier mogelijkheden die voorkomen.
Voor de kardinaliteiten [0..*] en [1..*] geldt in essentie hetzelfde.
Naam | Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Code | CPT |
Definitie |
Het geheel van gegevens dat betrekking heeft op een sondeeronderzoek dat op een bepaald moment op een bepaalde locatie in Nederland of zijn Exclusieve Economische Zone is uitgevoerd en dat door of onder de verantwoordelijkheid van een bepaald bestuursorgaan aan de registerbeheerder van de basisregistratie ondergrond is aangeleverd en door de laatste in de registratie ondergrond is opgenomen. |
Populatie |
De populatie geotechnische sondeeronderzoeken in de registratie ondergrond betreft alleen de onderzoeken van de relatief homogene groep van elektrische en mechanische sonderingen en de daarbij behorende dissipatietesten. Andere typen sonderingen (zoals slagsonderingen, seismische sonderingen en bolsonderingen) zijn niet in de BRO opgenomen. Ieder object heeft ter identificatie een eigen BRO-ID. |
Domeinmodel
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens die het geotechnisch sondeeronderzoek identificeren en inzicht geven in de geschiedenis van het object voorafgaand aan opname in de registratie ondergrond. |
Toelichting |
De gegevens die alle registratieobjecten gemeenschappelijk hebben zijn in het domeinmodel gegroepeerd in de entiteit Registratieobject. |
Type gegeven | Attribuut van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De identificatie van een geotechnisch sondeeronderzoek in de registratie ondergrond. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Registratieobjectcode |
Type | Code |
Opbouw | CPTNNNNNNNNNNNN |
Toelichting |
De basisregistratie ondergrond kent bij registratie automatisch de juiste waarde aan het object toe. |
Type gegeven | Attribuut van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De identificatie die de organisatie die bronhouder is van de gegevens in de basisregistratie ondergrond, als onderneming in het Handelsregister heeft. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | KvK-nummer |
Regels |
De organisatie moet bekend zijn binnen de basisregistratie ondergrond als bronhouder van geotechnisch sondeeronderzoek. |
Toelichting |
Het gegeven is door de dataleverancier bij de overdracht meegegeven in het geval de dataleverancier niet de bronhouder is. Voor geotechnisch sondeeronderzoek dat afkomstig is uit DINO is het ministerie dat opdrachtgever is voor de BRO de bronhouder. |
Type gegeven | Attribuut van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De identificatie die door of voor de bronhouder is gebruikt om het object in de eigen administratie te kunnen vinden, voordat het was geregistreerd in de basisregistratie ondergrond. |
Juridische status | Niet-authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Tekst 200 |
Toelichting |
Het gegeven wordt alleen uitgeleverd aan de dataleverancier en de bronhouder. Het is in de registratie opgenomen om de communicatie tussen de registerbeheerder en de bronhouder of dataleverancier te vergemakkelijken. |
Type gegeven | Attribuut van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De identificatie die de organisatie die het object aan de basisregistratie ondergrond heeft aangeleverd, als onderneming in het Handelsregister heeft. |
Juridische status | Niet-authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Organisatie |
Regels |
De organisatie moet bekend zijn binnen de basisregistratie ondergrond als dataleverancier van geotechnisch sondeeronderzoek. |
Toelichting |
Het gegeven is door de dataleverancier bij de overdracht meegegeven. Het wordt alleen uitgeleverd aan de dataleverancier en de bronhouder. |
Type gegeven | Attribuut van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De aanduiding van de kwaliteitseis waaraan de gegevens van het object voldoen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Kwaliteitsregime |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
Het gegeven is door de dataleverancier bij de overdracht meegegeven. |
Type gegeven | Attribuut van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De rechtsgrond op basis waarvan, of bij afwezigheid daarvan, de activiteit naar aanleiding waarvan, het object is aangeleverd aan de basisregistratie ondergrond. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | KaderAanlevering |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Toelichting |
De wetgever stipuleert dat het gegeven moet zijn vastgelegd om inzicht te geven in de plaats die het object heeft in de taken van een bestuursorgaan. Het gegeven geeft inzicht in de maatschappelijke betekenis van de informatie. |
Type gegeven | Attribuut van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
Het doel waarvoor het onderzoek is uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | KaderInwinning |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Toelichting |
Onderzoek wordt normaliter projectmatig uitgevoerd, zelfs als het direct gebonden is aan een publieke taak. Het gegeven beschrijft het hogere doel van het project waarvoor het onderzoek is uitgevoerd of preciseert de taak. |
Type gegeven | Attribuut van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De datum waarop de uitvoerder van het geotechnisch sondeeronderzoek alle gegevens van het sondeeronderzoek heeft vastgelegd en het resultaat aan de opdrachtgever kan worden aangeboden, dan wel de feitelijk datum van rapportage. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Naam IMBRO/A | OnvolledigeDatum |
Waardebereik | 1 januari 1930 tot heden |
Regels |
De rapportagedatum onderzoek mag niet liggen na het tijdstip registratie object van de entiteit Registratiegeschiedenis. |
Type gegeven | Attribuut van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De norm die omschrijft volgens welke afspraken, specificaties en/of criteria het geotechnisch sondeeronderzoek is uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Sondeernorm |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Toelichting |
De sondeernorm bevat meestal een indeling in kwaliteitsklassen, waarmee onderscheid gemaakt wordt tussen meer en minder volledig en/of nauwkeuriger geotechnisch sondeeronderzoek. In sommige gevallen worden eigenschappen die in een norm gevat zijn toch expliciet opgenomen in de registratie ondergrond. Dit wordt enkel gedaan wanneer het de directe bruikbaarheid van de gegevens bevordert. |
Type gegeven | Attribuut van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of er in het veld bepaalde waarnemingen zijn gedaan als aanvulling op het sondeonderzoek. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Naam IMBRO/A | IndicatieJaNeeOnbekend |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Type gegeven | Attribuut van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De identificatie die de organisatie die voor de bronhouder geldt als verantwoordelijk voor de uitvoering van het geotechnisch sondeeronderzoek, als onderneming in het Handelsregister heeft. |
Juridische status | Niet-authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | KvK-nummer |
Regels |
De organisatie moet bekend zijn binnen de basisregistratie ondergrond als uitvoerder van geotechnisch sondeeronderzoek. |
Toelichting |
Het gegeven wordt alleen uitgeleverd aan de dataleverancier en de bronhouder. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De gegevens die het geotechnisch sondeeronderzoek identificeren en inzicht geven in de geschiedenis van het object voorafgaand aan opname in de registratie ondergrond. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Gegevensgroeptype | Registratiegeschiedenis |
Type gegeven | Gegevensgroep van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De plaats van het geotechnisch sondeeronderzoek op het aardoppervlak, zoals die is aangeleverd aan de basisregistratie ondergrond. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Gegevensgroeptype | Aangeleverde locatie |
Type gegeven | Gegevensgroep van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De positie van het beginpunt van het geotechnisch sondeeronderzoek in het verticale vlak, zoals die is aangeleverd aan de basisregistratie ondergrond. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Gegevensgroeptype | Aangeleverde verticale positie |
Type gegeven | Gegevensgroep van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
De plaats van het geotechnisch sondeeronderzoek op het aardoppervlak zoals die door de basisregistratie ondergrond is getransformeerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Gegevensgroeptype | Gestandaardiseerde locatie |
Type gegeven | Associatie van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
Het sondeonderzoek dat is uitgevoerd als deel van het geotechnisch sondeeronderzoek. |
Kardinaliteit | 1 |
Relatiesoort naam | bestaat uit |
Relatierol naam | sondeonderzoek |
Bron | Geotechnisch sondeeronderzoek |
Doel | Sondeonderzoek |
Type gegeven | Associatie van Geotechnisch sondeeronderzoek |
---|---|
Definitie |
Het aanvullend onderzoek dat is uitgevoerd als deel van het geotechnisch sondeeronderzoek. |
Kardinaliteit | 0..1 |
Relatiesoort naam | bestaat uit |
Relatierol naam | aanvullend onderzoek |
Bron | Geotechnisch sondeeronderzoek |
Doel | Aanvullend onderzoek |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens die de geschiedenis van het object in de registratie ondergrond markeren. |
Toelichting |
De gegevens staan niet in een brondocument, maar worden automatisch door de basisregistratie ondergrond gegenereerd. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop er voor het eerst gegevens van het object in de registratie ondergrond zijn opgenomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De actuele fase van registratie waarin het object zich bevindt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Registratiestatus |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Toelichting |
De gegevens van een geotechnisch sondeeronderzoek worden altijd in een keer aangeleverd, en de registratiestatus is daarom altijd voltooid. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop alle gegevens van het object in de registratie ondergrond zijn opgenomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut registratiestatus gelijk is aan voltooid. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of er een verbetering in de gegevens van het object in de registratie ondergrond heeft plaatsgevonden. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop de laatste verbetering in de gegevens van het object is doorgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut gecorrigeerd gelijk is aan ja. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of het object door de registerbeheerder in onderzoek is genomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
Wanneer een object in onderzoek is genomen betekent dit dat er bij de registerbeheerder gerede twijfel bestaat over de juistheid van de geregistreerde gegevens en dat er een onderzoek is gestart om vast te stellen wat de juiste gegevens zijn. Normaliter gaat hieraan een melding van derden vooraf. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop de registerbeheerder het object in onderzoek heeft genomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut in onderzoek gelijk is aan ja. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de gegevens van het object door de registerbeheerder uit registratie zijn genomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
Wanneer de registerbeheerder een object uit registratie heeft genomen, zijn de gegevens niet langer beschikbaar voor andere afnemers dan bronhouder en dataleverancier. De registerbeheerder zal een object alleen bij hoge uitzondering uit registratie nemen en alleen na akkoord van de bronhouder. Aan de beslissing gaat een proces van zorgvuldige afweging vooraf en dat komt tot uitdrukking in de regel dat een object slechts een keer uit registratie kan worden genomen. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop het object uit registratie is genomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut uit registratie genomen gelijk is aan ja. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of het object in de registratie ondergrond is opgenomen, nadat het eerder uit registratie was genomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De registerbeheerder kan een object eenmalig uit registratie nemen, en die actie kan hij eenmalig ongedaan maken. Ook hiervoor geldt dat akkoord van de bronhouder vereist is. |
Type gegeven | Attribuut van Registratiegeschiedenis |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop het object in de registratie ondergrond is opgenomen, nadat het uit registratie was genomen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut weer in registratie genomen gelijk is aan ja. |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens over de plaats van het geotechnisch sondeeronderzoek op het aardoppervlak, zoals die zijn aangeleverd aan de basisregistratie ondergrond. |
Toelichting |
De locatie van geotechnisch sondeeronderzoek is gedefinieerd als een punt. |
Type gegeven | Attribuut van Aangeleverde locatie |
---|---|
Definitie |
De coördinaten die zijn aangeleverd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Coördinatenpaar |
Regels |
De locatie moet liggen in Nederland of in zijn Exclusieve Economische Zone. |
Type gegeven | Attribuut van Aangeleverde locatie |
---|---|
Definitie |
Het referentiestelsel van de aangeleverde coördinaten. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Referentiestelsel |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Regels |
De waarde van het attribuut moet gelijk zijn aan ETRS89 of RD wanneer de locatie aan de landzijde van de UNCLOS-basislijn ligt. |
Type gegeven | Attribuut van Aangeleverde locatie |
---|---|
Definitie |
De datum waarop de plaats van het geotechnisch sondeeronderzoek op het aardoppervlak is bepaald. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Naam IMBRO/A | OnvolledigeDatum |
Waardebereik | 1 januari 1930 tot heden |
Regels |
De datum mag niet liggen na de rapportagedatum onderzoek van het Geotechnisch sondeeronderzoek. |
Regels IMBRO/A |
De datum moet gelijk zijn aan onbekend wanneer rapportagedatum onderzoek van de entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek gelijk is aan onbekend. |
Toelichting |
De regel voor IMBRO/A is op de volgende overweging gebaseerd: wanneer bij gegevens uit het verleden de meest relevante datum van het geotechnisch sondeeronderzoek, de rapportagedatum onderzoek, niet bekend is, kan een eventueel wel ingevulde datum locatiebepaling niet in de chronologische context geplaatst worden en verliest het zijn toegevoegde waarde. |
Type gegeven | Attribuut van Aangeleverde locatie |
---|---|
Definitie |
De werkwijze die is gevolgd voor de bepaling van de plaats van het geotechnisch sondeeronderzoek op het aardoppervlak. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | MethodeLocatiebepaling |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Toelichting |
Het gegeven geeft inzicht in de nauwkeurigheid waarmee de plaats van het geotechnisch sondeeronderzoek op het aardoppervlak is bepaald. |
Type gegeven | Attribuut van Aangeleverde locatie |
---|---|
Definitie |
De identificatie die de organisatie die voor de bronhouder geldt als verantwoordelijk voor de uitvoering van de plaatsbepaling, als onderneming in het Handelsregister heeft. |
Juridische status | Niet-authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | KvK-nummer |
Regels |
De organisatie moet bekend zijn binnen de basisregistratie ondergrond als uitvoerder van geotechnisch sondeeronderzoek. |
Toelichting |
Het gegeven wordt alleen uitgeleverd aan de dataleverancier en de bronhouder. |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens over de positie van het beginpunt van het geotechnisch sondeeronderzoek in het verticale vlak, zoals aangeleverd aan de basisregistratie ondergrond. |
Type gegeven | Attribuut van Aangeleverde verticale positie |
---|---|
Definitie |
Het punt dat in het geotechnisch sondeeronderzoek is gebruikt als nulpunt voor de diepte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | LokaalVerticaalReferentiepunt |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Regels |
De waarde van het attribuut moet gelijk zijn aan waterbodem wanneer de locatie aan de zeezijde van de UNCLOS-basislijn ligt. |
Toelichting |
Het domein bevat begrippen die naar een vlak verwijzen. Het lokaal verticaal referentiepunt is het punt waar het geotechnisch sondeeronderzoek zo’n vlak doorsnijdt en dat geldt als het punt waar het onderzoek begonnen is. |
Type gegeven | Attribuut van Aangeleverde verticale positie |
---|---|
Definitie |
De verticale positie van het lokaal verticaal referentiepunt t.o.v. het verticaal referentievlak. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.3 |
Eenheid | m (meter) |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Voor IMBRO/A-gegevens mag de waarde ontbreken wanneer de verschuiving niet is bepaald. |
Toelichting |
De waarde kan positief of negatief zijn. Als de waarde positief is, ligt het lokaal verticaal referentiepunt boven het verticaal referentievlak. Met behulp van de verschuiving kan een diepte omgerekend worden naar een positie ten opzichte van het verticaal referentievlak. |
Type gegeven | Attribuut van Aangeleverde verticale positie |
---|---|
Definitie |
De positie van de waterbodem ten opzichte van het wateroppervlak. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.3 |
Eenheid | m (meter) |
Waardebereik | 0 tot 100 |
Regels |
Het gegeven moet aanwezig zijn wanneer het gegeven lokaal verticaal referentiepunt de waarde waterbodem heeft. In andere gevallen ontbreekt het gegeven. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Voor IMBRO/A-gegevens mag de waarde ontbreken wanneer de waterdiepte niet is bepaald. |
Toelichting |
Het gegeven geeft extra informatie over de omstandigheden op plaatsen waar de waterdiepte veranderlijk is. Het wordt door de basisregistratie ondergrond gebruikt bij de transformatie van coördinaten van RD naar ETRS89. |
Type gegeven | Attribuut van Aangeleverde verticale positie |
---|---|
Definitie |
Het referentieniveau voor de verticale positie van het lokaal verticaal referentiepunt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | VerticaalReferentievlak |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Regels |
De waarde van het attribuut moet gelijk zijn aan NAP wanneer de locatie aan de landzijde van de UNCLOS-basislijn ligt. |
Type gegeven | Attribuut van Aangeleverde verticale positie |
---|---|
Definitie |
De datum waarop de verticale positie van het lokaal verticaal referentiepunt is bepaald. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Naam IMBRO/A | OnvolledigeDatum |
Waardebereik | 1 januari 1930 tot heden |
Regels |
De datum mag niet liggen na de rapportagedatum onderzoek van het Geotechnisch sondeeronderzoek. |
Regels IMBRO/A |
De datum moet gelijk zijn aan onbekend wanneer rapportagedatum onderzoek van de entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek gelijk is aan onbekend. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Voor IMBRO/A-gegevens mag de waarde ontbreken wanneer de verschuiving niet is bepaald. |
Toelichting |
Het gegeven is van belang in verband met mogelijke veranderingen in de positie van
het maaiveld of de waterbodem. |
Type gegeven | Attribuut van Aangeleverde verticale positie |
---|---|
Definitie |
De werkwijze die is gevolgd voor de bepaling van de verticale positie van het lokaal verticaal referentiepunt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | MethodeVerticalePositiebepaling |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Regels IMBRO/A |
Voor IMBRO/A-gegevens moet de waarde gelijk zijn aan geen wanneer het attribuut verschuiving geen waarde heeft. |
Toelichting |
Het gegeven geeft inzicht in de nauwkeurigheid waarmee de verticale positie is bepaald. |
Type gegeven | Attribuut van Aangeleverde verticale positie |
---|---|
Definitie |
De identificatie die de organisatie die voor de bronhouder geldt als verantwoordelijk voor de uitvoering van de bepaling van de verticale positie, als onderneming in het Handelsregister heeft. |
Juridische status | Niet-authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | KvK-nummer |
Regels |
De organisatie moet bekend zijn binnen de basisregistratie ondergrond als uitvoerder van geotechnisch sondeeronderzoek. |
Toelichting |
Het gegeven wordt alleen uitgeleverd aan de dataleverancier en de bronhouder. |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens over de plaats van het geotechnisch sondeeronderzoek op het aardoppervlak zoals die door de basisregistratie ondergrond zijn getransformeerd. |
Toelichting |
De gegevens staan niet in een brondocument. De gestandaardiseerde locatie wordt door
de basisregistratie ondergrond berekend ten behoeve van data-afnemers. Het maakt het
mogelijk alle gegevens in de registratie ondergrond in een en hetzelfde referentiestelsel
te ontsluiten. |
Type gegeven | Attribuut van Gestandaardiseerde locatie |
---|---|
Definitie |
De coördinaten in het standaard referentiestelsel. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Coördinatenpaar |
Type gegeven | Attribuut van Gestandaardiseerde locatie |
---|---|
Definitie |
Het referentiestelsel van de gestandaardiseerde coördinaten. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Referentiestelsel |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Toelichting |
Het standaard referentiestelsel is ETRS89 (European Terrestrial Reference System 1989). |
Type gegeven | Attribuut van Gestandaardiseerde locatie |
---|---|
Definitie |
De methode die de basisregistratie ondergrond heeft gebruikt voor het omzetten van de aangeleverde coördinaten. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Coördinaattransformatie |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
Het deel van de gegevens van het sondeeronderzoek dat betrekking heeft op het doen van metingen met een bepaald sondeerapparaat en het bewerken van die metingen tot een resultaat dat aan de opdrachtgever is gerapporteerd. |
Type gegeven | Attribuut van Sondeonderzoek |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of er een of meer dissipatietesten zijn uitgevoerd in het sondeonderzoek. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Type gegeven | Attribuut van Sondeonderzoek |
---|---|
Definitie |
De datum waarop de meetresultaten voor het laatst zijn bewerkt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Naam IMBRO/A | OnvolledigeDatum |
Waardebereik | 1 januari 1930 tot heden |
Regels |
De datum laatste bewerking mag niet liggen na de rapportagedatum onderzoek van de entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek. |
Regels IMBRO/A |
Voor IMBRO/A-gegevens mag de datum laatste bewerking niet liggen na het tijdstip registratie object van de entiteit Registratiegegevens wanneer rapportagedatum onderzoek van de entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek gelijk is aan onbekend. |
Toelichting |
De meetresultaten worden altijd bewerkt. Een indicatie van de stappen die daarin zijn uitgevoerd is vastgelegd in de entiteit Bewerking. |
Type gegeven | Attribuut van Sondeonderzoek |
---|---|
Definitie |
De techniek die is gebruikt bij het uitvoeren van de metingen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Sondeermethode |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Type gegeven | Attribuut van Sondeonderzoek |
---|---|
Definitie |
De klasse binnen de sondeernorm volgens welke het geotechnisch sondeeronderzoek is uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Kwaliteitsklasse |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Regels |
De waarde van het attribuut moet gelijk zijn aan klasse1, klasse2, klasse3 of klasse4 wanneer de waarde van het attribuut sondeernorm van de entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek gelijk is aan NEN5140 of ISO22476D1. |
Regels IMBRO/A |
Naast de IMBRO waarden mag de waarde van het attribuut ook gelijk zijn aan onbekend wanneer de waarde van het attribuut sondeernorm niet gelijk is aan NEN3680. |
Toelichting |
Het gegeven is een nadere precisering van de norm waaraan het geotechnisch sondeeronderzoek voldoet en verwijst naar aanvullende afspraken. Het geeft daardoor meer inzicht in de gebruikswaarde van de resultaten. De norm waaraan het geotechnisch onderzoek voldoet is vastgelegd bij het Geotechnisch sondeeronderzoek. |
Type gegeven | Attribuut van Sondeonderzoek |
---|---|
Definitie |
De reden waarom het sondeonderzoek op de bereikte diepte is gestopt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Stopcriterium |
Type | Waardelijst uitbreidbaar |
Toelichting |
Het gegeven geeft aan of het sondeonderzoek is geslaagd of dat het einddoel niet behaald is omdat er problemen zijn geweest. Het kan in sommige gevallen wat extra informatie geven over de opbouw van de ondergrond. |
Type gegeven | Attribuut van Sondeonderzoek |
---|---|
Definitie |
De hoek tussen het magnetische noorden en de richting van de sensor voor de helling x, zoals gemeten vanaf het magnetische noorden met de klok mee voorafgaand aan de conuspenetratietest. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.0 |
Eenheid | ° (graden) |
Waardebereik | 0 tot 360 |
Toelichting |
Het gegeven is van belang wanneer de helling in een eigen coördinaatstelsel is bepaald
(helling x en y). Het is voldoende het azimuth van de x-sensor te geven omdat de twee
sensoren altijd in een hoek van 90 graden zijn geplaatst. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Sondeonderzoek |
---|---|
Definitie |
Het traject waaraan het sondeonderzoek is verricht. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Gegevensgroeptype | Traject |
Type gegeven | Gegevensgroep van Sondeonderzoek |
---|---|
Definitie |
De bewerking volgens welke de resultaten van het sondeonderzoek zijn bewerkt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Gegevensgroeptype | Bewerking |
Type gegeven | Associatie van Sondeonderzoek |
---|---|
Definitie |
Het sondeerapparaat dat is gebruikt bij het sondeonderzoek. |
Kardinaliteit | 1 |
Relatiesoort naam | is uitgevoerd met |
Relatierol naam | sondeerapparaat |
Bron | Sondeonderzoek |
Doel | Sondeerapparaat |
Type gegeven | Associatie van Sondeonderzoek |
---|---|
Definitie |
De conuspenetratietest die is uitgevoerd als deel van het sondeonderzoek. |
Kardinaliteit | 1 |
Relatiesoort naam | bestaat uit |
Relatierol naam | conuspenetratietest |
Bron | Sondeonderzoek |
Doel | Conuspenetratietest |
Type gegeven | Associatie van Sondeonderzoek |
---|---|
Definitie |
De set met parameters die in de conuspenetratietest bemeten worden. |
Kardinaliteit | 1 |
Relatiesoort naam | heeft |
Relatierol naam | bepaalde parameters |
Bron | Sondeonderzoek |
Doel | Bepaalde parameters |
Type gegeven | Associatie van Sondeonderzoek |
---|---|
Definitie |
De dissipatietest die is uitgevoerd als deel van het sondeonderzoek. |
Kardinaliteit | 0..* |
Relatiesoort naam | bestaat uit |
Relatierol naam | dissipatietest |
Bron | Sondeonderzoek |
Doel | Dissipatietest |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De diepte van het begin en het eind van de weg die de sondeerconus in de ondergrond heeft afgelegd. |
Toelichting |
Diepte wordt gemeten langs de verticaal, ten opzichte van het lokaal verticaal referentiepunt. Het gegeven geeft globaal aan welk deel van de ondergrond op de locatie met de sondeerconus is onderzocht. |
Type gegeven | Attribuut van Traject |
---|---|
Definitie |
De diepte tot waar is voorgeboord of voorgegraven. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.2 |
Eenheid | m (meter) |
Waardebereik | vanaf 0 |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Voor IMBRO/A-gegevens mag de waarde ontbreken wanneer de diepte tot waar is voorgeboord niet bekend is. |
Toelichting |
Om uiteenlopende redenen kan het bovenste deel van de ondergrond worden verwijderd voordat de sondeerconus naar beneden gaat. Gewoonlijk gebeurt dat door een gat te graven of te boren. Wanneer er geen grond is verwijderd, is de waarde van het gegeven 0. |
Type gegeven | Attribuut van Traject |
---|---|
Definitie |
De diepte waarop het sondeonderzoek is beëindigd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.3 |
Eenheid | m (meter) |
Waardebereik | 0 tot 200 |
Toelichting |
Wanneer de hellingshoek van de sondeerconus niet gemeten is, wordt de diepte gemakshalve gelijkgesteld aan de maximale sondeerlengte. Het gegeven is opgenomen om data-afnemers in staat te stellen de gebruikswaarde van het geotechnisch sondeeronderzoek te beoordelen zonder het resultaat in detail te hoeven kennen. |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De globale karakterisering van de bewerking die de resultaten van het sondeonderzoek hebben ondergaan. |
Toelichting |
Het is nog niet mogelijk een lijst met standaard methoden vast te stellen, omdat de bewerking van uitvoerder tot uitvoerder verschilt. |
Type gegeven | Attribuut van Bewerking |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of er bewerkingen hebben plaatsgevonden op de meetreeks in verband met het teruglopen van de waarde tijdens een onderbreking. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Naam IMBRO/A | IndicatieJaNeeOnbekend |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Type gegeven | Attribuut van Bewerking |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of er door een expert correcties zijn toegepast op meetresultaten. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Naam IMBRO/A | IndicatieJaNeeOnbekend |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
Expertcorrecties zijn correcties die niet over de gehele meetreeks worden toegepast. De expert corrigeert de meetwaarden binnen een bepaald dieptebereik of van een specifieke parameter. |
Type gegeven | Attribuut van Bewerking |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of er een signaalbewerkingsmethode is toegepast op de meetreeks. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Naam IMBRO/A | IndicatieJaNeeOnbekend |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
Het gegeven geeft aan of er een bewerkingsmethode is toegepast op de gehele meetreeks, zoals een correctie op het nulpuntverloop of een piekenfilter. |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De gegevens van het sondeerapparaat waarmee het sondeonderzoek is uitgevoerd. |
Type gegeven | Attribuut van Sondeerapparaat |
---|---|
Definitie |
De specificatie van het sondeerapparaat waarmee het sondeonderzoek is uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Tekst 200 |
Toelichting |
Het gegeven geeft aan welk standaard apparaat het betreft of geeft een omschrijving van het apparaat. Daarnaast wordt gewoonlijk de massa van het sondeerapparaat gegeven. Voor IMBRO/A kunnen de gegevens niet bekend zijn; in dat geval maakt de aangeleverde tekst duidelijk dat de waarde onbekend is. |
Type gegeven | Attribuut van Sondeerapparaat |
---|---|
Definitie |
De specificatie van het type en serienummer van de sondeerconus zoals door de fabrikant gegeven. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Tekst 200 |
Toelichting |
Het gegeven is opgenomen in de registratie ondergrond om de metingen zo goed mogelijk te kunnen herleiden. Voor IMBRO/A gegevens kunnen de gegevens onbekend zijn; in dat geval maakt de aangeleverde tekst duidelijk dat de waarde onbekend is. |
Type gegeven | Attribuut van Sondeerapparaat |
---|---|
Definitie |
De oppervlakte van de basis van de kegel van de sondeerconuspunt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 4 |
Eenheid | mm2 (vierkante millimeter) |
Waardebereik | 25 tot 2000 |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Voor IMBRO/A-gegevens mag de waarde ontbreken wanneer de oppervlakte van de sondeerconuspunt niet bekend is. |
Toelichting |
De oppervlakte van de sondeerconuspunt is van invloed op de conusweerstand. Afhankelijk van de gebruikte sondeernorm en kwaliteitsklasse gaat het om een gemeten waarde of een waarde die is opgegeven door de conusleverancier. |
Type gegeven | Attribuut van Sondeerapparaat |
---|---|
Definitie |
De diameter van het cilindervormige deel van de sondeerconuspunt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | mm (millimeter) |
Waardebereik | 8 tot 51 |
Toelichting |
De sondeernorm en kwaliteitsklasse kunnen de marges voorschrijven waarbinnen de actuele
conusdiameter op het moment van gebruik moet vallen. Soms volstaat het de waarde te
geven die is opgegeven door de leverancier van de sonde. Het gegeven kan de specialist
meer inzicht in de resultaten van het sondeonderzoek en is beslist niet bedoeld voor
controle. |
Type gegeven | Attribuut van Sondeerapparaat |
---|---|
Definitie |
Het quotiënt van de doorsnede van de sondeerconus boven de sondeerconuspunt ter plaatse van de naad en de oppervlakte van de sondeerconuspunt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 1.2 |
Eenheid | mm2/mm2 (vierkante millimeter/vierkante millimeter) |
Waardebereik | 0.05 tot 1 |
Toelichting |
Het gegeven zou gebruikt moeten worden voor het corrigeren van de conusweerstand. Binnen het werkveld bestaat vooralsnog geen duidelijkheid over de toegevoegde waarde van het gegeven en vastlegging is daarom optioneel. |
Type gegeven | Attribuut van Sondeerapparaat |
---|---|
Definitie |
De afstand tussen de sondeerconuspunt en het midden van de kleefmantel. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 4 |
Eenheid | mm (millimeter) |
Waardebereik | 1 tot 1000 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut plaatselijke wrijving van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Voor IMBRO/A-gegevens mag de waarde ontbreken wanneer de waarde van het attribuut plaatselijke wrijving van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Toelichting |
Ten tijde van de meting bevinden de sensoren zich op verschillende diepten. Deze diepten kunnen gecorrigeerd worden met dit gegeven. |
Type gegeven | Attribuut van Sondeerapparaat |
---|---|
Definitie |
De oppervlakte van de kleefmantel. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 5 |
Eenheid | mm2 (vierkante millimeter) |
Waardebereik | 230 tot 25000 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut plaatselijke wrijving van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Voor IMBRO/A-gegevens mag de waarde ontbreken wanneer de waarde van het attribuut plaatselijke wrijving van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Toelichting |
Het gegeven bevat de uitwendige cilindrische oppervlakte van de kleefmantel en is van invloed op de plaatselijke wrijving. |
Type gegeven | Attribuut van Sondeerapparaat |
---|---|
Definitie |
Het quotiënt van de doorsnede van de bovenste ring van de kleefmantel en de doorsnede van de onderste ring van de kleefmantel. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 1.1 |
Eenheid | mm2/mm2 (vierkante millimeter/vierkante millimeter) |
Waardebereik | 0.2 tot 4 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut plaatselijke wrijving van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Voor IMBRO/A-gegevens mag de waarde ontbreken wanneer de waarde van het attribuut plaatselijke wrijving van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Toelichting |
Het gegeven wordt gebruikt voor het corrigeren van de plaatselijke wrijving. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Sondeerapparaat |
---|---|
Definitie |
De nulmeting waarmee het sondeerapparaat is gecontroleerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Gegevensgroeptype | Nulmeting |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De meting van een of meerdere parameters met de sondeerconus in onbelaste situatie. |
Toelichting |
De meting kan voor de meeste parameters voor en na het feitelijk gebruik van het apparaat
worden uitgevoerd om het verloop in de waarde vast te stellen. De sondeernorm en kwaliteitsklasse
bepalen of er een nulmeting moet worden uitgevoerd. De metingen zijn een indicator
voor de kwaliteit van de resultaten van het sondeonderzoek. Zij worden gebruikt in
de bewerking en kunnen onder meer leiden tot het corrigeren van waarden en het aanpassen
van de nauwkeurigheid. Vanwege het controlerende karakter van de nulmeting, is het
waardebereik van de parameters niet begrensd. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de conusweerstand voorafgaand aan de conuspenetratietest. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de conusweerstand nadat de conuspenetratietest en eventuele dissipatietesten zijn uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de elektrische geleidbaarheid voorafgaand aan de conuspenetratietest. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | S/m (Siemens/meter) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut elektrische geleidbaarheid achteraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de elektrische geleidbaarheid nadat de conuspenetratietest en eventuele dissipatietesten zijn uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | S/m (Siemens/meter) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut elektrische geleidbaarheid vooraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de hellingshoek in oost-westelijke richting voorafgaand aan de conuspenetratietest. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | ° (graden) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling oost-west achteraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de hellingshoek in oost-westelijke richting nadat de conuspenetratietest en eventuele dissipatietesten zijn uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | ° (graden) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling oost-west vooraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de hellingshoek in noord-zuidelijke richting voorafgaand aan de conuspenetratietest. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | ° (graden) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling noord-zuid achteraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de hellingshoek in noord-zuidelijke richting nadat de conuspenetratietest en eventuele dissipatietesten zijn uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | ° (graden) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling noord-zuid vooraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de resultante voorafgaand aan de conuspenetratietest. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | ° (graden) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling hellingresultante achteraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de resultante hellingshoek nadat de conuspenetratietest en eventuele dissipatietesten zijn uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | ° (graden) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling hellingresultante vooraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de plaatselijke wrijving voorafgaand aan de conuspenetratietest. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 1.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling plaatselijke wrijving achteraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de plaatselijke wrijving nadat de conuspenetratietest en eventuele dissipatietesten zijn uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 1.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling plaatselijke wrijving vooraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de waterspanning u1 voorafgaand aan de conuspenetratietest. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling waterspanning u1 achteraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de waterspanning u1 nadat de conuspenetratietest en eventuele dissipatietesten zijn uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling waterspanning u1 vooraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de waterspanning u2 voorafgaand aan de conuspenetratietest. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling waterspanning u2 achteraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de waterspanning u2 nadat de conuspenetratietest en eventuele dissipatietesten zijn uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling waterspanning u2 vooraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de waterspanning u3 voorafgaand aan de conuspenetratietest. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling waterspanning u3 achteraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Nulmeting |
---|---|
Definitie |
De gemeten waarde van de waterspanning u3 nadat de conuspenetratietest en eventuele dissipatietesten zijn uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer het attribuut helling waterspanning u3 vooraf een waarde heeft. |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De parameters die in een conuspenetratietest bemeten kunnen worden met de aanduiding of de waarde in het onderzoek is vastgesteld. |
Toelichting |
Het gegeven heeft geen betrekking op eventueel tijdens een dissipatietest bepaalde parameters. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de sondeertrajectlengte is vastgesteld en dat is de lengte van de weg die de sondeerconus in de ondergrond heeft afgelegd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Regels |
De waarde van het attribuut moet gelijk zijn aan ja. |
Toelichting |
De sondeertrajectlengte wordt altijd gemeten. Het lokaal verticaal referentiepunt is het nulpunt. De sondeertrajectlengte wordt gemeten ter plaatse van de basis van de sondeerconuspunt. De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter staat gespecificeerd in de gehanteerde sondeernorm. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de diepte is vastgesteld en dat is de diepte van de basis van de conuspunt. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
Het lokaal verticaal referentiepunt is het nulpunt. De nauwkeurigheid van de diepte kan worden afgeleid van de nauwkeurigheden van de sondeertrajectlengte en de gebruikte hellingshoeken. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de verlopen tijd is vastgesteld en dat is de duur van de tijd tussen het moment waarop de conuspenetratietest is gestart en het moment waarop de meting is uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter is 1 seconde. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de conusweerstand is vastgesteld en dat is de kracht per oppervlakte eenheid die nodig is om de sondeerconuspunt bij het sonderen te verplaatsen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Regels |
De waarde van het attribuut moet gelijk zijn aan ja. |
Toelichting |
De conusweerstand wordt altijd gemeten. De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter staat gespecificeerd in de gehanteerde sondeernorm. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de gecorrigeerde conusweerstand is vastgesteld en dat is de conusweerstand gecorrigeerd voor de waterspanning. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De gecorrigeerde conusweerstand is de conusweerstand minus de waterspanning. De nauwkeurigheid van de gecorrigeerde conusweerstand kan worden afgeleid van de nauwkeurigheden van de conusweerstand en waterspanning. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de netto conusweerstand is vastgesteld en dat is de conusweerstand gecorrigeerd voor de waterspanning op de oppervlakte van de sondeerconus punt en de effectieve verticale grondspanning. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De nauwkeurigheid van de netto conusweerstand kan worden afgeleid van de nauwkeurigheden van de conusweerstand, de waterspanning en de oppervlakte van de conuspunt. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de magnetische veldsterkte in x-richting is vastgesteld en dat is de veldsterkte in x-richting van een eigen coördinatenstelsel. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter is 1000 nanoTesla. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de magnetische veldsterkte in y-richting is vastgesteld en dat is de veldsterkte in de y-richting van een eigen coördinatenstelsel. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter is 1000 nanoTesla. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de magnetische veldsterkte in z-richting is vastgesteld en dat is de veldsterkte in de z-richting van een eigen coördinatenstelsel. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter is 1000 nanoTesla. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de totale magnetische veldsterkte is vastgesteld en dat is de sterkte van het volledige magnetische veld berekend uit de gemeten waarden in x-, y- en z-richting. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De nauwkeurigheid voor deze parameter is af te leiden uit de nauwkeurigheden van de magnetische veldsterkte x, magnetische veldsterkte y en magnetische veldsterkte z. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de elektrische geleidbaarheid is vastgesteld en dat is het gemak waarmee een elektrische lading zich verplaatst tussen twee elektroden in de sondeerconus. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter is 0.1 Siemens per meter. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de helling oost-west is vastgesteld en dat is de hoek tussen de as van de sondeerconus en de verticale as in oost-west richting. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter staat gespecificeerd in de gehanteerde sondeernorm. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de helling noord-zuid is vastgesteld en dat is de hoek tussen de as van de sondeerconus en de verticale as in noord-zuid richting. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter staat gespecificeerd in de gehanteerde sondeernorm. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de helling x is vastgesteld en dat is de hoek tussen de as van de sondeerconus en de verticale as van een eigen coördinatenstelsel in x-richting. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter staat gespecificeerd in de gehanteerde sondeernorm. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de helling y is vastgesteld en dat is de hoek tussen de as van de sondeerconus en de verticale as van een eigen coördinatenstelsel in y-richting. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter staat gespecificeerd in de gehanteerde sondeernorm. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de hellingresultante is vastgesteld en dat is de hellingshoek tussen de as van de sondeerconus en de verticale as. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter staat gespecificeerd in de gehanteerde sondeernorm. De hellingresultante wordt afgeleid van de gemeten hellingshoeken of direct gemeten. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de magnetische inclinatie is vastgesteld en dat is de hoek tussen de richting van de totale magnetische veldsterkte en het horizontale vlak. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter staat gespecificeerd in de gehanteerde sondeernorm. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de magnetische declinatie is vastgesteld en dat is de hoek tussen het magnetisch noorden en het geografisch noorden. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter staat gespecificeerd in de gehanteerde sondeernorm. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de plaatselijke wrijving is vastgesteld en dat is de gemeten kracht per oppervlakte eenheid die nodig is om de kleefmantel bij het sonderen te verplaatsen. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter staat gespecificeerd in de gehanteerde sondeernorm. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de poriënratio is vastgesteld en dat is het quotiënt van de totale waterspanning en de netto conusweerstand. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De nauwkeurigheid van de poriënratio kan worden afgeleid van de nauwkeurigheden van de netto conusweerstand en de gebruikte waterspanning. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de temperatuur is vastgesteld en dat is de temperatuur die aan de sondeerconuspunt is gemeten. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
Het gegeven is het resultaat van wrijving tijdens het sonderen en geeft een indicatie van de omstandigheden waarin de sondering wordt uitgevoerd. Het is niet noodzakelijkerwijs de temperatuur van de grond. De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter is 5 graden Celsius. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de waterspanning u1 is vastgesteld en dat is de kracht die het water op het sondeerapparaat uitoefent per oppervlakte eenheid gemeten op meetlocatie u1. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter staat gespecificeerd in de gehanteerde sondeernorm. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de waterspanning u2 is vastgesteld en dat is de kracht die het water op het sondeerapparaat uitoefent per oppervlakte eenheid gemeten op meetlocatie u2. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter staat gespecificeerd in de gehanteerde sondeernorm. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of de waterspanning u3 is vastgesteld en dat is de kracht die het water op het sondeerapparaat uitoefent per oppervlakte eenheid gemeten op meetlocatie u3. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De minimaal vereiste nauwkeurigheid voor deze parameter staat gespecificeerd in de gehanteerde sondeernorm. |
Type gegeven | Attribuut van Bepaalde parameters |
---|---|
Definitie |
De aanduiding die aangeeft of het wrijvingsgetal is vastgesteld en dat is het quotiënt van de plaatselijke wrijving en de conusweerstand. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | IndicatieJaNee |
Type | Waardelijst niet uitbreidbaar |
Toelichting |
De nauwkeurigheid van het wrijvingsgetal kan worden afgeleid van de nauwkeurigheden van de conusweerstand en de plaatselijke wrijving. |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De meting van de eigenschappen van de ondergrond die is gedaan door de sondeerconus steeds verder naar beneden te drukken. |
Toelichting |
De conuspenetratietest is op een bepaald moment begonnen en kan meermalen onderbroken
zijn om een dissipatietest uit te voeren. Als alles goed is gegaan is de test gestopt
op het moment dat het doel bereikt was. Het doel kan bijvoorbeeld het bereiken van
een bepaald niveau in de ondergrond zijn. Met regelmaat zijn er metingen gedaan, steeds
als de sondeerconus een bepaald deel van de weg naar beneden had afgelegd. Het resultaat
van de test is samengesteld en bestaat uit een reeks van resultaten. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop de conuspenetratietest is gestart. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Naam IMBRO/A | OnvolledigeDatum |
Waardebereik | 1 januari 1930 tot heden |
Regels |
De starttijd meten mag niet liggen na de rapportagedatum onderzoek van de entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek. |
Regels IMBRO/A |
Voor IMBRO/A-gegevens mag de starttijd meten niet liggen na het tijdstip registratie object van de entiteit Registratiegegevens wanneer rapportagedatum onderzoek van de entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek gelijk is aan onbekend. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Conuspenetratietest |
---|---|
Definitie |
Een set met gemeten parameterwaarden waartoe de conuspenetratietest heeft geleid. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1..* |
Gegevensgroeptype | Conuspenetratietest resultaat |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De waarde die ieder van de parameters die zijn bemeten, op een specifiek punt op de afgelegde weg heeft. |
Toelichting |
Welke parameters gemeten of berekend zijn kan per conuspenetratietest verschillen. De entiteit Bepaalde parameters geeft aan welke parameters dit zijn. De gemeten waarden worden bewerkt en tijdens de bewerking kunnen individuele metingen worden afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de sondeertrajectlengte op het moment van meten. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.3 |
Eenheid | m (meter) |
Waardebereik | 0 tot 200 |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de diepte op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.3 |
Eenheid | m (meter) |
Waardebereik | 0 tot 200 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut diepte van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de diepte is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de verlopen tijd op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 5.1 |
Eenheid | s (seconde) |
Waardebereik | 0 tot 68400 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut verlopen tijd van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de verlopen tijd is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de conusweerstand op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Waardebereik | -1 tot 200 |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de conusweerstand is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de gecorrigeerde conusweerstand op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Waardebereik | -1 tot 200 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut gecorrigeerde conusweerstand van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de gecorrigeerde conusweerstand is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de netto conusweerstand op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Waardebereik | -1 tot 200 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut netto conusweerstand van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de netto conusweerstand is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de magnetische veldsterkte x op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 8 |
Eenheid | nT (nanoTesla) |
Waardebereik | -300000 tot 300000 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut magnetische veldsterkte x van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de magnetische veldsterkte x is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Toelichting |
Individuele waarden worden gewoonlijk afgekeurd in de bovenste 2 a 3 meter. Daar gemeten waarden zijn niet betrouwbaar vanwege storende invloeden zoals de aanwezigheid van de sondeerwagen, spoorrails en leidingen in de grond. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de magnetische veldsterkte y op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 6 |
Eenheid | nT (nanoTesla) |
Waardebereik | -300000 tot 300000 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut magnetische veldsterkte y van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de magnetische veldsterkte y is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Toelichting |
Individuele waarden worden gewoonlijk afgekeurd in de bovenste 2 a 3 meter. Daar gemeten waarden zijn niet betrouwbaar vanwege storende invloeden zoals de aanwezigheid van de sondeerwagen, spoorrails en leidingen in de grond. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de magnetische veldsterkte z op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 6 |
Eenheid | nT (nanoTesla) |
Waardebereik | -300000 tot 300000 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut magnetische veldsterkte z van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de magnetische veldsterkte z is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Toelichting |
Individuele waarden worden gewoonlijk afgekeurd in de bovenste 2 a 3 meter. Daar gemeten waarden zijn niet betrouwbaar vanwege storende invloeden zoals de aanwezigheid van de sondeerwagen, spoorrails en leidingen in de grond. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de totale magnetische veldsterkte op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 6 |
Eenheid | nT (nanoTesla) |
Waardebereik | -300000 tot 300000 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut totale magnetische veldsterkte van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de totale magnetische veldsterkte is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Toelichting |
Individuele waarden worden gewoonlijk afgekeurd in de bovenste 2 a 3 meter. Daar gemeten waarden zijn niet betrouwbaar vanwege storende invloeden zoals de aanwezigheid van de sondeerwagen, spoorrails en leidingen in de grond. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de elektrische geleidbaarheid op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | S/m (Siemens/meter) |
Waardebereik | 0 tot 10 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut elektrische geleidbaarheid van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de elektrische geleidbaarheid is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de helling oost-west op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | ° (graden) |
Waardebereik | -20 tot 20 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut helling oost-west van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de helling oost-west is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Toelichting |
Een positieve waarde staat voor een hellingshoek in oostelijke richting en een negatieve waarde staat voor een hellingshoek in westelijke richting. Een individuele waarde wordt bijvoorbeeld afgekeurd wanneer de waarde buiten het gespecificeerde bereik ligt omdat de sondeerconus op een object stuit en er een piek in het resultaat ontstaat of omdat de hoek te veel oploopt aan het eind van de weg die de sondeerconus in de ondergrond aflegt. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de helling noord-zuid op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | ° (graden) |
Waardebereik | -20 tot 20 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut helling noord-zuid van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de helling noord-zuid is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Toelichting |
Een positieve waarde staat voor een hellingshoek in noordelijke richting en een negatieve waarde staat voor een hellingshoek in zuidelijke richting. Een individuele waarde wordt bijvoorbeeld afgekeurd wanneer de waarde buiten het gespecificeerde bereik ligt omdat de sondeerconus op een object stuit en er een piek in het resultaat ontstaat of omdat de hoek te veel oploopt aan het eind van de weg die de sondeerconus in de ondergrond aflegt. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de helling x op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | ° (graden) |
Waardebereik | -20 tot 20 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut helling x van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de helling x is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Toelichting |
Een positieve waarde staat voor een hellingshoek in positieve x richting en een negatieve waarde staat voor een hellingshoek in negatieve x richting. Een individuele waarde wordt bijvoorbeeld afgekeurd wanneer de waarde buiten het gespecificeerde bereik ligt omdat de sondeerconus op een object stuit en er een piek in het resultaat ontstaat of omdat de hoek te veel oploopt aan het eind van de weg die de sondeerconus in de ondergrond aflegt. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de helling y op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | ° (graden) |
Waardebereik | -20 tot 20 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut helling y van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de helling y is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Toelichting |
Een positieve waarde staat voor een hellingshoek in positieve y richting en een negatieve waarde staat voor een hellingshoek in negatieve y richting. Een individuele waarde wordt bijvoorbeeld afgekeurd wanneer de waarde buiten het gespecificeerde bereik ligt omdat de sondeerconus op een object stuit en er een piek in het resultaat ontstaat of omdat de hoek te veel oploopt aan het eind van de weg die de sondeerconus in de ondergrond aflegt. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de hellingresultante op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | ° (graden) |
Waardebereik | 0 tot 20 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut hellingresultante van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de hellingresultante is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Toelichting |
De waarde kan niet negatief zijn omdat er geen richting is gespecificeerd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de magnetische inclinatie op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | ° (graden) |
Waardebereik | -20 tot 20 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut magnetische inclinatie van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de magnetische inclinatie is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de magnetische declinatie op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2 |
Eenheid | ° (graden) |
Waardebereik | -20 tot 20 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut magnetische declinatie van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de magnetische declinatie is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de plaatselijke wrijving op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 1.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Waardebereik | -0.1 tot 2 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut plaatselijke wrijving van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de plaatselijke wrijving is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de poriënratio op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | MPa/MPa (megapascal/megapascal) |
Waardebereik | -1 tot 20 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut poriënratio van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de poriënratio is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de temperatuur op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.1 |
Eenheid | °C (graden Celcius) |
Waardebereik | -20 tot 160 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut temperatuur van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de temperatuur is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de waterspanning u1 op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Waardebereik | -1 tot 10 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut waterspanning u1 van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de waterspanning u1 is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de waterspanning u2 op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Waardebereik | -1 tot 10 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut waterspanning u2 van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de waterspanning u2 is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de waterspanning u3 op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Waardebereik | -1 tot 10 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut waterspanning u3 van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer de waterspanning u3 is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Conuspenetratietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van het wrijvingsgetal op de gegeven sondeerlengte. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.1 |
Eenheid | % (procent, MPa/MPa) |
Waardebereik | 0 tot 100 |
Regels |
Het attribuut moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut wrijvingsgetal van de entiteit Bepaalde parameters gelijk is aan ja. |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
Door uiteenlopende oorzaken kan het voorkomen dat in de resultaten bij een conuspenetratietest er enkele waarden van een bemeten parameter niet correct zijn. Alleen dan heeft het attribuut geen waarde wanneer het wrijvingsgetal is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Toelichting |
Een individuele waarde wordt bijvoorbeeld afgekeurd wanneer het wrijvingsgetal negatief is. Dit kan voorkomen wanneer een negatieve plaatselijke wrijving of conusweerstand is gemeten. Een negatief wrijvingsgetal heeft geen betekenis. |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De meting van eigenschappen van de ondergrond die tijdens het sondeonderzoek is uitgevoerd door de neergang van de sondeerconus op een bepaald punt en een bepaald moment te onderbreken. |
Regels |
De entiteit moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut dissipatietest uitgevoerd van de entiteit Sondeonderzoek gelijk is aan ja. |
Toelichting |
Er kan meer dan een dissipatietest zijn uitgevoerd. De geslaagde dissipatietesten zijn allemaal in de basisregistratie ondergrond opgenomen. Tijdens het uitvoeren van de conuspenetratietest worden water en sediment weggedrukt, waardoor een overdruk in de ondergrond ontstaat. Wanneer de neergang van de sondeerconus tijdelijk wordt gestopt, kan de oorspronkelijke situatie zich herstellen. De dissipatietest meet het verloop van de waterspanning gedurende de periode van herstel. Er worden met een regelmatig interval metingen gedaan, steeds als een bepaalde tijd is verstreken. Het resultaat is samengesteld en omvat een reeks van resultaten. Ieder van die resultaten omvat de waarde die ieder van de parameters die bemeten zijn op een specifiek punt in de tijd heeft. |
Type gegeven | Attribuut van Dissipatietest |
---|---|
Definitie |
De waarde van de sondeertrajectlengte, ter plaatse van de dissipatietest. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.3 |
Eenheid | m (meter) |
Waardebereik | 0 tot 200 |
Type gegeven | Attribuut van Dissipatietest |
---|---|
Definitie |
De datum en het tijdstip waarop de dissipatietest is gestart. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | DatumTijd |
Naam IMBRO/A | OnvolledigeDatum |
Waardebereik | 1 januari 1930 tot heden |
Regels |
De starttijd meten mag niet liggen na de rapportagedatum onderzoek van de entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek. |
Regels IMBRO/A |
Voor IMBRO/A-gegevens mag de starttijd meten niet liggen na het tijdstip registratie object van de entiteit Registratiegegevens wanneer rapportagedatum onderzoek van de entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek gelijk is aan onbekend. |
Type gegeven | Gegevensgroep van Dissipatietest |
---|---|
Definitie |
Een set met gemeten parameterwaarden waartoe de dissipatietest heeft geleid. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1..* |
Gegevensgroeptype | Dissipatietest resultaat |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De waarde die ieder van de bemeten parameters op een specifiek moment na de start van de dissipatietest heeft. |
Regels |
In de resultaten van de dissipatietest moet ten minste één van de volgende attributen steeds aanwezig zijn: waterspanning u1, waterspanning u2 of waterspanning u3. |
Toelichting |
De gemeten waarden worden bewerkt en tijdens de bewerking kunnen individuele metingen worden afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Dissipatietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De duur van de tijd tussen het moment waarop de dissipatietest is gestart en het moment waarop de meting is uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 5.1 |
Eenheid | s (seconde) |
Waardebereik | 0 tot 68400 |
Type gegeven | Attribuut van Dissipatietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de conusweerstand op het moment waarop de meting is uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 3.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Waardebereik | -1 tot 200 |
Toelichting |
Bij een dissipatietest gaat het in eerste instantie om de waterspanning. De conusweerstand wordt standaard gemeten, maar is uiteindelijk van secundair belang. Het kan voorkomen dat de test relevante gegevens over het verloop van de waterspanning levert, terwijl de metingen van de conusweerstand moeten worden afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Dissipatietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de waterspanning u1 op het moment waarop de meting is uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Waardebereik | -1 tot 10 |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
De waarde mag ontbreken wanneer de gemeten waarde is afgekeurd. |
Toelichting |
In afwijking van de regel dat in de resultaten van een dissipatietest ten minste een van de drie attributen met betrekking tot waterspanningen steeds aanwezig moet zijn, geldt dat de waarde in een aanwezig attribuut kan ontbreken wanneer deze is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Dissipatietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de waterspanning u2 op het moment waarop de meting is uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Waardebereik | -1 tot 10 |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
De waarde mag ontbreken wanneer de gemeten waarde is afgekeurd. |
Toelichting |
In afwijking van de regel dat in de resultaten van een dissipatietest ten minste een van de drie attributen met betrekking tot waterspanningen steeds aanwezig moet zijn, geldt dat de waarde in een aanwezig attribuut kan ontbreken wanneer deze is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Attribuut van Dissipatietest resultaat |
---|---|
Definitie |
De waarde van de waterspanning u3 op het moment waarop de meting is uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.3 |
Eenheid | MPa (megaPascal) |
Waardebereik | -1 tot 10 |
Mogelijk geen waarde | Ja |
Reden geen waarde |
De waarde mag ontbreken wanneer de gemeten waarde is afgekeurd. |
Toelichting |
In afwijking van de regel dat in de resultaten van een dissipatietest ten minste een van de drie attributen met betrekking tot waterspanningen steeds aanwezig moet zijn, geldt dat de waarde in een aanwezig attribuut kan ontbreken wanneer deze is bepaald maar de gemeten waarde is afgekeurd. |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
De waarnemingen die binnen het geotechnisch sondeeronderzoek als aanvulling op het sondeonderzoek zijn uitgevoerd. |
Regels |
De entiteit moet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut aanvullend onderzoek uitgevoerd van de entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek gelijk is aan ja. |
Toelichting |
De aard van de waarnemingen verschilt. Sommige hebben betrekking op de ondergrond zelf, andere geven informatie die van belang kan zijn voor het gebruik van de resultaten uit het sondeonderzoek. |
Type gegeven | Attribuut van Aanvullend onderzoek |
---|---|
Definitie |
De datum waarop het aanvullend onderzoek is uitgevoerd. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Datum |
Naam IMBRO/A | OnvolledigeDatum |
Waardebereik | 1 januari 1930 tot heden |
Regels |
De datum onderzoek mag niet liggen na de rapportagedatum onderzoek van de entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek. |
Regels IMBRO/A |
Voor IMBRO/A-gegevens mag de datum onderzoek niet liggen na het tijdstip registratie object van de entiteit Registratiegegevens wanneer rapportagedatum onderzoek van de entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek gelijk is aan onbekend. |
Type gegeven | Attribuut van Aanvullend onderzoek |
---|---|
Definitie |
De beschrijving van omstandigheden in het veld die de resultaten van het sondeonderzoek kunnen hebben beïnvloed. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Tekst 200 |
Toelichting |
Het gegeven is bedoeld om bijzondere omstandigheden vast te leggen die voor eenieder die de resultaten van het onderzoek wil gebruiken van belang kunnen zijn. Het kan gaan om weersomstandigheden, storingen in de meetapparatuur, een bronnering of andere storende activiteit in de buurt van het onderzoek, enz. Het gegeven kan ook worden gebruikt om vast te leggen dat de land-zee grens tijdens het uitvoeren van het onderzoek op een andere plaats lag dan ten tijde van registratie. |
Type gegeven | Attribuut van Aanvullend onderzoek |
---|---|
Definitie |
De beschrijving van de toestand of de aard van het aardoppervlak ten tijde van het sondeonderzoek. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Tekst 200 |
Toelichting |
Het gegeven is bedoeld om bijzonderheden over het oppervlak vast te leggen die voor eenieder die de resultaten van het onderzoek wil gebruiken van belang kunnen zijn. Voorbeelden zijn dat het terrein is opgehoogd, dat het oppervlak zich in een bouwput bevindt, dat het oppervlak helt of dat het blank staat. |
Type gegeven | Attribuut van Aanvullend onderzoek |
---|---|
Definitie |
De diepte van het grondwateroppervlak in het sondeergat direct na uitvoering van het sondeonderzoek. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 0..1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.2 |
Eenheid | m (meter) |
Toelichting |
De grondwaterstand kan van invloed zijn op het resultaat van het sondeonderzoek. |
Type gegeven | Associatie van Aanvullend onderzoek |
---|---|
Definitie |
Een verwijderde laag die is beschreven bij het aanvullend onderzoek. |
Kardinaliteit | 0..* |
Relatiesoort naam | bevat beschrijving van |
Relatierol naam | verwijderde laag |
Bron | Aanvullend onderzoek |
Doel | Verwijderde laag |
Type gegeven | Entiteit |
---|---|
Definitie |
Het deel van het voorgeboorde of voorgegraven traject dat als een laag met een bepaalde samenstelling is beschreven. |
Regels |
De entiteit mag niet aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut voorgeboord tot van de entiteit Traject gelijk is aan 0. |
Toelichting |
Het hele traject van voorboren of voorgraven is beschreven als een opeenvolging van lagen. De lagen sluiten precies op elkaar aan. |
Type gegeven | Attribuut van Verwijderde laag |
---|---|
Definitie |
Het volgnummer van de laag. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Nummer 2 |
Toelichting |
De lagen worden genummerd van boven naar onder, te beginnen bij 1. |
Type gegeven | Attribuut van Verwijderde laag |
---|---|
Definitie |
De diepte van de bovenkant van de laag. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.2 |
Regels |
De bovengrens van de bovenste verwijderde laag moet gelijk zijn aan 0. |
Toelichting |
De bovengrens van iedere andere laag valt steeds samen met de ondergrens van de laag erboven. |
Type gegeven | Attribuut van Verwijderde laag |
---|---|
Definitie |
De diepte van de onderkant van de laag. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Meetwaarde 2.2 |
Regels |
De ondergrens moet groter zijn dan de bovengrens van de verwijderde laag. |
Type gegeven | Attribuut van Verwijderde laag |
---|---|
Definitie |
De specificatie van de samenstelling van de laag. |
Juridische status | Authentiek |
Kardinaliteit | 1 |
Domein | |
Naam | Tekst 200 |
Toelichting |
De samenstelling van de laag is beschreven zonder nadere afspraken over de gebruikte terminologie. Het gegeven is dan ook niet meer dan een globale karakterisering van het verwijderde materiaal. |
De lijst met de methoden waarmee de coördinaten zijn omgezet. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
7parameterTransformatie | ✔ | ✔ |
De gegevens zijn getransformeerd van WGS84 naar ETRS89, gebruikmakend van de 7-parameter transformatie. De transformatieparameters zijn afkomstig van de Dienst der Hydrografie en zijn tijdsafhankelijk. Voor elk jaar is een parameterset beschikbaar voor de berekening van coördinaten in ETRS89 in Nederland, waarna een transformatieprocedure naar de juiste dag volgt. |
7parameterTransformatie1989 | ✔ | ✔ |
De gegevens zijn getransformeerd van WGS84 naar ETRS89, gebruikmakend van de 7-parameter transformatie. De transformatieparameters zijn afkomstig van de Dienst der Hydrografie en zijn tijdsafhankelijk. Bij transformatie is gebruik gemaakt van de parameterset 1989.0. |
nietGetransformeerd | ✔ | ✔ |
De gegevens zijn aangeleverd in ETRS89; transformatie was niet nodig. |
RDNAPTRANS2008 | ✔ | ✔ |
De gegevens zijn getransformeerd van RD naar ETRS89, gebruikmakend van de transformatie RDNAPTRANS™, versie 2008. RDNAPTRANS™ is de officiële transformatie tussen RD/NAP en ETRS89 afkomstig van het Kadaster. |
RDNAPTRANS2018 | ✔ | ✔ |
De gegevens zijn getransformeerd van RD naar ETRS89, gebruikmakend van de transformatie RDNAPTRANS™, versie 2018. RDNAPTRANS™ is de officiële transformatie tussen RD/NAP en ETRS89 afkomstig van het Kadaster, Rijkswaterstaat en de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine in het samenwerkingsverband NSGI (Nederlandse Samenwerking Geodetische Infrastructuur). |
RDNAPTRANS2008MV0 | ✔ |
De gegevens zijn getransformeerd van RD naar ETRS89, gebruikmakend van de transformatie RDNAPTRANS™, versie 2008. De positie van het maaiveld is onbekend, bij transformatie is uitgegaan van 0 m NAP. RDNAPTRANS™ is de officiële transformatie tussen RD/NAP en ETRS89 afkomstig van het Kadaster. |
|
RDNAPTRANS2018MV0 | ✔ |
De gegevens zijn getransformeerd van RD naar ETRS89, gebruikmakend van de Transformatie RDNAPTRANS™, versie 2018. De verticale positie van het aardoppervlak is onbekend, bij transformatie is uitgegaan van 0 m NAP. RDNAPTRANS™ is de officiële transformatie tussen RD/NAP en ETRS89 afkomstig van het Kadaster. |
De lijst met de redenen waarom het registratieobject aan de basisregistratie ondergrond is aangeleverd. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
publiekeTaak | ✔ | ✔ |
De gegevens zijn aangeleverd in het kader van de publieke taakuitvoering. |
MBW | ✔ | ✔ |
De gegevens zijn aangeleverd in het kader van de Mijnbouwwet. |
WW | ✔ | ✔ |
De gegevens zijn aangeleverd in het kader van de Waterwet. |
archiefoverdracht | ✔ |
De gegevens zijn aangeleverd in het kader van archiefoverdracht. |
De lijst met de redenen waarom het onderzoek is uitgevoerd. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
bouwwerkConstructie | ✔ | ✔ |
Onderzoek met als doel eigenschappen van de ondergrond rondom bouwwerken en constructies te verkennen. |
controleOnderzoek | ✔ | ✔ |
Onderzoek met als doel om veranderingen in de ondergrond t.g.v. werkzaamheden te verkennen. Betreffend onderzoek heeft veelal een lokaal karakter. Vaak is voorafgaand aan de werkzaamheden al in een ander kader informatie ingewonnen om de verandering te kunnen beoordelen. |
infrastructuurLand | ✔ | ✔ |
Onderzoek met als doel eigenschappen van de ondergrond rondom wegen, spoorwegen, fiets- en voetpaden te verkennen. |
infrastructuurWater | ✔ | ✔ |
Onderzoek met als doel eigenschappen van de ondergrond in waterwegen te verkennen. |
milieuonderzoek | ✔ | ✔ |
Onderzoek met als doel eigenschappen van de ondergrond te verkennen met een milieu hygiënische (natuurlijke of niet natuurlijke) achtergrond. |
overigOnderzoek | ✔ | ✔ |
Onderzoeken niet behorend tot bovengenoemde categorieën. |
vergunning | ✔ | ✔ |
Onderzoek met als doel een vergunning te onderbouwen. |
waterkering | ✔ | ✔ |
Onderzoek met als doel eigenschappen van de ondergrond rondom waterkeringen te verkennen. |
onbekend | ✔ |
Onbekend |
De lijst met klassen volgens welke geotechnische sondeeronderzoeken worden uitgevoerd. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
klasse1 | ✔ | ✔ |
Klasse 1 volgens de bij 'sondeernorm' opgegeven norm. |
klasse2 | ✔ | ✔ |
Klasse 2 volgens de bij 'sondeernorm' opgegeven norm. |
klasse3 | ✔ | ✔ |
Klasse 3 volgens de bij 'sondeernorm' opgegeven norm. |
klasse4 | ✔ | ✔ |
Klasse 4 volgens de bij 'sondeernorm' opgegeven norm. |
klasse5 | ✔ | ✔ |
Klasse 5 volgens de bij 'sondeernorm' opgegeven norm. |
klasse6 | ✔ | ✔ |
Klasse 6 volgens de bij 'sondeernorm' opgegeven norm. |
klasse7 | ✔ | ✔ |
Klasse 7 volgens de bij 'sondeernorm' opgegeven norm. |
nvt | ✔ |
Klassen niet van toepassing (NEN 3680). |
|
onbekend | ✔ |
Klasse onbekend. |
De lijst met de referentiepunten voor de verticale positie. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
maaiveld | ✔ | ✔ |
Het oppervlak van de vaste aarde, daar waar de aarde niet bedekt is met water. Het maaiveld vormt de grens tussen de ondergrond en de bovengrond. |
waterbodem | ✔ | ✔ |
De bodem van het waterlichaam. Deze vormt de grens tussen de ondergrond en de bovengrond,
daar waar de aarde bedekt is met water. |
De lijst met de methoden voor het bepalen van de locatie van het onderzoek. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
DGPS50tot200cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Differential Global Positioning System, afwijking tussen 50 en 200 centimeter. |
GPS200tot1000cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Global Positioning System, afwijking tussen 200 en 1000 centimeter. |
RTKGPS0tot2cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Real Time Kinematic GPS, ook wel als DGPS aangeduid, afwijking kleiner dan 2 centimeter. |
RTKGPS2tot5cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Real Time Kinematic GPS, ook wel als DGPS aangeduid, afwijking tussen 2 en 5 centimeter. |
RTKGPS5tot10cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Real Time Kinematic GPS, ook wel als DGPS aangeduid, afwijking tussen 5 en 10 centimeter. |
RTKGPS10tot50cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Real Time Kinematic GPS, ook wel als DGPS aangeduid, zonder fix, afwijking tussen 10 en 50 centimeter. |
tachymetrie0tot10cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Tachymetrie, ook wel landmeting of Total Station, afwijking kleiner dan 10 centimeter. |
tachymetrie10tot50cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Tachymetrie, ook wel landmeting of Total Station, afwijking tussen 10 en 50 centimeter. |
DGPS0tot100cm | ✔ |
Meting d.m.v. Real Time Kinematic GPS, ook wel als DGPS aangeduid of d.m.v. Differential Global Positioning System, afwijking kleiner dan 100 centimeter. |
|
DGPS100tot500cm | ✔ |
Meting d.m.v. Global Positioning System of d.m.v. Differential Global Positioning System, afwijking tussen 100 en 500 centimeter. |
|
GBKNOnbekend | ✔ |
Locatie bepaald aan de hand van de grootschalige basiskaart van Nederland (tegenwoordig BGT), afwijking onbekend. |
|
GPSOnbekend | ✔ |
Meting d.m.v. Global Positioning System, afwijking onbekend. |
|
kaartGrootschalig | ✔ |
Locatie bepaald aan de hand van niet-digitale kaart, afwijking onbekend. Een grootschalige kaart is een kaart met een schaalgrootte niet kleiner dan 1:10.000 (bijvoorbeeld 1:500, 1:5.000 of 1:10.000). |
|
kaartKleinschalig | ✔ |
Locatie bepaald aan de hand van niet-digitale kaart, afwijking onbekend. Een kleinschalige kaart is een kaart met een schaalgrootte kleiner dan 1:10.000 (bijvoorbeeld 1:25.000, 1:50.000 of 1:100.000). |
|
landmetingOnbekend | ✔ |
Meting d.m.v. landmeting, afwijking onbekend. |
|
onbekend | ✔ |
Het is onbekend op welke manier de locatie bepaald is. |
De lijst met de methoden voor het bepalen van de verticale positie van het onderzoek. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
AHN2 | ✔ | ✔ |
Positie bepaald d.m.v. Actueel Hoogtebestand Nederland, versie 2 van 2007-2012. |
AHN3 | ✔ | ✔ |
Positie bepaald m.b.v. Actueel Hoogtebestand Nederland, versie 3 van 2014-2019. |
RTKGPS0tot4cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Real Time Kinematic GPS, ook wel als DGPS aangeduid, afwijking kleiner dan 4 centimeter. |
RTKGPS4tot10cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Real Time Kinematic GPS, ook wel als DGPS aangeduid, afwijking tussen 4 en 10 centimeter. |
RTKGPS10tot20cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Real Time Kinematic GPS, ook wel als DGPS aangeduid, zonder fix, afwijking tussen 10 en 20 centimeter. |
RTKGPS20tot100cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Real Time Kinematic GPS, ook wel als DGPS aangeduid, zonder fix, afwijking tussen 20 en 100 centimeter. |
tachymetrie0tot10cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. tachymetrie, ook wel als landmeting of Total Station aangeduid, afwijking kleiner dan 10 centimeter. |
tachymetrie10tot50cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Tachymetrie, ook wel landmeting of Total Station, afwijking tussen 10 en 50 centimeter. |
waterpassing0tot2cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Waterpassing, afwijking kleiner dan 2 centimeter. |
waterpassing2tot4cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Waterpassing, afwijking tussen 2 en 4 centimeter. |
waterpassing4tot10cm | ✔ | ✔ |
Meting d.m.v. Waterpassing, afwijking tussen 4 en 10 centimeter. |
AHN1 | ✔ |
Positie bepaald m.b.v. Actueel Hoogtebestand Nederland, versie 1 van 1996-2003. |
|
AHNOnbekend | ✔ |
Positie bepaald m.b.v. Actueel Hoogtebestand Nederland, versie onbekend. |
|
DGPS0tot10cm | ✔ |
Meting d.m.v. Real Time Kinematic GPS, ook wel als DGPS aangeduid, afwijking kleiner dan 10 centimeter. |
|
geen | ✔ |
Er is geen positie bepaald. |
|
GPSOnbekend | ✔ |
Meting d.m.v. Global Positioning System, afwijking onbekend. |
|
kaartGrootschalig | ✔ |
Locatie bepaald aan de hand van niet-digitale kaart, afwijking onbekend. Een grootschalige kaart is een kaart met een schaalgrootte niet kleiner dan 1:10.000 (bijvoorbeeld 1:500, 1:5.000 of 1:10.000). |
|
kaartKleinschalig | ✔ |
Locatie bepaald aan de hand van niet-digitale kaart, afwijking onbekend. Een kleinschalige kaart is een kaart met een schaalgrootte kleiner dan 1:10.000 (bijvoorbeeld 1:25.000, 1:50.000 of 1:100.000). |
|
kaartOnbekend | ✔ |
Positie bepaald aan de hand van niet-digitale kaart, afwijking onbekend. |
|
landmetingOnbekend | ✔ |
Meting d.m.v. landmeting, afwijking onbekend. |
|
onbekend | ✔ |
Het is onbekend op welke manier de verticale positie bepaald is. |
De lijst met de referentiestelsels waarin de coördinaten zijn gedefinieerd. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
ETRS89 | ✔ | ✔ |
European Terrestrial Reference System 1989 (EPSG 4258). |
RD | ✔ | ✔ |
Rijks Driehoeksmeting – Amersfoort RD New (EPSG 28992). |
WGS84 | ✔ | ✔ |
World Geodetic System 1984 (EPSG 4326). |
De lijst met de statussen waarin het registratieobject zich bevindt. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
voltooid | ✔ | ✔ |
Alle gegevens van het object zijn geregistreerd; er kunnen geen nieuwe gegevens worden geregistreerd. |
De lijst met technieken die worden gebruikt bij het uitvoeren van metingen. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
elektrischContinu | ✔ | ✔ |
Elektrisch continue meting. |
elektrischDiscontinu | ✔ | ✔ |
Elektrisch discontinue meting. |
mechanischContinu | ✔ | ✔ |
Mechanisch continue meting. |
mechanischDiscontinu | ✔ | ✔ |
Mechanisch discontinue meting. |
elektrisch | ✔ |
Elektrische meting, continuiteit van de uitvoering onbekend. |
|
mechanisch | ✔ |
Mechanische meting, continuiteit van de uitvoering onbekend. |
|
onbekend | ✔ |
Methode onbekend. |
De lijst met normen die omschrijven volgens welke afspraken, specificaties en/of criteria geotechnische sondeeronderzoeken worden uitgevoerd. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
ISO19901d8v2014 | ✔ | ✔ |
ISO 19901-8:2014 Petroleum and natural gas industries — Specific requirements for offshore structures — Part 8: Marine soil investigations is een internationale norm overgenomen als Europese norm (EN-ISO 19901-8:2015) en als Nederlandse norm NEN-EN-ISO 19901-8:2015 Aardolie- en aardgasindustrie - Specifieke eisen voor buitengaatse constructies - Deel 8: Zeebodemonderzoeken. De procedure wordt gebruikt voor sondeeronderzoek op zee en dat is aan de zeezijde van de UNCLOS-basislijn. |
ISO22476D1 | ✔ | ✔ |
NEN-EN-ISO 22476 deel 1. |
ISO22476D12 | ✔ | ✔ |
NEN-EN-ISO 22476 deel 12. |
NEN5140 | ✔ | ✔ |
NEN 5140. |
NEN3680 | ✔ |
NEN 3680. |
|
onbekend | ✔ |
Sondeernorm onbekend. |
De lijst met redenen waarom een sondeonderzoek op de bereikte diepte is gestopt. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
bezwijkrisico | ✔ | ✔ |
Risico op bezwijken / knikken. |
conusweerstand | ✔ | ✔ |
Maximale conusweerstand bereikt. |
einddiepte | ✔ | ✔ |
Einddiepte bereikt. |
hellingshoek | ✔ | ✔ |
Maximale hellingshoek bereikt. |
obstakel | ✔ | ✔ |
Obstakel geraakt. |
storing | ✔ | ✔ |
Er is een storing opgetreden. |
waterspanning | ✔ | ✔ |
Maximale waterspanning bereikt. |
wegdrukkracht | ✔ | ✔ |
Maximale wegdrukkracht bereikt. |
wrijvingsweerstand | ✔ | ✔ |
Maximale wrijvingsweerstand bereikt.. |
onbekend | ✔ |
De reden is onbekend. |
De lijst met de referentievlakken waarin de verticale positie is gedefinieerd. |
Waarde | IMBRO | IMBRO/A | Omschrijving |
---|---|---|---|
LAT | ✔ | ✔ |
Laagst mogelijke waterstand gebaseerd op de stand van zon en maan (Lowest Astronomical Tide). |
MSL | ✔ | ✔ |
Gemiddeld zeeniveau (Mean Sea Level). |
NAP | ✔ | ✔ |
Normaal Amsterdams Peil. |