Geonovum

Toepassingsprofiel kennisgeving omgevingsvergunning voor buitenplanse omgevingsplanactiviteit

STandaard Officiële Publicaties met ToepassingsProfielen voor OmgevingsDocumenten (STOP/TPOD)

Versie:
2.0.0
Datum:
15 december 2023
Auteur:
TPOD-Team, Geonovum
Redacteur:
TPOD-Team, Geonovum
Geldende versie:
https://docs.geostandaarden.nl/tpod/def-st-TPOD-KGOVBOPA-20231215/
Contact:
omgevingswet@geonovum.nl
Rechtenbeleid:

Versiehistorie

Versie

Datum

Wijziging

2.0.0

2023-12-15

Hele document:

  • Tekst is gecorrigeerd en verbeterd

  • Tekst is geactualiseerd n.a.v. wijzigingen in wet- en regelgeving

2.0.0

2023-12-15

Paragraaf 2.4.2.2 Aan te leveren producten en gegevens

  • In de vorige versie waren de aan te leveren gegevens beschreven vanuit het informatiemodel dat is vastgelegd in CIMOW. Dat beschrijft de gegevens die worden uitgewisseld tussen DROP, LVBB en OZON. Voor softwareleveranciers en medewerkers van bevoegde gezagen die de aanlevering vanuit DROP doen waren de gebruikte termen niet herkenbaar. Daarom zijn de aan te leveren gegevens nu beschreven zoals ze in de interface van DROP staan. Daaraan is toegevoegd de technische benaming van die gegevens, t.b.v. de op DROP aansluitende (VTH-) applicaties

2.0.0

2023-12-15

Paragraaf 2.4.3.2 Toelichting op de aan te leveren producten en gegevens

  • De toelichting op de gegevens is verduidelijkt

  • Beschreven is dat in het mee te leveren GML-bestand de contour moet worden vastgelegd van het gebied waarvoor omgevingsvergunning wordt verleend en niet alleen van het gebied waarvoor wordt afgeweken van het omgevingsplan, dit in afstemming met de VNG

  • Toegelicht is dat er alleen een GML-bestand kan worden aangeleverd en niet de in DROP gebruikelijke gebiedsmarkering

  • Toegevoegd is hoe de kennisgeving moet worden aangeleverd voor een verleende omgevingsvergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit die niet voldoet aan de criteria van de afbakening van gevallen

2.0.0

2023-12-15

Paragraaf 2.5 Beëindigen zichtbaarheid kennisgeving in DSO-LV

  • In deze paragraaf zijn de drie situaties beschreven waarin de kennisgeving niet meer in DSO-LV zichtbaar moet zijn

  • Beschreven is de toekomstige situatie waarin het bevoegd gezag zelf de contour kan verwijderen en de voorlopige werkwijze

1.0.0

2021-02-08

Tekstverduidelijkingen en -aanvullingen als gevolg van consultatiereacties

0.99.0

2020-11-11

Consultatieversie

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het motto van de Omgevingswet is ‘Ruimte voor ontwikkeling, waarborgen voor kwaliteit’. De Omgevingswet staat voor een goede balans tussen het benutten en beschermen van de fysieke leefomgeving. Met benutten wordt bedoeld het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving om maatschappelijke behoeften te vervullen. Bij beschermen gaat het over het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit.

1.1.1 Nieuw stelsel omgevingsrecht

De Omgevingswet bundelt de wetgeving en regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Met de Omgevingswet wordt het huidige stelsel van ruimtelijke regels volledig herzien en wordt het fundament van het nieuwe stelsel voor het omgevingsrecht gelegd. Met het vernieuwen van het omgevingsrecht wil de wetgever vier verbeteringen bereiken:

  • Het omgevingsrecht is inzichtelijk, voorspelbaar en gemakkelijk in het gebruik.

  • De leefomgeving staat op een samenhangende manier centraal in beleid, besluitvorming en regelgeving.

  • Een actieve en flexibele aanpak biedt overheden meer afwegingsruimte om doelen voor de leefomgeving te bereiken.

  • Besluitvorming over projecten in de leefomgeving gaat sneller en beter.

Voor de realisatie van deze doelen biedt de wetgever diverse juridische instrumenten, waaronder de besluiten en andere rechtsfiguren die verschillende bevoegde gezagen in staat stellen besluiten te nemen die ingrijpen in de leefomgeving. De belangrijkste instrumenten zijn:

  • Algemene Maatregel van Bestuur (Rijk)

  • Ministeriële Regeling (Rijk)

  • Omgevingsvisie (Rijk, provincies en gemeenten)

  • Omgevingsverordening (Provincies)

  • Waterschapsverordening (Waterschappen)

  • Omgevingsplan (Gemeenten)

  • Projectbesluit (Rijk, provincies en waterschappen)

  • Programma (Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen)

1.1.2 LVBB, overheid.nl en DSO-LV

Besluiten moeten, om werking te kunnen hebben, worden bekendgemaakt respectievelijk gepubliceerd. Daartoe moeten ze worden aangeleverd aan de Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaarstellen (verder: LVBB). De LVBB verzorgt vervolgens de bekendmaking van de besluiten en de consolidatie van wijzigingsbesluiten in de (geconsolideerde) Regeling. Beide worden geplaatst op het internetportaal overheid.nl: de bekendmaking van de besluiten komt op officielebekendmakingen.nl in het digitale publicatieblad van het bevoegde gezag en de geconsolideerde Regeling in de nationale respectievelijk lokale regelingenbank. De geconsolideerde Regeling (in STOP-termen: de Toestand) wordt doorgeleverd aan de hierna te bespreken DSO-LV.

Digitalisering is een van de instrumenten voor het behalen van de in paragraaf 1.1.1 genoemde verbeterdoelen. De Omgevingswet bevat de grondslagen voor de Landelijke Voorziening Digitaal Stelsel Omgevingswet (verder: DSO-LV). Daarmee is de juridische basis gelegd voor de ontwikkeling van DSO-LV en kunnen er regels worden gesteld over onder andere gemeenschappelijke definities in de standaarden en voorzieningen die onderdeel zijn van het stelsel.

DSO-LV zorgt voor samenhangende, eenduidige en toegankelijke informatie van goede kwaliteit en draagt bij aan de verbetering van het stelsel van het omgevingsrecht. Het stimuleert een snellere en integrale besluitvorming onder de Omgevingswet en vergroot het gebruikersgemak.

DSO-LV biedt het digitale loket waar initiatiefnemers, overheden en belanghebbenden snel kunnen zien wat kan en mag in de fysieke leefomgeving: het Omgevingsloket. Via het Omgevingsloket kunnen zij:

  • vergunningen aanvragen en meldingen doen;

  • zien welke regels en beleid van toepassing zijn op een locatie;

  • (op termijn) informatie raadplegen over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, zoals gegevens over water- of luchtkwaliteit en geluidbelasting.

Om aan deze doelstellingen van DSO-LV te kunnen voldoen, is het nodig om bepaalde besluiten en andere rechtsfiguren machineleesbaar te maken en de gebruikte gegevens uitwisselbaar te maken. Dat betekent dat ze vanuit informatiekundig en technisch oogpunt moeten worden gestructureerd en gestandaardiseerd.

De Omgevingswet biedt daartoe de mogelijkheid door het stellen van regels over die besluiten en andere rechtsfiguren.

1.2 STOP, IMOW en TPOD

Op grond van artikel 20.26 lid 2 Omgevingswet worden besluiten en andere rechtsfiguren op grond van die wet die bij ministeriële regeling zijn aangeduid als omgevingsdocument, ontsloten via DSO-LV. De bedoelde ministeriële regeling is de Regeling standaarden publicaties Omgevingswet[1] De Regeling standaarden publicaties Omgevingswet is een ministeriële regeling bij de Bekendmakingswet
(RspO). Deze regeling wijst besluiten en andere rechtsfiguren aan als omgevingsdocument en stelt het voor de meeste omgevingsdocumenten, en ontwerpen daarvan, verplicht om ze elektronisch vorm te geven conform de Standaard voor Officiële Publicaties, het InformatieModel Omgevingswet en het voor het betreffende omgevingsdocument voorgeschreven toepassingsprofiel. Ook bevat deze regeling de verplichting om die omgevingsdocumenten voor publicatie aan te bieden aan het Bronhouderkoppelvlak van de LVBB.

Voor de kennisgeving omgevingsvergunning voor buitenplanse omgevingsplanactiviteit schrijft de RspO alleen het gebruik van het onderhavige toepassingsprofiel kennisgeving omgevingsvergunning voor buitenplanse omgevingsplanactiviteit voor. Het behoort tot het Toepassingsprofiel voor Omgevingsdocumenten, dat de volgende onderdelen omvat:

  • Informatiemodel Omgevingswet (document en schema’s);

  • Toepassingsprofielen voor de omgevingsdocumenten;

  • Symbolenbibliotheek STOP-TPOD;

  • Waardelijsten IMOW.

Bij het Toepassingsprofiel voor Omgevingsdocumenten hoort een set van serviceproducten, waaronder:

  • Conceptueel Informatiemodel Omgevingswet;

  • Presentatiemodel;

  • Wegwijzer;

  • Validatiematrix.

Het toepassingsprofiel kennisgeving omgevingsvergunning voor buitenplanse omgevingsplanactiviteit is anders dan de andere toepassingsprofielen, zoals die voor bijvoorbeeld het omgevingsplan, de omgevingsverordening en de omgevingsvisie. In de andere toepassingsprofielen wordt beschreven hoe STOP en IMOW op het betreffende omgevingsdocument moeten worden toegepast. De kennisgeving van de verleende omgevingsvergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt echter niet met toepassing van STOP en IMOW opgesteld. Daarom bevat het toepassingsprofiel geen beschrijving van STOP en IMOW. Het toepassingsprofiel schrijft voor op welke manier die kennisgeving met behulp van DROP moet worden aangeleverd. Op deze manier kan de kennisgeving geautomatiseerd worden doorgeleverd aan DSO-LV, waardoor deze in de DSO-viewer op locatie kan worden geraadpleegd. Daarnaast beschrijft dit toepassingsprofiel voor welke typen omgevingsvergunning het verplicht is om de kennisgeving op deze manier aan te leveren.

Met behulp van dit toepassingsprofiel worden kennisgevingen van bepaalde omgevingsvergunningen vindbaar in DSO-LV. Op termijn is het de bedoeling dat de omgevingsvergunning zelf in DSO-LV raadpleegbaar wordt. Het raadpleegbaar maken van de kennisgeving van een bepaald type daarvan is een eerste stap op weg naar die ontwikkeling.

2 De kennisgeving van de verleende omgevingsvergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit

2.1 Inleiding

Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten stellen elk (integraal) beleid en regels vast en nemen vervolgens andere (uitvoerings)besluiten over de ontwikkeling, het gebruik, de bescherming en het beheer en onderhoud van de fysieke leefomgeving voor hun grondgebied. Zij leggen dit vast in één of meerdere omgevingsdocumenten.

Beleid, regels en diverse andere (uitvoerings)besluiten zijn in DSO-LV te raadplegen. Het is de bedoeling dat op termijn ook de omgevingsvergunningen in DSO-LV te vinden zijn. Er wordt nog onderzocht op welke manier. Bovendien spelen er privacy- en intellectuele-eigendomsaspecten. Daarom zal bij inwerkingtreden van de Omgevingswet de omgevingsvergunning niet in DSO-LV beschikbaar zijn. Het interbestuurlijke uitgangspunt voor DSO-LV is dat ten minste het voor het inwerkingtreden van de Omgevingswet aanwezige dienstverleningsniveau voortgezet wordt. Onderdeel van het huidige dienstverleningsniveau is dat van een bepaald type omgevingsvergunning informatie op www.ruimtelijkeplannen.nl, de voorloper van DSO-LV, te vinden is.

De huidige situatie wordt beschreven in paragraaf 2.2. Paragraaf 2.3 gaat over het juridische kader en het beoogde dienstverleningsniveau in de eerste periode na inwerkingtreden van de Omgevingswet. Paragraaf 2.4 legt de verplichting vast om de kennisgeving van een bepaalde type omgevingsvergunning op een speciale manier aan te leveren en bakent de gevallen af waarin die verplichting geldt. Deze paragraaf beschrijft de producten en gegevens die aangeleverd moeten worden. In paragraaf 2.5 tenslotte is aangegeven hoe de zichtbaarheid van (de contour van) de kennisgeving beëindigd moet worden.

2.2 Juridisch kader en dienstverleningsniveau onder de Wabo

Een besluit tot verlening van een omgevingsvergunning waarbij sprake is van een geval als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3°, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder: Wabo) moet bekend gemaakt worden door toezending aan de aanvrager (artikel 3:41 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (verder: Awb)). Daarnaast moet kennis worden gegeven van de terinzagelegging van het besluit (artikel 3:44 lid 1 Awb). De kennisgeving moet tevens aan eenieder beschikbaar gesteld worden op www.ruimtelijkeplannen.nl (artikel 6.14 Besluit omgevingsrecht). De beschikbaarstelling van de kennisgeving moet voldoen aan de Standaarden ruimtelijke ordening 2012.

Het gaat hier om de omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan of beheersverordening, in het geval de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. De gevallen waarin deze plicht geldt zijn afgebakend met de criteria:

  • de activiteit is niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening;

  • voor de activiteit kan niet met toepassing van de in het bestemmingsplan of de beheersverordening opgenomen regels inzake afwijking vergunning verleend worden (de zogenaamde binnenplanse afwijking);

  • de activiteit behoort niet tot de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (de zogenaamde kruimelgevallen);

  • de motivering van het besluit bevat een goede ruimtelijke onderbouwing.

Doordat de kennisgevingen van de omgevingsvergunningen die aan deze criteria voldoen beschikbaar worden gesteld op de manier en in de vorm die in de Standaarden ruimtelijke ordening is voorgeschreven, kan eenieder ze op www.ruimtelijkeplannen.nl vinden. Daar is op de kaart een vlak zichtbaar op de plaats waarvoor de betreffende omgevingsvergunning is verleend en kunnen de kennisgeving en in sommige gevallen ook het vergunningdocument en de ruimtelijke onderbouwing worden gevonden. Ook kan er worden doorgeklikt naar de kennisgeving op www.officielebekendmakingen.nl. Omgekeerd kan vanuit de kennisgeving op www.officielebekendmakingen.nl worden doorgeklikt naar het vlak met bijbehorende informatie op www.ruimtelijkeplannen.nl.

De decentrale bevoegde gezagen die het hier bedoelde type omgevingsvergunning verlenen, doen hiervoor twee dingen. Ten eerste leveren ze via DROP de tekst van de kennisgeving voor de Staatscourant en voor het eigen elektronische publicatieblad aan, inclusief een gebiedsmarkering van de plek waarvoor de vergunning verleend wordt. Dat kan handmatig via de gebruiksinterface van DROP, maar ook geautomatiseerd door middel van een koppeling vanuit de eigen vergunningenapplicatie. Ten tweede maken ze met Wro-plansoftware een vlak van (het deel van) het perceel of gebied waarvoor de vergunning verleend wordt en leveren ze die samen met de kennisgeving met behulp van hun plansoftware aan www.ruimtelijkeplannen.nl aan. Dit proces is in Figuur 1 weergegeven.

media/image2.png
Figuur 1Aanlevering kennisgeving en omgevingsvergunning onder de Wabo

Voor het Rijk werkt in de huidige situatie de aanlevering van de kennisgeving aan de Staatscourant anders, het Rijk beschikt nu namelijk niet over een aansluiting op DROP. Het Rijk levert nu de tekst van de kennisgeving aan Sdu aan. Sdu zet de tekst om in het juiste formaat en levert die door aan KOOP voor publicatie in de Staatscourant. De aanlevering aan www.ruimtelijkeplannen.nl werkt wel op dezelfde manier als bij de decentrale overheden.

2.3 Juridisch kader en dienstverleningsniveau in eerste periode na inwerkingtreden van de Omgevingswet

Op grond van artikel 5.1, lid 1, aanhef en onderdeel a Omgevingswet (verder: Ow) is het verboden om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten, tenzij het gaat om een in het Besluit bouwwerken leefomgeving (verder: Bbl) of omgevingsplan aangewezen geval waarin de vergunningplicht niet geldt. Een omgevingsplanactiviteit is een activiteit, inhoudende:

  1. een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan,

  2. een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, of

  3. een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan.

De activiteiten bedoeld onder b en c zijn in de Omgevingswet gedefinieerd als buitenplanse omgevingsplanactiviteiten, de activiteit bedoeld onder a wordt in de praktijk wel de binnenplanse omgevingsplanactiviteit genoemd.

In de artikelen 2.28 tot en met 2.30 Bbl zijn de vergunningvrije activiteiten met betrekking tot bouwwerken opgesomd en de gevallen waarin de vergunningvrijheid wordt ingeperkt.

De beoordelingsregels waaraan een aanvraag om omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit moeten worden getoetst, staan in de artikelen 8.0a en verder van het Besluit kwaliteit leefomgeving (verder: Bkl). Deze beoordelingsregels komen op het volgende neer. Voor zover een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten, wordt de omgevingsvergunning verleend als de activiteit in overeenstemming is met de beoordelingsregels in het omgevingsplan. Voor zover een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt de omgevingsvergunning alleen verleend met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Dit houdt in dat voor iedere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan beoordeeld moet worden of sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties en dat als dat zo is, omgevingsvergunning verleend kan worden.

De hoofdregel is dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de activiteit verricht zal worden, bevoegd gezag is voor de omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit. In afwijking daarvan zijn gedeputeerde staten bevoegd gezag wanneer het gaat om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit van provinciaal belang en is de minister van BZK bevoegd gezag wanneer het gaat om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit van nationaal belang.

Op grond van artikel 16.64 lid 3 Ow moet het bevoegd gezag tegelijkertijd met of zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning kennis van dat besluit geven op de in artikel 12 Bekendmakingswet bepaalde wijze. Dat betekent dat het bevoegd gezag de kennisgeving in het eigen publicatieblad moet plaatsen. Artikel 16.64a lid 2 Ow verplicht het bevoegd gezag er toe om, als het gaat om een besluit tot verlening van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, dat te vermelden in de kennisgeving.

Zoals hiervoor al gezegd zullen bij inwerkingtreden van de Omgevingswet omgevingsvergunningen niet in DSO-LV beschikbaar zijn. De verplichting tot vaststelling van een omgevingsplan geldt pas vanaf een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De periode tussen het inwerkingtreden van de Omgevingswet en dat tijdstip is de overgangsfase waarin gemeenten het omgevingsplan stapsgewijs kunnen opbouwen. De verwachting is dat er zeker in het eerste deel van die overgangsfase relatief veel omgevingsvergunningen voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit verleend zullen worden. Dat is ten eerste omdat de meeste gemeenten op dat moment nog niet beschikken over een volledig omgevingsplan naar letter en geest van de Omgevingswet en ten tweede omdat het in die periode vermoedelijk als eenvoudiger zal worden beschouwd om aan een initiatief mee te werken met een omgevingsvergunning dan met een besluit tot wijziging van het omgevingsplan. Om ten minste het huidige dienstverleningsniveau voort te zetten is besloten dat bij inwerkingtreden van de Omgevingswet wel de kennisgeving van de omgevingsvergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit in DSO-LV geraadpleegd moet kunnen worden.

Uitgangspunt daarbij is dat de bevoegde gezagen niet specifiek hiervoor investeringen in software hoeven te doen en er weinig extra werk van hebben. De inspanning om deze kennisgeving in DSO-LV te kunnen tonen wordt vooral gelegd bij de organisaties en systemen die aan de viewer van DSO-LV aanleveren. Dit werkt als volgt. Het bevoegd gezag levert, handmatig vanuit de gebruikersinterface van DROP of geautomatiseerd vanuit bij voorbeeld de eigen vergunningenapplicatie, via DROP de kennisgeving aan, samen met het vlak dat het perceel, perceelsgedeelte of gebied weergeeft waarvoor de omgevingsvergunning is verleend. DROP levert deze gegevens door ten behoeve van de bekendmaking in het publicatieblad van het betreffende bevoegd gezag op officielebekendmakingen.nl. DROP levert deze gegevens ook door aan de LVBB, die ze doorlevert aan de systemen van DSO-LV. In het proces tussen DROP en DSO-LV worden de gegevens op een zodanige manier getransformeerd dat de DSO-viewer ze kan tonen. In DSO-LV is het vlak zichtbaar. Bij raadpleging toont DSO-LV door middel van een link de kennisgeving op officielebekendmakingen.nl. Figuur 2 geeft dit proces weer en laat ook de verwijzing zien die DSO-LV gebruikt om de kennisgeving te kunnen ophalen.

media/image3.png
Figuur 2Aanlevering kennisgeving onder de Omgevingswet

2.4 Verplichting tot aanlevering kennisgeving en afbakening van gevallen

2.4.1 Toelichting op de toepassing

Zoals in paragraaf 2.2 is beschreven, bepaalt onder het oude recht de Wabo in welke gevallen de verplichting geldt om de kennisgeving van de verleende omgevingsvergunning beschikbaar te stellen op www.ruimtelijkeplannen.nl. Kort gezegd zijn dat alleen de gevallen die significante gevolgen hebben voor de fysieke leefomgeving.

Onder de Omgevingswet kan de omgevingsvergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit voor een heel scala aan activiteiten verleend worden. Qua gevolgen voor de fysieke leefomgeving kunnen deze activiteiten flink uiteenlopen: van een eendaags evenement, via het kappen van een (gewone, niet monumentale) boom, tot het bouwen, in stand houden en exploiteren van een energiecentrale. De verwachting is dat gebruikers er weinig behoefte aan zullen hebben dat de kennisgeving van omgevingsvergunningen voor bijvoorbeeld het houden van evenementen en het kappen van gewone bomen ook beschikbaar zijn in DSO-LV. De kans bestaat dat op het moment dat iemand de kennisgeving daar vindt, de boom gekapt is of het evenement alweer afgelopen is. Door de verwachte grote hoeveelheid van dit type vergunningen zou het zelfs kunnen dat gebruikers in DSO-LV zoveel informatie krijgen aangeboden dat de effectiviteit van het raadplegen van DSO-LV vermindert.

Om deze redenen is het wenselijk om de gevallen waarin de kennisgeving van de verleende omgevingsvergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit in DSO-LV zichtbaar moet zijn, nader af te bakenen. In de Omgevingswet en bijbehorende regelgeving zelf is niet een met de Wabo vergelijkbare afbakening te vinden van gevallen waarin de kennisgeving van de verleende omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit in DSO-LV te raadplegen moet zijn. De Omgevingswet kent geen lijst met kruimelgevallen. De gewenste afbakening is opgenomen in de ‘Regeling standaarden publicaties Omgevingswet’, een ministeriële regeling behorend bij de Bekendmakingswet. De afbakening is tevens opgenomen in de volgende subparagraaf, die vastlegt in welke gevallen de verplichting geldt en welke gegevens daarbij aangeleverd moeten worden. Door deze afbakening worden in DSO-LV de kennisgevingen getoond van omgevingsvergunningen voor activiteiten die significante en voortdurende gevolgen voor de fysieke leefomgeving hebben. Daarmee wordt het dienstverleningsniveau onder de Wabo voortgezet en wordt de administratieve last beperkt voor bestuursorganen die dit type vergunningen verlenen.

In paragraaf 2.2 is beschreven dat er onder de Wabo twee sporen zijn voor de aanlevering door het bevoegd gezag. Het eerste spoor is de aanlevering van de kennisgeving met behulp van DROP naar officielebekendmakingen.nl. Het tweede spoor is de aanlevering van (het GML-bestand van) het vlak met de kennisgeving et cetera met behulp van Wro-plansoftware naar ruimtelijkeplannen.nl. Onder de Omgevingswet is er voor het bevoegd gezag nog maar één spoor, zoals in paragraaf 2.3 aan de orde kwam: de aanlevering met behulp van DROP. Via DROP moet voor de Omgevingswet meer worden aangeleverd, waaronder het GML-bestand, dan onder de Wabo het geval was. Dit kan tot gevolg hebben dat er bij het bevoegd gezag een taakverschuiving plaatsvindt, waardoor bij voorbeeld het GML-bestand door een andere afdeling wordt aangeleverd dan onder de Wabo het geval was.

2.4.2 Norm
2.4.2.1 Afbakening van gevallen

De Regeling standaarden publicaties Omgevingswet wijst in bepaalde gevallen de kennisgeving van de verleende omgevingsvergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit aan als omgevingsdocument. In die gevallen is het voor bestuursorganen verplicht om het onderhavige toepassingsprofiel te gebruiken en gelden de in subparagraaf 2.4.2.2 genoemde verplichtingen.

Als omgevingsdocument wijst de Regeling standaarden publicaties Omgevingswet aan: de kennisgeving van een verleende omgevingsvergunning voor een voortdurende buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waaraan geen termijn als bedoeld in artikel 5.36, eerste lid, Omgevingswet is verbonden, die betreft:

  1. een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het in stand houden van:

    1. een of meer nieuw te bouwen hoofdgebouwen, en/of

    2. een of meer andere bouwwerken buiten de bebouwde kom met een oppervlakte van meer dan 150 m2 of een hoogte van meer dan 40 m; en/of

  2. een omgevingsplanactiviteit, anders dan onder 1, die niet in overeenstemming is met een aan een locatie toegedeelde functie.

2.4.2.2 Aan te leveren producten en gegevens

Wanneer wordt voldaan aan de afbakeningscriteria die zijn vastgelegd in paragraaf 2.4.2.1 gelden de volgende aanleververplichtingen:

  • De kennisgeving moet via DROP worden aangeleverd, met gebruikmaking van het voor dit type kennisgeving bedoelde documenttype ‘omgevingsvergunning | afhandeling met planafwijking’.

  • De in DROP gebruikelijke gegevens worden ingevuld en worden aangevuld met:

    • Referentienummer: de identificatie van de omgevingsvergunning zoals deze bekend is in het eigen systeem van het bevoegd gezag. Verplicht. Komt 1 keer voor. Technische benaming van dit gegeven: OVERHEIDop.referentienummer.

    • Ruimtelijk plan identificatienummer: de IMRO-identificatiecode van het ruimtelijk plan of de ruimtelijke plannen indien met de omgevingsvergunning wordt afgeweken van een ruimtelijk plan. Optioneel. Komt zo vaak voor als gewenst. Technische benaming van dit gegeven: OVERHEIDop.bekendmakingBetreffendePlan.

  • In het documenttype 'omgevingsvergunning | afhandeling met planafwijking' wordt de tekst van de kennisgeving ingevuld. Verplicht. Komt 1 keer voor.

  • Bijgevoegd wordt het bestand in GML-formaat waarin de geometrische begrenzing is vastgelegd van het perceel, perceelsgedeelte of gebied waarvoor de omgevingsvergunning is verleend. Verplicht. Komt 1 keer voor.

2.4.3 Toelichting op de norm
2.4.3.1 Toelichting op de afbakening van gevallen

In het eerste deel van de norm worden de gevallen vastgelegd waarin de verplichting geldt om ze met de daarna gespecificeerde gegevens via DROP aan te leveren. Met een omgevingsvergunning kan toestemming worden verleend voor meerdere activiteiten, die vaak niet allemaal zullen behoren tot de gevallen waarvoor de verplichting geldt. Wanneer ten minste één van de activiteiten waarvoor in een omgevingsvergunning toestemming wordt verleend, voldoet aan de afbakeningscriteria, moet de kennisgeving op de hier beschreven manier worden aangeleverd zodat deze wordt doorgeleverd aan DSO-LV.

Onderdeel 2 van de criteria is ruim bedoeld: de verplichting geldt voor een omgevingsplanactiviteit die niet in overeenstemming is met een functie die uit de op een locatie geldende regels kan worden afgeleid. Het is dus niet zo dat de verplichting alleen zou gelden wanneer in het omgevingsplan de systematiek van ‘functie-aanduidingen’ is toegepast: gebieden een functie geven en die gebieden begrenzen met coördinaten waardoor ze op een kaart als functie worden weergegeven[2] In technische termen: een regel en een locatie annoteren met een gebiedsaanwijzing van het type Functie.
.

2.4.3.2 Toelichting op de aan te leveren producten en gegevens

In de gevallen die voldoen aan de afbakeningscriteria van paragraaf 2.4.2.1 moet het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning heeft verleend de kennisgeving op een zodanige manier aanleveren dat duidelijk is dat het een kennisgeving van dit type omgevingsvergunning betreft en dat doorlevering aan DSO-LV geautomatiseerd kan plaatsvinden. Daarvoor moet het bevoegd gezag de kennisgeving aanleveren met behulp van DROP, waarbij het verplicht gebruik moet maken van het documenttype ‘omgevingsvergunning | afhandeling met planafwijking’. Dat kan door gebruik te maken van de gebruikersinterface van DROP of door een geautomatiseerde aansluiting op DROP vanuit bij voorbeeld de eigen vergunningenapplicatie van het bevoegd gezag.

Ondanks het feit dat deze verplichtingen in een Toepassingsprofiel voor Omgevingsdocumenten staat, wordt geen gebruik gemaakt van de STOP/TPOD-standaard en wordt niet de tekst van de kennisgeving aan DSO-LV aan- of doorgeleverd, maar kan DSO-LV met behulp van een verwijzing die tekst uit officielebekendmakingen.nl ophalen en vervolgens tonen.

In DROP worden de gebruikelijke gegevens ingevuld. Er zijn twee specifieke gegevens voor dit type kennisgeving die in de gebruikersinterface van DROP worden aangeduid met Referentienummer en Ruimtelijk plan identificatienummer.

Bij het Referentienummer moet de identificatiecode worden ingevuld waaronder de (aanvraag om) omgevingsvergunning in het eigen systeem van het bevoegd gezag geregistreerd is; dat zal vaak een VTH-systeem zijn. Dit gegeven is verplicht.

Het gegeven Ruimtelijk plan identificatienummer is optioneel. Het wordt gebruikt als voor de locatie waarvoor de omgevingsvergunning is verleend het omgevingsplan van rechtswege nog niet volledig is vervangen door het omgevingsplan als bedoeld in de Omgevingswet. Met ruimtelijk plan en omgevingsplan van rechtswege worden bedoeld bestemmingsplannen, wijzigingsplannen, uitwerkingsplannen, inpassingsplannen, beheersverordeningen, Chw-bestemmingsplannen en Chw-inpassingsplannen. In dat geval moet bij het gegeven Ruimtelijk plan identificatienummer de IMRO-identificatiecode worden ingevuld van het ruimtelijk plan of de ruimtelijke plannen waarvan met de omgevingsvergunning wordt afgeweken. Let op: hier moet de IMRO-identificatie worden ingevuld van het ruimtelijk plan waarvan wordt afgeweken en niet, zoals onder de Wabo en RO Standaarden, de identificatie van de omgevingsvergunning. Als er geen Ruimtelijk plan identificatienummer is opgenomen, betekent dat dat met de omgevingsvergunning wordt afgeweken van de bruidsschatregels en/of de eigen gemeentelijke regels in het omgevingsplan als bedoeld in de Omgevingswet.

Van deze gegevens zijn in paragraaf 2.4.2.2 ook de technische benamingen opgenomen. Die zijn bedoeld voor (de ontwikkelaars van) op DROP aansluitende systemen, zoals vergunningenapplicaties. Het stelsel zorgt voor de vertaling van deze technische benamingen naar CIMOW, dat DSO-LV gebruikt voor het tonen van omgevingsdocumenten.

De tekst van de kennisgeving moet een titel bevatten. De DSO-viewer gebruikt deze titel bij het tonen van kaart, informatie over en link naar de kennisgeving. Ook gebruikt de DSO-viewer de titel in het documentenoverzicht en bij de zoekfunctie. Het is daarom van belang om de kennisgeving een onderscheidende titel te geven.

Bij de kennisgeving moet een GML-bestand bijgevoegd worden. Dit bestand moet voldoen aan de GML-specificaties die in paragraaf 3.1.4 van het Informatiemodel Omgevingswet zijn vastgelegd. Er is altijd één GML-bestand, ook als omgevingsvergunning wordt verleend voor meerdere niet-aaneengesloten percelen of perceelsgedeelten.

Het GML-bestand is noodzakelijk om de kennisgeving in de DSO-viewer te kunnen laten zien. Het legt de contour vast van het gebied waarvoor de omgevingsvergunning is verleend. Dat kan een groter gebied zijn dan het gebied van de buitenplanse omgevingsplanactiviteit, oftewel het gebied waarvoor van het omgevingsplan wordt afgeweken. Aanbevolen wordt om de contour op het hele perceel te leggen, tenzij het een heel groot perceel betreft en de omgevingsvergunning slechts betrekking heeft op een beperkt deel daarvan. Kies dan het betreffende perceelsgedeelte.

Het stelsel zet de contour in het GML-bestand om in de gebiedsmarkering die wordt gebruikt voor de kaartweergave bij de kennisgeving op officielebekendmakingen.nl en voor de notificaties van de kennisgeving die aan omwonenden worden gestuurd (Berichten over uw Buurt). Het is daarom in DROP bij dit type kennisgeving niet mogelijk om ook nog de reguliere gebiedsmarkering in DROP aan te geven.

De kennisgeving van een verleende omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit die niet voldoet aan de criteria van paragraaf 2.4.2.1 wordt in/aan DROP aangeleverd met het reguliere documenttype voor de omgevingsvergunning.

2.5 Beëindigen zichtbaarheid kennisgeving in DSO-LV

Er zijn drie situaties waarin de kennisgeving van de verleende omgevingsvergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit in DSO-LV niet meer zichtbaar moet zijn. De eerste situatie is die waarin de omgevingsvergunning door de rechter (definitief) vernietigd is. De tweede situatie is als de omgevingsvergunning is ingetrokken. De derde situatie is die waarin is voldaan aan de actualiseringsplicht van artikel 4.17 Ow. Op grond van dat artikel moet het omgevingsplan vijf jaar na onherroepelijk worden van een omgevingsvergunning voor een voortdurende buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waaraan geen termijn is verbonden als bedoeld in artikel 5.36, eerste lid, met die vergunning in overeenstemming gebracht worden als het gaat om een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het in stand houden van een bouwwerk, of een omgevingsplanactiviteit, anders dan onder a, die niet in overeenstemming is met een aan een locatie toegedeelde functie. NB: Deze verplichting geldt niet gedurende de in paragraaf 2.3 al genoemde overgangsfase (artikel 22.5 lid 2 Ow).

Toekomstige functionaliteit

In de toekomst wordt functionaliteit ontwikkeld waarmee bevoegde gezagen zelf de zichtbaarheid van (de contour van) deze kennisgeving kunnen beëindigen. In een volgende versie van dit toepassingsprofiel wordt beschreven hoe dat werkt.

Voorlopige werkwijze

Zolang deze functionaliteit er nog niet is kan het bevoegd gezag een mail sturen aan de meldingencoördinatie van het TBO: TBO-MC@kadaster.nl met het verzoek om de contour te verwijderen, onder vermelding van het referentienummer van de omgevingsvergunning en de identificatie van het publicatieblad.

Het referentienummer van de omgevingsvergunning is te vinden in de DSO-viewer Regels op de kaart: het in de figuur hiena met rood gemarkeerde deel achter identificatie.

media/image4.png
Figuur 3Referentienummer omgevingsvergunning, oftewel de identificatie van de omgevingsvergunning

De identificatie van het publicatieblad is te vinden via een klik in de DSO-viewer Regels op de kaart op de link Bekijk kennisgeving op overheid.nl. Dan opent het publicatieblad van de kennisgeving. De identificatie van het publicatieblad is met rood gemarkeerd in de volgende figuur.

media/image5.png
Figuur 4Identificatie van het publicatieblad